06. T&B 06 volledige lijst aangevuld PDF

Title 06. T&B 06 volledige lijst aangevuld
Course Engels I: Algemeen Economisch Engels
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 10
File Size 631.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 98
Total Views 151

Summary

Monitoraat over werkcolleges met uitgeschreven oefeningen. Behandeld hoofstuk 1 tot en met hoofdstuk 3. Uitgebreide oefeningen als voorberdeiding op examen....


Description

Termen & Begrippen 2021-2022 Stand 06.12.2021 Termen/uitdrukkingen/namen die je moet kennen én kunnen definiëren: In het begin zal ik af en toe zelf een voorbeeld van een definitie geven, zodat de studenten zich een concreet beeld kunnen vormen van hetgeen ik verwacht. Maar dat zal ik niet systematisch doen, en geleidelijk aan minder en minder. De hele bedoeling is NIET definities uit het hoofd te leren, maar zelf de formulering van een definitie aan te leren, dat is een zinvolle oefening. Voor het examen moet je dan de elementen van je definitie onthouden, de formulering komt wel vanzelf als je dat tijdens het semester geregeld hebt geoefend. EHBO (eerste hulp bij onzekerheid): Welke hulpmiddelen gebruiken als de cursus en de nota’s geen antwoord bieden? We zitten in het eerste jaar, het is echt niet de bedoeling dat iedereen gespecialiseerde referentiewerken gaat raadplegen. Vandaar de vraag: in welke mate ga je op instrumenten die op internet snel toegankelijk zijn een beroep doen? Uiteraard ga je die gebruiken, maar met een minimum aan kritische instelling. Concreet voorbeeld: Wikipedia – dat m.i. ten onrechte (en soms wat hypocriet) door heelwat leerkrachten in het (middelbaar en hoger) onderwijs wordt verguisd. Maar het is wèl zo dat teveel studenten Wikipedia niet erg intelligent gebruiken. Daarom de volgende tips: beperk je niet tot de Nederlandse versie, zeker wanneer het niet om een specifiek Vlaams of Nederlands begrip handelt; gaat het om een Frans begrip, kijk dan ook met een klikje links op het scherm de Franse versie na, bij een Anglo-Amerikaans begrip, de Engelse versie, enz. De oorspronkelijke versie van het Wikipedia artikel is dikwijls grondiger en meer betrouwbaar. Vergelijk de meest relevante feiten (bv Komen de essentiële data overeen? Geeft de korte, algemene inleiding in het begin van het artikel dezelfde essentiële elementen?), zo vreselijk veel tijd vereist dat ook weer niet, en je maakt tegelijk een goede oefening voor jezelf in kenniscontrole en taalvaardigheid. En vergeet niet, go for the jugular, je hebt maar de essentiële elementen voor een definitie van hooguit 3-4 regels nodig. En probeer de zaken niet onnodig ingewikkeld uit te drukken (daarom ben ik zelf niet altijd over mijn eigen definities tevreden: ik kan me best voorstellen dat ik mezelf niet alle punten zou toekennen als ik mijn eigen examen zou nakijken). Zo nauwkeurig mogelijk taalgebruik, inclusief juridisch taalgebruik, wordt wèl verwacht. Tips : - Een definitie heeft iets algemeens : een concreet voorbeeld of aspect opgeven is nog geen definitie. - Het schoolrijmpje « Wie ? Wat ? Waar ? Wanneer ? Waarom ? Hoe ? » is een goed uitgangspunt om de definitie op te stellen. - Het is een uitstekende oefening (i.h.b. voor toekomstige juristen) om de formulering van definities in te oefenen. Ik neem aan dat iedere eerstejaars over De Valks Juridisch Woordenboek beschikt : daar heb je uitstekende voorbeelden van definities van juridische termen en begrippen. Doe het dus zelf, ga niet bestaande lijsten uit het hoofd leren : gebruik die hooguit als controle van je eigen definities en let op : in die lijsten zijn er altijd slechte definities die circuleren, en reken maar dat precies die termen op het examen worden gevraagd… Maak ook van dit onderdeel van de stof gebruik om met medestudenten samen te werken, door jullie definities te vergelijken.

- Ook in de monitoraten wordt hieraan aandacht besteed. Opgelet: het gaat hierna om een cumulatieve lijst, die in de loop van het semester telkens aangevuld zal worden. Wanneer de lijst n.a.v. de laatste les voor het laatst aangevuld wordt en afgesloten, zal dat ook expliciet worden aangegeven, zodat je zeker weet dat je de volledige lijst hebt. De vragenreeks “termen definiëren” op het examen zal uitsluitend termen uit die lijst overnemen.

Algemene informatie & Prolegomena primaire historische bronnen secundaire historische bronnen terminus a quo terminus ad quem Justinianus (I) Personen zullen in deze lijst niet veel voorkomen. Het gaat om begrippen, maar in zekere zin is de historische figuur van Justinianus een begrip (door de eeuwen heen heeft hij als een soort model gestaan voor de figuur van de vorst-wetgever: zo werd b.v. Napoleon soms als “le Justinien français” voorgesteld, dat zegt iets over de combinatie wetgeving/public governance in de Westerse traditie). Voor de definitie zijn hier de volgende elementen van belang: - wie: keizer van het Oost-Romeinse rijk - wanneer: 6de eeuw (na Christus!) - waarom een ‘begrip’ voor juristen: hij heeft in 529-534) de grote rechtsverzamelingen Romeins recht uitgevaardigd (Digesten, Codex, Instituten), die in de latere Middeleeuwen de tekstuele basis zijn geweest voor de Westerse rechtswetenschap en eeuwenlang die wetenschap en de toepassing ervan in de praktijk hebben geïnspireerd. Een behoorlijke definitie (dwz het volle punt) ware dan bv: Oost-Romeinse keizer (reg. 527-565) die belangrijke verzamelingen van Romeinse rechtsteksten heeft uitgevaardigd.

Periodisering Periodisering en geografische (tijdsgebonden) benamingen (voor de periodiseringen die met een * staan aangeduid: het volstaat voor de definitie de data te kennen) Oudheid* Klassieke Oudheid Bijbelse Oudheid : Het gaat hier vooral over hetgeen in de Christelijke traditie overeenkomt met het Oude Testament (de periode die bestreken wordt door het Nieuwe Testament duurt amper enkele decennia). Dat loopt van de Schepping (volgens het boek Genesis) tot kort vóór de geboorte van Christus. Wanneer de Schepping zou plaatsgevonden hebben is in de loop van de geschiedenis zeer controversieel geweest, en historisch doet het er ook niet toe. Je kan bv. de Joodse kalender en jaartelling als criterium nemen en dan begint de jaartelling te lopen vanaf 3761 vC volgens de Christelijke jaartelling. “Bijbelse Oudheid” is in de eerste plaats een cultureel-historisch begrip, dat verwijst naar de gebeurtenissen en verhalen die in de boeken van het Oud Testament

staan, en die in de Westerse traditie vanaf de vroege Middeleeuwen een enorme invloed hebben gehad op de Westerse politieke, literaire, artistieke… cultuur. Voor een definitie volstaat hier: De periode en cultuur die overeenkomen met de verhalen en gebeurtenissen opgeslagen in het de Bijbel (vanaf de Schepping tot de eerste ontwikkelingen van het Christendom beschreven in het Nieuwe Testament). Het gaat dus voornamelijk om de hele Joodse cultuur en geschiedenis tot het begin van de Christelijke tijdrekening, weliswaar hoofdzakelijk gezien vanuit een Christelijk, cq Westers perspectief. Middeleeuwen* Vroege Middeleeuwen* Tweede Middeleeuwen* Renaissance* (geef periode + een korte toelichting m.b.t. de kenmerken van die periode die de uitdrukking impliceert) Nieuwe Tijd (= “Moderne Tijd”)* Nieuwste Tijd* Modern Times* Hedendaagse Tijd* Histoire du Temps Présent* Zeitgeschichte* Franse Revolutie (als periode)* Ancien Régime* Industriële Revolutie De volgende termen impliceren meestal ook een zekere periodisering*: Lage Landen Belgium (in het Latijn) Leo Belgicus Zuidelijke Nederlanden Bourgondische Nederlanden * Habsburgse Nederlanden* Spaanse Nederlanden* Oostenrijkse Nederlanden* Katholieke Nederlanden* Republiek der Verenigde Provinciën* Noordelijke Nederlanden Protestantse Nederlanden* Déclaration des droits de l’homme et du citoyen Olympe de Gouges Toussaint Louverture Let er ook op dat wanneer de docent het heeft over “Westerse cultuur”, hij de periode ca. 1000-2000 nC bedoelt. Dat is evenwel lang geen conventionele periodisering, en zeker geen communis opinio (heersende leer).

VSA (beginjaren)

No taxation without representation covenant (in politieke theorieën) Jay Treaty (1794)

The Federalist Papers Federalists/Anti-Federalists (tijdens de beginjaren van de V.S.) impeachment (in de constitutie van de V.S.) Bill of Rights (VS) bill of rights (algemene, generieke betekenis) confederatie federatie statenbond bondsstaat Government (Amerikaanse betekenis, cq. Engelse betekenis in politieke theorie) a government of laws normenconflict checks and balances judicial review (V.S.) mandamus (als rechtsmiddel) “gouvernement des juges” (Franse politiek) Engelse constitutionele traditie common law Royal Prerogative Parliamentary Sovereignty (als constitutioneel beginsel) Commonwealth (17de eeuw) Restoration “Bill of Rights” (als generieke term!) nanny state constitutional conventions covenant (in politieke theorie) first past the post whip (in het Parlement) Spiritual Lords Temporal Lords Commons Secretary of State for Justice Titel van de Minister van Justitie in het VK, een ministerie gecreëerd in 2007. Cabinet (UK) De Eerste Minister en de belangrijkste leden van de regering, die meestal aan het hoofd staan van een (groot) ministerie (department) en de titel secretary of state [for eg Defence] hebben. Als zodanig het hoogste orgaan van de Uitvoerende Macht. Law Lords (tot 2009) Life Peer Working Peer Equity (Law) civil law Court of Chancery 3 W’s judicial review (in het VK) prohibition

mandamus certiorari ultra vires primary legislation secondary legislation Fixed-term Parliament Act 2011 Prorogation of Parliament Privy Council Recess of Parliament Schotse R.O.: Outer House/Lord Ordinary Schotse R.O.: Inner House Schotse R.O.: Court of Session Schotse R.O./procedure: nobile officium Claim of Right 1689 Case of Proclamations (1610/1611) « Great Repeal Bill » / EU Withdrawal Act 2018, EU Withdrawal Acts 2019

T 14.11.2017

Het verdient uiteraard aanbeveling telkens het hele artikel op Wikipedia te lezen, niet alleen het begin zoals hierboven afgedrukt. Ook andere websites kunnen nuttig zijn. Voor een goede definitie is een behoorlijke Nederlandse vertaling van de essentiële elementen uit de definities hierboven wel voldoende. Henry VIII Clauses Zie artikel ‘Statutory instrument (UK)’ in Wikipedia […] Henry VIII clauses Some statutory instruments are made under provisions of Acts which allow the instrument to change the parent Act itself, or to change other primary legislation. These provisions, allowing primary legislation to be amended by secondary legislation, are known as Henry VIII clauses, because an early example of such a power was conferred on King Henry VIII by the Statute of Proclamations 1539. The Delegated Powers and Regulatory Reform Select Committee of the House of Lords issued a report concerning the use and drafting of such clauses, an issue its chairman remarked "goes right to the heart of the key constitutional question of the limits of executive power". Such clauses have often proved highly controversial […]. Lord Judge spoke strongly against such clauses whilst he was Lord Chief Justice: “You can be sure that when these Henry VIII clauses are introduced they will always be said to be necessary. William Pitt warned us how to treat such a plea with disdain. ‘Necessity is the

justification for every infringement of human liberty: it is the argument of tyrants, the creed of slaves’ ”.

De Brexit minister n.a.v. de EU Withdrawal Bill

Sewel Convention 14. The United Kingdom Parliament retains authority to legislate on any issue, whether devolved or not. It is ultimately for Parliament to decide what use to make of that power. However, the UK Government will proceed in accordance with the convention that the UK Parliament would not normally legislate with regard to devolved matters except with the agreement of the devolved legislature. The devolved administrations will be responsible for seeking such agreement as may be required for this purpose on an approach from the UK Government. — Memorandum of Understanding (October 2013) Schots officieel standpunt: 1. The Sewel Convention is an important aspect of the devolution settlement, and is reflected in the Memorandum of Understanding between the UK Government and the Scottish Government (formerly Scottish Executive) and in Devolution Guidance Note 10. 2. Nothing in the Scotland Act prevents the UK Parliament from legislating on matters which are within devolved competence: section 28(7) makes that clear. However during the passage of the Scotland Act, the UK Government announced that it "would expect a convention to be established that Westminster would not normally legislate with regard to devolved matters in Scotland without the consent of the Scottish Parliament." (In this context 'devolved matters' does not refer just to matters that are within the legislative competence of the Scottish Parliament and could, therefore, potentially be included within an Act of the Scottish Parliament. It additionally is taken to refer to matters which, although reserved, affect the breadth of the devolved institutions' powers - i.e. the legislative competence of the Scottish Parliament or the executive competence of the Scottish Ministers.) This has become known as the Sewel Convention, and its purpose is to reflect and respect the devolution settlement and the role of the devolved institutions.

Cf. volledig artikel : http://www.gov.scot/About/Government/Sewel/KeyFacts Zie ook: http://www.parliament.uk/site-information/glossary/sewel-convention/ Wikipedia s.v. Legislative Consent Motion

Purdah-Rules (pre-election period, UK)

Franse constitutionele traditie régime d’assemblée régime présidentiel régime orléaniste Jacobijns (staats)model

Nation / peuple (souveraineté nationale / populaire) Juli-monarchie Orleanistisch regime/systeem (in de politieke theorie) Restauratie (in de Franse geschiedenis) legitimisten (in de Franse geschiedenis, 19de eeuw) orleanisten (in de Franse geschiedenis, 19de eeuw) droits barrières libertés concrètes cohabitation (in de Franse politiek) « 49-3 » (Constitutie) wantrouwensmotie (in een parlementair systeem, algemeen) vertrouwensvraag (in een parlementair systeem, algemeen) R.I.P. (Franse constitutie) R.I.C. (politieke eis in Frankrijk) Duitse constitutionele traditie klein-Duitsland (politieke geschiedenis, 19de eeuw) Diktat’ van Versailles DDR Realpolitik Kompetenz-Kompetenz (in het Duits constitutioneel recht) BVerfG Ewigkeitsklausel (GG) Konstruktives Misstrauensvotum (in de grondwet van de BRDV) Voor het antwoord ; zie o.m. art . 67 GG (1) Der Bundestag kann dem Bundeskanzler das Mißtrauen nur dadurch aussprechen, daß er mit der Mehrheit seiner Mitglieder einen Nachfolger wählt und den Bundespräsidenten ersucht, den Bundeskanzler zu entlassen. Der Bundespräsident muß dem Ersuchen entsprechen und den Gewählten ernennen. (2) Zwischen dem Antrage und der Wahl müssen achtundvierzig Stunden liegen.

Een goede basis voor een definitie vind je in de Duitse versie van Wikipedia sv Misstrauensvotum: “Als Misstrauensvotum wird in einem parlamentarischen Regierungssystem ein mehrheitlicher Parlamentsbeschluss bezeichnet, der die Regierung, den Regierungschef oder einen bestimmten Minister absetzt, wenn die Verfassung diese Möglichkeit vorsieht. Ein Misstrauensvotum enthebt denjenigen, gegen den es gerichtet ist, seines Amtes. Wenn es nicht mit der gleichzeitigen Benennung eines Nachfolgers verbunden ist, wird es als destruktives Misstrauensvotum bezeichnet. Bei einem konstruktiven Misstrauensvotum wird hingegen gleichzeitig ein neuer Kandidat gewählt. Dadurch übernimmt das Parlament die Verantwortung, eine Regierungskrise aktiv zu entschärfen, indem es im Moment des Vertrauensentzuges auch neues Vertrauen ausspricht, also die exekutive Macht gleichzeitig neu ausrichtet und gestaltet, statt lediglich zu demonstrieren, dass es mit dem bisherigen Kurs der Regierung nicht einverstanden ist. Ist ein konstruktives Misstrauensvotum rechtlich festgelegt, schließt dies typischerweise die Möglichkeit eines destruktiven Misstrauensvotums aus.”

Let erop, dat die uitleg specifiek op het huidige Duitse system gericht is. De woorden “wenn die Verfassung diese Möglichkeit vorsieht” zijn m.i. iets te positivistisch, want ik kan me inbeelden dan in een politiek systeem zo’n mechanisme van constructieve wantrouwensmotie ook wel op basis van een constitutionele gewoonte zou kunnen

bestaan. Maar goed, je beschikt maar over een viertal regels voor je antwoord en de vraag geeft aan dat het om het systeem van de Duitse Bondsrepubliek gaat. Sie schaffen das!

Thema 1 – recht en public governance gutes Regiment buon governo Polizey und Justiz politie en justitie sociale wetenschappen geleerde recht (Tweede Middeleeuwen) ius commune ius civile (Tweede Middeleeuwen) legist (Tweede Middeleeuwen) canonist (Tweede Middeleeuwen) Artes (Tweede Middeleeuwen) consilia (Tweede Middeleeuwen) (Rechts)gutachten polis (πόλις) distributieve justitie commutatieve justitie (Duitse) Hanse privilegie (oude recht) inquisitoriaal beginsel (procedure) Untersuchungsmaxime beschikkingsbeginsel (procedure) Verhandlungsmaxime procedure op tegenspraak principe du contradictoire ordaliën

Thema 2 – De Keteloorlog en het Droit public de l’Europe Staats-Vlaanderen Staats-Brabant Staten-Generaal (in de Republiek der Verenigde Provinciën) Gouden Eeuw (Antwerpen) Gouden Eeuw (Holland) Vrede van Westfalen Vrede van Utrecht (1713) Spaanse Successieoorlog Barrière-verdragen (Oostenrijkse Nederlanden) balance of power (in de internationale betrekkingen) natuurwet (in de natuurkunde)

natuurrecht (18de eeuw) Recht van de Rede / Vernunftrecht (18de eeuw) positief volkenrecht Thema 3 – De Criminele Ordonnanties van 1570

rechtspraakverzameling (in het oude recht, vóór de Franse Tijd) wetboek legaliteitsbeginsel (in het strafrecht) salvatorische Klausel (in CCC 1532) Geheime Raad (in de Habsburgse Nederlanden) Raad van State (in de Habsburgse Nederlanden) Raad van Beroerten (onder de Hertog van Alva) compositie (in het oude [straf]recht) Landen van Herwaarts-Over Pays de par-deça potestas absoluta (laat-Middeleeuwse juridische doctrine) stijl (als rechtsterm in het oude recht) “geschreven recht” (in de 16de eeuwse rechtstaal) civiele strafprocedure (in het oud-Belgisch recht) criminele strafprocedure (in het oud-Belgisch recht) extraordinair proces (in het oud-Belgisch strafrecht) ordinair proces, in het oud-Belgisch strafrecht Offizialmaxime (in het procesrecht) het geleerd rekenkundig bewijssysteem...


Similar Free PDFs