ALL Veterinarian Clinical Cases PDF

Preview

Summary

ALL Veterinarian Clinical Cases...

Description



Eq heeft niet sinds een paar dagen gedronken, daarna heeft hij heel snel veel water gedronken. Zijn urine ziet er rood uit: zijn rode bloedcellen en andere bloedcellen hebben gebarsten door een te snel diffusie van water erin

ZB regeling 

 



Kalf met pneumonie of inhouden v/d adem (bvb geblokt in voederhek)  CO2 opstapelt waardoor het zal met H2O reageren  H2CO3  H+ vorming = daling pH in lichaam (= repiratoir acidose) Kalf met stress (bvb bang van de spuit)  metabole acidose Eq met koliek = lus van darm afgesloten maar enzymen werken nog  inhoud w hyperosmotisch  H2O w aangetrokken  bloedV daalt en w meer viskeus  [CO2] stijgt  metabole acidose Als Eq pH = 6.7  hoewel hij nog opstaat is hij al dood; als pH = 7.1  eerst pH opnieuw normaal zetten en dan inschatten of het nuttig is om een operatie te doen. o Normale extraC pH = 7.4; levenbaar tss 6.9 en 7.8

ADEMHALING  



COPD = chronique obstructive pulmonary disease  ontsteking  BC Inspiratoir dyspnee: problem in bovenste luchtwegen thv neus en keel meestal (door bvb IBR, necrobacillose, bulledog gehemelte) Sympatico mimetisch behandeling  Beta 2 receptoren stimuleren  BD (vb: corticosteroid, adrenaline) Parasympatico lytische behandeling  muscarine receptoren inhiberen  geen BC (vb: atropine) Prostaglandine receptor  BC  kan vermijden w door cortisone te geven die PG prod inhiberen Muscarine receptor  acetylcholine bindt erop  BC + mucus prod (vb koud lucht inademen) Hypercapnee: te hoge [CO2] in bloed



Symptomen van AH stoornissen:

   



o

Oedem schaarstreek

o

Opgezet v jugularis

o

Weide poten

o

Nek uitgestrekt (trachea recht houden)

o

Slijm purulent uit neus (= ontsteking)

o

Opgetrokken buik (stridor)

Toepassing: IBR = Infectieuze Bovine Rinotracheitis (virus waarmee koe in hypoxemie komt met veel eter en bloed in trachea. Bovenste symptomen zullen aangetoond w; dikbil heel gevoelig eraan door vernauwde buizen)



Calcium/CNS probleem  eerst symptomen thv farynx waarbij aspiratie pneumonie zal gebeuren



Prematuur geboren neonaat  slecht compliantie door tekort aan surfactant  cortisol geven om surfactant prod te stimuleren



Hypoxemische pulmonaire hypertensie (bij Ru meestal): hypoxie (meestal te hoog in bergen)  massaal VC via stimulatie sympaticus  erge pulmonaire hypertensie o

Therapie: O2 toedienen, PO2 laten stijgen door minder hoog in de bergen te gaan



Emfyseem: lucht komt in maar niet uit  alveolen scheuring als gevolg (plastiek geluid)



Longfibrose: na een ontsteking of beschadiging waardoor compliantie zal dalen  slechter ventilatie



Eupnee: normale AH



Hyperpnee: versnelde diepe AH



Polypnee: regelmatig opp AH



Dyspnee: verstoorde AH



Apnee: stoppen AH



Lateraal decubitus  tympanie (pens V toegenomen) en ingewanden duwen op diafragma  slechte AH



Anesthesie  diafragma geduwt  AH minder efficient  mogelijk hypoxie en acidose



Anemische patient: O2 behandeling onnuttig omdat Hb zitten al vol; bloed perfusie wel nuttig (pO2 blijft ongewijzigd, hier gaat het enkel over gebonden O2)



Botulisme: degeneratieve ziekte met remming van motorneuronen  geen invloed op hart, wel op longen en farynx

BIOCHEMIE 

Cocaïne en heroïne gaan binden op dopamine transport van presynaptische membraan waardoor dopamine niet opnieuw opgenomen kan worden om gerecycleerd te worden in mitochondrieel MAO (monoamine oxidase)  gevoel van plezier door opstapeling van dopamine in synaptische spleet



Alle schema van metabolisme.



Stress, niet veel eten behalve vet: ketonemie (te veel ketonen) waarbij je een slechte geur krijgt. (+lever vervetting)



Pfizer viagra: PDE (fosfodiesterase die cAMP = neurotransmittors afbreekt) inhibitor in penis



Ureum/osmolariteit in vissen en KBvissen van zout en zoet water:



HDL = good cholesterol, zal foam cells cholesterol opnemen en terug naar lever brengen; LDL = bad cholesterol (oxideert, dus w herkent en opgenomen door WBC = foam cells, opstappeling ervan en dus vernauwing BV)



Omega 3 et 6 difference



Leptine  stop eten



Ghreline  meer eten



7 dehyrdoxycholesterol  vitamin D3 (via UV)  calcitriol  meer absorptie van Ca 2+ (zoals PTH) : dus geen licht = geen calcium (als niet aanw in eten)



Cholesterol  progesterone  testosterone  oestradiol (via aromatase enzyme)

REST 

Tocolytische werking: baarmoeder contracties remming



Oedem:



o

Kanker  vinger erin doen en het wordt hard en verandert niet v vorm

o

Niet kanker  vinger erin doen en er moet een putje ontstaan

Dracht controleren bij rectaal onderzoek koe: pergnant als het hoorn groot is, met een dunne wand laag (dik = probleem meestal) en dat er veel vloeistof in zit (moet niet hard zijn, anders is het meestal betekenis van dode foetus). Wij kunnen the membrane pregancy test doen waarbij wij de einde van de betrokken hoorn vast pakken, en normaal zou tss onze vinger binnen het hoorn de slijmvlies glijden (chorion of allantois membranen zijn het)...