Celbio PDF

Title Celbio
Author Raissa Doornkamp
Course Celbiologie
Institution Anton de Kom Universiteit van Suriname
Pages 29
File Size 1.1 MB
File Type PDF
Total Downloads 15
Total Views 137

Summary

Celbio college ...


Description

Biologie Laboratorium journal

Naam student

: Sewkaransing A.

Studentennummer

: 20190011

Semester

:1

Vak

: Celbiologie

Onderdeel

: Practicum

Studierichting

: Agrarische Productie

Practicumbegeleider : Boejharat V. Docent

: Kent A.

Schooljaar

: 2019-2020

Inleverdatum

: woendag 1 april 2020

Huisregels bij de practicumzaal Biologie (AdeK complex, gebouw 17) :  bij binnenkomst van de zaal dient de student zich te identificeren  intekenen in het presentieboek is verplicht  tassen en rugtassen warden achtergelaten op een aangewezen locatie in de zaal  stem vooraf met de beheerder van de practicumzaal af welke werkzaamheden in de zaal uitgevoerd mogen worden  volg de instructies van de beheerder van de practicumzaal  studenten hebben slechts toegang tot de zaal onder toezicht van de desbetreffende vakdocent / practicumassistent  gebruik maken van de zaal en materialen kan uitsluitend na overleg met de beheerder  een rustige werksfeer is gewenst  roken, eten en drinken in de zaal is verboden  mobiele telefoons zijn tijdens het practicum alleen toegestaan voor het maken van foto’s; communicatie met mobiele telefoon is verboden  er wordt geen materiaal van het practicumzaal uitgeleend  het is verboden om eigendommen van de zaal uit de ruimte te verwijderen  plaats afval in de daarvoor bestemde tonnen  na afloop van de practica moeten de tafels netjes opgeruimd en geveegd worden en daarnaast, moeten alle instrumenten, schoongemaakt, in hun ruimte teruggezet worden  laat de zaal altijd schoon achter

Onderwerp : microscopie Onderhoud miscroscoop            

 

raak de lenzen van de microscoop niet aan met je vingers maak de lenzen schoon met het daarvoor bestemde papier houd de microscooptafel schoon schuif de microscoop niet wanneer er met immersie olie gewerkt wordt zorg ervoor dat het objectief geen druk uitoefent op het preparaat verwisselen van lenzen met lenzen afkomstig van andere microscopen is verboden opslag van microscopen geschiedt in een gekoelde ruimte voor het verwijderen van het preparaat moet de student eerst de microscoop op de laagste objectlens zetten en daarna de tubus omhoog doen veeg na afloop van elk practicum de microscoop en de preparaten zorgvuldig met een daarvoor bestemde tissue stof op de oculairs verwijderen met een zacht tissue of katoenen doek (stof op het oculair kan de waarnemingen sterk verhinderen) het oculair in de tubus laten zitten voor het opbergen steeds controleren of er nog immersie olie op het immersie-olie-objectief zit; zo ja, zorgvuldig verwijderen met droge watten of doek. Gebruik hierbij nooit organische oplosmiddelen, want deze lossen de kit op waarmee de lens in het objectief bevestigd is na afloop van practica, altijd de tubus omhoog draaien totdat de objectieven geheel vrij staan van de tafel gebruik geen lenspapier om schoon te maken!

Opdracht 1a : Neem een microscoop uit de kast. Benoem de genummerde delen. 1 = TUBUS 2 = REVOLVER 3 = OBJECTIEFLENZEN 4 = KRUISTAFEL 5 = CONDENSOR 6 = SPIEGEL/LAMP

7 = OCULAIR 8 = STATIEF 9 = TAFEL 10a = DRAAIKNOPPEN 10b = SCHREPSTELSCHROEVEN 11 = DIAFRAGMA

Datum : 13 dec 2019 Opdracht 1b : Knip een woord of letter uit een krant en tape het op een objectglas. Kijk onder het lichtmicroscoop naar de ligging van het letter of woord. Wat valt je op? Materiaal  voorgemaakt preparaat  lichtmicroscoop Waarnemingen Er is een onderste boven beeld te zien vanuit het microscoop Conclusie Het lichtmicroscoop geeft een onderste boven beeld.

Onderwerp : morfologische en moleculaire opbouw Opdracht 2 : Schets een overzicht tekening van het preparaat Materiaal      

lichtmicroscoop druppel gootwater objectglas dekglas tekengerei filtreerpapier

Procedure  plaats een druppel gootwater op een objectglas, zet vervolgens een dekglaasje erop  veeg eventueel overtollig vloeistof weg  bekijk het preparaat onder de microscoop  bekijk deze bij verschillende vergrotingen

Tekening 1 : amoebe Onderwerp : plantaardige en dierlijke cel Opdracht 3 : Maak een strip preparaat van de epidermis uit de binnenzijde van de bolrok van een ui, voeg daarna een druppel water bij en bekijk deze met behulp van een lichtmicroscoop. Maak vervolgens een overzicht-en detailtekening en benoem de celonderdelen. Voeg dan een sterke zoutoplossing toe. Bekijk het preparaat nogmaals onder de microscoop en maak een detail tekening (ook benoemen). Verklaar wat er is gebeurd. Materiaal

 een ui

     

een mes een penseel of pincet water prepareernaald pipet filtreerpapier (om het zoutoplossing over het preparaat heen te brengen; je druppelt het zoutoplossing niet op het preparaat, maar naast het preparaat)  objectglazen  dekglazen  een sterke zoutoplossing Procedure  neem een schoon en droog objectglas  doe hierop een druppel water, tenzij je een kleurstof ander vloeistof moet gebruiken  maak je preparaat gereed  overtollig water kan je verwijderen met filtreerpapier of een stuk tissue  bekijk je preparaat onder de microscoop en teken wat je ziet  voeg daarna de zoutoplossing toe, wacht 2 (twee) minuten en bekijk het nogmaals onder de microscoop en teken wat je ziet

Tekening 2a : voordat zoutopl. was toegevoegd Waarnemingen Voordat dat sterk geconcentreerd zoutoplossing was toegevoegd grensden de cellen nog niet aan elkaar. Pas nadat dat sterke zoutoplossing was toegevoegd, was er te merken dat de cellen aan elkaar grensden.

Tekening 2b : nadat zoutopl. was toegevoegd

Conclusie Dit verschil is tot stand gekomen d.m.v. osmose. Toen het oplossing was toegevoegd aan het preparaat, stroomde water van binnen de cellen naar buiten de cellen. Buiten de cellen (sterke zoutoplossing) was op dat moment hypertonisch t.o.v. het milieu binnen de cellen, wat op dat moment hypotonisch was. Opdracht 4 : Bekijk, teken en benoem de delen van wangslijmvliescellen

Materiaal  schraapsel wangslijmvlies  eosine (geeft de wangslijmvliescellen een rozeachtig kleur, zodat de studenten de wangvliescellen gemakkelijker kunnen herkennen)  filtreerpapier  objectglazen  dekglazen Procedure  zet een druppel eosine op een objectglas  schraap een beetje van je wangslijmvlies en los dit op in een druppel eosine op een objectglas  maak je preparaat gereed  veeg eventueel overtollige vloeistof weg  bekijk het preparaat, teken en benoem de onderdelen

Tekening 3 : dierlijke cellen (wangslijmvlies cellen van een mens) Opdracht 5 : Vergelijk een plantaardige cel met een dierlijke cel. Geef de overeenkomsten en verschillen weer.

Organel celwand vacuole bladgroenkorrels cytoplasma celmembraan celkern ∆ = niet aanwezig

Dierlijk cel ∆ ∆ ∆ □ □ □

Plantaardig cel □ □ □ □ □ □

□ = aanwezig

Onderwerp : polysachariden Opdracht 6 : Bekijk de zetmeelkorrels. Maak een detail tekening, benoem de onderdelen en geef hun functie aan. Materiaal      

aardappel objectglas dekglas pipet filtreerpapier joodoplossing (om de zetmeelkorrels paars te kleuren, zodat ze makkelijker te herkennen zijn voor de studenten)

Procedure  snijd een aardappel door het midden  schraap met een scheermes langs het snijvlak  doe een klein beetje van het schraapsel in een druppel joodoplossing op een objectglas  dek af met een dekglas  bekijk het preparaat onder de microscoop

Tekening 4 : zetmeelkorrels .--.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.--.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.--.-.-.-.-.-.-..--.-.-.-..-.-.--.-.-.. Datum : 16 dec 2019 Opdracht 7 : Bekijk en teken de huidmondjes. Maak een detailtekening, benoem de celdelen en geef hun functie aan. Materiaal  versebladeren van Tradescantia

       

prepareernaald scheermes objectglas dekglas pipet pincet water filtreerpapier

Procedure  trek van de achterzijde van een blad het dun vliesje los  maak een preparaat hiervan met een druppel water  bekijk het preparaat onder de microscoop

Tekening 5 : huidmondjes

Onderwerp : opbouw van verschillende typen stengels en wortels Opdracht 8 : Bekijken, tekenen en beschrijven van verschillende typen stengel-en wortelstructuren. Materiaal         

plantmateriaal : 2 soortel wortels en stengels (mono-en dicotylen) prepareernaald scheermes objectglas dekglas pipet penseel of pincet stukjes filtreerpapier water

Procedure  snijd met het scheermesje een dun coupe (van een plant gesneden materiaal in een microscopisch preparaat) van de plant  bekijk dit onder de miscroscoop en benoem de delen

Tekening 6 : dwarsdoorsnede stengel, monocotyl

Tekening 7 : dwarsdoorsnede stengel, dicotyl

Tekening 8 : dwarsdoorsnede wortel, monocotyl

Tekening 9 : dwarsdoorsnede wortel, dicotyl

Opdracht 9 : Beschrijf de functies van onderstaande onderdelen a. parenchym : dient als vulweefsel en weefsel voor opslag van reservestoffen; bevat bladgroenkorrels b. collenchym : steunweefsel c. phloem : zijn de bastvaten. Zrgt voor transport van water en assimilaten d. xyleem : zijn de houtvaten. Zorgen voor transport van water en opgeloste stoffen vanuit de wortels naar derest van het plant e. sclerenchym : geeft stevigheid Opdracht 10 : Vergelijk de twee typen stengels en wortels met elkaar. Beschrijf de overeenkomsten en verschillen. De twee typen : - monocotyl - dicotyl Overeenkomsten - beide bevatten vaatbundels - beide hebben een epidermis en parenchym Verschillen - bij monocotylen zijn de vaatbundels verspreid, terwijl bij de dicotylen de vaatbundels in een ring bij elkaar zijn - monocotylen hebben bijwortels, terwijl dicotylen hoofdwortels met bijwortels bevatten .-.-.--.-..--.-.-.-..-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.--.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Datum : 23 dec 2019 Onderwerp : fotosynthese Opdracht 11 : Bestudeer de aanpassingen van C3, C4 en CAM planten. Vergelijk de aanpassingen met elkaar Opdracht 12 : Bekijken, tekenen en beschrijven van de C3, C4 en CAM planten Materiaal        

verse bladeren van verschillende planten (C3, C4 en CAM) scheermes objectglazen dekglazen pipet pincet filtreerpapier water

Procedure    

maak een dwarsdoorsnede van een blad maak een preparaat hiervan met een druppel water bekijk dit onder de microscoop maak een detailtekening en benoem de delen

Tekening 10 : C4, suikerriet

Tekening 11 : C3, sinaas

Tekening 12 : CAM, ananas

Opdracht 13 : Ga na tot welke type planten (C3, C4 of CAM) onderstaande planten behoren              

zonnebloem sorghum amaranth rijst mango wonderblad cactus pinda sinaasappel sanseviera suikerriet ananas mais tomaat

= C3 = C4 = C4 = C3 = C3 = CAM = CAM = C3 = C3 = CAM = C4 = CAM = C4 = C3

Opdracht 14 : Beschrijf de uitgevoerde proef van 23 december 2019, waarbij er bladeren zijn gebruikt die 24 uur bedekt waren en bladeren die 24 ongedekt waren Materiaal         

24 uur gedekte bladeren 24 uur ongedekte bladeren bekerglas glazen tube 96% alcohol kokend water pincet petrischaal joodoplossing

Procedure    

vul een bekerglas met kokend water zet je gedekte en je ongedekte bladeren erin laat de bladeren in het heet water totdat de bladeren licht groen worden haal de gekookte bladeren uit het heet water en zet ze in een tube, dat halverwege gevuld is met 96 % alcohol

 zet dit tube in het bekerglas met heet water; vul hierbij aan met heet water totdat het alcohol oplossing geheel helemaal omringd is door heet water  kijk uit naar belletjes; het kan een tijdje duren voordat de bladeren belletjes beginnen af te geven; ververs indien nodig het afgekoeld water met heet water  wacht totdat (1) de bladeren geen belletjes meer afgeven en (2) het alcohol in dat tube groen is geworden  haal de bladeren weg met een pincet  leg de bladeren vervolgens zorgvuldig in een petrischaal  voeg hieraan enkele druppels joodoplossing toe  verkaar hoe je de gedekte bladeren kan onderscheiden van de ongedekte Waarnemingen  nadat het tube met de gekookte bladeren, in het bekerglas met heet water was geplaatst, duurde het een tijdje voordat de bladeren belletjes gaven. Dus is het heet water vervangen met kokend water  nadat het joodoplossing druppelsgewijs was toegevoegd, bleken sommige bladeren een donker bruinachtig kleur te hebben, terwijl andere bladeren een lichtbruinachtig kleur bleken te hebben Discussie Jood is bij dit proef een indicator voor zetmeel. Zetmeel, een koolhydraatpolymeer, wordt o.a. gemaakt door planten (met bladgroenkorrels) nadat er fotosynthese heeft plaatsgevonden. De gedekte bladeren hebben niet aan fotosynthese kunnen doen, dus zij hebben minder zetmeel in hun bladeren. De bladeren worden aan het begin van het proef in kokend water gezet om de celwanden kapot te maken, zodat het zetmeel makkelijker in aanraking kan komen met jood. De bladgroenkorrels lossen op in het alcohol. Dit is gewenst zodat het groene kleur de kleurwaarnemingen, na toevoegen van het joodoplossing, niet moeilijk maakt. Conclusie De gedekte bladeren zijn de bladeren die in dit proef een licht bruinachtig kleur hadden (zij hebben minder zetmeel), terwijl de ongedekte bladeren de bladeren zijn met een donker bruinachtigkleur (zij hebben de laatste 24 uur wel aan fotosynthese kunnen doen, m.a.g. dat zij meer zetmeel bevatten).

Meer zetmeel wil zeggen een donkere kleur, terwijl minder zetmeel een lichtere kleur zal geven. Opdracht 15 : Presentatie m.a.w. hier n.v.t. .-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-..-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.--.-.-.-.-.Datum : 6 jan 2020 Opdracht 16 : Bekijk het mitose proces bij white fish. Teken en beschrijf wat je waarneemt.

Tekening 13 : anafase en profase Opdracht 17 : Bestudeer de termen diffusie, osmose, waterpotentiaal, hypertonische werking, isotonische werking en hypotonische werking

Materiaal           

snijplaat aardappelen een mes water gedestilleerd water zout bekerglazen balans stopwatch/ timer liniaal schrijfgerei

Procedure  snij 18 (achttien) stukjes aardapel staafjes met lengte van 5 cm en dikte van 0.6 cm  plaats steeds 3 aardappel staafjes in een bekerglas  maak zoutoplossingen van respectievelijk 0g/100ml, 2g/100ml, 3g/100ml, 4g/100ml, 5g/100ml  schenk elk oplossing in 1 bekerglas (met de 3 staafjes) totdat de staafjes in elk bekerglas helemaal ondergedompeld zijn  markeer de bekerglazen m.a.w. noteer op de bekerglazen welke zoutoplossing je erin hebt toegevoegd  laat dit 25 minuten staan  haal de staafjes zorgvuldig uit de oplossingen  meet de lengte van de staafjes weer. Probeer dit zo accuraat mogelijk te doen  terwijl de staafjes gemeten worden, observeer de hardheid van de staafjes  verwerk de verzamelde data in onderstaande tabel Opdracht 18 : Zet de resultaten grafisch uit. Discussieer over de resultaten

Zoutconcentrati e (g/100ml)

Beginlengt e (cm)

Eindlengte (cm)

Verschil in lengte (%)

Gemiddel d verschil

0 1 2 3 4 5

5 5 5 5 5 5

5.3-5.3-5.0 5.0-4.5-5.0 5.0-5.0-5.0 4.6-4.8-4.5 4.5-4.6-4.6 4.5-4.6-4.4

(%) 4

6-6-0 0-10-0 0 8-4-10 10-8-8 10-8-12

31 /3

0 1 /3

7 82 /3

10

Bij de oplossing met een zoutconcentratie van 0g/100ml zijn de aardappelstaafjes hypertonisch t.o.v. de oplossing, m.a.g. dat water de aardappelstaafjes binnenstroomt (lengte neemt vrijwel toe). Bij de oplossing met een zoutconcentratie van 2g/100ml zijn de aardappelstaafjes isotonisch t.o.v. de oplossing, m.a.g. dat osmose niet optreedt (lengte is vrijwel hetzelfde). Bij de oplossingen met een zoutconcentratie van 1g/100ml, 3g/100ml, 4g/100ml en 5g/100ml zijn de aardappelstaafjes hypotonisch t.o.v. hun respectievelijke oplossingen, m.a.g. dat water uit de aardappelstaafjes stroomt (lengte neemt vrijwel af) 12 10

Gemiddeld verschil (%)

10 8.6 8

7.4

6 4

4

3.4

2 0

0

1

20

3

Zoutconcentratie (g/100ml)

4

5...


Similar Free PDFs