Chemie polair en apolair PDF

Preview

Summary

polair en apolair...

Description

Chemie polair en apolair 5 Kan water het oplossen? Emulsie: mengsel van 2 vloeistoffen bv. Olie & azijn die elkaar eigenlijk afstoten. Deze vloeistoffen kan je mengen door ze door elkaar te kloppen / een emulgator toe te voegen.  2 proefbuisjes worden gevuld: water en ethanol & white spirit en water na het schudden is bij ethanol & white spirit een emulsie ontstaan

5.1 Wat is polariteit? elektrotechniek de eigenschap hebben om pool/|polen te bezitten elektrotechniek de eigenschap hebben om polair tegengesteld te zijn wat dan vaak wordt uitgedrukt met negatief en positief.

5.1.1 Zijn alle stoffen oplosbaar? Oefeningen niet gemaakt

5.1.2 a) b) c)

Water, een bijzondere molecule Vul een buret met gedemineraliseerd water en een ander met pentaan Laat een fijn waterstraaltje uit de buret lopen in een beker Wrijf een plastieken hoesje met een wollen doek/trui, breng het in de buurt v/e water straal  De waterstraal buigt af -> water is een polaire stof(=  Met het pentaan gebeurt er niks -> pentaan is een apolaire stof(=

In een watermolecule zijn 2 waterstofatomen verbonden aan een zuurstof atoom onder een hoek va, 104.5° tussen beide O-H verbindingen. De watermolecule heeft zowel een + & - kant dit komt door het volgende: de – elektronenwaarde v/h zuurstofatoom is groter dan die v/h waterstofatoom -> mogelijkheid dat de bindingselektronen verschuiven naar het zuurstofatoom  - deellading op zuurstofatoom en + deellading op waterstofatoom, de watermolecule heeft een +&- kant (=dipoolmolecule/polaire molecule) de binding tussen het zuurstofatoom & waterstofatoom= polaire covalente binding

Het plastic hoesje is door wrijving elektrisch geladen. 5.1.3 Polaire en apolaire stoffen Een polaire stof is wanneer twee moleculen tegelijk aan 2 voorwaarden voldoen.  

In de molecule zijn er 1-meerdere polaire bindingen aanwezig De ladingen zijn asymmetrisch zodat de het zwaartepunt vd gedeeltelijk – ladingen niet samenvalt met het zwaartepunt vd + ladingen

Voorbeeld 1: Co2 -

de molecule bevat 2 sterke polaire verbindingen, maar door ruimtelijke structuur valt het zwaartepunt vd - & + ladingen samen  apolaire molecule, Co2= apolaire stof

voorbeeld 2: NH3 -

Er komen 3 polaire bindingen voor tussen het stikstofatoom & de 3 waterstofatomen Stikstofatoom is gedeeltelijk – geladen, de waterstofatomen gedeeltelijk + Het zwaartepunt vd – deellading valt niet samen met de + deellading  dipoolmolecule & ammoniak is een polaire stof

polaire stoffen losse goed op in polaire oplosmiddelen, en apolaire in apolaire oplosmiddelen.

5.2 Polariteit en zijn toepassingen 5.2.1 Het geheim van mayonaise - Wanneer men in een beker olie en water mengt wordt er een witte emulsie gevormd, olie en water ontmengen doordat de 1ne een polaire en de andere een apolaire stof is.  Mayonaise bestaat uit 75% olie en 25% water. Dit mengt door het gebruik v/e emulgator(=stof dar polaire en apolaire groep bevat). Bij mayo gebruikt men de eierdooier -> lecithine is de emulgator  hydrofiel=water winnend  Hydrofoob= waterafstotend  Formule lecithine - Lecithine is een goede emulgator door de grote polaire kop en de lange apolaire staart. - In een water-olie emulsie gaan de hydrofiele koppen van lecithine in het water en steken de hydrofobe staarten uit -> vorming micellen en uiteenhouding van waterdruppels -> stabiele water-in-olie emulsie Bij het mengen van olie en water + toevoeging van een eierdooier blijven de stoffen gemengd, vorming emulgatie. De emulgator zorgt dat de polaire en apolaire stoffen mengen....