CMOP-E - CMOP-E PDF

Title CMOP-E - CMOP-E
Author lotte van puyvelde
Course Beroepsontwikkeling
Institution Hogeschool Gent
Pages 7
File Size 491.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 56
Total Views 208

Summary

CMOP-E...


Description

Simpel gezegd is een model een vereenvoudigde, samenvattende weergave van een theorie, waarin visie, missie en paradigma verwerkt zijn en de verbanden tussen de elementen visueel in een schema zijn weergegeven. Een model is een ‘gids’ die de toepassing van de theorie richting geeft:  

het organiseren van kennis maar ook om het toepassen van die kennis

= inhoudsmodel = procesmodel

Occupational Performance Model, 1991

Canadese voorgeschiedenis: Vorige eeuw:  

 

Nood aan professionele beroepsontwikkeling: o Noodzaak voor professionele richtlijnen Maatschappelijke veranderingen: multiculturaliteit: o Nood aan inclusie o Nood aan gelijkheid Veranderende gezondheidszorg Task Forces ifv guidelines: o Goed scholing ergo studenten o Bruikbaar in toelichten van ergo aan andere professionelen

Ergoparadigma = client centred practice (zeer uniek voor die tijd)  

Algemeen concentrisch model Kritische bedenkingen

Canadien Model of Occupational Performance (CMOP) – 1997

   

Ergotherapie paradigma = occupational performance Inhoudsmodel of praktijkmodel Aandacht voor spiritualiteit Client centred practice

Kernconcepten:   

Person Occupation Environment  zeer veel aandacht

Basisassumpties – environment:

Theorie als basis:   

Flowtheorie (Csikszentmihalyi, 2003) Self Efficacy (Bandura, 1986) Social Change (Scambler, 2002)

Definitie participatie:  

Resultaat van interactie Gerelateerd aan rollen & zingeving

 

Deelname aan ma. Plaatsgevend in ma.

Occupation Performance Proces Model (OPPM) - 1997   

aansluitend op CMOP Procesmodel met nadruk op client centred practice Focus op handelen en participatie

Canadian Model of Occupational Performance and Engagement (CMOP-E) – 2007

Dwarsdoorsnede = het dagelijks handelen staat centraal in de ergotherapie-interventie. De aspecten van de persoon en de omgeving die niet in relatie tot het dagelijks handelen staan vallen buiten de context van de ergotherapie-interventie    

Nadruk op inclusie Inhoudsmodel Referentiekader: sociaal ecologisch humanistisch Kernconcepten o

Person  spiritualiteit!

o

Occupation

o

Environment  zeer veel aandacht

Bio- ecologisch model (referentie kader sociaaleconomisch) Deze omgevingen zijn actereenvolgens: 1. 2. 3. 4.

Persoonlijke omgeving: familie, school, vrienden, … Relaties (setting in interactions): vrienden Maatschappelijke omgeving: schoolbestuur Culturele normen en waarden betreft de invloed van sociaaleconomische status

Humanisme referentiekader     

De humanistische benadering stelt de cliënt centraal. ergotherapeuten laten hun beslissingen in eerste instantie afhangen van de wensen en behoeften van de cliënt. Ergotherapeuten gaan er tevens van uit dat interventies gebaseerd zijn op activiteiten die betekenis hebben voor cliënten. gaan uit van de gelijkwaardigheid van mensen de diversiteit wordt gerespecteerd.

Basisassumpties – occupation:      

Mens is handelend wezen Handelen beïnvloedt gezondheid en welzijn Regelt tijd en structureert het leven Geeft betekenis aan het leven Persoonlijke ervaring Handelen heeft een therapeutische potentie

Theoretische achtergrond:   

Flow theorie Self-Efficacy theorie Social change

Deze elementen vervatten tot de fit chart



Social justice

Handvaten voor de ergotherapeut?:   

Inventarisatie van de variabelen Niveau van handelen bepalen Niveau van ervaring in betrokkenheid en uitvoering bepalen

==> Fit als resultaat Niveau van fit wordt bepaald door:   

Occupational engagement Occupational performance Kwaliteit van ervaring (cfr. Flow)

Therapeutische interventie wordt gekenmerkt door:  

Client centred practice met bondgenootschap Autonomie van de cliënt respecterend



Inbreng van de cliënt waarborgend

Definitie participatie:    

Resultaat van interactie Gerelateerd aan rollen & zingeving Deelname aan ma. Plaatsgevend in ma.

Framework als aanvulling bij CMOP-E CPPF: canadian practice process framework

Theorie: clientgecentreerd werken volgens C. Rogers  hoe ziet een effectieve therapeutische hulpverlening eruit?     

Optimale relatie cliënt – ergo Cliënt = eindbeslissingsnemer Ergo als adviseur Vraagverhelderend werken Dynamische interactie cliënt – ergo

Ergotherapie proces volgens CPPF:    

Ma. Context Praktijkcontext Referentiekader Persoons geöriënteerd kader

=context gebonden

Assessment: 

COPM = Canadian Occupational Performance Measure...


Similar Free PDFs