Cursus-NVivo 12pro 2018-2019 PDF

Title Cursus-NVivo 12pro 2018-2019
Author Stanse Wassenberg
Course Methodologie
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 53
File Size 3.2 MB
File Type PDF
Total Downloads 108
Total Views 141

Summary

Download Cursus-NVivo 12pro 2018-2019 PDF


Description

Faculteit Rechtsgeleerdheid Opleiding Criminologische Wetenschappen Methodologie Deel 3 Academiejaar 2018-2019 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

Inleidende cursus NVivo 12 pro In het kader van de werkcolleges Methodologie Deel 3

Prof. dr. Jeroen Maesschalck M.m.v. Leen Symons, Ann Gommers, Silke Dreesen en Astrid Van den Broeck

Inhoudstafel Inhoudstafel......................................................................................................................... 2 Inleiding .............................................................................................................................. 1 1. Opstarten van NVivo ...................................................................................................... 3 2. Het startscherm van NVivo ............................................................................................. 5 2.1. De Navigation View nader bekeken ........................................................................ 7 2.2. Aanmaken van een (sub)folder bij Data .................................................................. 7 2.3. Opslaan van een project ........................................................................................... 8 3. Invoeren van data in NVivo ............................................................................................ 9 4. Toekennen van classificaties en Attributes ................................................................... 12 4.1. Toekennen van classificaties en Attributes aan bronnen ....................................... 12 4.2. Toekennen van classificaties en Attributes aan cases ............................................ 15 4.3. Openen van het Classification Sheet...................................................................... 18 5. Open coderen ................................................................................................................ 19 5.1. Coderen onder nieuwe codes ................................................................................. 19 5.2. Coderen onder bestaande codes ............................................................................. 20 5.3. Decoderen van een fragment ................................................................................. 21 5.4. De lijst van codes ................................................................................................... 21 5.5. Benaming van een code wijzigen .......................................................................... 22 5.6. Coding Density en Coding Stripes aangeven ......................................................... 23 5.7. Fragmenten onder een code bekijken .................................................................... 25 6. Aanmaken van een annotatie of memo ......................................................................... 27 6.1. Aanmaken van een annotatie ................................................................................. 27 6.2. Aanmaken van een memo ...................................................................................... 28 7. Axiaal coderen .............................................................................................................. 31 7.1. De plaats van een code in de codeboom wijzigen ................................................. 31 7.2. Twee codes samenvoegen ...................................................................................... 32 7.3. Een nieuwe Parent Node creëren ........................................................................... 33 7.4. Een code als subcode toevoegen aan een andere code .......................................... 33 7.5. Een code verwijderen ............................................................................................. 33 7.6. Child Nodes zichtbaar maken ................................................................................ 34 7.7. Verder coderen binnen een code ............................................................................ 34 8. Selectief coderen ........................................................................................................... 35

8.1. Relaties .................................................................................................................. 35 8.1.1. Aanmaken van een relatietype ................................................................................... 35 8.1.2. Aanmaken van een relatie ........................................................................................... 36

8.2. Modellen ................................................................................................................ 37 8.2.1. Aanmaken van een nieuw model ................................................................................ 37 8.2.2. Lay-out model aanpassen............................................................................................ 38 8.2.3. Model kopiëren naar Word ......................................................................................... 40

8.3. Queries ................................................................................................................... 40 8.3.1. Matrices....................................................................................................................... 40 8.3.2. Text Search .................................................................................................................. 44 8.3.3. Word Frequency .......................................................................................................... 45

9. Samenvoegen van NVivo-bestanden ............................................................................ 48 Bibliografie ....................................................................................................................... 49 Bijlage: verklarende tabel bij NVivo-terminologie .......................................................... 50

Inleiding Deze cursus geeft een overzicht van de belangrijkste functies die het softwareprogramma NVivo 12 pro aanbiedt om kwalitatieve data te analyseren. Deze handleiding heeft echter geenszins de bedoeling exhaustief te zijn. De klemtoon ligt op die elementen die nuttig zijn in het kader van de werkcolleges voor het opleidingsonderdeel Methodologie deel 3 van de opleiding Criminologische Wetenschappen. NVivo zorgt voor een vereenvoudiging en professionalisering van het proces van de kwalitatieve data-analyse door de onderzoeker hulpmiddelen aan te bieden om onder meer (Bazeley, 2007, p. 2): 

de verzamelde empirische data te beheren (bijvoorbeeld interviewtranscripts);



allerhande ideeën, bedenkingen, vragen,… (en de link met de data die de aanzet gaven tot deze gedachten) te beheren (bijvoorbeeld door het aanmaken van een memo);



de data te bevragen door het stellen van eenvoudige of complexe vragen;



ideeën, concepten, relaties, … grafisch weer te geven.

NVivo is bijgevolg een nuttig instrument om de tijdsintensieve analyse van kwalitatieve data efficiënter te laten verlopen door te zorgen voor een overzichtelijk beheer van alle informatie. Het vervangt echter geenszins het essentiële denkwerk van de onderzoeker. Het is de onderzoeker die de data moet interpreteren en vergelijken om zo te komen tot waardevolle resultaten. Bazeley (2007, p. 3) geeft immers aan dat in kwalitatief onderzoek: Human factors are very much involved, and computer software cannot make good work that is sloppy, nor compensate for limited interpretative capacity. As much as ‘a poor workman cannot blame his tools’, good tools cannot make up for poor workmanship. In het kader van de opdrachten voor het opleidingsonderdeel Methodologie deel 3 kan men via de computers in de PC-klassen gebruik maken van het programma NVivo 12 pro. Daarnaast is het mogelijk om via de PC-shop van de KU Leuven zelf een licentie van het programma aan te kopen en het te installeren op de eigen computer (https://admin.kuleuven.be/icts/services/software/licenties/nvivo). Deze licentie is geldig

1

voor één jaar. Na betaling verkrijg je een bevestiging, waarna het programma via de website van de PC-shop gedownload kan worden. Let op. -

-

Met de bevestiging die je na aankoop verkrijgt, kan je zowel NVivo 11 pro als NVivo 12 pro downloaden. In de NVivo-sessies in het kader van het vak methodologie deel 3 wordt echter louter het gebruik van NVivo 12 pro toegelicht. Het is dus belangrijk dat je Nvivo 12 pro downloadt en niet NVivo 11 pro. We adviseren we om NVivo enkel te gebruiken op Windows-pc’s gezien de functionaliteiten binnen de versie voor Mac beperkter zijn en vermits ook de compatibiliteit van beide versies niet gegarandeerd kan worden. Groepssamenwerking wordt dus bemoeilijkt indien niet alle groepsleden met eenzelfde versie werken.

Alvorens van start te gaan met NVivo is het belangrijk om zowel het hoofdstuk van Mortelmans (2007, pp. 348-426) over kwalitatieve analyse (zie Toledo), als het hoofdstuk van Decorte (2016, pp. 498-512) over software voor kwalitatieve dataverwerking grondig door te nemen. Relevante paragrafen uit het hoofdstuk van Decorte en Zaitch zijn te kennen voor het examen (zie hiervoor de slides van de NVivo-sessie).

2

1. Opstarten van NVivo Na downloaden open je NVivo op de eigen PC via volgende stappen: Start → Alle programma’s → QSR → NVivo 12. In de PC-klassen moet je volgende stappen volgen: Start → Search programs and files → NVivo 12 (indien je een scherm krijgt met License Activation vul je niets in en klik je op Activate). Vervolgens verkrijg je het onderstaande scherm.

2 1

Indien het programma voor de eerste keer geopend wordt, wordt gevraagd om een gebruikersprofiel aan te maken. Geef je naam en initialen in en druk vervolgens op OK. Indien er reeds een project aangemaakt werd, kan je het bestaande project openen door onder Recent Projects (1) te klikken op de titel van het project. Indien je een nieuw project wil aanmaken, klik je bovenaan onder New op Blank Project (2). Alvorens het nieuwe project geopend wordt, wordt gevraagd een titel (en eventueel een beschrijving) aan het project te geven (zie onderstaand figuur). Je kan ook (via Browse) bepalen waar het project wordt opgeslagen.

3

Tip: Indien je NVivo wil gebruiken in de pc-klassen, is het heel belangrijk om het project op te slaan onder Computer  de map met het eigen studentennummer  My Documents. Op die manier kan je je eigen project, op eender welke computer in de pc-klassen, terugvinden onder de folder met het eigen studentennummer. Je kan het project vervolgens openen in NVivo door erop te dubbelklikken. Veranderingen aan het project kunnen worden opgeslagen in het Project Event Log. Hiervoor moet je het vakje naast “Write user actions to project event log” aanvinken. Aan de hand van dit logboek kan worden nagegaan welke veranderingen zijn aangebracht, door wie, en wanneer. Druk vervolgens op OK.

Om het logboek achteraf op te vragen, klik je op File → Info → Open Project Event Log. Oefening: Maak een nieuw project aan met een titel en een beschrijving.

4

2. Het startscherm van NVivo Alvorens je aan de slag kan gaan met de eigenlijke data-analyse, moet je kennismaken met de verschillende elementen van het startscherm. Na het openen van het project, krijg je onderstaand startscherm vanwaar in NVivo gewerkt wordt.

Helemaal bovenaan in de Title Bar vind je de naam van het project. Indien je de naam of de beschrijving van het project nog wenst te wijzigen, dan kan dit via File → Info → Project Properties. Meteen onder de Title Bar bevindt zich de Ribbon. Daaronder vind je de Find Bar terug. Helemaal onderaan het scherm vind je de Status Bar. Het scherm omvat daarnaast drie belangrijke werkvelden: de Navigation View, de List View en de Detail View. Wanneer er databronnen zijn geopend in de Detail View, kan je onder de List View en de Detail View ook de Quick Coding Bar terugvinden.

Navigation view

List view

Detail view

5

Elk van deze drie werkvelden omvat specifieke elementen. Zo omvat de Navigation View de verschillende componenten van het project (data, codes, cases, classificaties, …) Die verschillende componenten worden nader bekeken in paragraaf 2.2. Tip: Door in de Ribbon op Home en vervolgens op het vakje naast Navigation View te klikken, verdwijnt dit werkveld. Via dezelfde bewerking kan je de Navigation View terug laten verschijnen.

In de List View vind je een overzicht van alle items die onder een bepaalde folder werden ondergebracht. Indien je één van deze items aanklikt, verschijnt de inhoud ervan in de Detail View. In de Detail View kunnen verschillende documenten tegelijk geopend worden en kan men tussen de verschillende documenten wisselen door op de respectievelijke tabs te drukken. Een tabblad sluit je door op het kruisje te klikken.

Tip: Je kan de Detail view ook weergeven onder de List view in plaats van ernaast via het tabblad Home in de Ribbon. Daar kan je klikken op onderstaand icoontje om de plaats van het Detail view te wijzigen:

6

2.1. De Navigation View nader bekeken Onder de Navigation View vind je volgende tools: Data, Codes, Cases, Notes, Search, Maps en Output. Door op het of icoontje van de hoofdfolder te drukken, kan je de subfolders respectievelijk zichtbaar of onzichtbaar maken. Indien je op een van de submappen klikt, wijzigt de inhoud van de List View. Onder Data plaats je de data die je zal analyseren. Standaard zijn er reeds drie folders beschikbaar: Files, File Classifications en Externals. De andere tools binnen de Navigation View zijn: 

Codes: omvat de gebruikte codes en relatie(type)s



Cases: omvat databronnen en bronclassificaties



Notes: omvat o.m. memo’s en annotaties



Search: omvat o.m. queries, queryresultaten en matrices



Maps: hiermee kan men zijn ideeën/theorieën visueel vorm geven (= grafische voorstellingen opslaan).



Output: hier kunnen onder andere verslagen van het project opgevraagd worden

2.2. Aanmaken van een (sub)folder bij Data Om een subfolder aan te maken klik je met de rechtermuisknop op Files en vervolgens op New Folder zoals in onderstaande afbeelding.

7

Geef de nieuwe subfolder een benaming en eventueel een omschrijving. Klik vervolgens op OK.

Tip: Indien je de benaming van een subfolder nadien nog wenst aan te passen, klik je met de rechtermuisknop op de folder en vervolgens op Folder Properties.

Oefening: Maak onder de folder Files een nieuwe subfolder ‘Interviews’ aan.

2.3. Opslaan van een project Zorg ervoor dat je het project regelmatig opslaat via dit bekend icoontje of via File → Save. Indien gedurende 15 minuten geen nieuwe informatie meer opgeslagen werd, herinnert NVivo je er via onderstaand scherm aan. Druk bijgevolg steeds op Yes.

Net als in andere programma’s kan je in NVivo via het Undo-icoontje

in de Title Bar

bepaalde stappen ongedaan maken.

8

3. Invoeren van data in NVivo Een volgende stap in het werken met NVivo, is het invoeren van data. Dit kan op twee manieren: door de data te importeren of door de data rechtstreeks in NVivo in te geven. Om databronnen (bv. interviewtranscripts) in te voeren in een project, klik je eerst de folder aan waar je de data onder wil plaatsen (bv. Data → Files → Interviews), zodat deze geopend is. Vervolgens klik je met de rechtermuisknop in de List View → Import Items.

. Er wordt je gevraagd de gewenste databronnen te selecteren. Om bijvoorbeeld interviewtranscripts te kunnen analyseren, moet je de documenten selecteren in de map waarin ze opgeslagen werden. Om meerdere documenten tegelijk te selecteren, houd je de CTRL-toets ingedrukt terwijl je de documenten één voor één aanklikt. Klik vervolgens op Open. Je krijgt nu de mogelijkheid om “Create a case for each imported file” aan te vinken. Wanneer je dit vakje aanvinkt, geef je aan dat elk document gelijkstaat aan een nieuwe case. Bovendien krijg je dan enkele bijkomende opties en invulvelden te zien om eventueel ook Case Classifications toe te voegen. Dit betekent dat je verder specifieert over welke soort case het gaat. Daaraan kan je vervolgens weer Attributes toekennen om nog meer informatie te geven over die soort case.1 Indien er nog geen Case Classifications werden aangemaakt, kan je enkel een nieuwe classificatie aanmaken. Geef de nieuwe classificatie een naam. Klik vervolgens op Import. Je kan de documenten 1

Het aanmaken van Cases, Case Classifications en Attributes wordt verder toegelicht in paragraaf 4.2.

9

vervolgens terugvinden in de map die je oorspronkelijk selecteerde (bv. Data → Files → Interviews). Tip: Let wel, in NVivo worden vooraf reeds enkele Case Classifications opgenomen. Deze kan je echter niet toekennen via Import Files. Indien je deze toch wil toekennen, kan dit volgens de methode die wordt toegelicht in paragraaf 4.2. Je moet in dat geval het vakje naast “Create a case for each imported file” nog niet aanvinken.

In plaats van de data uit te typen in Word en het bestand nadien in te voeren in NVivo, kan je tekst ook rechtstreeks in NVivo ingeven. Klik op de map Interviews in de List View op de rechtermuisknop, kies dan voor New File → New Document. Geef een naam (en eventueel een omschrijving) aan het document en klik op OK. Vervolgens verschijnt er in de Detail View een leeg document, waarin je rechtstreeks kan typen.

10

Standaard worden de documenten geopend als read-only in NVivo. Indien je aanpassingen wil doen aan het document (bijvoorbeeld om schrijffouten te corrigeren), dan moet je de edit mode inschakelen. Dit kan door Click to edit aan te klikken in de grijze informatiebar bovenaan de Detail View. In edit mode kan je vervolgens tekst toevoegen, deleten en aanpassen in het document.

Tip: Je kan de naam van het document aanpassen of een beschrijving aan het document toevoegen. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op het document in de List View en vervolgens op Document Properties. Oefening: Download de interviews die je vindt op Toledo. Sla ze onder My documents op de computer op. Voer deze interviews vervolgens in NVivo in. Je kan interview per interview invoeren of onmiddellijk alle interviews selecteren (klik het eerste interview aan, hou de ‘shifttoets’ ingedrukt en selecteer alle files met de toets ‘pijl naar beneden’). Maak gelijktijdig de nieuwe classificatie ‘personen’ aan en ken elke databron toe aan deze classificatie.

11

4. Toekennen van classificaties en Attributes De databronnen die worden ingevoerd in NVivo kunnen bepaalde achtergrondkenmerken gemeenschappelijk hebben. De databronnen kunnen bijvoorbeeld gesprekken van focusgroepen zijn, tijdschriftartikels, of interviewtranscripts. De optie File Classifications laat toe om databronnen van hetzelfde type te groeperen (cf. paragraaf 4.1). Daarnaast is het ook mogelijk dat de databronnen die worden ingevoerd op bepaalde achtergrondkenmerken sterk verschillen. Zo gaat het mogelijk om interviewtranscripts van verschillende respondenten, om focusgroepen die op verschillende tijdstippen werden afgenomen, … Attributes laat dan ook toe om individuele kenmerken toe te kennen aan de databronnen (cf. paragraaf 4.1) of aan de cases (cf. paragraaf 4.2),….

4.1. Toekennen van classificaties en Attributes aan bronnen Om een classificatie aan te maken om databronnen van eenzelfde type te groeperen, moet je in Navigation View klikken op Data en dan op File Classifications. Klik vervolgens met de rechtermuisknop in de List View en selecteer New Classification. Standaard staat in NVivo Create a new classification ingesteld. Geef bij Name het type van de databronnen in (bv. ‘Interviews’). Klik vervolgens op OK. De nieuwe classificatie verschijn...


Similar Free PDFs