Douane-entrepot PDF

Title Douane-entrepot
Author Katleen Van Laethem
Course Douane-accijnzen en btw:
Institution Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Pages 34
File Size 418.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 66
Total Views 120

Summary

Douane-entrepot...


Description

Douane-entrepots 1 Inleiding Dit deel van het Handboek gaat over de specifieke (verticale) bepalingen van de bijzondere regeling douane-entrepot. De algemene bepalingen die gelden voor de bijzondere regelingen (waaronder douane-entrepot) vindt u in het onderdeel 15.00.00 van dit Handboek [ link opnemen] Daarnaast zijn er enkele bijzondere onderwerpen gebaseerd op specifieke (nationale) wetgeving. Waar dat nodig is, wordt naar die wetgeving verwezen. In dit onderdeel vindt u alleen de uitwerking van enkele raakpunten uit die nationale wetgevingen met de Europese douanewetgeving. Deze raakpunten komen bijvoorbeeld voor bij de opslag van accijnsgoederen in een douaneentrepot. Deze opslag valt grotendeels onder de Wet op de accijns en is uitgewerkt in de daarbij behorende voorschriften. (artikel 4:6 Algemene Douaneregeling) [hyperlink] De Uniewetgeving (DWU) kent de volgende opslaginstituten: 

ruimten voor tijdelijke opslag (zie onderdeel 11.00.00 van dit Handboek) o douane-entrepots o

vrije zones

In dit handboekonderdeel worden alleen de douane-entrepots besproken. Vrije zones komen in Nederland niet voor en zullen ook niet worden ingesteld gelet op het gesloten karakter van deze zones. Dit past niet in het Nederlandse douanesysteem. Een douane-entrepot is een door de douaneautoriteiten goedgekeurde en onder toezicht van de douaneautoriteiten staande ruimte of een andere locatie. (artikel 240 lid 1 DWU) In een douane-entrepot kunnen goederen die het douanegebied van de Unie zijn binnengebracht voor onbepaalde tijd worden opgeslagen in afwachting van de plaatsing onder een opvolgende douaneregeling, een eventuele vernietiging of het verlaten van het douanegebied van de Unie. (artikel 238 lid 1 DWU en artikel 215 lid 1 DWU) Door de opslag in een douane-entrepot worden de niet-Uniegoederen niet onderworpen aan:  

Invoerrechten; Andere heffingen overeenkomstig de toepasselijke voorschriften en



Handelspolitieke maatregelen, voor zover deze de binnenkomst in of het uitgaan van de goederen uit het douanegebied niet verbieden. (artikel 237 lid 1 DWU)

Dit niet toepassen van bovenstaande rechten en/of het niet toepassen van de handelspolitieke maatregelen is een belangrijke economische factor voor de opslag van goederen in een douane-entrepot. Zo kunnen de niet-Uniegoederen in afwachting van opvolgende regeling niet alleen onder douanetoezicht worden opgeslagen, maar is het ook mogelijk een douaneentrepot te gebruiken als distributiecentrum of voor speculatie.

2 Typen douane-entrepots, houder van de douaneregeling en houder van de vergunning Douane-entrepots worden onderscheiden in : 



publieke douane-entrepots, bestemd voor opslag van niet-Uniegoederen door iedereen. Degene die de aangifte tot plaatsing doet is dan houder van de regeling, dit hoeft niet de houder van de vergunning te zijn, en particuliere douane-entrepots, bestemd voor opslag van niet-Uniegoederen door de houder van de vergunning die dan tevens houder van de regeling wordt. (artikel 240 lid 2 DWU)

2.1 Het publieke douane-entrepot Opslag in publiek douane-entrepots gebeurt meestal om vervoer technische redenen. Er wordt door de opslag een korte periode overbrugd die nodig is om voor de goederen een opvolgende douaneregeling te kiezen. Deze mogelijkheid van opslag is vooral van belang voor stuwadoors-, expeditie- en transportbedrijven die zelf niet in bezit zijn van een vergunning douane-entrepot en dus gebruik maken van de diensten van de houder van de vergunning van een publiek douane-entrepot. Degene die opslaat doet ook de aangifte tot plaatsing en de aangifte tot aanzuivering. Bij deze persoon berusten ook de verplichtingen die voortvloeien uit de opslag van goederen. Publieke douane-entrepots zijn vooral gevestigd in internationale zeehavens, waar behoefte is aan deze vorm van opslag. Het binnenkomende schip heeft zijn lading gelost en deze lading moet, in afwachting van de opvolgende douaneregeling, kort worden opgeslagen. Er vindt zowel opslag plaats van de Unie binnengekomen niet-Uniegoederen als van nietUniegoederen die de Unie verlaten. Het publieke douane-entrepot kent drie vormen: 1. Het publieke douane-entrepot type I: Bij dit type douane-entrepot zijn zowel de houder van de vergunning als de houder van regeling verantwoordelijk dat de niet Uniegoederen geplaatst onder de bijzondere regeling douane-entrepot niet aan het douanetoezicht worden onttrokken en dat de verplichtingen worden nagekomen die voortvloeien uit de opslag van goederen.

Deze vorm van het publieke douane-entrepot komt in Nederland niet voor. (artikel 242 lid 1 DWU en artikel 1 punt 32 GVo.DWU) 2. Het publieke douane-entrepot type II Bij dit type douane-entrepot is zowel de houder van de vergunning als de houder van de regeling verantwoordelijk dat de goederen niet aan douanetoezicht worden onttrokken en de verplichtingen die voortvloeien uit de opslag van de goederen worden nagekomen. In de vergunning kan echter worden bepaald dat een van de hiervoor genoemde verantwoordelijkheden uitsluitend bij de houder van de regeling berusten. Veelal zullen de verplichtingen die voortvloeien uit de opslag van de goederen worden belegd bij de houder van de regeling. Deze laatste persoon doet dus de aangifte tot plaatsing, is verantwoordelijk dat de niet-Uniegoederen ook daadwerkelijk in het douane-entrepot worden opgeslagen en dat een aangifte tot aanzuivering wordt gedaan. (artikel l 242 lid 1 en lid 2 DWU en artikel 1 punt 33 GVo.DWU) 3. Het publieke douane-entrepot type III Bij dit type douane-entrepot wordt het douane-entrepot beheerd door de douaneautoriteiten. Dit type entrepot komt in Nederland niet voor en daarom zal hieraan verder geen aandacht worden geschonken in dit handboekonderdeel. (artikel1 punt 11 UVo.DWU)

2.2 Het particuliere douane-entrepot Opslag in particuliere douane-entrepots vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de houder van de vergunning, die tevens houder van de regeling is. Hij hoeft niet de eigenaar te zijn van de opgeslagen goederen. De opslagredenen zijn uiteenlopend, zoals vervoersopslag, voorraadvorming, als ook distributie, speculatie etcetera. In de zee- en luchthavens gaat het bij daar gevestigde particuliere douane-entrepots dikwijls om opslag voor een korte tijd in afwachting van de opvolgende douaneregeling of dat de goederen weer het douanegebied van de Unie gaan verlaten. Het gaat niet alleen om de Unie binnengekomen niet-Uniegoederen, maar ook de opslag van niet-Uniegoederen die de Unie gaan verlaten. Bij op andere plaatsen gevestigde particuliere douane-entrepots vindt opslag vaak plaats om redenen als distributie, voorraadsvorming en speculatie. Veelal is bij deze vorm van opslag de houder van de vergunning ook de eigenaar van de goederen. Het particuliere douane-entrepot kent geen nadere onderverdeling. De houder van de vergunning is altijd ook de houder van de regeling en dus ook verantwoordelijk voor de opgeslagen goederen. De aangifte tot plaatsing voor de bijzondere regeling douane-entrepot moet dan ook door de houder van de vergunning worden gedaan en hij is er dan ook verantwoordelijk voor dat bij aanzuivering de juiste formaliteiten worden toegepast. (artikel 242 lid 1 DWU)

2.3 De houder van de vergunning

De houder van de vergunning is de persoon aan wie de vergunning verleend is om het douaneentrepot te beheren. Deze persoon moet maatregelen treffen die ervoor moeten zorgen dat de opgeslagen niet-Uniegoederen niet aan het douanetoezicht worden onttrokken. Hij moet bijvoorbeeld onbevoegden de toegang tot het pand of het terrein ontzeggen en het pand of terrein zodanig beveiligen dat diefstal zo veel mogelijk wordt voorkomen. Ook is hij er verantwoordelijk voor dat de goederen op de juiste manier worden opgeslagen, zoals bij goederen die een gevaar vormen voor de volksgezondheid of de veiligheid van de samenleving. De houder van de vergunning is ook verplicht de douaneautoriteiten in kennis te stellen van eventuele veranderingen met betrekking tot het pand en de gevoerde administratie. Deze plichten berusten op iedere houder van de vergunning, ongeacht of dit nu vergunninghouder van een publiek- of particulier douane- entrepot betreft. Ook als geen goedkeuring van een bepaalde ruimte of terrein noodzakelijk is, is de houder van de vergunning voor het nakomen van alle bovenstaande verplichtingen binnen de locatie verantwoordelijk. Zie verder voor de afgifte van de vergunning paragraaf 3 van dit handboekonderdeel en voor het begrip beheer bijlage 3 bij dit handboekonderdeel. (artikel 211 lid 1 letter b DWU en artikel 242 lid 1 letter a DWU) In de vergunning wordt bepaald welke vorm van douane-entrepot is verleend, een publiek- of particulier douane- entrepot. Is voor een publiek douane-entrepot een vergunning verleend, dan wordt in de vergunning verwezen naar het type douane-entrepot waarvoor de vergunning verleend is. (artikel 203 GVo.DWU)

2.4 De houder van de regeling De houder van de regeling is de persoon die verantwoordelijk is voor de in een douaneentrepot opgeslagen niet-Uniegoederen en dient dan ook de aangifte tot plaatsing van de nietUniegoederen in het douane-entrepot te doen. Bij particuliere douane-entrepots is de houder van de bijzondere regeling altijd dezelfde persoon als de houder van de vergunning. Gaat het om publieke douane-entrepots, dan kan de houder van vergunning een andere persoon zijn dan de houder van de regeling. Dit komt met name voor als het gaat om een publiek douane-entrepot type II. Het is namelijk mogelijk bij een publiek douane-entrepot dat in de vergunning is bepaald dat bepaalde verantwoordelijkheden die normaal bij de houder van de vergunning berusten, zijn belegd bij de houder van de regeling. (artikel 240 lid 2 en artikel 242 lid 1 letter b DWU) De persoon die de aangifte tot plaatsing in het publieke douane-entrepot doet hoeft niet in het bezit te zijn van een vergunning. Hij wordt als houder van de regeling aangemerkt. (artikel 158 lid 1 DWU) De houder van de regeling is verantwoordelijk voor de volgende verplichtingen: 

dat de goederen na het doen van de aangifte tot plaatsing in het douane-entrepot ook daadwerkelijk hierin worden opgeslagen,



dat de eventuele aangevraagde gebruikelijke behandelingen juist worden uitgevoerd



als de bijzondere regeling wordt gezuiverd, er ook een aangifte wordt gedaan voor de opvolgende douaneregeling of voor het brengen buiten het douanegebied van de Unie.

2.5 Vereenvoudigde regelingen en procedures bij inslag en uitslag in een publiek- of particulier douane-entrepot Veel vergunninghouders die een douane-entrepot beheren maken ook gebruik van één of meer vereenvoudigde regelingen of procedures. In de modulaire aanpak van de Uniewetgeving staat elke regeling of procedure op zich. De Douane moet afzonderlijk vaststellen of een belanghebbende voor de betreffende gevraagde vereenvoudigde regeling of vereenvoudigde procedure aan de daarvoor geldende criteria voldoet. Bij douane-entrepots gaat het in het bijzonder om:  

regelingen voor toegelaten afzender en toegelaten geadresseerde (onderdeel 14.45.00 van dit Handboek); procedures vereenvoudigde aangifte en inschrijving in de administratie bij de plaatsing onder en/of zuivering van de regeling douane-entrepot (onderdeel 12.50.00 dit Handboek).

2.6 Handelingen in douane-entrepot In een douane-entrepot kunnen de goederen tijdens de opslag bepaalde behandelingen ondergaan. Dat kan zijn in het kader van:  

de gebruikelijke behandelingen zoals beschreven in hoofdstuk 7 hierna; de bijzondere regeling actieve veredeling ( onderdeel 16.00.00 van dit Handboek);



de bijzondere regeling bijzondere bestemmingen (onderdeel 17.00.00 van dit Handboek). (artikel 220 DWU en artikel 241 DWU)

2.7 Typen douane-entretops, entreposeur en entrepositaris De Toepassingsverordening CDW maakt een verdere onderverdeling:

Type douaneentrepot Type A

Type B Type C

Omschrijving Publiek douane-entrepot waarin iedereen zijn goederen kan opslaan en waarbij de beheerder van dat entrepot verantwoordelijk is. Publiek douane-entrepot waarin iedereen zijn goederen kan opslaan en waarbij de entrepositaris verantwoordelijk is. Het controlekantoor bewaart de aangiften tot plaatsing bij wijze van voorraadadministratie. De plaats van het entrepot is goedgekeurd. Particulier douane-entrepot waarin alleen goederen mogen worden opgeslagen door de beheerder van het entrepot; het is niet nodig dat hij ook de eigenaar van de goederen is. De verantwoordelijkheid ligt bij de entreposeur. Een

Type douaneentrepot

Type D

Type E

Type F

Omschrijving goedgekeurde voorraadadministratie is vereist. De entreposeur houdt de voorraadadministratie bij. De plaats van het entrepot is goedgekeurd. Particulier douane-entrepot waarin alleen goederen mogen worden opgeslagen door de beheerder van het entrepot; het is niet nodig dat hij ook de eigenaar van de goederen is. De verantwoordelijkheid ligt bij de entreposeur. Een goedgekeurde voorraadadministratie is vereist. De entreposeur houdt de voorraadadministratie bij. Anders dan bij de andere douane-entrepots het geval is, wordt de belasting over de goederen bij dit douane-entrepot in principe berekend op basis van de goederengegevens op het tijdstip van de plaatsing in het douaneentrepot. De aangifte in het vrije verkeer brengen moet worden gedaan met gebruikmaking van de domiciliëringsprocedure. De plaats van het entrepot is goedgekeurd. Particulier douane-entrepot waarin alleen goederen mogen worden opgeslagen door de beheerder van het entrepot; het is niet nodig dat hij ook de eigenaar van de goederen is. De verantwoordelijkheid ligt bij de entreposeur. Een goedgekeurde voorraadadministratie is vereist. Dit douane-entrepot voldoet aan hoge eisen voor administratie en administratieve organisatie. De entreposeur houdt de voorraadadministratie bij. Een bijzonderheid is dat het douane-entrepot type E niet beperkt is tot een bepaalde goedgekeurde plaats of ruimte. Publiek douane-entrepot waarin iedereen goederen mag opslaan; dit type entrepot beheert de Douane zelf.

De types A en F komen in Nederland niet voor. Deze worden dan ook in dit onderdeel niet verder besproken.

Entreposeur en entrepositaris De entreposeur is de persoon aan wie de vergunning verleend is om het douane-entrepot te beheren. De entrepositaris is de persoon die:  

verantwoordelijk is voor het nakomen van de verplichtingen die voortkomen uit de plaatsing van de goederen onder de regeling de aangifte tot plaatsing indient.

Bij een publieke douane-entrepots (type B) mag iedereen goederen opslaan. Hier is het dus mogelijk dat de entreposeur een andere persoon is dan de entrepositaris. De entrepositaris blijft verantwoordelijk voor het nakomen van de verplichtingen die voortkomen uit de plaatsing van de goederen onder de regeling . Bij de particuliere douane-entrepots (types C, D en E) is de entreposeur ook altijd de entrepositaris. Bij een particulier douane-entrepot mag namelijk alleen de vergunninghouder goederen opslaan in het douane-entrepot. (artikelen 101 CDW, artikelen 525 tot en met 535 TVo. CDW)

Typen douane-entrepots, entreposeur en entrepositaris

3 De vergunning 3.1 Aanvraag en voorwaarden vergunning Voor het beheer van een publiek of particulier douane-entrepot is een vergunning vereist van de Douane. Zie voor informatie over de aanvraag van een vergunning douane-entrepot hoofdstuk 2 van onderdeel 15.00.00 van dit Handboek. Let op! Een vergunning douane-entrepot kan niet worden aangevraagd op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling douane-entrepot. De vergunning wordt slechts verleend aan een persoon als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, zoals gevestigd zijn in het douanegebied van de Unie, waarborgen bieden voor het goede gebruik van de regeling, het stellen van zekerheid en het kunnen uitoefenen van douanetoezicht zonder administratieve maatregelen te hoeven nemen die niet in verhouding staan tot de betrokken economische behoeften. Zie voor deze voorwaarden hoofdstuk 3 van onderdeel 15.00.00 van dit Handboek. (artikel 211 DWU)

3.2 Het stellen van zekerheid Een vergunninghouder douane-entrepot moet in principe zekerheid stellen. Hij moet zekerheid stellen voor de invoerrechten en andere heffingen die verschuldigd kunnen worden voor de opgeslagen niet-Uniegoederen. (artikel 211, lid 3 letter c DWU) Bij een publiek douane-entrepot type II is de houder van de regeling (de persoon die de douaneaangifte tot plaatsing doet of voor wiens rekening die aangifte wordt gedaan) verantwoordelijk voor het niet onttrekken van goederen aan douanetoezicht en nakomen van de verplichtingen voortvloeiende uit de opslag van de goederen. (artikel 242, lid 1 en lid 2 DWU en artikel 1, lid 33 GVo.DWU) Hoewel de wetgever ervan uit gaat dat het in principe de houder van de vergunning is die de zekerheid stelt, moet bij een publiek douane-entrepot type II de houder van de regeling zekerheid stellen, gelet op het feit dat bij een publiek douane-entrepot type II de douaneschuld alleen kan ontstaan bij deze persoon. De hoofdregel bij het stellen van zekerheid is namelijk dat zekerheid wordt gesteld door de schuldenaar of degene die schuldenaar zou kunnen worden.

(artikel 89, lid 3 DWU)

3.3 Beheer van een douane-entrepot Zie voor informatie over het begrip beheer van een douane-entrepot bijlage 3 van dit onderdeel.

3.4 De goedgekeurde en onder toezicht staande ruimten en andere locaties Een douane-entrepot moet in principe een door de Douane goedgekeurde en onder toezicht staande ruimte zijn. De goedkeuring van een bepaalde ruimte is van belang in het kader van het toezicht. Er moet worden voorkomen dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot de ruimten waar het douane-entrepot is gevestigd, waardoor zowel de toegangsbeveiliging, de bouw en inrichting van het douane-entrepot in het kader van de te verlenen vergunning moeten worden beoordeeld en goedgekeurd. De douanewetgeving geeft de Douane speciale bevoegdheden voor het betreden en visiteren van de gebouwen, lokalen en dergelijke die als douane-entrepot zijn goedgekeurd. Ook daarom is het van belang om de juiste locatie en afbakening hiervan vast te stellen en in de vergunning vast te leggen. (artikel 240, lid 1 DWU en artikel 1:26, lid 1 letter a ADW) Veelal zijn douane-entrepots ruimten of begrensde terreinen, die duidelijk te onderscheiden zijn. Ook is het mogelijk om vloeistoftanks, silo’s e.d. aan te wijzen als douane-entrepot, mits de aanvrager kan aantonen wat de exacte inhoud is van deze vloeistoftanks en silo’s. In de vergunning douane-entrepot kan worden bepaald dat de kade en de daaraan afgemeerde schepen met daarin onder de regeling douane-entrepot geplaatste goederen, onderdeel van het douane-entrepot vormen. Alleen een schip dat is afgemeerd aan de loswal kan deel uitmaken van een douane-entrepot. De kade moet dan wel zijn opgenomen in de vergunning douaneentrepot. Een door de Douane af te sluiten douane-entrepot, zoals voor de opslag van goederen die vallen onder de veterinaire wetgeving, moet voldoen aan strenge eisen van ligging, bouw, inrichting en afscheiding van andere percelen. De afgifte van deze vergunning vindt altijd plaats in overleg met de NVWA. Het is mogelijk dat de Douane een entrepotvergunning verleend, zonder dat er sprake is van een goedgekeurde ruimte. In dat geval is het douane-entrepot gevestigd op zogenaamde andere locaties. Dit betekent dat op deze locaties de toegangsbeveiliging en de ruimten niet hoeven te worden getoetst. Door het voeren van een uitgebreide administratie is het toezicht gewaarborgd. Hoewel niet goedgekeurd, moet(en) de locatie(s) wel worden opgenomen in de verleende vergunning en moeten ook deze locaties duidelijk beschreven worden. Er moet vooraf altijd worden bepaald door de autoriteiten of het benodigde toezicht goed kan worden uitgeoefend, waarbij ook het volgende een rol speelt:



er...


Similar Free PDFs