Elektrodynamica PDF

Preview

Summary

samenvatting beginleerstof...

Description

Elektrodynamica 1. Schakelen van weerstanden 1.1. Begrippen elektrische schakeling of netwerk



meerdere toestellen aangesloten: lichten, computer, koffiezet, ...



Ook op een printplaat zoals het moederbord of de grafische kaart van je PC zijn er tientallen componenten, zoals weerstanden, condensators, transistors, ... aangesloten.

knooppunt

 plaats waar 3 of meer verbindingsdraden samenkomen.

tak

 een deel van een schakeling tussen 2 naburige knooppunten.

lus of kring

 een gesloten omloop waarbij je vertrekt in een knooppunt en via verbindingsdraden en componenten daar terugkomt.

1.2. De serieschakeling 1.2.1. Def + eigenschappen

Elektrisch schema serieschakeling

 De componenten staan in ))n tak achter elkaar. serieschakeling = de stroomsterkte in de kring is overal dezelfde. �=�1 =�2 =�3 Bij een serieschakeling is de som van de spanningen over de afzonderlijke weerstanden gelijk aan de totale spanning over alle weerstanden samen. � = �1 +�2 +�3

1.2.2. Substitutieweerstand (of vervangingsweerstad)  Je kan de weerstanden vervangen door ))n weerstand Rs, aangesloten op dezelfde bron, die dezelfde stroom I levert. RS  wet van Ohm ! ⇒ � � = �1 + �2 + �3 (Hoe meer weerstanden in serie staan, hoe groter de substitutieweerstand wordt.) 1.2.3. Toepassing * Toepassing 1-3 (zie cursus) * Toepassing 4 : andere elektrische componenten in serie geschakeld 

Door batterijen in serie te schakelen wordt een spanning verkregen die de som is van de afzonderlijke spanningen. AA-batterij = spanning van 1,5V  2 AA-batterijen = spanning van 3,0V.



Een ON-OFF-schakelaar wordt steeds in serie geplaatst met de rest van de kring. Als de schakelaar op ‘OFF’ staat, wordt de kring onderbroken en loopt er geen stroom door.

1.3. De parallelschakeling 1.3.1. Def en eigenschappen Elektrisch schema parallelschakeling

 de componenten staan op verschillende takken tussen dezelfde knooppunten. parallelschakeling = de spanning over de afzonderlijke weerstanden dezelfde. �=�1 =�2 =�3 Bij een parallelschakeling is de som van de stromen door de afzonderlijke weerstanden gelijk aan de totale stroom (= hoofdstroom). � = �1 + �2 + �3 1.3.2. subtitutieweerstand (Zie 1.2.2.) ⇒

(Hoe meer weerstanden in parallel staan, hoe kleiner de substitutieweerstand wordt.)

1.3.3. Toepassingen *Toepassing 1: Alle elektrische ‘verbruikers’ in het huis



Alle stopcontacten in het huis staan parallel geschakeld. De verbruikers kunnen op die manier afzonderlijk werken.



stroomkring -> onderbroken naar een bepaalde verbruiker.



De spanning over alle stopcontacten in huis = 230V wisselspanning



Huishoudtoestellen die niet op 230V wisselspanning werken -> omvormer of transformator

*Toepassing 2: Alle elektrische ‘verbruikers’ in het auto



Alle elektrische ‘verbruikers’ in het huis. De toestellen kunnen op die manier afzonderlijk blijven werken



De spanning van een autobatterij = 12V gelijkspanning -> Alle elektrische gebruikers moeten dus zo gemaakt worden (of omgevormd worden) dat ze op 12V gelijkspanning kunnen werken.



De batterij in een vrachtwagen is 24 V => de elektrische componenten van een auto niet kunnen gebruikt worden in een vrachtwagen....