Title | Inbound 9062323683313587336 |
---|---|
Author | Wannes Moens |
Course | Theoretische Mechanica |
Institution | Hogeschool Gent |
Pages | 8 |
File Size | 340 KB |
File Type | |
Total Downloads | 63 |
Total Views | 196 |
Remediëring...
VAK: Wiskunde LEERKRACHT: Berckmans REMEDIËRING 12: Herhaling goniometrie: hoofdwaarde, graden en radialen, goniometrische identiteiten, verwante hoeken, algemeen voorschrift van de sinusfunctie, som- en verschilformules NAAM: KLAS:
NUMMER:
DATUM: OPMERKINGEN: • Je moet al deze vragen kunnen oplossen zonder GRT (grafisch rekentoestel), tenzij het expliciet in de opgave staat. • Leg steeds je tussenstappen uit! Geen uitleg = geen punten. • Kijk je antwoorden na via de verbetersleutel. Indien er nog vragen of onduidelijkheden zijn, laat dit aan me weten en dan bekijken we je vragen samen. Vraag 1:
Zet volgende hoeken om naar radialen met behulp van je rekentoestel: 12°26’31’’ = 0,217152 rad -31°15’23’’ = -0,5455 rad -165° = -2,8798 rad Zet volgende hoeken om naar graden met behulp van je rekentoestel: 288° -600° 420° Zet volgende hoeken om naar radialen zonder rekentoestel: 30° = π/6 45° = π/4 135° = 3/4 π 270° = 3/2 π Zet volgende hoeken om naar graden zonder je rekentoestel: 45° 300° 165°
p1/8
Vraag 2:
Bepaal de hoofdwaarde van volgende georiënteerde hoeken met behulp van je rekentoestel: 712°26’31’’ = -7° 33’ 29’’ -3112°15’23’’ = 127° 44’ 37’’ -730°= -10° 2/5 π - π /4 ¾π
Vraag 3:
Bepaal de hoofdwaarde van volgende georiënteerde hoeken en duid aan in welk kwadrant deze hoek ligt: Hoofdwaarde I II III IV 200° -160° x 460° 100° x -100° -100° x 720° 0° x -700° 20° x -400° -40° x 630° -90° x -510° -150° x 390° 30° x 650° -70° x
Vraag 4:
Bepaal de volgende goniometrische getallen op 0,00001 nauwkeurig met je rekentoestel. sin 20°= 0,34202 cos 30°14’35”= 0, 86309 tan 145°36”= -0,69995 cot 201°45’7”= 2,50627
p2/8
Vraag 5:
Bereken zonder rekentoestel:
Vraag 6:
Schrijf bij elke oefening de kwadrant(e) waarin de hoek α kan liggen. 1) sinα < 0 en cosα > 0 4………………………………………………………
Vraag 7:
2) sinα > 0 en cosα < 0
2………………………………………………………
3) sinα.cosα > 0
1…of 3…………………………………………………..
4) sinα > 0 en cosα > 0
1……………………………………………………..
5) sinα < 0 en cosα < 0
3……………………………………………………..
6) sinα.cosα < 0
2 of 4…………………………………………
Bepaal het teken van de volgende sommen en verschillen (vul dus aan met >, < of = ) 1) cos110° + sin110° …>..0 2) sin340° - cos340° ……...