Mondeling-examen-Nederlands PDF

Title Mondeling-examen-Nederlands
Course Nederlands
Institution ASO
Pages 11
File Size 627.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 92
Total Views 144

Summary

Samenvatting van Frappant 5-6 (ISBN 978-90-289-5790-9)...


Description

Juni 2019

Mondeling examen Nederlands 22. Mensenstreken en vossenverhalen    

Haan: kleurrijk, breedsprakerig en opschepperig Tijger: leiderscapaciteiten, bewonderenswaardig en onverschrokken Slang: intelligent, mysterieus en sensueel Hond: trouw, open en verdraagzaam

1

Juni 2019 

Charlie May rapt begin van verhaal van Reynaert  Waar: in rijk van koning Nobel  Wanneer: op Pinksteren tijdens Hofdag  Waarmee begint verhaal: dieren die klagen over R.  Wie ontbreekt op appel en wrm: r.  Er zijn klachten over hem  Welk dier uit 1e klacht en wat is die: wolf = Isengrim, zijn vrouw is verkracht  een geschaad, kinderen in ogen geplast alle 2 blind

 Introductie van Courtois, de hond, in toneelversie door theater Max Mini  Functie C.: schoothondje v/d koning (ironie: schoothondje is geen bewaker)  Hoe voorgesteld op scène & wrm: overdreven gesticulatie, zeer bewegelijk, verwijfde hoveling  Functie van frans: imago bourgeois, volksvreemd element, wordt door R. ook zo aangevoeld: ”in het frans”  Beeld van koning en regering: koning en hof belangrijk spot drijven met hen  Wapenbroeders van Louis Paul Boon  Psycholosch doorzicht van R.:  Verleiding via omweg: dat doet alsof hij ziek werd v/d honing en gelooft niet dat Bruun gek is op honing, wil niet dat hem hetzelfde overkomt  Doorziet zwakheden van tegenstanders: domheid maakt misbruik  Op wie kritiek & wrm:  Onbeschofte boeren, dorpers, lagere geestelijken en middenstand: bloeddorstig, uit op eigen voordeel  Priester: gebruikt kruisbeeld om te slaan en is corrupt: belooft kwijt scheiding voor wie zijn vrouw redt  Vrouwen: lelijk, vuil, losbandig en ontrouw  Gedrag R.: geniepige wreedaard, vernedert Bruun nadat hij hem heeft geschaad  Beeld van koning (Leopold III) en rol tijdens WOII: Nobel is niet bekwaamd: laat toe i.p.v. te reageren, valt flauw als hij schrik heeft, geeft zichzelf snel over veel heisa  Cirkelstructuur  De lekenbiecht  Wrm begrip lekenbiecht van toepassing: Grimbeert neemt als leek de biecht van R.  Hoe gedraagt R. zich als biechteling: hypocriet: doet alsof hij spijt heeft, maar bespeelt terwijl sensatiezucht van G., lijkt alsof hij er plezier in heeft  Hoe gedraagt G. zich als biechtvader: nieuwsgierig, sensatiebewust: wilde alle details weten v/d misdaden  G. begrijpt niets v/h latijn (taal v/d kerk) dat R. gebruikt  R. :”dan verstaat ge:/conflicten praten maten” G. :”zeg, spreek jij frans ofzo:/i.p.v Nederlands?”  Priester die vloekt als een ketter (=niet-gelovige)  Vergeving, zelfs bij verschrikkelijk veel biechtzonden

 Audiofragment van Marcel Ryssen, voorzitter van R.genootschap 2

Juni 2019  Hoe is r. erin geslaagd om rollen om te keren: door koning te vertellen over een schat (die er nt is) die door Tybeert, Bruun en Isengrim zou worden gebruikt voor staatgreep Inspelen op domheid en hebzucht van koning  Beeld koning & koningin: naïef, sluw, hebzuchtig en egoïstisch  Hoe manifesteert R. zich: slim, sluw, ongenadigd: doet alles om zijn huid te redden en zijn tegenstanders te vernederen  Personages  Belijn: ram  Bruun: beer  Cantecleer: haan  Cuwaer: haas  Grimbeert: das  Isengrim: wolf  Nobel: leeuw  Reinaert: vos  Tibeert: kater  Interview van Ruth Joos met Charlie May en Professor Jozef Janssens  Wat boeide Charlie in het verhaal: het duistere v/d mens (in alle lagen v/d samenleving)  Oordeel van Professor: universeel en herkenbaar verhaal, oude letterkunde, bevat moderen boodschappen  Oorspronkelijk einde en bedenkingen van Professor: gesloten einde: ze maakten pays (=vrede) van alle dingen, er is weer vrede, maar hebzucht overwint  Einde bij Charlie: open einde: ‘zodra we R. vangen/ zal hij hangen aan de galg’  Samenvatting verhaal  Cirkelstructuur  Ordo: rustig, maar afwezigheid R. valt onmiddellijk op  Manque: klachten over R. zijn afwezigheid  Queeste: Bruun en Tybeert in val gelokt, Grimbeert lukt het wel, R. bedriegt koning en vermoord Cuwaert  Ordo: R. vogelvrij verklaart alles weer rustig? (Eigenlijk niet)  Conclusie: Satire op cirkelstructuur, begin en einde: problemen  Queeste: problemen worden groter  Inhoudelijke elementen uit ridderpiek:  Geloof: pelgrimstocht: lekenbiecht  Getallensymboliek: 3 dagvaardingen  Feodaliteit: koning, leenheren, hofdag houden  (Gebrek aan) hoofsheid: verkrachting Hersinde

 Wrm dieren i.p.v. mensen: verhaal=ironsch, dieren gebruiken beledig je mensen niet rechtstreeks (koning, hof,…)

3

Juni 2019  Wrm woedende mensenmenigte geen dieren: Willem heeft van hen niets te vrezen, publiek maakte hem wss populair  Wrm vinden veel lezers R. toch sympathiek: sympathie voor underdog, gaat in tegen gevestigde waarden, slimmer dan rest & neemt hen beet op basis van tekortkoming, hij haalt streken wel uit maar andere lopen erin Het dierenverhaal  Literaire gewoonte om dieren te nemen in plaats van mensen.  Veiliger om mensen te bespotten of bekritiseren

 Proloog  Madoc = een verloren gegaan werk van Willem, wss een satirisch ridderverhaal  Vijte/vita: satire/spot: R. is allesbehalve heilig  Verteller 2e deel: Willem zelf, in 1e deel kopiist  Voor wie verhaal & wrm: hoofse mensen dubbele bodems begrijpen  Vaste elementen middeleeuwse prologen:  226-227: omdat dame het vroeg (jammer nog niet in Nederlands)  Inspanning: niet rechtstreeks, bleef veel nachten wakker om Madoc te maken  Bronvermelding: Franse brontekst: na den walschen boeken  Gebed: r.10: God mag ons zijn hulp verlenen Middeleeuwse prologen Topoi:    

De causa scribendi: reden waarom het verhaal geschreven is Inspanning: de inspanning die gekost heeft om het verhaal te schrijven De bronvermelding Een gebed om hulp

 Slot  Beschaving ver te zoeken: hebzucht, egoïsme, schijnheilig, leugenachtig en eigen belang  Wrm laatste 9 r. niet herhaald: einde = acrostichon: ‘Bi Willeme’ (=geschreven door willem)

Satire  Vanden vos Reynaerde: de vos heeft zowat iedereen op de korrel. Koning Nobel is eer- en geldzuchtig, de wolf Isengrim een gewetenloze roofridder en bruun een profiterend lid van de landael. Tybeert en courtois zijn intrigerende hovelingen. De hofpredikant Belijn is zielig en do. De priesters zijn profiteurs en ‘smulapen’ en de dorpelingen een potsierlijke bende primitieven.

Parodie

4

Juni 2019 Vanden vos Reynaerden: spottend nabootsing van in de middeleeuwen zeer populaire ridderverhalen.

28. Dichters in vorm Vorm en inhoud: 1. Middeleeuwse lyriek: inhoud > vorm (boodschap overbrengen) (Beatrijs) 2. Rederijkers: inhoud < vorm 3. Renaissance: inhoud = vorm 3.      

De renaissance 17e eeuw De gouden eeuw (handel, wetenschap, kunst, literatuur) Veel ‘goede’ Nederlandstalige literatuur Vorm = inhoud Pieter Corneliszoon Hooft ( P.C. Hooft) Joost van den Vondel

Rondeel:    

Kort gedicht 2 rijmklanken 3x terugkerende versregels 8, 12, 13 of 21 versregels

Elegie: 

Klaagzang, gedicht waarin wordt geklaagd 5

Juni 2019  

Treurige inhoud ondersteund door mijmerende, klaaglijke toon van het rondeel : 3x wanhopige vraag Egidius:  Jan Moritoen  Ca. 1400  Klaaglied  Jan en Egidius maakten Margriete het hof. Na de dood van Egidius trok Margriete het klooster in.  19 versregels waar laatste 2 van worde herhaald  21 versregels  Gruuthusehandschrift geschreven

6

Juni 2019 De rederijkers:     

Amateurdichters Wedstrijden Zeer strenge dichtvormen (rondeel, ballade, acrostichon) Inhoud  vorm Anthonis is de Roovere  abaaabab

Dodendans:     

Of dans macabre Zinnebeeldige voorstelling in de kunst van de macht word de dood over de mens. Afbeelding gepersonifieerd als een geraamte met een zeis. Dient als herinnering aan het feit dat elke mens onafhankelijk van leeftijd, stand, geslacht,… moet sterven. Van der mollenfeesten (extra papieren)

Het sonnet:

7

Juni 2019        

Gedicht dat uit 14 verzen bestaat, meestal verdeeld over 2 strofen van 4 regels en 2 strofen van 3 regels. Rijmvorm: abba, abba, cdc, dcd (ook wel cde, cde) Shakespeareaanse sonnet vertoont een afwijkende vorm. Het telt 3 kwantijnen en 1 couplet (abba, cdcd, efef, gg) de volta ligt na het derde kwatrijn. Octaaf: 2 eerste strofen Na octaaf volgt een volta, chute of wending Kwatrijn: ¼ van de 1ste strofe Sextet: 3de en 4de strofe Terzine: voorlaatste strofe.

Stijlfiguren: Alliteratie Assonantie Enjambement Parallellisme Oxymoron personificatie

Begin medeklinker van beklemtoonde lettergreep gelijk Beklemtoonde klinker zijn gelijk Einde versregel valt niet samen met natuurlijke pauze Je herhaald onvolledig een aantal woorden veranderen 2 woorden die elkaar tegen spreken toch combineren Menselijke eigenschappen, levenloos ding (de tijd)

8

Juni 2019 31. De werkelijkheid door 3 brillen  Kenmerken Romantiek:  Gevoel en verbeelding. Subjectief heeft voorrang op het objectieve.  Kunstenaar voelt zich niet thuis in de wereld en de werkelijkheid.       

Kunstenaar verheerlijkt de natuur, vlucht erin weg of ervaart haar als iets grilligs. Het verleden wordt geïdealiseerd. Aandacht voor folklore, primitieve, sprookje, sage, legende. Kunstenaar komt in opstand tegen burgerlijke, vastgeroeste in de maatschappij. Verlangen naar het onbereikbare en onvatbare, exotische. Fascinatie voor angstaanjagende, wrede, donkere mysterie, de dood. Kunstenaar ervaart een verlangen naar bovenmenselijke, mystiek-ongrijpbare, God en

godsdienst.  Taal van romanticus is gevoelsgeladen en soms bombastisch.  Keuze van een romanticus:  Voelen boven denken  Het subjectieve boven het objectieve  Het spirituele boven het materiële  Synthese en holisme boven analyse  Ambiguïteit en ironie boven ondubbelzinnigheid en helderheid  Creativiteit in kunst boven regels, nabootsing  De mens die deel van de natuur uitmaakt boven de mens die boven de natuur staat en haar probeert te gebruiken  Het impressionisme:  Schilders en schrijvers tonen realiteit niet scherp en objectief.  Geven wel indruk weer die de werkelijkheid op hen maakt.  Stemming en sfeer zijn hoofdzaken.  Scherpe contouren verdwijnen en vervaging treedt op.  Beschrijvende adjectieven, neologismen en synesthesie worden vaak gebruikt.  Realisme/ Naturalisme:  Milieuschildering en karaktertekening staan centraal  Beschrijft werkelijkheid objectief en fotografisch zoal ze is  Milieuschildering en karaktertekening staan centraal  Bekijkt werkelijkheid door een donkere bril  Vrije wil van de mens is uitgeschakeld, de mens is gedetermineerd: zijn lot ligt vast door erfelijkheid, milieu, opvoeding en de tijd waarin hij leeft  Schrijvers zoeken hun inspiratie in laagste kringen en ‘afwijkende’ karakters  Toont bij voorkeur het lelijke: ellende, ziekte, afwijking, perversiteit en cetera. 38. Cobra is geen dier Expressionisme: 9

Juni 2019 

Schilders  proberen landschappen, dingen / mensen weer te geven zoals zij ze aanvoelen  gevoel > verstand  felle en harde kleuren (gekozen functie emotie)  vervormen/ deformeren ze de werkelijkheid  De schreeuw Van Edvard Munch  De bedelaar van Constant Permeke



poëzie          

bereken traditie GEEN rijm, metrum, vaste strofebouw,… Vrije verzen Geen Poëtische regels Onvolledige en ongrammaticale zinnen Hoofletters en interpuncties verdwijnt Alle woorden mogen gebruikt worden Gebruikmaken van citaten, diverse talen, affiches, reclameslogans,… Gedachten/ emoties zo dicht mogelijk te uiten Bedreigde stad van Paul van Ostaijen

Ritmische typografie:  Combinatie auditieve (ritmische) en visuele (typografische) 10

Juni 2019 



Doordringen onderbewuste van de lezer Luidop voorlezen

11...


Similar Free PDFs