Onderwijsbijeenkomst-13 PDF

Title Onderwijsbijeenkomst-13
Course Internationaal en Europees recht
Institution Universiteit Hasselt
Pages 10
File Size 190 KB
File Type PDF
Total Downloads 8
Total Views 131

Summary

Download Onderwijsbijeenkomst-13 PDF


Description

ONDERWIJSBIJEENKOMST 13 – JURISDICTIE EN IMMUNITEITEN -wat bedoelt men met een staatshoofd? Een staatshoofd is de persoon die het hoogste gezag vertegenwoordigt of belichaamt in een land. -wat is rechtsmacht of jurisdictie? heeft betrekking op het gebied waarover een overheidsorgaan bevoegd -wat zijn immuniteiten? Volkenrechtelijke immuniteiten vormen een belangrijke uitzondering op de principieel onbeperkte territoriale jurisdictie van Staten. Voor een land als België zijn deze immuniteiten bijzonder relevant, aangezien er in België meer dan 50 internationale organisaties zijn gevestigd en ongeveer 52.000 personen er genieten van een gepriviligeerd statuut. Immuniteit is de bescherming van een rechtspositie van een bepaalde persoon • •

Immuniteit van rechtsmacht Immuniteit van uitvoering

-territoriale zee? wateren vanaf de basislijn tot een bepaalde afstand waarbinnen dit land zijn wetten zelf kan bepalen, en waarbij de rechtspraak in zijn bevoegdheid ligt. 13.1 STAATSHOOFD De indonesische president Widodo wenst Nederland te bezoeken. Wanneer zijn vliegtuig bijna opstijgt, verneemt hij dat hij mogelijk gearresteerd kan worden in Nederland omdat een groep Indonesische ‘slechtoffers’ klacht tegen hem hebben ingediend bij het Nederlands openbaar ministerie wegens schendingen van mensenrechten waarin hij een hand zou hebben gehad. Nederland heft universele rechtsmacht over een aantal international midaden, zoals oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid, genocide en folterin. Is zijn vrees terecht? Nederland heft volledige rechtsmacht. Jurisdictie = de bevoegdheid die de volkenrechtelijke subjecten, in het bijzonder Staten, kunnen uitoefenen over personen, zaken en gebeurtenissen. Territoriale jurisdctie = rechtsmacht uitoefenen op eigen grondgebied - volheid van bevoegdheid - exclusief karakter: andere staten kunnen slechts optreden mits de staat daarmee instemt - uitzonderingen die voortvloeien uit gewoonterecht en vrijwillig aangegane verdragsverplichtingen voorbeeld:

een staat mag zijn grondgebied niet bewust laten gebruiken in strijd met de rechten van andere staten. Ook imuniteiten en internationale regels over de behandeling de aan vreemdelingen moeten worden gegeven.  Een staat kan voor het opreden op zijn grondgebied wel vrijwillige jurisdictie overdragen aan andere entiteiten. Criminele jurisdictie - de bevoegdheid van een staat om personen strafrechtelijk te vervolgen en te bestraffen. (kan enkel op eigen grondgebied)  actief personaliteitsbeginsel = bevoegdheid om gedragingen gepleegd door onderdanen in buitenland strafbaar te stellen en te vervolgen tegenover passieve personaliteit van Indonesie (= eigen onderdanen in buitenland beschermen) Beschermingsbeginsel = rechtsmacht van staat om in buitenland gepleegde misdrijven te bestraffen die de staatsveiligheid of zijn essentiële belangen aantast Immuniteiten :  MAAR : staatshoofd heft een immuniteit!  diplomatieke immuniteit (enkel zendstaten mogen deze afnemen) = de internationaalrechtelijke beschermde rechtspositie van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die maakt dat hij niet in rechte kan worden gedagvaard en/of data an verkregen uitspraak niet jegens hem ten uitvoer kan worden gelegd.  toerekenbaar aan staat  strafzaken : onschendbaar + immuun

 HIJ KAN NIET WORDEN GEARRESTEERD Staatshoofd heeft de meest verstrekkende immuniteit. - zolang hij in functie is is het een volledige immuniteit. Universele jurisdictie : toegestaan om dader strafbaar te stellen. Nederland kan rechtsmacht vestigen in Indonesië, door een indonesiër.  omdat die president is van indonesië geniet hij, zolang hij in functie is, volledige immuniteit van strafrechtelijke jurisidctie in andere staten. Vraag over immuniteit. Als staatshoofd heeft hij de meest vergaande immuniteit (immuniteit staatshoofd= gewoonterecht: hoe weet je of het gewoonterecht is? opinio juris en statenpraktijk. Arrest warrant, in speeches aangezet tot haat en genocide t.a.v de toetsies. Belgie was genocidewet nog van wet dus wou belgië hem berechten. Verschil met dit arrest en arrest warrant is dat het hier gaat om een president en in warrant over minister van buitenlandse zaken. In paragraaf 51 warrant arrest, stelt het hof dat staatshoofd, regeringsleiders en minister van buitenlandse zaken de meest verregaande immuniteit genieten. Omdat zij een representatief karakter hebben van de staat. Ze gaan de belangen van de staat behartigen. En omwille van het feit van hun functie zie ze beoefenen. Ze hebben dit nodig om hun functie degelijk te kunnen beoefenen. Verschil tussen criminele onschendbaarheid en criminele immuniteit. Een immuniteit heeft altijd te maken met imm van rechtsmacht of imm van uitvoering. Ondschendbaarheid: postitief compontent: bescherming negatief component: verbod op dwangmaatregelen. Paragraaf 55 arrest: hij is altijd immuun van rechtsmacht. Zowel in officiële als private handelingen. Hij moet immuun zijn zodat hij niet belemmert wordt om zijn functie naar behoren uit te voeren. (meest absolutie immuniteit)

Immuniteit van andere overheidsfunctionarissen is niet absoluut. Ratione personae: immuniteit gelinkt aan de persoon. (private en publieke handelingen zijn gedekt) aard: absoluut Ratione materae: immuniteit gelinkt aan handelingen in naam en voor rekening van hun zendstaat. Aard: niet absoluut want geldt enkel voor handelingen gesteld in functie.  Antwoord: Staatshoofd kan met gerust hard naar Nederland. Zijn vrees is niet terecht. Staatshoofd heeft meest absolute immuniteit volgens internationaal gewoonterecht (zie case warrant).  Kunnen ze dan niks doen? Jawel, artikel 27 statuut internationaal strafhof. Jawel, in eigen land berechten, want deze immuniteit geldt enkel in een andere staat en niet in de eigen staat. Jawel, de zendstaat kan zijn immuniteit opheffen en dan hij in Nederland wel berecht worden, hij kan ook zijn eigen immuniteit afstaan.

Relevante zaken : 1) Sharon – was minister van defensie in 1982 en Palestijnse munities hebben slachtingen uitgevoerd in Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon, bepaalde mensen hadden Sharon aangeklaagd in België obv Genocidewet. (In België omdat genocidewet aangenomen was in België en heel breed was). België had deze vooruitstrevende wet, vereiste niet dat er een aanknopingspunt met België moest zijn. Niet alleen Sharon werd in België aangeklaagd, maar wereldwijd een hele boel slachtoffers van dictators en international misdrijven dienden allemaal klachten in in België. Sharon was er een van, maar hij was in functie, dus probleem. 2) Minister buitenlandse zaken van Democratische Republiek Kongo (meneer derotiga) p 103 blokboek. In Brussel was hij aangeklaagd door slachtoffers van oorlogsmisdaden. Belgische onderzoeksrechters had ook international arrestatiebevel tegen hem uitgegeven.  probleem : hij kan overall buiten Kongo worden gearresteerd maar als minister van buitenlandse zaken wil je vrij kunnen reizen. komt tegenover immuniteit uit hoofde van zijn functie te staan. Kongo zei tegen IGH : arrestatiebevel is onrechtmatig uitgevaardigd en moet ingetrokken worden. Gerodica genoot als minister van buitenlandse zaken immuniteit van strafrechtelijke jurisdictie.  ook allemaal schendingen van jus cogens, dus eigenlijk is de vervolging van die misdrijven voorgaan op de immuniteit van die functionerissen.  IGH verwerpt dit argument, immuniteit gaat ook niet voor, maar ze vinden dat je 2 zaken van elkaar moet onderscheiden. 1) er is dus weldegelijk een schending 2) er is een immuniteit en die moet nog steeds verkregen worden

 Staatsimmuniteit, vooral immuniteit van staatshoofd vloeit direct voort uit soevereiniteit van een staat. Vervolgen van vreemd staatshoofd in België zou ook een inbreuk zijn op soevereiniteit van die andere staat  functioneel argument : anders zouden de internationale betrekkingen niet functioneren want dan zouden er constant allerlei vervolgingen zijn. Er is staatsimmuniteit en diplomatieke immuniteit - ene staat over andere staat geen bevoegdheid  iedereen gelijk dus over gelijken geen macht uitoefenen Immuniteit - ratione personae: immuniteit uit hoofde van zijn functie - ratione materiae: immuniteit voor handelingen die hij/zij heft verricht toen hij staatshoofd was (over handelingen geniet hij immuniteit)

Het gaat over een zittende functionaris : de immuniteit die een staatshoofd geniet, geldt die ook voor een zinnende minister van BZ? Deze minister heft niet dezelfde immuniteit als een staatshoofd, maar wel een gelijkende.  immuniteit gaat voor op vervolging : omdat zolang Jorodia minister van BZ is er geen arrestatiebevel uitgevaardigd kan worden door een andere staat.  redenering van het Hof : §51 (hof begint met vast te stellen dat in international recht omdat zij diplomatieke bevoegdheden uitoefenen, immuniteit van jurisdictie hebben zowel civiel als strafrechtelijk) §55 : immuniteit is absoluut zowel in private als officiële gelegenheden, zolang hij in functie is. Pinochet: dictator CHilli; was in VK en werd daar gearresteerd om uitgeleverd te worden aan Spanje: hij probeert beroep te doen op zijn immuniteit als voormalig staatshoofd britse House of Lords zet die immuniteit op zij: die is niet langer meer van toepassing op folteringen Pinochet was een voormalig staatshoofd, en geen zittend staatshoofd Als hij niet in functie is geldt immuniteit niet en mag hij wel worden gearresteerd. Hof voorzag dat dit zou lijden tot onrust, want hele idee erachter, dat immuniteit van staatshoofden en functionarissen vaak gebruikt om zich af te scheiden van criminele verantwoordelijkheid + dat ze misbruik maken van die immuniteit om te ontsnappen aan de vervolging. §59 – 61 : Hof probeert uit te leggen dat immuniteit niet leidt tot straffeloosheid  idee is : hoewel België niet bevoegd is, staat niet in de weg dat ze hem na zijn functie nog kunnen vervolgen. Andere mogelijkheid : staat immuniteit van minister van buitenlandse zaken opheft : eigen staat kan dit wel doen Alleen omdat wie staatshoofd is, geniet absolute immuniteit, zolang hij in functie is kon hij naar nederlandse regelgeving niet gearresteerd worden. Pinochet : voormalig staatshoofd, dus kon wel. Zittend staatshoofd kan niet. Zijn vrees voor arrestatie is dus niet terecht, want hij is staatshoofd en heft dus absolute immuniteit zolang hij in functie is. (verwijzen naar IGH arrest)

13.2 INTERNATIONAAL GERECHTSHOF, BELGIE T. SENEGAL (2012) Lees de samenvatting van het arrest van het Internationaal Gerechtshof in de zaak België t. Senegal (2012) U hoeft enkel de samenvatting van paragrafen 1-41 en 64-117 te lezen. U kan uiteraard ook het hele arrest lezen en de afzonderelijke opinies van de veschillende rechters.

1.Wat is de feitelijke achtergrond van de zaak? In vorige zaak was België de verwerende staat, en hier is België de aanklager.  zaak tussen België en Senegal. Het gaat over Habré, een voormalige president van Sjaad. Zijn politie maakte zich schuldig aan vroegschalige mensenrechten. (folteringtechnieken : alle lichaamsdelen achter de rug te binden, mond rond de uitlaat te binden) Mensen dienen in België vordering in om schadevergoeding te zien. Ofwel schadevergoeding ofwel uitleveren aan België. Senegal had zogezegd bevoegdheid niet om die te berechten en wou hem ook niet uitleveren, later dan toch een rechtbank opgericht. Op allerlei manieren zorgen om hem te berechten : 1) in belgie laten berechten obv genocidewet

- geen sprake van immuniteit want voormalig staatshoofd 2) belgië wilt hem uitgeleverd zien aut dedere, aut iudicare  in folterconventie staat dat wanneer je beschuldigd wordt van foltering zijn er 2 mogelijkheden, ofwel uitlevering aan staat die dit vraagt of staat kan zelf tot vervolging overgaan. Pogingen om een vervolg te krijgen begonnen vanaf 2000 – In eerste instantie zei singalese rechtbank, die verklaarde zich niet bevoegd, senegal legde vervolgens dossier voor aan afrikaanse unie, Habré in naam van Afrika vervolgen. Senegal zei tegen het Hof : we laten hem niet ontsnappen, hij moet hier blijven en in tussentijd moet het Hof zijn uitspraak doen. Belgische rechtbank, VN en Ecowas betrokken. - Aut dedere, aut iudicare – gebaseerd op art. 7 folterverdrag Belgie zegt jullie zijn partij bij folterverdrag dus aut dedere, aut iudicare. Senegal antwoord dat ze niet genoeg geld hebben om hem te berechten, dat er geen termijn is, geen resultaats verbintenis is, ecowas mee bezig, afr unie mee bezig, mr habre geniet immunteit als staatshoofd. Onder het folterverdrag moet senegal ofwel uitleveren ofwel zelf berechten. Argumenten van geen middelen, mee bezig, immuniteit telt niet. België heeft gelijk gekregen maar kan niks doen want hij kan niet berecht worden voor misdrijven gepleegd tijdens zijn ambtsperiode. Zijn immuniteit is uiteindelijk opgeheven door tsjaad waardoor hij wel kon berecht worden. - Arbitrage op grond van art. 30 - Committee against torture, houdt ook toezicht op verdrag. Staten moeten communiceren aan committee hoe het zit met het verdrag + heeft tegen Senegal gezegd dat ze tekort was geschoten aan verplichting door niet over te gaan tot verplichting tot uitlevering van Habré. - jurisdictie van IGH is ook gebaseerd op folterverdrag - ecowas die zich ook druk uitoefenen op Habré - afrikaanse Unie die zich ook druk uitoefenen op Habré  Senegal doet institutionele aanpassingen om berechting in eigen land mogelijk te maken en uitlevering niet te moeten doen. De regel: territorialiteitsbeginsel: Belgie heeft rechtsmacht over handelingen gesteld op haar grondgebied. Uitzonderingen: Actief personaliteitsbeginsel: nationaliteit dader Passief personaliteitsbeginsel :nationaliteit slachtoffer Beschermingsbeginsel: geen concrete band met de staat, maar misdrijven die zodanig erg zijn dat het aantastig is van belangen van de staat dat er jurisdictie over is. Universele jurisdictie: de meest serieuze misdade die zondanig ernstig zijn dat indien die gepleegd worden iedere staat die in de mogelijkheid is, hier iets aan mag doen. België wou hier dus berechten op grond van deze universele jurisdictie. Vraag 1: Elke betwisting die tussen de partijen zou hebben kunnen bestaan met betrekking tot de interpretatie of de toepassing van artikel 5, lid 2, van het verdrag, is komen te vervallen voordat de vordering ingediend werd.

2. Wat had precies tot het dispuut geleid? Vraag 2: Bij de indiening van de vordering bestond er een geschil tussen beide Staten en dat geschil bestaat nog steeds. Het Hof concludeert dat het feit dat Senegal er zeer lang over gedaan heeft om de noodzakelijke wetgeving aan te nemen een nadelige invloed heeft gehad op de nakoming van zijn verplichtingen krachtens artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 1, van het verdrag. Het Hof merkt op dat een Staat bij het verdrag niet alleen alle wettelijke maatregelen moet aannemen die noodzakelijk zijn voor het nakomen van zijn verplichtingen. De Staat moet immers ook zijn rechtsmacht laten gelden over elke daad van foltering die ter discussie, te beginnen met het aantonen van de feiten. Toen in 2000 bij Senegal een klacht aanhangig werd gemaakt tegen H. Habré heeft Senegal geen voorafgaand onderzoek geopend. FOEI!!! Toen in 2008 na de wets- en grondwetswijziging van 2007 en 2008 in Senegal een nieuwe klacht werd ingediend tegen H. Habré heeft Senegal evenmin een voorafgaand onderzoek geopend. Het Hof concludeert dan ook dat Senegal zijn verplichting krachtens artikel 6, lid 2, van het verdrag geschonden heeft. Senegal leverde Habré niet uit aan België en zelf ook niet overging tot berechting. Senegal gaat zelf over tot berechting door een aantal institutionele veranderingen te doen.. Reageert niet op belgisch verzoek op arbitrage onder VN folterverdrag;  voorleggen van dispuut aan IGH

3. Wat zijn de rechtsvragen? Vraag 3: - België wilt weten of Senegal een schending heeft begaan van artikel 5, lid 2 artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 1, van het folterverdrag. (p156)  schending van 5 lid 2 heeft al plaatsgevonden en die van 6 en 7 duren nog voort. - BE wilde een strafrechtelijke procedure starten tegen Habré voor folteringen waar hij aan medeplichtig is, en als hij niet wordt vervolgd, moeten ze hem aan BE uitleveren, zodat hij in BE kan worden berecht Art. 5 lid 2 zegt dat iedere staat verplicht is om maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om zijn jurisdictie te regelen over foltering. Art. 6 lid 2 zegt dat er een verplichting is om onderzoek te starten wanneer er feiten bekend worden aan een staat die een schending van het grondverdrag inhouden. Art. 7 lid 1 is de verplichting van aut dedere aut iudicare. (dat is de vraag, heeft Senegal dit beginsel geschonden en of Senegal andere verplichtingen onder verdrag heeft geschonden)

4. Wat zijn de argumenten van de partijen? Vraag 4: België : schending art. 6 lid 2 en art. 7, Senegal gefaald hem te vervolgen tenzij ze hem uitleverden, maar hebben ze niet gedaan.  Senegal niet genoeg gedaan Senegal : beweert dat ze geen enkele bepaling hebben geschonden van verdrag tegen foltering, besloten

hem niet uit te leveren heeft te maken met feit dat ze een eerlijk proces wouden voorzien.  beweren dat ze wel genoeg hebben gedaan

5. Wat is het antwoord van het Hof op de rechtsvragen? Het Hof stelt dat het verbod op foltering een onderdeel is van internationaal gewoonterecht en tot het ius cogens is gaan behoren. Hof vindt dat Senegal schending heeft begaan, niet onmiddellijk onderzoek en wetgeving veel te traag aangepast. Maar het Hof zegt ook dat het geen jurisdictie heeft om ook nog naar het gewoonterecht te kijken, alleen gebaseerd op folterverdrag, niet op basis van algemeen internationaal recht.  hij zegt niet dat er geen sprake is van een schending maar dat ze geen bevoegdheid hebben om zich hierover uit te spreken. 4de clausule : Hof zegt dat er inderdaad sprake is van een schending van art. 6 lid 2 aangezien Senegal niet onmiddellijk een voorlopig onderzoek is gestart. 5de clausule : er is ook sprake van een schending van art. 7 lid 1 aagnezien de regering van Senegal de zaak Habré niet meteen heeft overgedragen aan de juridische autoriteiten ter plaatse. 6de clausule : het hof gelast aan Senegal om de zaak Habré over te dragen aan de rechter en onmiddellijk tot vervolging over te gaan. België heeft dus wat ze wouden, het was ofwel Senegal zelf berechten ofwel uitleveren aan België, Senegal heeft hem nu dus zelf berecht.

6. Wat zijn de gevolgen van het arrest? Senegal heeft binnen de rechtbank 4 speciale kamers opgericht en speciale rechters aangewezen, zaak is voor Senegalese rechter gekomen en er werd een schoppende en schreeuwende meneer binnengebracht en zei dat hij rechtsmacht niet erkende en blablabla, verdediging heeft zonder zijn medewerking hem verdedigd, hij is veroordeeld maar zal wel in beroep gaan.

13.3 INTERNATIONAAL GERECHTSHOF, DUITSLAND T. ITALIË (2012)

Case: 1.Wat is de feitelijke achtergrond van de zaak? Duitsland daagt Italië voor rechshof omdat zij de immuniteit niet respecteerde. Gaat over oorlogsmisdrijven uti WO II. Schendingen uit tijd van WO II.  Duitsland en Italië waren eerst bondgenoten maar ze zijn van zijde gewisseld en Duitse leger is in bezettingsmacht veranderd.  gaat over misdrijven gepleegd tegen krijgsgevangenen in Italië. Gaat ook om krijgsgevangenen die in Duitsland als dwangarbeiders aan het werk werden gesteld. In italië werd afgezien van alle vorderingen, vervolgens in jaren 50 EN 60 vaak schadevergoeding betaald aan slachtoffers van de oorlog.

Hier viel de zaak buiten schadevergoedingregelingen, ze hadden nog niks gekregen.  duitse rechter en ehrm geprobeerd maar lukte niet.  naar italiaanse rechter, hij beoordeelde dat duitsland geen beroep kon doen op die immuniteit. Duitsland werd door internationaalse rechter verplicht tot betalen van die schadervergoeding. Italië begon dwangmaatregelen te nemen tegen Villa Vigoni in Rome, villa zoals meerdere staten hebben voor culturele uitwisseling, wast staatseigendom. Al deze maatregelen in strijd met IR.  korte versie : Duitsland in Italië veroordeeld tot betalen van schadevergoeding aan slachtoffers van oorlogsmisdrijven in WO II, ondanks Duitse staatsimmuniteit.

Beschermende maatregelen tegen Villa vigoni in...


Similar Free PDFs