Spinale-interneuronen PDF

Title Spinale-interneuronen
Course Neurologie
Institution Universiteit Hasselt
Pages 3
File Size 81.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 111
Total Views 140

Summary

Spinale interneuronen oefenvragen...


Description

FC1 van motoriek – deelvraag 2

Spinale interneuronen: Verklaar de volgende fenomenen aan de hand van onderstaande vragen (gebruik hiervoor pagina 360-365 ‘Spinal cord motor coordination’; pagina 249-251 ‘Spinal cord coordination’ uit LundyEkman): reciproke inhibitie; o De inhibitie van antagonistische spieren tijdens een agonistische contractie wordt bereikt door de interneuronen in het ruggenmerg dat de motorneuronen linkt in nde functionele groepen. o Wanneer een spier samentrekt, zullen de spierspoelen binnenin die spier signalen sturen naar het ruggenmerg die de interneuronen activeren die de MN van antagonisten inhiberen. o Dit gebeurt in vrijwillige bewegingen om de tegenwerkende antagonisten te voorkomen.  Vb.: reciproke inhibitie zal voorkomen dat de hamstring spieren signalen zullen afvoeren wanneer de quadriceps willen werken. o Reciproke inhibtie voorkomt ook de activitatie van de antagonisten wanneer een antagonistis zijn reflex wordt geactiveert  Vb.: een reflex hamer op de bicepspees zorgt voor verkorting in de biceps en stretcht abrupt de triceps. Zonder de reciproke inhibitie zou de triceps reflex (samentrekken) niet voorkomen worden. recurrente inhibitie; spiersynergie; o Spiersynergie is gecoördineerde spier actie o We gebruiken constant synergistische spieren  Eten, vinger en elleboogflexie, gecombineerd met supinatie,.. om voedsel naar onze mond te brengen  Type 2 afferente dragen bij tot de synergie door het afleveren van informatie aan de ruggenmergneuronen van tonische receptoren in de spierspoelenen, cutane en subcutane aanraak- en drukreceptoren en gewrichtreceptoren. o Onderzoekers gebruiken meestal synergiespieren om de activiteit van spieren die vaak tezamen geactiveert worden door het zenuwstelsel te benoemen. stappatroongeneratoren; o Wanneer een persoon wandelt, zal elk lidmaat alternerend in flexie of extentie gaan.

o Stappatroongeneratoren zijn aanpasbare netwerken van spinale interneuronen die motor neuronen activeren om alternerend te flexen of te extenseren thv de heup en knie o Elke onderste lidmaat heeft een gedediceerde SPG. De cyclus van de twee SPG’s zijn gecoordineerd door signalen die vanuit de anterior commissure van het ruggenmerg komen, zodat wanner 1 been in flexie gaat, het andere been in extensie zal gaan.  Naast de genererende repetitieve cyclus, zullen SPG’s ook proprioceptie ontvangen en interpreteren en voorspellen ze de appropriate sequenses van actie doorheen de stapcyclus. o De alternerende flexie-extensie die tot stand komt door de SPG activiteit is niet het enige mechanisme dat zorgt voor het wandelen.  Posturale controle, corticale controle van dorsiflexie, normale basale ganglia en cerbellaire controle, en afferente informatie zijn ook essentieel voor de menselijke locomotie.  Afferente input die timing aanpassen, faciliteren de transmitie van stand naar swingfase van de gaitcyclus en zorgt hier ook voor de spieractivatie. golgipeesorgaan in beweging. o GPO’s dragen bij aan de proprioceptie door de tensie in de pezen te registreren. o Deze informatie wordt overgebracht door type Ib afferenten naar hhet ruggenmerg.  Dit stimuleert de interneuronen die de motorneuronen exciterend of inhiberend laten werken bij de synergisten en de spieren van de oorsprongsplaats.  Vb.: het stimuleren van de peesorganen van bepaalde extensor-spieren tijdens het dragen van gewicht, lokt autogenische excitatie uit van de spieren van de oorsprong. o GPO signalen zijnn nooit geisoleerd van de input van andere propioceptoren o GPO signalen lokken geen reacties uitlokken die onafhankelijk zijn van de reacties van andere proprioceptoren.  Interneuronen die signalen ontvangen van GPO’s zullen ook sognalen ontvangen van spierspoelen, cutane afferenten, gewricht-afferenten en van de afdalende paden. o De rol van GPO’s bij beweging is om de spiercontractie aan te passen in samenwerking met andere proproceptieve signalen en motorsignalen van het brein.

o Het effect van GPO-input is niet sterk genoeg om vrijwillige spiercontracite te inhiberen.  GPO kan enkel ervoor zorgen dat er voldoende inhibtie is voor de reflex van relaxatie van een overspannen spier. o Wanneer de spier stopt met contraheren, zal de GPO stoppen met siganel af te vuren  Dit wijst er dus op dat de GPO niet volledig (alleen) instaat voor het ontspannen van nde overbelade spier. Welke rol spelen spinale interneuronen bij het tot stand komen van spiersynergieën? o Interneuronen die geactiveert worden door type 2 afferenten projecteren naar de motorneuronen van spieren die thv andere gewrichten werken, zullen een ruggenmerg basis voor spiersynergie voorzien. Welke rol spelen spinale interneuronen bij de invloed van het golgipeesorgaan op beweging? o Zie vraag ‘stappatroongeneratoren’ Welke rol spelen spinale interneuronen bij het tot stand komen van stapbewegingen? o Zie vraag GPO...


Similar Free PDFs