Symbolisch Interactionisme PDF

Title Symbolisch Interactionisme
Course Sociologische benaderingswijzen
Institution Universiteit Gent
Pages 8
File Size 159.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 14
Total Views 119

Summary

symbolisch interactionisme les...


Description

SYMBOLISCH INTERACTIONISME: CHICAGO SCHOOL Oorsprong:

vaak Amerikaans gesitueerd ook niet-Amerikaanse ‘voorouders’:

1) romantische Duitse filosofen Kant, Hegel, Schopenhauer, Dilthey, ...

2) Schotse moraalfilosofen Smith, Hume, Ferguson, ... ! Adam Smith (1759): “looking-glass”

Zie looking glass self (door het ogen van anderen eigen gedrag onderzoeken)



Amerikaanse pragmatische filosofen Peirce, Dewey, James

kern pragmatici: menselijke geest

= = =

adaptatie-instrument natuurlijk object wetenschappelijk bestudeerbaar

Bestaande thema’s echo’en en verder uitdiepen Belangrijk: kern van betoog: menselijke geest als natuurlijk object die apatatie aan omgeving mogelijk maakt (natuurlijke wereld en sociale wereld) = adaptatie instrument William James a. self = concept met meerdere facetten onderscheid: I en Me b. self = product van relaties met anderen

SYMBOLISCH INTERACTIONISME Cooley, Thomas, Mead, Blumer Cooley: sterke nadruk op het mentale en het subjectieve: ook het sociale leven dus (samenleving als een relatie tussen ideeën) zonder samenleving geen individu, geen self zonder er spraken is van others James denkt individualisticher

symbolisch interactionisten Charles Cooley Grondlegger van symbolisch interactionisten (wel heel affectief tewerk) 

nadruk op mentale en subjectieve (maar ook het sociale leven)



samenleving = relatie tussen persoonlijke ideeën overstijgt individualisme van James

looking glass self: 3 ideeën 1) iedereen heeft altijd een idee van hoe zij of hij overkomen bij anderen 2) een idee welke oordelen of reacties dat uitlokt 3) we kunnen daar op een bepaalde manier op reageren

kritiek:  mentalistisch – looking-glass-self, ‘society is in the mind’  lacune: symbolisme alleen het ik en zijn bewustzijn tellen, eigenlijk geen rekening houden met symbolen (staat centraal bij andere interactionisten zoals mead)

methode:  sympathetic introspection: sterk inlevensvermogen. Bewustzijn komt centraal te staan. Op die manier inzicht krijgen in de samenleving

William Isaac Thomas (niet in de tekst in de reader) belang van subjectieve en objectieve feiten: objectieve feiten: situatie die om respons vraagt tussen situatie en respons: definitie van de situatie (het subjectieve) hoe mensen de situatie definiëren, waarom zo belangrijk? Krachtig argument namelijk het thomestheorema: “if men define situations as real, they are real in their consequences” Als je een bepaalde situatie op een bepaalde manier percipieert zal deze perceptie ook consequenties hebben in de reactie er op Bv onderzoek naar leerkrachtenverwachtingen

George Herbert Mead Beschouwd als de belangrijkste!! basisdictum: vertrekpunt = sociale proces, interactie  basis van mind, self en samenleving interactie als centraal element ( cooley zonder aandacht vr symbolen) het is vanuit het sociale proces dat mind, self en society ontstaan. Mead gaat heel uitgebreid in op elk afspect. Mead = filosoof – Universiteit Chicago – zelfde departement als Dewey noemt zichzelf ‘sociaal behaviorist’ (cf. Watson) mead noemde zichzelf een sociaal behaviorist: dit betekent heel veel. Hij w gecatogoleerd bij de pragmatici maar hij ziet zichzelf anders. Was zelf bewonderaar van behaviorist watson. Als je inzicht wil krijgen tot geest moet je die reduceren tot het openlijk gedrag dat w gesteld door individuen ook het belang van sociaal interacties met anderen (dus niet elk openlijk gedrag maar sociaal openlijk gedrag)



verwerpt individualisme James en mentalisme Cooley

Door de nadruk op het sociale, de interactie = andere invalshoek, meer sociologisch denken

doel Mead: individu verzoenen met samenleving hoe die twee zich tot elkaar verhouden 1) individu met uniek perspectief op realiteit (subjectief) we hebben allemaal een bepaald idee, perceptie vd werkelijkheid 2) via ‘joint activity’ worden percepties aangepast aan anderen we kunnen pas met andere dingen samen doen als we via die joint activity onze eigen percepties aanpassen aan anderen ! communicatieve aspecten van sociaal proces Onze communicatie en het belang van communicatie centraal: ontwikkeling significant symbool

theorie Mead stapsgewijs  handelen – ‘act’ - personen handelen in relatie met de omgeving geen sprake van conditionering! We reageren niet gewoon op stimuli in omgeving. Het is daarentegen zo dat we in relatie met die omgeving ons gedrag vormgeven. -

vier stadia: 1) impuls (bv honger, moe worden en willen gaan zitten) 2) perceptie (bv je ziet iets om te eten, je ziet een bank) 3) manipulatie (bv je gaat de bank inspecteren in functie wat je wil doen: zitten) 4) consumptie (bv je gaat de bank gebruiken in functie van die impuls, het object heeft geen betekenis, het is een houtenplank maar het krijgt een betekenis in de handeling van het individu) 

objecten krijgen betekenis door interactie met mens

Op die manier worden ze relevant. Door interactie met anderen weten we dat ook, wat die betekenis is. We weten dat een bank iets is waar we op gaan zitten.

 ‘social act’ basismechanisme = ‘gesture’ (uitwendige, zichtbare attitude) temporele organisatie (vergemakkelijkt interactie, men kan zich op die gesture anticiperen, reden dat online lesgeven zo moeilijk is bv) gestures  significante gestures  significante symbolen role taking  joint action

attitude: de innerlijke fase: het begin van een bepaald handelen niet bewust van een gesture: geeft wel aan dat je bepaalde handeling gaat stellen (bv roodworden voor je iemand moet aanspreken) significante gestures: bewust gebruiken, betekenisvol gebruiken, andere interpreteren dit significante symbolen zoals taal belangrijk aspect: we kunnen ons in andere mensen plaatsen, ons handelen er aan aanpassen, zo krijgen we net die joint action

 ontwikkeling ‘self’ ontstaat uit sociale interactie net als elk ander object twee aspecten: ME – gesocialiseerde aspect I – impulsief, creatief, spontaan ontwikkeling van de identiteit via ‘play-fase’ en ‘game-fase’  internalisering ‘generalized other’

Vorming van identiteit of het zelf Zelf heeft 2 aspecten namelijk het I en de Me Ontwikkeling van het self en voornamelijk dan die Me, hij onderscheid fasen. Men begint in een imitatiefase, daarna in een play fase (bv poppenspel) game (rol van verschillende anderen: bv een voetbalspel waarbij het essentieel is om de rollen van anderen te kennen) Als je dit vertaald naar ruimere samenleving gaan we die rollen niet alleen naar spelletjes internaliseren maar de andere in het algemeen internaliseren: dan is de me ontwikkeld, we zijn gesocialiseerd Herbert Blumer synthese en integratie van de verschillende theorieën naam: “SYMBOLISCH INTERACTIONISME” (hij heeft de naam op het perspectief geplakt)

* basisstellingen SI (kijk naar deze basisstellingen bij paper bv) 1) mensen handelen mbt objecten in functie van de betekenis van die objecten Die objecten kan vanalles zijn. Materiele objecten, maar ook mensen, abstracte ideeën als vriendschap en ideeën, het is heel ruim, we handelen in functie van de BETEKENIS Eenzelfde object kan verschillende betekenissen hebben, zal ook weer bepalen hoe men handelt ten aanzien van dat object 2)

betekenis ontwikkelt via interactieprocessen betekenis = sociaal product betekenis verandert en ontwikkelt in interactie

komt niet uit de lucht gevallen, elke betekenis als sociaal product die kan veranderen en zich kan ontwikkelen in interactie.  niet inherent aan het object

3)

er wordt met betekenis omgegaan in een interpretatief proces  interne conversatie

Geen externe conversatie, we zijn ook instaat tot interne conversatie. Het creeëren van bewustzijn, omdat we dat hebben kunnen we met onszelf babbelen. We kunnen daarom ook de betekenis van objecten aanpassen.

betekenis wordt geïnterpreteerd, aangepast en gehanteerd in functie van de situatie  1) indicatie actor wijst zichzelf dingen aan die betekenisvol kunnen zijn 2) aanpassing

concrete

De betekenis van de objecten ligt nooit vast. Door interne conversaties en de reacties van anderen. Men kan dit ook toepassen op het zelf: object door self vervangen

* basisbegrippen SI Het ene concept volgt het andere op. 1) samenleving – menselijk groepsleven  sociaal handelen joint action: dus ook iets waar Mead van uitgaat. Om die joint action te krijgen is sociale interactie nodig 2) sociale interactie conversation of gestures bv: rood worden gebruik van significante symbolen bv: taal



non-symbolische interactie



symbolische interactie

voorwaarde: zichzelf in plaats van anderen kunnen stellen zichzelf als object kunnen nemen

3) aard van objecten realiteit bestaat uit objecten cf. basisprincipes  aard object bestaat uit betekenis object gevolg: 1) omgeving bestaat alleen uit gekende objecten 2) objecten hebben geen vaste status nominalistisch: enkel wat echt bestaat, wat je kan percipiëren objecten geen vaste status want betekenis kan veranderen 4) mens als handelend organisme self = object ! vermogen tot interne conversatie Hier zien we dat Bloom er kort de identiteitsvorm herhaalt via processen van play en game fase.

5) menselijk handelen cf. stadia Mead  impuls, perceptie, manipulatie, consumptie constructie van handelen in proces van indicatie en interpretatie idem mbt ‘joint action’  ook hier interpretatief proces  individueel en collectief

Zowel op individueel als collectief niveau: hier komt hij op het idee van join action

6) interlinkage of action  groepsleven of samengepaste handelingslijnen leden groep drie observaties: 1. repetitieve en stabiele joint actions voorafbepaalde vormen: het huwelijk, hoe een klas w georganiseerd andere vormen kunnen wel opduiken 2. uitgebreide connecties - instituties 3. belang van voorgaande acties Joint action staat nooit op zichzelf Samenleving hebben we te maken met een aantal samengestelde handelingslijnen binnen een groep waar grote intstituties, gehelen Geheel wordt gereduceerd tot delen: reductionisme

conclusie ! duidelijk verschil met sociologie van het sociaal handelen  bij beide betekenis centraal

SSH: macro SSI: micro SSH:

SI:

verklarend begrijpen van betekenis in ruimere context determinanten van betekenis in ruimere context

ontstaan van betekenis in termen van PROCES hoe wordt betekenis gegeven en gedeeld?  INTERACTIE (los van brede context)...


Similar Free PDFs