Title | Townsend.docx |
---|---|
Course | Organisatie en methodiek van de GGZ |
Institution | Thomas More |
Pages | 3 |
File Size | 109.4 KB |
File Type | |
Total Downloads | 90 |
Total Views | 142 |
Download Townsend.docx PDF
Townsend Examen Je moet weten wat de diagnosen betekenen (handboek Townsend) Beïnvloedende factoren en bepalende kenmerken uit de casus kunnen halen Doelstellingen opstellen; korte (1-2w) en lange termijn (tegen ontslag) Interventies opstelen
1. Inleiding - verpleegdiagnosen
Verpleegkundige stelt aard van verpleegkundige problematiek vast op grond van: o De verpleeg anamnese o De verpleegkundige observatie Markeren van een eigen terrein Niet de ziekte, maar de reactie op de ziekte zullen de diagnose uitmaken (ANA, definitie van de verpleegkunde) Men probeerde één classificatiesysteem uit te werken brengt een gemeenschappelijke terminologie tot stand Belangrijk voor het beoefenen van praktijk en wetenschap Nu: 2 veelgebruikte classificatiesystemen: o Gordon: 11 gezondheidspatronen o NANDA (NorthAmerican NursingDiagnosis Association) Townsend Iedere verpleegdiagnose bestaat uit 3 onderdelen (Gordon, ’87): o P (probleem): menselijke reactie op feitelijke of dreigende gezondheidsproblemen o E (etiologie): eerdere ervaringen vdpatiënt, erfelijke factoren, huidige omgevingsfactoren o S (signsand symptoms): gegevens die zijn afgeleid uit wat de patiënt zelf vertelt en uit de observaties van de verpleegkundige en die duiden op de aanwezigheid van een bepaald probleem. Vormen de basis van een verpleegplan Het probleem ‘samenhangend met’ de beïnvloedende factoren en ‘gekenmerkt door’ de aanwijzingen en symptomen. 2 Basisstrategieën o Inductieve strategie Op grond van de klachten, symptomen, anamnese en eigen observaties stelt arts diagnose Gaat uit van gerapporteerde symptomen, tekens of gedragingen die op verpleegproblemen kunnen wijzen Er is een afwijking van ‘het normale’ en dit poogt men te benoemen Angst wordt vastgesteld door symptomen die door de patiënt gerapporteerd worden o Deductieve strategie ≈Preventieve geneeskunde Uitgangspunt zijn niet de symptomen MAAR de situaties die een risico op een bepaalde ziekte inhouden Als een cliënt zich in een risicosituatie bevindt, wordt nagegaan of de aandoening aanwezig is. Opsporen van ziekte nog vooraleer ze zich in waarneembare symptomen voor de patiënt manifesteert Bv.werknemers die met producten werken die gezondheidsrisico’s inhouden Vaak werken verpleegkundigen deductief
Bv.van een moeder van kleine kinderen verwacht men dat zij zich zorgen gaat maken over de kinderen. POTENTIËLE PROBLEMEN Relatie tussen symptomen en (diagnoses) o Geheel of combinatie van symptomen o Hoe beter symptomen beschreven zijn, hoe betrouwbaarder het diagnostisch proces o Interventies worden niet bepaald door diagnoses maar door de problemen die van patiënt tot patiënt (bij eenzelfde diagnose) verschillen. Professionalisering van het beroep o Grenzen afbakenen o Wetenschappelijke methode Stappen van het verpleegkundig proces -dynamisch o Verpleegkundige anamnese o Diagnose: zorgbehoeften en verpleegdoelen o Zorgresultaten bepalen: criteria om te meten o Planning o Uitvoering o Evaluatie
P. 28 –verpleegkundige anamnese Algemene gegevens Omstandigheden bij opname Predisponerende factoren o Erfelijke factoren o Eerdere ervaringen o Huidig functioneren Directe aanleiding tot de opname Beleving van de stressveroorzakende factor Adaptatiereacties (bv.jezelf aanpassen aan stressfactoren zodat ze minder stress geven) o Psychosociaal reacties op stress? o Fysiologisch automatische reactie op stress? Samenvatting van de eerste psychosociale en lichamelijke anamnese
Genogram
2. Observeren – rapporteren – ordenen 2.1 Observeren
Doelbewust waarnemen vanuit een kritische instelling o In verschillende situaties o T.o.v. zichzelf vraagt objectiviteit rekening houden met je eigen subjectiviteit o Bewust zijn van mogelijke projectie: toeschrijven van eigen gevoelens en gedragingen aan de patiënt
2.2 Rapporteren 2.2.1 Aandachtspunten
Niet alleen kijken naar het ziektebeeld Ook richten naar de sociale werkelijkheid (patiënt is meer dan de symptomen) Waarneming heeft een onvolledig karakter o We zien daden, geen drijfveren o Zien we drijfveren, dan zien we geen innerlijke bewogenheid o Vorm van egoïsme veronderstellen dat innerlijke machten bij de patiënt ook aanwezig zijn (‘omdat het bij ons ook zo is’) o Waarneming is onvolledig: zien wat we willen zien o Onzekerheid mag in een rapport o Voorwaarde voor goede waarneming: kennis van jezelf!
2.2.2 houding eerste contacten
Niet opvallen: ‘hulpverlener-allesweter’ Aanpassen: geen kritiek of bijsturingen Accepteer zijn manier van leven/zijn Blijven luisteren (en niet direct je eigen mening geven) Zo weinig mogelijk vragen reageren op wat gezegd wordt Eigen mening niet geven ~terechtwijzing wel vragen naar adviezen die pat. al kreeg Samenvatten, structuur aanbrengen Niet schrijven tijdens het gesprek Toegankelijk zijn Patiënt zelf het doel laten formuleren Let op vooroordelen!...