Volksepos PDF

Title Volksepos
Course Communicatievaardigheden Nederlands I
Institution Hogeschool Gent
Pages 13
File Size 244.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 56
Total Views 141

Summary

Overzicht van alle volksepos...


Description

VOLKSEPOS Definitie

fabel Latijnse fabula = vertelling, verhaal

Oorsprong

De oorsprong zou hebben gelegen in India, waar aan dieren en planten menselijke eigenschappen werden toegekend. Via Griekenland is het genre naar het Westen gekomen.

Geschiedenis

In de middeleeuwen, de renaissance en de zeventiende eeuw was het genre populair.

parabel zinnebeeld noemen we ook wel een een prentje met bijschrift. gelijkenis. De literaire term Emblemata kan men komt van het Griekse paratyperen als een ballein wat werpen, plaatsen raadselachtige combinatie naast, vergelijken betekent. van teksten (motti en subscriptio’s) en afbeeldingen (picturae). ontstaan in de 16de eeuw in Italië

stripverhaal oorspronkelijk van stroken (strips) van enkele zwart-wit prentjes die dagelijks in de krant verschenen.

In 1531 besloot de uitgever van de Italiaan ALCIATO om diens dichtbundel Latijnse epigrammen (korte gedichten met een woordspeling of pointe) met illustraties te verrijken.

Het verwijst ook naar de wekelijkse afleveringen die vaak in kleur in de weekendbijlage van de krant of als aparte pagina bij een tijdschrift verschenen.

Het boek kreeg de titel Emblematum liber en had erg veel succes in heel Europa.

de negentiende eeuw

Aan het eind van de negentiende eeuw begonnen krantenmagnaten in Amerika komische strips met tekstballonnetjes in hun kranten te plaatsen in hun concurrentiestrijd om de hoogste oplage. Ze probeerden op die manier de weinig geletterde immigranten voor zich te winnen.

Door het stripverhaal steeg de oplage van de krant New York World enorm. Als reactie publiceerde de krant The New York Journal een andere stripreeks: the Katzenjammerkids van R. DIRKS, een reeks kwajongensverhalen. Die economische binding van bij het ontstaan zegt veel over de latere producten. Tot aan WOII domineerde de Amerikaanse productie de Europese markt. Van 1900 tot 1930 waren het grappige verhalen, van 1930 tot 1940 waren het avonturenverhalen (Mickey Mouse, Donald Duck, Tarzan en de apen, Prince Valiant), van 1940 tot 1954 waren het vooral superhelden (Superman, Batman, Spiderman, Supergirl, Captain America, Thor en Mightor), van 1954 tot 1962 recessie waarbij er strenge

eisen gesteld werden aan de producenten wat pedagogisch goed was, maar niet zo goed was voor de creativiteit. Na 1962 kwam er een nieuwe bloeitijd met intellectuele strips waarbij humor ook belangrijk was. In Nederland ontstond aan het eind van de negentiende eeuw een soort stripverhaal met plaatjes en daaronder een stuk tekst.

Betekenis

Soorten

De werking van een parabel kan maar geslaagd heten als de toehoorder of lezer niet enkel tot een nieuw inzicht komt, maar er ook naar handelt

De stijl zette zich in de twintigste eeuw door. Strips zijn lange tijd een genegeerde kunst geweest. Ze werden zefs verderfelijk genoemd voor kinderen. Ze zouden leiden tot leesluiheid. Strips zijn al lang niet alleen meer tijdschriften voor kinderen. Er bestaan hele reeksen voor volwassenen.

Het gamma van thema’s, gevoelens en genres hoeft niet meer onder te doen voor de gewone literatuur. Auteurs bewerken fantastische verhalen van bv. Edgar Allen POE (Alberto BRECCIA), schrijven politieke verhalen (MUÑOZSAMPAYO) of autobiografische kortverhalen (Edmond BAUDOIN). In dit genre, dat een artistiek karakter heeft, spreekt men ook wel over graphic novels. De tekeningen zijn hier vaak zwart-wit. Heel typisch in dit genre is ook de fantasy en de sciencefiction die in ruime mate aan bod komen. Nog een bekend voorbeeld van een graphic novel is Persepolis van Marianne SATRAPI over haar jeugd in Iran tijdens de Iraanse

Kenmerken

Oorspronkelijk waren fabels dus eenvoudige verhalen uit het dierenleven en de grens tussen fabel en sprookje was niet altijd scherp te trekken, evenmin als die tussen fabel en dierenepos. Een fabel is een kort didactisch verhaal, van volkse oorsprong, waarin vooral dieren, maar soms ook planten en dingen spreken en handelen als mensen. De dieren vervullen de hoofdrol. Een fabel bevat een algemeen bekende waarheid of wijsheid die geïllustreerd wordt door een treffend beeld. De toon kan spitsvondig of satirisch zijn, maar ook moraliserend en belerend. De moraal (de les, de levensregel) wordt in de fabel duidelijk uitgesproken, hetzij aan het begin, hetzij aan het eind.

De parabel is een bijzondere vorm van gelijkenis, nl. een verhaal dat bedoeld is om de toehoorder of lezer tot een morele houding te overreden door de boodschap, de diepere betekenis op een aanschouwelijke wijze voor te stellen. De lezer of toehoorder moet een overeenkomst ontdekken tussen zichzelf en de verhaalfiguren (altijd mensen) en gebeurtenissen, waardoor de les goed overkomt. Hoewel veel parabels allegorisch geduid (kunnen) worden, verschillen ze fundamenteel van de allegorie door hun één-puntovereenkomst: hiermee bedoelen we de globale overeenkomst tussen de parabelsituatie en die van de toehoorder of lezer, zonder dat élk personage of élk feit verwijst naar een bestaand personage of feit in de

We kunnen de zinnebeelden als de voorloper van het stripverhaal beschouwen. Embleembundels zijn boeken met prenten, waarbij opschriften staan en onderschriften met uitleg, meestal op rijm. Door de prachtige gravures kunnen we van de emblemata veel leren over vroegere tijden, zoals over het huiselijke leven in die dagen (interieurs, huisraad en kleding). JACOB CATS volgde in Sinne en Minnebeelden per embleem steeds hetzelfde patroon: via het vermakelijke lokt hij zijn lezers naar het stichtende. Hij begint steeds met een amoureuze uitleg van een voorstelling, geeft daarna een maatschappelijke verklaring bij dezelfde illustratie, om ten slotte zijn doel te bereiken met een

revolutie. - Kenmerken Een goede strip moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Hij moet: tijdloos zijn harmonieus zijn een origineel scenario hebben goede dialogen hebben goede lay-out hebben humor bevatten een goede interactie tussen de personages hebben een duidelijke verhaallijn hebben bij een hoofdpersonage ook welomschreven nevenpersonages spannend zijn spontaan evolueren met de tijd - Vormen Er zijn verschillende vormen van stripverhalen: De strip kan ruwweg in een aantal categorieën worden onderverdeeld, die elk populair zijn in een eigen regio: de cartoon: een enkel plaatje, al dan niet voorzien van tekst;

Doordat dierlijk handelen en menselijk denken met elkaar gecombineerd worden, kan men de menselijke zwakheden makkelijk op de korrel nemen en zo de mensen een spiegel voorhouden. Een fabel is meestal op rijm geschreven, maar heeft een episch (verhalend, vertellend) karakter. Meer en meer heeft men de fabel op de moraal toegespitst. In die zin wordt hij vaak vergeleken met de parabel, die iets plechtiger is, religieus van aard en niet over dieren maar over mensen gaat. Bij de fabel blijft de zedenles praktisch, alledaags en nooit godsdienstig.

werkelijkheid.

religieuze interpretatie.

In de parabel van de Japanse steenhouwer zien we de mens die ontevreden is met wat hij heeft (omdat zijn werk te zwaar is en hij te weinig verdient) en die steeds meer wil. De kunst van de parabel is dat aanschouwelijk voor te stellen.

Op de prent zit een man aan tafel pijp te roken. Cupido draagt een rolletje tabak aan en drie Goudse kleipijpen.

Daardoor en ook door het plechtige taalgebruik zal de lezer zich niet geviseerd voelen en is hij vlugger geneigd zich door het verhaal te laten bewegen en erbij stil te staan. Het gegeven is vaak uniek en de lezer wordt erdoor gegrepen. De parabel schept afstand, provoceert en appelleert. Het ongewone van een parabel ligt niet zozeer in het feitenverloop in de parabel, maar in de tegenstelling tussen het verloop van de feiten en de

De minnegod wordt als handelaar in rookwaren voorgesteld. Het roken lijkt aangenaam zo doceert CATS in de begeleidende gedichten maar wie goed kijkt ziet dat rokers dikwijls zitten te huilen vanwege de prikkelende rook. Zo is het volgens de amoureuze uitleg ook met de liefde: zij oogt zo aardig maar het kan zijn dat je er uiteindelijk niets aan overhoudt.

de gag-strip: een (meestal horizontale) strook bestaande uit een of meer plaatjes die een kort verhaal uitbeelden; de paginastrip: een compleet verhaal, over meerdere pagina’s afgebeeld; de comic: Amerikaans formaat stripboek van standaard 32 pagina’s; het stripalbum: meestal 48 of 64 pagina's, soms 56 pagina's; de striproman of graphic novel: een stripboek met 'romandikte': minimaal 80 pagina's, maar meestal meer dan 100 pagina's.

werkelijkheid daarbuiten. Voorbeelden/ overige informatie

CATS is nog zo een bekend figuur. In de 17de eeuw kwam de fabel opnieuw tot bloei, vooral door de Franse dichter Jean DE LA FONTAINE.

Parabels uit het Nieuwe Testament: De Parabel van de Verloren Zoon Christus sprak namelijk veel in gelijkenissen. Ook in het Oosten, in de boeddhistische literatuur was het genre erg bekend. Ook later nog, tot in onze tijd, zijn er parabels geschreven. (LVLT)

Het liefdesembleem bereikte in 1618 een hoogtepunt toen JACOB CATS zijn Sinne- en minnebeelden publiceerde.

In Nederland en Vlaanderen heeft men een beetje een dubbele houding tegenover de strip. In de jaren veertig werden strips in het onderwijs afgeraden door het Nederlandse ministerie van Onderwijs, ook in de jaren zestig was dat nog zo in Vlaanderen, maar in de jaren zeventig kwam een voorzichtige omslag toen de minister ze adviseerde als illustratiemateriaal bij de lessen epiek. Vanaf toen gebruikt men strips vooral in het vreemde talenonderwijs (Suske en Wiske), in geschiedenislessen of in lessen Latijn (Asterix). Veel leraren zijn er nog altijd niet zo van overtuigd dat strips ook een educatieve waarde hebben. Toch is dat wel zo.

VOLKSEPOS

cursiefje

column

novelle

short story

Definitie

Oorsprong Geschiedenis

ontleend aan het gebruikte lettertype.

Vanaf 1856 verschijnen in de Leidse Studentenalmanak melancholische schetsjes van François HAVERSCHMIDT (Piet PAALTJENS). Ze worden later met andere gedichten gebundeld in Familie en kennissen (1876). Vanaf 1894 verschijnen humoristische schetsen van Herman HEIJERMANS onder zijn pseudoniem Samuel FALKLAND: de zogenaamde Falklandjes. Het cursiefje is een vrij nieuw genre dat met succes beoefend is door Simon CARMIGGELT. In de twintigste eeuw wordt hij als de vader van dit genre beschouwd. Hij schreef als columnist van het dagblad Het Parool onder het

verticale onderverdeling van een krantenpagina, kolom.

Italiaanse novella dat nieuwtje betekent.

Het genre is in de Italiaanse renaissance ontstaan. Oorspronkelijk was het een verhaal dat iets nieuws wou brengen naar inhoud en vorm, waarbij het ongewone en ongehoorde werd benadrukt (een ongehoorde gebeurtenis, een kernachtige presentatie met pointe). Deze verhaalvorm groeide in de 19de eeuw uit tot een realistische, naar vorm en inhoud nieuw soort van verhaal. Daarbij zocht de auteur naar een ongewone gebeurtenis met een kernachtige pointe.

een specifiek genre van verhalende literatuur dat ontstond in de eerste helft van de negentiende eeuw

pseudoniem Kronkel van 1946 tot 1983. Betekenis Soorten Kenmerken

Een cursiefje of humoreske is een kort humoristisch verhaal, dat meestal in een krant of tijdschrift gepubliceerd wordt. Het is een grappige vertelling of schets van eenvoudige, alledaagse ervaringen, vaak met een moraliserende strekking die achter de ironie of lichte satire schuilgaat. Het vormt een vaste rubriek in een krant of tijdschrift en het heeft een vaste plaats op dezelfde pagina. De tekst is vaak in de ikvorm gesteld. De schrijver schrijft in een eenvoudige taal, maar die wordt door de taalhumor vaak verrassend en origineel. De ironie verzacht de

Een column is een kort opiniestukje. Hij verschijnt evenals het cursiefje met regelmaat en op een vaste plaats in een krant of tijdschrift, vaak in één kolom. De columnist schrijft meestal over actuele gebeurtenissen en geeft er zijn hoogstpersoonlijke commentaar op. Hij spreekt overigens niet namens de krant maar uit eigen naam. Columns kenmerken zich door de vaak scherpe en satirische behandeling van actuele onderwerpen of van bepaalde modetrends. De stijl is eenvoudig, de toon kritisch, soms ook kwetsend. Door zijn aparte benadering

Een novelle is een meestal kort verhaal waarin het hoofdzakelijk gaat om één bepaalde gebeurtenis, waarbij geen nadruk wordt gelegd op de karakters van de personen. De personages worden als het ware alleen maar neergezet, het zijn dus gegeven grootheden. In dit verband spreken we over flat characters. In een novelle, die meestal vrij kort is, spelen een beperkt aantal personages een rol. Omdat er lange novellen zijn en korte romans is dit onderscheid soms maar betrekkelijk. Als we over novelle spreken, onderstrepen we het verschil met de roman.

Dit genre is vaak moeilijk te onderscheiden van de novelle. Dat komt omdat de modernisten de barrières tussen de genres doorbraken en door het gediversifieerde karakter van de moderne short story. Toch heeft het kortverhaal wel enkele heel typische kenmerken. De short story is dikwijls wat eenvoudiger, het is meestal sneller geschreven, zonder dat de schrijver de bedoeling had een hoogstaand literair werk te maken. De beknoptheid van het verhaal maakt het genre bij de moderne mens populair. Meestal zijn de volgende kenmerken van toepassing.

realiteit. De personages in het cursiefje worden getypeerd in zover het nodig is voor een goed tekstbegrip. Het is de kunst van de auteur net die kenmerken in de verf te zetten die het verhaal kleuren: zijn observatievermogen is dan ook heel scherp. In een cursiefje zit niet alleen taalhumor maar vaak ook situatiehumor. De schrijver wil de lezer niet alleen aan het lachen maken, maar hem tegelijkertijd ook ontroeren en hem over iets laten nadenken. Kenmerkend voor zijn cursiefjes (kronkeltjes) is, dat ze een ietwat melancholische ondertoon hebben.

van het onderwerp wil de schrijver de lezer aan het denken zetten en een debat op gang trekken. De column heeft stilaan het cursiefje opgevolgd sinds de jaren zeventig. In columns worden ook vaak polemieken uitgevochten over op dat moment actuele maatschappelijke problemen.

Het verhaal evolueert via een climax en een omkering in het leven van een personage naar een ontknoping. Het verloop is gemakkelijk te overzien. De verteltoon is dynamisch en direct. De gebeurtenis die aanleiding geeft tot de meestal negatieve wending in het leven van het personage, vloeit vaak voort uit diens karakter. De ommekeer is dus niet toevallig. In een novelle is er gewoonlijk slechts één hoofdmotief, dat wel door een aantal bijkomende motieven kan worden aangevuld. Ten slotte heeft de novelle een sociale functie: ze onderhoudt de lezer,

Omdat het verhaal zo beknopt is, moet het ook goed gestructureerd zijn. De concentratie op één gegeven is essentieel. Het aantal personen en de karakterontwikkeling zijn beperkt. De aandacht is vaak gericht op één personage dat getoond wordt in een schijnbaar willekeurige, alledaagse situatie. Vooral in de moderne verhalen concentreert het verhaal zich op een breuk in het leven van de mens. Eén enkele zin, één beeld, één handeling of gebeurtenis staat centraal. De filosofie hierachter is dat elk moment van belang kan zijn in een mens zijn leven. Ook staat er vaak maar één emotie centraal. Het hoofdpersonage is de anonieme mens. Het verhaal

moraliseert, geeft bedekte kritiek op sociale of persoonlijke misstanden.

begint doorgaans in medias res en heeft een onontkoombaar, abrupt, verrassend open einde. Het probleem waarmee we geconfronteerd worden is niet opgelost en doet de lezer nadenken. De ontwikkeling van het verhaal berust vaak op toevalligheden. Deze korte vertelling is meestal spannend. Om die spanning op te bouwen, gebruikt de auteur veel middelen ontleend aan de filmkunst: o.a. flashbacks, flash forwards, closeups, tijdsvermenging, droom, dialoog. De stijl is heel beknopt en suggestief. Door gebeurtenissen te verzwijgen wil de schrijver een groter effect bij de lezer verkrijgen dan wanneer hij alles zou vertellen. Deze techniek heet het

Voorbeelden/ overige informatie

Het probleem dat de stukjes gedateerd zijn, speelt bij cursiefjes veel minder dan bij columns door het humoristische karakter van het genre.

Bekende columnisten zijn Jan BLOKKER Anders dan bij cursiefjes zijn columns sneller gedateerd, wat ervoor zorgt dat een bundeling van de columns niet altijd even vanzelfsprekend is.

De roman omvat meer het hele leven van de beschreven personages. Hun karakters worden getekend, het milieu waarin ze leven wordt uitgebreid beschreven, de conflicten met een of meer personen worden uitgediept. De novelle gaat niet zo diep op al deze zaken in. De personen die erin voorkomen, worden beschreven op een bepaald moment van hun leven of in een korte levensperiode, waarbij één belangrijke gebeurtenis of één beslissende crisis uit het leven van het hoofdpersonage beschreven wordt. We zeggen ook wel dat er in de novelle meestal een intrige (verwikkeling,

‘verkorten’ van taal en stijl. De compositie is nauwkeurig uitgekiend en aan het taalgebruik is grote zorg besteed. Het verhaal is vaak ook maatschappijkritisch. Door al deze kenmerken werd het bij leraren erg geliefd: vrij beknopt en toch meerduidig: het ideale voer voor gedachtenuitwisselingen in de klas.

conflict) zit en dat er in de roman sprake is van een samengestelde intrige (meer verwikkelingen, meer conflicten)....


Similar Free PDFs
Volksepos
  • 13 Pages