Zorg-op-macro-en-mesoniveau-1 PDF

Title Zorg-op-macro-en-mesoniveau-1
Author Eline Peten
Course Zorg
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 18
File Size 292.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 93
Total Views 120

Summary

Te kennen leerstof van het vak 'Zorg'....


Description

Zorg op macro- en mesoniveau Zorg op 3 niveaus: 1. Macro: beleidsinitiatieven 2. Meso: zorg(verbreding) op school 3. Micro: individuele leerlingen DEEL 1: Zorg op macroniveau: het onderwijsvoorrangsbeleid Hoe probeert Vlaamse ministerie van onderwijs alle leerlingen zorg te bieden die ze verdienen? 1. Inleiding 

Dewey: iedereen is van nature verschillend, dus moet de wet hen gelijke rechten



toekennen Husèn: ongelijke behandeling geven om gelijke kansen te geven

 Onderwijsvoorrangsbeleid = meer geven aan zij die minder hebben -focus op gelijke resultaten -geen focus op gelijke behandeling 

Gelijke behandeling leidt tot sociale reproductie van ongelijke structuur samenleving -verschillen bestaan  gelijke behandeling  verschillen worden groter -van bij het begin meer kansen = meer profiteren van aangeboden onderwijs



Ongelijke behandeling om hindernissen waarmee sommigen kampen hebben, te compenseren (= compenserend onderwijs)  voorrangsbeleidsmaatregelen hebben niet rechtstreeks betrekking op kansarme of zorgbehoevende leerlingen  voorrangsbeleidsmaatregelen hebben betrekking op scholen (extra middelen ter beschikking stellen van scholen)

2. Geschiedenis van het onderwijsvoorrangsbeleid 

1974 -taakleerkracht (remedial teacher) -uren komen uit basispakket directeur



Jaren ‘80 -GON-project -kinderen uit bulo terug in het glo (met extra GON-begeleiding)



1991 -scholen met > 10% allochtone kinderen -onderwijsvoorrangsbeleid (extra lestijden afhankelijk van schoolbevolking) -doel:  achterstand allochtone kinderen wegwerken  integratie allochtone kinderen bevorderen



1993 -leerbedreigde en kansarme kinderen in gewone basisschool -zorgverbredingsbeleid (extra lestijden afhankelijk van schoolbevolking)



2002 -GOK-decreet  recht op inschrijving  rechtsbescherming  geïntegreerd ondersteuningsaanbod



2002 -gelijke onderwijskansen GOK 1: -doelgroepenbeleid -autochtone en allochtone kansarmen -2002 GOK 2: -zorgbeleid -voor alle leerlingen -voor alle scholen -2003 GOK 3: -inclusief onderwijs -omgaan met verschillen -vereist inclusieve maatschappij -2005



Nieuw leerzorgkader -samenhangende beleidsvisie -zorg op maat van ieder kind -5 leerzorgniveaus -4 clusters  nooit gekomen, te grote weerstand  discussie over inclusief onderwijs niet gestopt  M-decreet (2014)

M-decreet: waar of niet waar?

1. Er zijn 6 types in het buitengewoon onderwijs  Er zijn er 8 2. Er komt een nieuw type in het buitengewoon onderwijs voor leerlingen met ASS  Een type 9 3. Ouders kunnen zelf hun kind aanmelden in het buitengewoon onderwijs als zij menen dat het daar betere zorg krijgt  inschrijvingsverslag nodig om te kunnen inschrijven 4. GON staat voor geïntegreerd onderwijs, ION voor inclusief onderwijs, GON en ION zijn eigenlijk synoniemen  ION: school past zich aan (gemeenschappelijk curriculum losgelaten)  GON: leerling past zich aan (gemeenschappelijk curriculum vastgehouden) 5. In het buitengewoon onderwijs zitten veel allochtone leerlingen die daar eigenlijk niet moeten zitten  veel leerlingen op basis van SES-indicatoren in BuO

2.1

Van GOK-decreet naar nieuw inschrijvings- en omkaderingsdecreet

2002: GOK-decreet (werken aan gelijke kansen) 2.1.1

Uitgangspunten van het GOK-decreet (blijven bewaard)

 Gelijke onderwijskansen creëren 

Optimale leer-en ontwikkelingskansen bieden voor alle kinderen



-talenten niet verloren laten gaan -niet loslaten in maatschappij zonder gewapend te zijn Uitsluiting, segregatie en discriminatie vermijden



-vrije keuze van school  maar: pas echt keuze als ze in de school van keuze terechtkunnen Sociale cohesie bevorderen -sociale mix om sociale cohesie te bereiken  school moet weerspiegeling van samenleving zijn  in contact komen om elkaar te begrijpen

2.1.2

Krachtlijnen van het GOK-decreet

= gewijzigd Om doelstellingen te bereiken, GOK-decreet gebouwd op 3 krachtlijnen: 

Recht op inschrijving (inschrijvingsdecreet 2012)



-elke ouder heeft recht om kind in te schrijven in school en vestigingsplaats naar keuze Lokale overlegplatforms en Commissie inzake leerlingenrechten



-staan in voor bescherming en recht op inschrijving Geïntegreerd ondersteuningsaanbod (omkaderingsdecreet 2012) -GOK-lestijden om zorgbrede werking te realiseren -voor aanvullende lestijden: minstens 10% regelmatige lln. hebben die voldoen aan één of meer indicatoren + gelijke kansenbeleid uitwerken dat betrekking heeft op bepaalde thema’s  aan voorwaarden voldaan: extra middelen toegekend

 Met nieuwe inschrijvings- en omkaderingsdecreet (1 september 2012): -nieuwe stap in realiseren gelijke onderwijskansen -wijzigingen in krachtlijnen -dezelfde uitgangspunten 3. Inschrijvingsdecreet



Iedereen kans geven om in te schrijven in een school naar keuze (in België is er



vrije schoolkeuze) Vermijden dat scholen willekeurig leerlingen zouden inschrijven of weigeren om zo bepaald publiek op schoolbanken te hebben



 ontstaan concentratiescholen verhinderen  goede sociale mix bevorderen Buurtschoolprincipe: kansrijke ouders ontvluchten soms scholen in de stad om concentratiescholen te vermijden  principe wil dit tegengaan en ervoor zorgen dat scholen terug bezocht worden door alle gezinnen uit de buurt



3.1

Vermijden dat ouders moeten kamperen om plaats te bemachtigen (scholen met capaciteitsproblemen) Verkennen van het nieuwe decreet



Ouders: akkoord gaan met pedagogisch project en schoolreglement



School bepaalt zelf haar capaciteit (verplicht): -als geheel -per vestigingsplaats -per niveau (kleuter/lager)  mag ook per leerjaar of geboortejaar (zeker voor scholen met concentratieproblemen) 1. Kan jaarlijks verhogen/verlagen -rekening houden met reeds ingeschreven lln. (behouden plaats) 2. Zittenblijvers tellen niet mee (kunnen capaciteit verstoren) 3. Overcapaciteit mag -AN -lln. uit BuO -lln. uit eenzelfde leefeenheid  na start inschrijvingen mag capaciteit enkel verhoogd worden  als capaciteit wordt verhoogd: eerder geweigerde leerlingen in volgorde inschrijven  vooraf inschatten hoeveel zittenblijvers er zullen zijn -onderschat: toch toelaten (het kan niet dat verlagen van de capaciteit ervoor zorgt dat eerder ingeschreven lln. geen plaats meer heeft) -overschat: capaciteit verhogen



 grote capaciteitsproblemen: best werken met aanmeldingssysteem Inschrijvingen starten in principe op 1 e schooldag van maart in het voorafgaande schooljaar -correctie voor laatgeboren kleuter blijft gelden

 kleuters die tijdens schooljaar 2 jaar en 6 maanden worden, maar die niet kunnen instappen op laatste instapdatum van dat schooljaar, kunnen op hetzelfde moment inschrijven als kleuters van hetzelfde geboortejaar (in hetzelfde inschrijvingsregister opgenomen, ook al starten ze pas jaar later)  Vanaf 1 september starten met inschrijvingen kan alleen als er geen capaciteitsprobleem is 

Chronologisch inschrijven



Maar: vooraangsgroepen/voorrangsperioden (min. 2 weken, volgorde ligt vast) -kinderen van eenzelfde leefeenheid (brussen) -kinderen van personeelsleden -in Brussel (enkel voor Nederlandstalig onderwijs in Brussel): kinderen met min. 1 ouder die Nederlands spreekt -dubbele contingentering  voorrangsperiode voor kinderen van personeelsleden is uitzondering (mag korter zijn dan 2 weken)

Dubbele contingentering zie p. 17 Verplicht voor: -scholen in LOP-gebied -scholen die werken met aanmeldingssysteem Doel: -indicator en niet-indicator-leerlingen evenredig verdelen -concentratiescholen vermijden (representatieve schoolbevolking) Indicator-leerlingen -ouders ontvingen schooltoelage of hebben beperkt inkomen -moeder niet in bezit van diploma secundair onderwijs 1. School bepaalt samen met LOP hoeveel indicator en niet-indicator-leerlingen ze kan inschrijven (op basis van aanwezigheid in de buurt) 2. Bij inschrijving werk je met 2 kolommen (1 voor indicator, 1 voor niet-indicator)  lln. die voldoen aan 1 of beide kenmerken schrijf je in indicator-kolom  andere lln. in andere kolom 3. Streefcijfer in bepaalde kolom bereikt: volgende inschrijvingen uitgesteld 4. Na voorrangsperiode nog plaatsen: overige leerlingen in volgorde ingeschreven 5. Geen plaats: geweigerd



Leerling weigeren: -voldoet niet aan toelatingsvoorwaarden -na een uitsluiting -capaciteit overschreden -na een afweging over de redelijkheid van aanpassingen -co-schoolschap  kinderen die voortdurend van school veranderen  directeur die als eerste vaststelt moet inschrijving weigeren (ook als ze beide akkoord gaan met co-schoolschap)



Opnemen in schoolreglement 1. Voor scholen waarvan capaciteit kleuteronderwijs groter is dan die van lager onderwijs  ervoor kiezen om leerlingen opnieuw te laten inschrijven  = vermelden in schoolreglement 2. Autonome kleuterscholen die inschrijvingen laten doorlopen naar lagere of basisschool  = vermelden in schoolreglement 3. Let op: best ook verwijzen naar capaciteitsbepaling, aanmeldingsprocedure en inschrijvingsperiodes



Aanmeldingssysteem -voor scholen met capaciteitsproblemen (verplicht in Antwerpen, Gent, Brussel) -binnen de aanmeldingsperiode niet chronologisch (het is niet omdat je eerst aanmeldde, dat je school van keuze krijgt): eerst komt, eerst krijgt telt niet meer  kamperen vermijden -rangorde o.b.v. aanmeldingscriteria (Antwerpen: dubbele contingentering, afstand tot woonplaats of werk ouders, voorkeur)  ouders hebben eigenlijk geen vrije keuze meer 1. Gunstige plaats in de rangorde (binnen de capaciteit): mag inschrijven 2. Ongunstige plaats: voorlopig geweigerd 3. Geen school: vanaf 1ste schooldag maart inschrijven in school waar nog plaats is

3.2

Enkele begrippen toegelicht

3.2.1

LOP’s en CLR: bescherming van het inschrijvingsrecht

-LOP’s (lokale overlegplatforms) -CLR (commissie inzake leerlingenrechten)  gelijke onderwijskansen bewaken + inschrijvingsdecreet lokaal in de praktijk omzetten LOP 

Per gemeente of regio (geen LOP in gemeente is, rechtstreeks contact opnemen

 

met Departement Onderwijs en Vorming) Scholen, ouders, leerlingen, CLB, schoolopbouwwerk, … samen Niet elke school ligt in LOP-gebied: toch zullen zij ook per regio moeten samenwerken om inschrijvingsdecreet in de praktijk om te zetten  in elke LOP bemiddelingscel die ouders kan helpen als school kind wil weigeren

CLR -volledig onafhankelijk -2 taken: *klachten over weigering tot inschrijving behandelen *oordeel vellen in weigeringsdossiers die eerst bemiddeld werden door LOP (LOP niet geslaagd oplossing te vinden) 4. Omkaderingsdecreet Scholen (en dus leerlingen die er ingeschreven zijn) worden ongelijk behandeld door hen meer of minder middelen te geven om op die manier gelijke onderwijskansen te kunnen bieden GOK (2002):  

Alle scholen kregen basisomkadering (lestijden) o.b.v. aantal ingeschreven leerlingen (zonder rekening te houden met leerlingkenmerken) Scholen met min. 10% GOK-leerlingen werden extra financieel ondersteund

Omkaderingsdecreet (vanaf 2012):



Middelen worden anders verdeeld -GOK-lestijden worden geïntegreerd in de basisomkadering van alle scholen GOK-lestijden  SES-lestijden -gelijkschakeling middelen kleuter en lager onderwijs



Extra middelen: 1300 VTE (voltijdse equivalenten = lkr. die voltijd ingezet kunnen worden)

 houdt rekening met achtergrondkenmerken (SES) van leerlingen  scholen met groot aantal leerlingen met zwakke SES-achtergrond, krijgen meer lestijden  GOK-lestijden vallen weg, maar vervangen door SES-lestijden GOK = op basis van aantal lln. + GOK-uren (> 10% GOK-leerlingen) SES = op basis van aantal lln. én leerlingkenmerken -invulling is niet gekleurd (naar eigen goeddunken invullen) 4.1

Verkennen van het decreet

Nieuw omkaderingssysteem voorziet in -werkingsbudget (inrichting en infrastructuur) -lestijdenpakket (inzetten van lkr.) -puntenenveloppes (zorg, ICT en administratie) 4.1.1

Werkingsbudget

= om infrastructuur en inrichting van school te beheren Berekening budget bepaald door: -3 SES-kenmerken -kenmerk ‘buurt’ 4.1.2

Lestijdenpakket

= Bepaalt hoeveel leerkrachten op een school kunnen worden ingezet

Bestaat uit:

1. Basisomkadering (telling op 1 februari)  hier is decreet gewijzigd) -lestijden volgens de schalen -SES-lestijden -additionele lestijden volgens de schalen, gebaseerd op de leerling/leerkracht-ratio 2. Aanvullende lestijden -godsdienst/zedenleer/cultuurbeschouwing -opvang van AN -opvang van gewezen AN Basisomkadering Nieuwe omkaderingssysteem vooral gevolgen voor basisomkadering 1. Lestijden volgens de schalen (per niveau) = lestijden berekend op basis van aantal leerlingen per niveau van de school (kleuter – lager)  alle regelmatige lln. geteld op eerste schooldag van februari van voorgaande schooljaar  elke lln. krijgt coëfficiënt -1 voor gewone lln. -1,05 voor lln. in rurale gebieden -1,11 voor lln. in Brussel -1,5 voor lln. die buiten gezinsverband leven  men houdt rekening met kenmerken van lln. school  in lestijdenschaal kijken: bepaalt hoeveel lestijden gewogen aantal lln. oplevert 2. SES-lestijden (per niveau: kleuter – lager) -toegekend op basis van SES-status van lln.  kansen op succesvolle schoolloopbaan hangen sterk samen met sociaal milieu waarin ze leven -SES wordt gevat door leerlingkenmerken waaraan indicatoren worden gekoppeld

Kenmerken

Indicatoren

Culturele bagage van de lln.

Hoogst behaalde opleidingsniveau van moeder

Financiële draagkracht van gezin

Ontvangen van schooltoelage

Taalkundig en cultureel kapitaal van gezin

Thuistaal lln.

Sociaal kapitaal van gezin

Hoogt behaalde opleidingsniveau van moeder

 per lln. die aantikt op een indicator krijgt men SES-lestijden (niet vanaf 10%, alle lln.) 3. Additionele lestijden volgens de schalen = als lkr/lln-ratio boven 18,5 uitkomt, ontvang school extra lestijden (per voltijdse lkr. berekent hoeveel lln. die gemiddeld heeft) = geen indicatie van klasgrootte Aanvullende lestijden Scholen krijgen bovenop basisomkadering aanvullende lestijden voor: -opvang AN -opvang gewezen AN -voor godsdienst/zedenleer/cultuurbeschouwing 4.1.3

Puntenenveloppes

= extra vorm van omkadering = om directie en lerarenteam pedagogisch en administratief te ondersteunen -zorg -ICT -administratie  aanstellen van beleids- en ondersteunend personeel: zorgcoördinator, ICT coördinator, administratief medewerker  puntenenveloppe voor zorg berekend op niveau van scholengemeenschappen (aantal lln. bepaalt aantal punten)

5. M-decreet Onderwijsaanbod voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften staat nog steeds ter discussie

 Enkele knelpunten: -te veel leerlingen in BuO + aantal blijft stijgen -oude types verouderd + beantwoorden niet meer aan huidige visie op handicap en de realiteit -bepaalde groepen zijn oververtegenwoordigd in BuO of belanden er te snel bv. kansarmen, leerlingen met taalproblemen of leerstoornissen, …  Inclusiegedachte: Vlaanderen engageerde zich om te streven naar inclusief onderwijssysteem = handicap niet langer gezien als persoonlijk probleem = handicap gezien als afstemmingsprobleem tussen klas- en schoolcontext en specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van kind -2006: VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (recht op goed leven en volwaardige deelname aan maatschappij) -2008: Vlaamse Gelijke Kansen en Gelijke Behandelingsdecreet (sociaal model van handicap: persoon met beperking hoeft geen probleem te zijn, niet meer bekeken als iets medische en persoonlijks) -2009: ratificering VN-verdrag (ondertekend en aangenomen door België) Too little too late too much too soon 5.1

Verkennen van het decreet

M-decreet: -minder segregatie -meer inclusie  scholen verplicht om meer aandacht te besteden aan zorgaanbod en oog te hebben voor specifieke onderwijsbehoeften 5.1.1

Specifieke onderwijsbehoeften

Redelijke aanpassingen doen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften -leerlingen die langdurige en belangrijke problemen hebben om te kunnen participeren in onderwijs -problemen te wijten aan samenspel tussen: *één of meerdere functiebeperkingen (mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk) *beperkingen bij uitvoeren van activiteiten *persoonlijke (leeftijd, culturele achtergrond, karakter, …) en externe factoren (fysieke en sociale omgeving)  nergens verwezen naar diagnose als voorwaarde  moet wel sprake zijn van functiebeperking (verwijst naar persoonskenmerk)

 leerling die problemen ondervindt die louter te wijten zijn aan contextfactoren (kansarmoede, foute studiekeuze, problematische thuissuatie, …) vallen er niet onder 5.1.2

Remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen

Specifieke onderwijsbehoeften vragen om aanpassingen in school en klas -remediërende maatregelen: aanbieden van aangepaste leerhulp bv. stappenplan -differentiërende maatregelen: variatie van onderwijsleerproces aangebracht om beter tegemoet te komen aan behoeften van individuele leerlingen of groepen bv. verlengde instructie -compenserende maatregelen: aanbieden van hulpmiddelen, waaronder technische hulpmiddelen bv. lettertype vergroten -dispenserende maatregelen: aanpassingen gedaan in gemeenschappelijk curriculum (doelen toegevoegd, vervangen of wordt vrijgesteld)  voldoende inzetten op remediëren en differentiëren  niet te snel grijpen naar compenseren en dispenseren (kan gevolgen hebben voor behalen van getuigschrift) 5.1.3

Redelijke aanpassingen

Aanpassingen: -proportioneel -disproportioneel  scholen verplichting om binnen grenzen van redelijkheid aanpassingen voor leerlingen te voorzien  of aanpassing redelijk is, moet in praktijk en in individuele situatie afgewogen worden Criteria:  

Kostprijs Gebruiksfrequentie en –duur

  

Impact op organisatie Impact op levenskwaliteit van gebruiker Impact om omgeving en andere leerlingen



Al dan niet ontbreken van gelijkwaardige alternatieven

5.1.4

Veranderingen voor het gewone onderwijs

Acties moeten ingebed zijn in visie van de school  iedereen moet erachter staan (cirkel) Recht op redelijke aanpassingen Eerst gewoon, dan buitengewoon onderwijs  elke school moet doorgedreven zorgbeleid uitbouwen -in eerste plaats gewoon onderwijs -als dat niet genoeg helpt, naar BuO  leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hebben recht op redelijke aanpassingen

Aanpassing = concrete maatregel die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap kan neutraliseren = verplicht Recht op inschrijving Inschrijvingsvraag in gewone basisschool voor: -leerling met verslag dat toegang geeft tot BuO -leerling zonder verslag dat toegang geeft tot BuO of een ingeschreven leerling met gewijzigde noden  zie BB (stroomschema’s) Leerling met verslag dat toegang geeft tot BuO 

Leerling met verslag dat toegang geeft tot buitengewoon onderwijs  gewone school mag vraag tot inschrijving niet weigeren -leerling onder ontbindende voorwaarden ingeschreven -overleg met alle betrokken partijen (ouders, klassenraad, CLB)  overwogen of aanpa...


Similar Free PDFs