APA- Brochure 2018-2019 PDF

Title APA- Brochure 2018-2019
Course Sociaal recht
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 27
File Size 1.7 MB
File Type PDF
Total Downloads 19
Total Views 163

Summary

Download APA- Brochure 2018-2019 PDF


Description

BRONVERMELDING VOLGENS APARICHTLIJNEN Een praktische handleiding over refereren, citeren en parafraseren volgens APA voor studenten Sociaal Werk Auteurs: Tom Roofthooft

- versie september 2018

INHOUD VOORWOORD ................................................................................................................... 3 LEESWIJZER ..................................................................................................................... 4 REFEREREN (VERWIJZEN) ................................................................................................ 5 Wat is refereren? .......................................................................................................... 5 Wanneer refereer je? .................................................................................................... 5 Welke stappen zet je bij het refereren?......................................................................... 5 Verwijzingen in een tekst ................................................................................................. 7 Citeren .......................................................................................................................... 7 Korte citaten (minder dan 40 woorden) ............................................................................................. 7 Lange citaten / blokcitaten (vanaf 40 woorden) .................................................................................. 7

Parafraseren ................................................................................................................. 9 Hoe verwerk je een verwijzing (citaat en parafrase) in je tekst? ................................ 10 Waar plaats je een verwijzing in je tekst? ................................................................... 10 Extra informatie bij verwijzingen in de tekst............................................................... 10 Geen paginanummering ................................................................................................................ 10 Persoonlijke communicatie ............................................................................................................. 11 Indirecte bronnen ......................................................................................................................... 11 Geen auteur of redacteur............................................................................................................... 12 Verwijzen naar een onlinebron ....................................................................................................... 12 Organisatie, instelling, vakgroep..................................................................................................... 13

Verwijzen in je literatuurlijst.......................................................................................... 14 Algemene regels ......................................................................................................... 14 Rangschikking binnen de literatuurlijst ....................................................................... 15 Literatuurlijst ................................................................................................................. 16 Bijlage: Bronnen beheren in Word .................................................................................. 17 Schematisch overzicht van verwijzingen in literatuurlijst en tekst ................................. 22 NIET-ELEKTRONISCHE BRONNEN ................................................................................................ 22 ELEKTRONISCHE BRONNEN ........................................................................................................ 25 ENKELE SPECIALE VERWIJZINGEN .............................................................................................. 27

2

VOORWOORD Als je voor een werkstuk, rapport of artikel gebruik hebt gemaakt van literatuur of andere bronnen, dan moet je door bronvermelding duidelijk maken welke delen van je werkstuk overgenomen of gebaseerd zijn op het werk van een ander. Geef dus verwijzingen naar de gebruikte bronnen zodat de lezer dat ideeëngoed kan nalezen en tot eigen conclusies kan komen. Doe je dat niet, dan is er sprake van plagiaat, een ernstig academisch vergrijp.

Wat in deze nota volgt, is een zo getrouw mogelijke omzetting van de APA-referentiestijl naar de Nederlandstalige situatie. De oorspronkelijke regelgeving is te vinden in American Psychological Association (2010).

Deze handleiding is voornamelijk gebaseerd op een samenvoeging van twee Nederlandstalige bronnen (Stenden bibliotheek, 2011; Plantijn Hogeschool, 2007) en omvat informatie en voorbeelden over de meest relevante bronnen waarmee je als student aan de opleiding Sociaal Werk aan de Karel de Grote-Hogeschool in contact komt.

3

LEESWIJZER Deze handleiding is een beknopte versie van Over refereren, citeren en parafraseren (Maton & Roofthooft, 2014), een brochure waarin de regels voor het verwijzen volgens de APA-richtlijnen uitgebreid zijn opgenomen. Deze handleiding focust zich voornamelijk op je gebruiksgemak en richt zich op de meestvoorkomende vormen van verwijzing waarmee jij in contact komt. De handleiding bestaat uit vier luiken: -

ze geeft beknopt algemene informatie over wat refereren is; ze geeft elementaire informatie en regels over citeren en parafraseren volgens de APArichtlijnen, zowel in de tekst als in de literatuurlijst; ze lijst voorbeelden op van de meestvoorkomende bronnen waarmee je als student Sociaal Werk en Orthopedagogie te maken krijgt; en ze geeft enkele tips en tricks om zowel met Word als met Endnote je verwijzingen op te maken.

Hoe gebruik je deze handleiding? Lees de handleiding in eerste instantie grondig. Enkel zo krijg je een duidelijk beeld van wat verwijzen (refereren) is en leer je specifieke begrippen als ‘citaat’ en ‘parafrase’ kennen. Je maakt in je eerste lezing ook kennis met de elementaire regels over verwijzen volgens APA.

Nadat je de brochure grondig doornam, kan je het overzicht van verwijzingen gebruiken. Dit overzicht vind je op de laatste pagina’s en bevat voorbeelden van de meestvoorkomende bronnen waarmee jij als student te maken krijgt. Uitzonderingen vind je op pagina’s 10 tot en met 13 in de tekst terug, zodat je nog altijd kan terugbladeren om de juiste manier van refereren te leren kennen.

Nog een laatste tip: deze handleiding bestaat ook digitaal. Gebruik de handleiding en de voorbeelden dan ook verstandig. Kopieer het voorbeeld analoog aan jouw bron uit de overzichtspagina’s en plak het in jouw tekst en literatuurlijst. Je hoeft vervolgens enkel de gegevens aan te passen.

Bij vragen kan je steeds langskomen bij de taalcoaches. Maak hiervoor best een afspraak via de doodle die je op de Blackboardcursus Taalwerkplaats OR en SW vindt.

We wensen je alvast veel succes met het gebruik van deze handleiding.

Tom Roofthooft ([email protected])

4

REFEREREN (VERWIJZEN)

Wat is refereren? Refereren is verwijzen naar de bron waaruit je informatie hebt geput zodat de bron geïdentificeerd kan worden. Een verwijzing gebeurt zowel in de tekst als in de literatuurlijst op het einde van een publicatie. Je doet dus steeds beide.

Wanneer refereer je? Verwijzingen naar de gebruikte bronnen geef je: - wanneer je citeert (wanneer je letterlijk de tekst van een ander overneemt); - wanneer je parafraseert (wanneer je de tekst van anderen weergeeft in eigen woorden); - wanneer je gewicht of geloofwaardigheid aan een argument wilt toekennen; - bij het benadrukken van een bepaalde theorie, model of gebruik; - bij de opname van tabellen, statistieken, diagrammen, foto’s en andere illustraties.

Er zijn ook situaties waarin je niet hoeft te verwijzen: - wanneer je overzichten van historische feiten presenteert; - wanneer je eigen ervaringen en of eigen observaties beschrijft;

Welke stappen zet je bij het refereren? 1. Noteer tijdens het maken van je opdracht de volledige bibliografische gegevens, inclusief paginanummer(s) waaruit je de informatie hebt gehaald. Afhankelijk van je bron neem je die gegevens over -

voor een boek: van het titelblad, van de keerzijde van het titelblad of uit het colofon

-

voor een artikel: uit het tijdschrift en uit de informatie op de artikelpagina’s

-

voor een elektronische bron uit de informatie die beschikbaar is op de pagina’s van je elektronische bron.

Welke gegevens verzamel je?



Bij een boek verzamel je o auteur(s) o publicatiejaar o titel o plaats van uitgave o uitgever

5



Bij een tijdschrift(artikel) verzamel je: o auteur(s) van een artikel o publicatiejaar o titel van het artikel o tijdschrifttitel o jaargang (= volumenummer) o nummer binnen de jaargang o begin- en eindpagina van het artikel



Bij een elektronische bron verzamel je: o auteur o publicatiejaar o titel van het artikel/onderdeel o titel van het grotere geheel o type van het medium (cd-rom, video, enz.) o aantal pagina’s of lengte o WWW-adres, leverancier en naam van de elektronische database, e-mailadres o datum van raadpleging

2. Voeg de gegevens bij een citaat of parafrasering op de aangewezen plaats in de tekst (voor meer informatie hierover zie: ‘verwijzingen in je tekst’). 3. Neem je bronnen op in een literatuurlijst op het einde van het document (voor meer informatie hierover zie: ‘verwijzingen in je literatuurlijst’).

6

VERWIJZINGEN IN EEN TEKST

Citeren Citeren betekent een stuk tekst letterlijk overnemen. Citeren doe je als het citaat op een heldere manier jouw gedachtegang ondersteunt of omdat je het citaat in jouw tekst daarna wilt interpreteren of bespreken (Kremers & Tenwolde, zoals geparafraseerd in Stenden bibliotheek, 2011).

Enkele aandachtspunten: - Houd het citaat zo kort mogelijk. - Geef de tekst letterlijk weer, inclusief de fouten in spelling of interpunctie. Om aan te geven dat je weet dat het citaat een fout bevat, zet je vlak na de fout [sic]. - Bij het citaat geef je altijd een verwijzing naar de naam van de auteur, de publicatiedatum en het paginanummer van de bron waaruit je de informatie haalde. - Je laat je paginanummer voorafgaan door p. . Bij elektronische informatie zonder paginering geef je een andere unieke plaatsaanduiding op (bijvoorbeeld: alinea [al. 1] of hoofdstuk [H. 2]). Is dit niet mogelijk dan vermeld z.p. (zonder pagina) om aan te duiden dat je citeert. - Als je een deel van het citaat wil weglaten, vervang je dit deel door […].

Korte citaten (minder dan 40 woorden) Je plaatst het citaat in de lopende tekst, tussen dubbele aanhalingstekens. In de tekst geef je bij het citaat altijd een verwijzing naar je literatuurlijst (auteur, datum zoals vermeld in de literatuurlijst, paginanummer). Kort citeren kan op verschillende manieren: je integreert het citaat in de zin zelf, ofwel voeg je de gegevens in de zin toe tussen ronde haakjes. a) Peeters (2012, p.23) deed onderzoek naar integriteit waaruit blijkt dat “zorg een belangrijke waarde blijft”. b) Uit onderzoek naar integriteit (Peeters, 2012, p.23) blijkt dat “zorg een belangrijke waarde blijft”.

In de literatuurlijst geef je vervolgens de volledige bronvermelding van de bron die je geciteerd hebt.

Lange citaten / blokcitaten (vanaf 40 woorden) Je begint het citaat op een nieuwe regel, met insprong en zonder aanhalingstekens. Het blokcitaat maakt geen deel uit van de zin, zoals bij een kort citaat en wordt dus na een dubbele punt geplaatst.

7

There are many different definitions of culture. The definition of the anthropologist Kluckhohn is well-known:

Culture consists in patterned ways of thinking, feeling and reacting, acquired and transmitted mainly by symbols, constituting the distinctive achievements of human groups, including their embodiments in artifacts; the essential core of culture consists of traditional (i.e. historically derived and selected) ideas and especially their attached values (Kluckhohn, 1951, p. 86).

8

Parafraseren We parafraseren als we een mening of informatie van een ander in eigen woorden weergeven. Bij parafraseren in de tekst gebruik je alleen de familienaam van de auteur(s) gevolgd door de datum van uitgave. Je gebruikt dus geen paginanummers! De volledige referentie vermeld je achteraan in de literatuurlijst. Bij parafraseren behoud je de eigen stijl van schrijven, zorg er dus voor dat de parafrase niet voor een stijlbreuk zorgt.

Originele passage van Lester (1976) Studenten nemen vaak te veel tekst letterlijk over wanneer ze uittreksels maken. Bij het maken van verslagen zie je dit terug door een overdadig gebruik van citaten. Daarom moet je erop letten dat je bij het maken van uittreksels zo min mogelijk exacte transcripten gebruikt.

Eerste versie: Plagiaat Studenten nemen dikwijls te veel tekst letterlijk over wanneer ze uittreksels maken. Wanneer ze papers schrijven zie je dit terug doordat ze te veel citaten gebruiken. Daarom moet je oppassen dat je bij het malen van uittreksels zo weinig mogelijk exacte transcripten gebruikt (Lester, 1976).

> Deze parafrase is plagiaat omdat slechts enkele synoniemen zijn gewijzigd. De stijl en de taal zijn zo goed als ongewijzigd gebleven.

Tweede versie: Legitieme parafrase Bij het schrijven van een werkstuk slagen studenten er vaak niet in om de hoeveelheid citaten te beperken. Dit probleem komt voort uit de manier waarop ze uittreksels maken; ze schrijven de tekst vaak letterlijk over. Het is daarom aan te raden dat je bij het maken van uittreksels zo weinig mogelijk tekst kopieert (Lester, 1976).

> Deze parafrase is correct. De schrijver neemt het idee van Lester over, maar hij integreert dit idee in zijn tekst door het in zijn eigen woorden te herformuleren.

9

Hoe verwerk je een verwijzing (citaat en parafrase) in je tekst? Doorgaans ziet de verwijzing er als volgt uit -

citaat: (auteursnaam, datum zoals vermeld in de literatuurlijst, paginanummer)

-

parafrase: (auteursnaam, datum zoals vermeld in de literatuurlijst)

Citaat: Een recent onderzoek naar trends in vrijetijdsbesteding laat zien dat: “…” (Bakas, 2010, p. 23). Parafrase: Een recent onderzoek naar trends in vrijetijdsbesteding (Bakas, 2010) laat zien dat…

Staat de naam van de auteur al in de tekst, dan is het vermelden van de datum, zoals vermeld in de literatuurlijst, tussen haakjes achter de naam van de auteur voldoende: Citaat: In een recent onderzoek beschrijft Bakas (2010, p. 23) de trends in vrijetijdsbesteding als: “…”. Parafrase: In een recent onderzoek beschrijft Bakas (2010) de trends in vrijetijdsbesteding…

Waar plaats je een verwijzing in je tekst? In de tekst geef je de verwijzing direct bij een kernwoord, de zin of passage die gebruikt is. Bij een citaat zet je de verwijzing best vlak voor of na het citaat, of vlak na de naam van de auteur die je in de tekst verwerkt hebt.

Bouw je tekst zó op dat je de bron niet steeds opnieuw hoeft te noemen. Dit geeft een onrustig tekstbeeld en verstoort de lijn van je betoog. Maak van je tekst een rustig geheel. In bijlage 3 vind je hiervan een duidelijk voorbeeld terug.

Extra informatie bij verwijzingen in de tekst Op de overzichtspagina’s achteraan in deze handleiding vind je voorbeelden van de meestvoorkomende bronnen. Onderstaande voorbeelden zijn eerder uitzonderingen, ook al komen ze relatief veel voor.

Geen paginanummering Als de pagina’s niet genummerd zijn, gebruik dan de hoofdstukaanduiding of paragraafaanduiding of het nummer van de alinea. Is dit niet mogelijk dan vermeld je z.p. (zonder pagina) om aan te duiden dat je citeert.

(Dekker, 2000, H. 1) - duidt hoofdstuk 1 aan. 10

(Dekker, 2000, Conclusie, al. 1) - duidt het deel met de titel conclusie, alinea 1 aan.

(Dekker, 2000, z.p.) - duidt aan dat je geen specifieke plaatsaanduiding kan geven.

Persoonlijke communicatie Met persoonlijke communicatie bedoelen we onder meer brieven, eigen collegenotities, memo’s, (telefoon)gesprekken en elektronische mail. Deze bronnen worden enkel in de tekst opgenomen, niet in de literatuurlijst, omdat ze geen recupereerbare data bevatten. Tussen haakjes geef je de naam, de functie van je bron, je vermeldt persoonlijke communicatie en de exacte datum van de communicatie. Je vermeldt de bron achteraf niet in je literatuurlijst. K. Desmet, woordvoerder bij Microsoft, antwoordde dat de vertraging te wijten was aan de omschakeling naar een nieuw besturingssysteem (persoonlijke communicatie, 20 januari 2014). of De vertraging was te wijten aan de omschakeling naar een nieuw besturingssysteem (K. Desmet, woordvoerder bij Microsoft, persoonlijke communicatie, 20 januari 2014).

Indirecte bronnen Soms wil je een idee overnemen dat in een ander werk al werd geciteerd of geparafraseerd. Het artikel dat jij gelezen hebt is dan jouw indirecte bron. Of soms gebruik je uitspraken van bijvoorbeeld politici die je in een bepaald artikel hebt gevonden. Om correct te refereren verwijs je naar beide bronnen, zodat je duidelijk maakt dat je het opgenomen citaat niet rechtstreeks citeert, maar uit ‘tweede hand’ overneemt.

Je vermeldt in je eigen tekst de originele bron en je verwijst vervolgens naar de bron waaruit jij de informatie hebt gehaald. Vandeurzen (2013, zoals gerefereerd in Van Aert, 2013) vond significante verschillen… Onderzoek (Vandeurzen, 2013, zoals gerefereerd in Van Aert, 2013) wees erop dat… > In dit voorbeeld vormen de uitspraken van Vlaams minister Jo Vandeurzen de originele bron. Deze uitspraken werden aangehaald in een tekst geschreven door Van Aert in 2013 (= bron waaruit de informatie werd gehaald).

11

Geen auteur of redacteur Ga op zoek of er een instelling of organisatie is die als auteur vermeld wordt. Is er ook geen organisatie, gebruik dan de eerste woorden zoals het werk in de literatuurlijst zal voorkomen. Meestal is dit de titel. Zet de titel -

tussen dubbele aanhalingstekens als hij tussen ronde haakjes geplaatst wordt;

-

in cursieve druk voor de titel als hij niet tussen ronde haakjes staat.

tussen haakjes: De ombouw naar de bachelor- en masterstructuur in het hoger onderwijs vormt de kern van de gehele onderwijsvernieuwing (”Hoger onderwijs in Vlaanderen”, 2004).

in de tekst: Het boek Hoger onderwijs in Vlaanderen (2004) maakt toekomstige studenten wegwijs in het vernieuwde onderwijslandschap.

Verwijzen naar een onlinebron Doorgaans verwijs je naar informatie van websites zoals je verwijst naar niet-onlinebronnen. We maken een onderscheid tussen informatie die je van de homepage overneemt en informatie op een doorgeklikte pagina. 

Homepage (eerste pagina van een website): zet het adres van de website tussen ronde haakjes. De referentie van een homepage neem je dan niet op in de literatuurlijst.

(www. ecosia.org) is een zoekmachine die ecologie hoog in het vaandel draagt.



Webpagina of elektronisch document, niet terug te vinden op de homepage maar wel op de doorgeklikte pagina: verwijs met de naam van de auteur (of met de titel van je document als een naam van de auteur ontbreekt), de datum zoals vermeld in de literatuurlijst en bij een citaat ook de pagina-aanduiding (of een duidelijke tekstaanduiding zoals hoofdstuk of alinea). Omdat op webpagina’s vaak heel wat gegevens ontbreken kan de verwijzing in je tekst er soms heel beknopt uitzien. Vergeet evenwel niet z.p. te vermelden als je geen paginanummer, hoofdstuk of alinea kan aanduiden en vermeld z.d. als de datum ontbreekt.

Op onderstaande websitepagina staan bijvoorbeeld geen auteur, publicatiedatu...


Similar Free PDFs