D2 - aandachtstesten d2 PDF

Preview

Summary

aandachtstesten d2...

Description

D2 = aandachts- en concentratietest 1. Inleiding DOEL: -

Visuele selectieve aandacht Snelheid van de informatieverwerking Concentratie proefpersoon

Het vermogen zich te concentreren komt tot uiting in 3 gedragscomponenten :  Snelheid waarmee men werkt  Nauwkeurigheid waarmee men werkt  Verloop van de prestatie Doorstreeptaken doen naast aandachts aspecten ook beroep op cognitieve functies zoals visuele scanning en activatie en inhibitie van snelle responsen. Dus kunnen ze wijzen op -

Problemen met de aandachtsfuncties Een veralgemeende traagheid Moeilijkheden met het snel wisselen van gedrag

Kan op ongeveer 10 minuten worden afgenomen 2. Opbouw d2 - 14 regels waarin d’s en p’s met allerlei combinaties van accenten voorkomen - Per regel 47 tekens in willekeurige volgorde - Bij afname, pp moet per regel zoveel mogelijk regels met d’s met 2 accenten schrappen. - Per regel krijgt pp 20 seconden - Eerste oefenregel - Scoreformulier is zelfscorend 3. Psychometrische eigenschappen 3.1. Betrouwbaarheid en validiteit  Betrouwbaarheid  zeer hoog  Interne consistentie is hoog, boven 0.80  Test-hertest-betrouwbaarheid , 0.89 – 0.92

  

3.2. Normen Geslacht, leeftijd en intelligentieniveau beïnvloeden d2 Vrouwen scoren beter dan mannen Tn-F neemt toe met leeftijd



Vanaf 17 jaar bereikt men prestatieniveau van volwassenen& blijft stabiel tot 40j

4. Verwerking van de resultaten 4.1. Intekenen van de arbeidscurve Je kan op het antwoordenformulier de arbeidscurve intekenen HOE?  Tekens die op de regels als laatste doorstreept zijn moet je met elkaar verbinden Je kan foutenverdeling en de variatie in tempo analyseren om gelijkmatigheid van werken te interpreteren. CP- waarde per regel in profiel zetten. HOE?  Per regel markeert men de CP-waarde, waarbij vooraf elk teken van een regel gelijkgesteld wordt aan een CP-punt 4.2.

Berekening van de ruwe Tn-waarde (= totaal aantal verwerkte tekens)

Tn =

 Kwantitatieve maat  Optelsom van alle verwerkte tekens (ongeacht juist of fout)  Normaalverdeelde Tn-waarde is een zeer betrouwbare maat voor werktempo en geeft inzicht in de werkingshoeveelheid Zelfscorend formulier heeft boven- en ondernummering dus je kan vlug het aantal verwerkte tekens per regels noteren. Het laatste correcte of incorrecte doorstreepte teken van iedere rij geldt als maatstaf voor het aantal items dat de persoon in de rij overlopen heeft. Om vergissing tegen te gaan plaats je na laatste doorstreepte teken van de regel een verticale lijn. Bekomen Tn-waarden van de 14 rijen worden opgeteld. Gedragscomponent  snelheid 4.3.

Berekening van de fouten-waarden

Gedragscomponent  nauwkeurigheid Foutentype 1 = F1  Vals negatieven : niet doorstreepte d2’s BEREKENING: -

Je telt alle d2’s op die de pp niet doorstreept heeft in het gedeelte dat hij overlopen heeft (tot aan verticale streep die je getrokken hebt)

-

Op zelfscorend formulier de niet aanstreepte blauwe cirkeltjes Noteer per regel hoeveel dergelijke fouten worden gemaakt in de kolom F1 Onderaan kan het totaal aantal F1- fouten opgeteld worden

Foutentype 2 = F2  Vals positieven : foutief doorstreepte tekens (komt minder voor) BEREKENING: -

Regel per regel het aantal gestreepte zwarte hokjes optellen (zo worden tekens die nirt mochten doorstreept worden zichtbaar) Tel het aantal verkeerd doorstreepte tekens per regel en noteer in kolom F 2

F  Totaal aantal fouten over de 14 rijen ( type 1&2) Aantal fouten geeft nauwkeurigheid aan waarmee gewerkt wordt. Foutenverdeling Door spreiding van fouten over testprotocol te analyseren, krijg je aanvullende informatie. Aantal fouten opgeteld in eerste en tweede helft van de test: -

Som van de fouten (F1 & F2) in de eerste 7 rijen Som van de fouten (F1 & F2) in de laatste 7 rijen

Verschillen tussen a & b kan wijzen op ritmeverandering , verandering in testattitude, oefeneffect, vermoeidheid F% Percentage fouten is kwalitatieve prestatiemaat die aangeeft hoe groot het foutenaandeel is ten opzichte van het totale aantal bewerkte tekens. F% (foutenprocent) = 100 x F / Tn F% is niet normaal verdeeld maar linksasymmetrisch.

4.4. VT ( = variatie in tempo)  Hoe constant of wisselvallig was het werktempo? VT= rij waarin pp meest tekens verwerkte – rij waar minst tekens verwerkt werden

*

4.5. Ruwe scores omzetten in normscores en intekenen profiel Adhv scoringsprogramma

1. Je dient aantal gegevens in te vullen a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l.

Naam Geboortedatum Testdatum Geslacht Opleiding Beroep Ruwe score Tn Langste Tn Kortste Tn Ruwe score CP F1- fouten F2- fouten

2. Bereken T-scores (gem :50, sd: 10) voor Tn, F, F%, CP en VT. T-scores kan je overnemen in de scoretabel op scoreformulier. 3. Op profielgedeelte van het scoreformulier resultaten van twee belangrijke testwaarden Tn en F% met elkaar vergeleken worden door in diagram aan te duiden. Voor vergelijking van tempo (Tn) en nauwkeurigheid (F%) zoekt men op de horizontale as de T-score voor tempo en op de verticale as de Tscore voor nauwkeurigheid op. Plaats waar beide lijnen elkaar kruisen geven de positie van de cliënt aan.

5. Interpretatie Interpretatieschema verduidelijkt structuur van profielgedeelte op het scoreformulier en geeft aanwijzingen voor de beoordeling van individuele protocollen Zie schema p. 85 + 86, 87 v interpretatie 6. Oefening P. 88- 91...