Focus vocabulary unit 6 PDF

Preview

Summary

Download Focus vocabulary unit 6 PDF

Description

Focus vocabulary unit 6: a country down under Een verscheidenheid A range Een woestijn A desert Het regenwoud The rainforest Een australische inboorling An aboriginal Een kolonie A colony Een ontdekkingsreiziger An explorer Een hoofdeiland The mainland Omringend Surrounding Een werelddeel A continent Afbreken To break off Antarctisch Antarctic Een landmassa A land mass (af)drijven To drif Een bergstreek An alpine area Zeespiegel Sea level Een historicus An historian Neigen To tend Concentreren op To focus on Een strafkolonie A penal settlement Aan boord A board Een gedetineerde A convict Vervoer Transportation Ophouden To cease Opvoeren To boost Goudkoorts A gold rush Een migrant A migrant Vergroten To increase Een volkstelling A consensus Oversee Oversea Zich verenigen tot een federatie To federate Vasteland Mainland Lokaliseren To locate Een vorst A monarch

Focus vocabulary unit 6: the aborigines

Een contrast Prachtig Zonovergoten Schattig Een buideldier Een metropool Een provinciestadje Een kenmerk Eenheid Landschap Vergelijkbaar De bijbel Opvallend Een ravijn De essentie Godsvrucht Een verering Harmonie Een seizoen Ruw Ongastvrij De natuurlijke rijkdommen Een jachtterrein Uitputten Shors Een begrip Bezit Een immigrant Koloniseren Achteraf gezien Onmetelijk Onteigening Ronduit Moord Bestempelen als Bezetten Marginaal Uitsluiten Een staatsburger Een grondwet (staats)burgerschap Een referendum Genocide Assimileren Uit de hoogte behandelen Pleegzorg

A contrast Magnificent Sun-baked Cuddly A marsupial A metropolis A hick town A hallmark A oneness Landscape Comparable The bible Prominent A canyon The essence Godliness A reverence Harmony A season Harsh Inhospitable The natural resources A hunting ground To deplete Bark A notion Possession An immigrant To colonise In handsight Incalculable Dispossession Outright Murder To declare To occupy Marginal To debar A citizen A constitution Citizenship A referendum Genocide To assimilate To patronise Foster care

Een verwijdering Mishandeling Een litteken Achterblijven Een (potentiële) levensduur Zuigelingensterfe Een instelling Autonomie Overlevering Gedeeltelijk Vernietigen Het eigendomsrecht Mijnbouw Landelijk Een smet Inbreuk maken op

A removal Maltreatment A scar To lag behind A lifespan Infant mortality An institution Autonomy Lore Partial To overturn The ownership Mining Pastoral A blemish Te breach

Focus vocabulary unit 6: telling stories

Een formatie Uittorenen Een medicijnman Verbreken Ervaren Mythologisch De kosmos/ het heelal Wakker maken Een lichtstraal Naar beneden glijden Rusten Bevelen Zich wagen Een berghelling Stralen Zich mengen Voortdrijven Smelten Een hagendis (uit)barsten Een opeenvolging Met eerbied Een horizon In paniek In de steek laten Afgunst Ruziën Bemiddelen bij Geruzie Een bek/snavel Om het even what Kauwen Boos Het leven schenken Een god Een godin Een voorouder

A formation (to) tower A witchdoctor To reverse To experience Mythological The cosmos To awake A ray of light To glide down To rest To instruct To venture A mountainside To radiate To mingle To urge on To melt A lizard To burst An array In awe A horizon Panic-stricken To desert Envy To argue To mediate Bickering A bill Whatever To chew To anger To give birth to A god A goddess An ancestor...