Fotosynthese PDF

Preview

Summary

Fotosynthese samenvatting...

Description

Fotosynthese Chloroplasten Bladgroenkorrels of chloroplasten zijn plastiden (bepaalde groep van organellen) die gevonden worden in de cellen van meercellige fotosynthetische eukaryoten, zoals bij veel planten, protozoa en algen. Bladgroenkorrels hebben een belangrijke functie bij de fotosynthese in een plant. In de bladgroenkorrels wordt het zonlicht opgevangen en verwerkt. In de thylakoïden in het chloroplast vindt de fotosynthese plaats. Daarbij wordt water en koolstofdioxide omgezet in koolhydraten. De vloeistof die de rest van de chloroplast opvult heet het stroma. Daarnaast zitten er nog zetmeelkorrels (opgeslagen koolhydraten) in de chloroplast.

De chloroplast is een typisch organel dat zich aan de buitenzijde bevindt, in de chloroplast is ook de grana en thylakoïden zichtbaar waar de eiwitten opgeslagen zitten die nodig zijn voor de fotosynthese.

Een thylakoïde is een aan het fosfolipidedimembraan gebonden compartiment in de chloroplasten. Ze bestaan uit een thylacoïdmembraan rond een thylacoïdlumen. Thylakoïden bevatten veel integrale membraaneiwitten, die belangrijk zijn voor de fotosynthese. De membranen van de thylakoïden bevatten chlorofyl en enzymen die nodig zijn voor de lichtreacties van de fotosynthese. Thylakoïden in chloroplasten vormen stapels, die grana (enkelvoud: granum) worden genoemd.

Fotosynthese https://biologiepagina.nl/Flashfiles/Ispring/fotosynthese.htm https://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/fotosyntheseonderb/fotosynthesex.html (https://biologiepagina.nl/Brugklasnieuw/Planten/inleiding.htm) https://nl.wikipedia.org/wiki/Calvincyclus

Fotosynthese (formule) Water + koolstofdioxide + licht --> zuurstof + glucose Een plant kan in de groene onderdelen van een plant (m.b.v. de bladgroenkorrels) fotosynthese uitvoeren. Het doel van de fotosynthese is het maken van suiker

(glucose) en het maken van het gas zuurstof (O2). Om de fotosynthese te kunnen uitvoeren heeft een plant drie dingen nodig: water via de wortels van een plant, koolstofdioxide (CO2) via de huidmondjes in de bladeren en (zon)licht voor de energie. Zonder licht kan een plant niet aan fotosynthese doen Verbranding Een plant verbruikt energie, net als een mens. Deze energie kan een plant vrij maken door bijvoorbeeld glucose te verbranden, waarbij de afvalstof koolstofdioxide vrij komt. Hierbij wordt net als in de mens zuurstof gebruikt. Dit proces heet verbranding. Glucose + zuurstof --> water + koolstofdioxide + energie Het resultaat is dat gedurende de dag wanneer de plant zowel aan verbranding doet als aan fotosynthese, er twee kanten op gaswisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats vindt. 's Nachts vindt er geen fotosynthese plaats. Verbranding nog wel. 's Nachts gebruikt de plant dus zuurstof en geeft koolstofdioxide af. Gelukkig gebruiken planten meer koolstofdioxide tijdens de fotosynthese, dan dat zij produceren tijdens de verbranding . Omgekeerd maken zij meer zuurstof tijdens fotosynthese, dan dat er gebruikt wordt tijdens verbranding. Kijk eens naar de animatie (dag en nacht).

In de les gezien: Er zijn twee type’s van reacties, een licht en donkerreactie. De lichtreacties hebben licht nodig, de donkerreacties hebben geen licht nodig. De hoofdfunctie is om twee producten aan te maken tussen de reacties.

Een plant heeft water nodig voor zijn turgordruk en voor de fotosynthese, zuurstof (CO2) is maar een tussenproduct. Bij de donkerreacties worden er moleculen omgezet tijdens de Calvincyclus. De functie is om de energie die in het licht zit te capteren, met als eindproduct van de fotosynthese suikers die aangemaakt worden.

Maar wat is er allemaal nodig voor de fotosynthese? → -

Chlorofiel voor de groene kleur, het is een moleculen die licht moet capteren.

-

Het kopgedeelte is het lichtabsorberende deel.

-

Het koolwaterstof gedeelte is heel hydrofoob of waterafstotend.

Bijvoorbeeld: in de herfst zijn veel bomen niet meer groen dit komt omdat de planten

hun chlorofielen verliezen door carotenoïden. En dit komt door overmatige lichtinval. De carotenoïden gaat het overmatige licht filteren, ze gaan de UV stralen gaan filteren. Zo bevat ook zonnecrème carotenoïden als UV filter. Een thylakoïden membraan is een membraan dat je ergens in de thylakoïden ruimte hebt, er zijn een aantal complexen die gaan functioneren als een fotomeristeem en gaan werken als chlorofielen, centraal een reactiecentrum en aan de basis heb je chlorofielen. Licht is energie en de energie valt op de chlorofiel moleculen en wordt doorgegeven. energie gaat de elektronen in een exctitatie toestand brengen en worden in het centrale deel weggevangen. Je hebt een aantal chorfiel molecueln die weggevangen zijn. Je hebt zo een tweede systeem. PSII hier gebeurd als eerst en het tweede is het fotosysteem PSII. De elektronen gaan een elektronen transport keten doorlopen, ze zijn gereduceerd of geoxideerd. De elektronen gaan door de complexen gaan en kan er atp aangemaakt worden maar ze doen dit niet vanzelf. De elektronen komen terecht in PSI en gaan via een enzymen nadp + reductase. De moleculen willen atp aanmaken en nog iets. Maar er zijn nog moleculen die een elektronen tekort hebben. De zuurstof die wordt aangemaakt is puur een bijproduct.

Water splitsen en de gele pijlen zijn het transport door de elektronen en deze gaan de mogelijkheid geven om atp te vormen. Er komt een inbalans, de elektronen kunnen niet door de membranen tenzij de f type pomp er wel door kunnen. De atp pomp gaat er e door jagen en genereerd atp. Je wil een gradiënt aanmaken. Dit is een niet cyclisch transport. En je krijgt een elektronen carrier, netto wordt er meer atp aangemaakt dan er eigenlijk is. Je gaat de elektronen terug sturen en je gaat een beetje elektronen met atp terug aan te maken door een sprong terug in de tijd aan te maken.

De calvincyclus, moleculen die in elkaar worden omgezet. De grijze bollen zijn CO2. In een cyclisch systeem ga je te veel koolstof krijgen en je gaat deze eruit halen. Het enzym rubisco, en hierin wordt de co2 aangemaakt. DIt is heel onstabiel en de moleculen gaat uit elkaar vallen.

Altijd eerst PSII en daarna pas PSI. Weergeven zie je de gele tabel, suiker en zuurstof als bijproduct....