Opdracht 5 Schakelen met relais[ 990] PDF

Preview

Summary

Een opdracht die uit te voeren was in het Labo....

Description

Opdracht 5: Schakelen met relais Materiaal:     

Relais Lampjes en/of lampblok uit voertuig Zekeringhouder + kabels Eigen multimeter Cursus elektriciteit + Trommelmans boekje

Voorbereiding: 1. Leg de werking uit van een relais (zoek dit op in uw theorie, internet, enz..) Een relais is een door een elektromagneet bediende schakelaar die een willekeurig aantal schakelcontacten kan openen of sluiten. Een relais kan worden toegepast om met behulp van een relatief klein elektrisch vermogen in de spoel van de elektromagneet een hoge spanning of een grote stroom te kunnen schakelen.

2. Zoek verschillende types op van relais en geef ook enkele verschillende producenten van relais.    

monostabiel relais bistabiele relais tristabiele relais stappenrelais

3. Zoek een elektrisch schema van een voertuig naar keuze waarin een relais schakeling wordt gebruikt. Zorg dat u dit schema kan verduidelijken. 4. Hoe werkt een mechanische knipperdoos (knipper relais)? Met een bimetaal die de kring onderbreekt en sluit. Opgaven: 1. Meet de relais uit met uw multimeter. Tussen welke klemmen zit uw relaisspoel en uw relaisschakelaar? Tussen 87 en 30 relaisschakelaar, 85 en 86 relaisspoel

2. Teken uw relais volgens de norm en plaats er de coderingen erbij

3. Stel het werkingsschema op voor een schakeling met een schakelaar en een aantal lampen volgens het watervalsysteem. a. Maak volgende schakeling: i. Bij het bedienen van schakelaar 1 wordt er één lamp geschakeld ii. Bij het bedienen van schakelaar 2 wordt de relais bij ingeschakeld en deze bedient twee lampen in parallel.

4. Teken op uw watervalschema alle voltmetingen en stroommetingen.

5. Bereken de stuurstroom en de hoofdstroom in uw schakeling. Rrelais= 285Ω, Rhoofdstroom= 6.3Ω, Istuurstroom= 0,04A, Ihoofdstroom=1.90A 6. Bepaal de grootte van de zekering voor beide kringen. 7. Controle door docent 8. Maak de schakeling op het testbord.

9. Meet de totale stroom en de deelstromen (stuur- en hoofdkring) en noteer ze in een tabel + besluit. Stroom

Spanning

Stuurkring

0.04A

11.94V

Hoofdkring X1:

0.1A

11.94V

Hoofdkring E1:

0.20A

11.94V

Hoofdkring E2:

0.0981A

11.94V

10. Voer alle voltmetingen uit en noteer ze in een tabel. 11. Bepaal het vermogen van de relaisspoel. Beschrijf uw meetmethode + besluit. 0.04A x 11.94V = 0,4776W. Relais verbruikt bijna geen vermogen. 12. Bepaal de draaddoorsnede (stuur- en hoofdkring) met de 2 methodes (zie inleiding labo) + besluit.

13. Extra: herhaal vraag 3 maar maak nu de kring met één meerstandenschakelaar (bijvoorbeeld een contactslot) schakelaar....