Title | Voortplantingsstelsel |
---|---|
Course | Anatomie en fysiologie |
Institution | Odisee hogeschool |
Pages | 15 |
File Size | 998.1 KB |
File Type | |
Total Downloads | 27 |
Total Views | 135 |
Samenvatting van powerpoint en boek ...
VOORTPLANTINGSSTELSEL 1. Overzicht van voortplanting. 1.1 Belangrijke terminologie. Gonaden of geslachtsklieren. = voortplantingsorganen Testes bij de man, ovaria bij de vrouw Productie gameten + hormonen. Gameten = voortplantingscellen Spermacellen bij de man, eicellen bij de vrouw Haploïd Epididymis (opslag) >Ductus deferens (zaadleider) >Ejaculatiekanaal >Urethra (= urinebuis) Accessoire organen >Zaadblaasjes >Prostaatklier >Cowperklier Scrotum >Vlezige buidel die testes omgeef Penis >Erectiel orgaan >Distale gedeelte van de urethra loopt.
2.1.1 De testes(= testikels of zaadballen) Primaire geslachtsorganen bij de man Hangen aan zaadstreng (funiculus spermaticus) >Van testes tot liesopening, 20 cm >Bloedvaten, lymfevaten, zenuwen, zaadleider, cremasterspier, bindweefsel Omgeven door scrotum >Vlezige balzak, aan perineum achter basis van de penis. >2 scrotumholten of compartimenten >Dunne huidlaag >Glad spierweefsel = tunica dartos >Rimpelige huid M. cremaster (= laag skeletspierweefsel). Eivorming, 5cm-3cm-2,5cm, 10-15 gram Verpakt in tunica albuginea (= dicht, vezelig kapsel).; Mediastinum testes Bindweefselkapsel naar mediastinum >Collagene vezels vormen tussenschotten naar mediastinum + 200 lobjes -< bevatten testiskanaaltjes (80cm;1,5 km per testis) productie van spermacellen Interstitiële cellen in bindweefsel rondom kanaaltjes = cellen van Leydig Productie van testosteron (= belangrijkste androgeen) >bevordert zaadproductie >stimulatie prostaatklier, zaadblaasjes >primaire en secundaire geslachtskenmerken 2.1.2 Testiskanaaltjes Bevatten spermatogonia *Stamcellen voor spermatogenese >Gefaseerd : reeks celdelingen >Dochtercellen dichter en dichter naar holte Sertolicellen in hun wand >Vanaf omtrek tot aan holte >Steun en voeding voor omringende ontwikkelende spermacellen >Fagocytose van overtollig cytoplasma en afvalstoffen >Regulatie chemische omgeving
SPERMATOGENESE
Bestaat uit drie stappen: 1. MITOSE: begint met mitotische deling van stamcellen spermatogonia. Een dochtercel van elke mitose wordt naar holte van het testiskanaaltje geduwd, deze dochtercellen differentiëren spermatocyten. (= voorbereiden zich op het proces van de spermatogenese meiose) 2. MEIOSE: speciale vorm van celdeling waarbij gameten worden gevormd, cellen die half zoveel chromosomen hebben als lichaamscellen. In testiskanaaltjes worden bij de meiotische deling van spermatocyten onrijpe cellen gevormd spermatiden. 3. Spermiogenese: de kleine, relatief ongespecialiseerde spermatiden differentiëren, tot fysieke rijpe spermatozoën, die vloeistof in de holten van de testiskanaaltje binnengaan. 2.1.3 Epididymis (bijbal) Buis (7m) = bijbalgang Omgeven door bindweefsel Op achterzijde van testis > Aanpassen samenstelling vloeistof testiskanaaltjes Recycleren beschadigde spermacellen Rijpingsplaats onrijpe spermacellen Opslag rijpende spermacellen 2 weken tot zaadleider rijpproces
BOUW VAN EEN SPERMACEL OF SPERMATOZO Kop Celkern met dicht opeen gepakte chromosomen Vrijwel geen cytoplasma Acrosoom in spitse punt = membraneus compartiment Acrosoom bevat enzymen die nodig zijn bij bevruchting Korte beweegbare hals Middendeel Bevat mitochondriën, in een spiraal zijn gerangschikt Energie (vorm van ATP) voor beweging van staart. Staart
Zweephaar S vormige bewegingen grote stuwkracht Geen andere celorganellen Geen energiereserves voeding uit omringende vloeistof
CAPACITATIE Actief zwemmend, volledig functioneel Na menging met klierproducten uit zaadblaasjes Blootstelling aan omstandigheden binnen vrouwelijke voortplantingsorganen >Epididymis geef stof af die vroegtijdige capacitatie tegen gaat >Niet afgevoerde spermacellen na 2-3 w afgebroken en geresorbeerd in netwerk van bloedvaten in epididymis
2.1.4 Ductus degerens (zaadleider) 40 – 45 cm Stijgt op in de buikholte binnen de zaadstreng Peristaltische contracties : spermacellen en vloeistof door de buis gestuwd. Maandenlang verblijf inactief, trage stofwisseling Verenigen met afvoerbuis van zaadblaasjes Vormt het ductus ejaculatorius (ejaculatiekanaal) > korte buis van 2 cm >Door prostaat >Monden samen uit in urethra
2.1.5 Urethra = Urinebuis 18 tot 20 cm Loopt van blaas naar uiteinde penis Kanaal voor urine en sperma 2.2 De accessoire klieren Primaire functies van deze klieren: Activeren van spermacellen Voedingsstoffen leveren nodig om beweeglijk te worden Vormen van peristaltische contracties Buffers die zuren in urethra en vagina neutraliseren
2.2.1
De zaadblaasjes Glandula vesiculosa – vesicula seminalis Buisvormige klier Achter de blaas 15 cm, gekronkeld en opgevouwen Monden uit in zaadleiders net voor prostaat Scheiden 60% van zaadvocht af >Fructose als voeding >Prostaglandinen contracties glad spierweefsel >Fibrinogeen tijdelijk stolsel in vagina na ejaculatie
2.2.2 Prostaatklier
Voorstanderklier’ Klein, gespierd, rond orgaan Rond urethra, vlak na urineblaas 4 cm diameter (kastanje) 3 kwabben Prostaatvocht >Licht zuur >20 – 30 % van zaadvocht >Bevat antibioticum >Peristaltische contracties
vocht via 15 openingen naar urethra 2.2.3Cowperklieren Ronde structuren 10 mm Scheiden dik, kleverig, basisch slijm af >Neutraliseert urinezuur in urethra >Vermindert wrijving thv glans van penis < 5% van zaadvocht
2.2.4 Zaadvocht = ‘Semen’ >Gemiddelde ejaculatie loost 2–5 ml zaadvocht Ejaculaat >20–50 miljoen spermacellen per ml >Zaadvocht = vloeibare gedeelte >Klierproducten Enzymen >Protease dat slijm in vagina afbreekt >Seminaal plasma als antibioticum werkt en verschillende bacteriën dood. >Prostaatenzyme stolling in vagina >Enzyme dat stolsel weer vloeibaar maakt
2.3 De uitwendige geslachtsorganen 2.3.1 De penis Buisvorming orgaan Wortel = vaste gedeelte Ligament Omgeven door dwarsgestreept spierweefsel beweging Lichaam = schacht >Buisvormig gedeelte >Vooral uit erectiel weefsel besgtaat Glans >Verbrede distale deel >Uitmonding urethra (osteum urethrae externum) Huid gelijkend op scrotum rustspiertonus glad spierweefsel in dermis van de huid Huidplooi omgeef glans = voorhuid = preputium Smegma = wasachtige stof uitgescheiden door kliertjes aan hals en binnenste oppervlakte voorhuid 3 zwellichamen = sponsachtige structuren Collageenvezels Elastische vezels Gladde spiercellen Omgeven door stevig bindweefselkapsel Ventraal één corpus spongiosum Omsluit urethra Vormt de glans kapje over uiteinden corpus cavernosa
Dorsaal twee corpora cavernosa Rust Takken van slagaders vernauwd Gespierde tussenwanden gespannen Parasympatische stimulatie NO (stikstofoxide) afgeven Dilatatie doorbloeding stijgt zwellichamen zwellen op, venen dichtgedrukt snelle erectie van de penis Vrijgave van sperma = spinale reflex Afferente banen van mechanoreceptoren van de penis Bij voldoende stimulatie contractie van gladde spieren van epididymis, vas deferens, ejaculatiebuisjes, prostaat en vesicula seminalis via efferente neuronen spermacellen en glandulaire secreties in de urethra sfincter aan de basis van de blaas gesloten Vlugge, ritmische contracties van urethrale gladde spieren en 2 oppervlakkige bekkenbodemspieren Ejaculaat uit urethra gepompt Geassocieerd met intens genot + vele systematische veranderingen -> ‘orgasme’ Opvallende skeletale spiercontracties Verhoging hartslag, bloeddruk, ademhaling
3. Vrouw 3.1 Functie van voortplantingsstelsel van de vrouw Productie van gameten en geslachtshormonen Beschermen en ondersteunen van ontwikkelend embryo / foetus Voeden van pasgeboren Organen van de vrouw: o Ovaria o Eileiders o Uterus o Vagina o Externe genitaliën (vulva) o Melk – en accessoire klieren
3.1.1
De ovaria
3.1.2
Primaire geslachtsorganen van de vrouw Kleine, oneffen, amandelvormige organen Bleekwitte, gelige kleur 5 cm – 2,5 cm – 8 mm Nabij laterale wanden van de bekkenholte Mesenterium (brede ligament) + paar ondersteunende ligamenten Mesenterium omsluit ok eileiders en baarmoeder Functies ovaria: >Vorming van gameten : eicellen >Afgife geslachtshormonen *Oestrogenen en progestagenen >Afgife van inhibine negatieve feedback
Oögenese
= vorming van eicellen.
Begint voor geboorte Versnelt tijdens pubertijd Eindigt tijdens menopauze Foetus Oögonia : primaire oöcyten of dochtercellen in ovariumfollikel start profase van eerste rijpingsdeling (4N) 2 miljoen => 400 000 Ovariële cyclus start met vergroten van aantal primaire oöcyten in follikels Steeds dikkere laag epitheel rond oöcyt >Follikelcellen produceren glycoproteïne rond eicel => zona pellucida >Bij volledige rijpheid : “Follikel van de Graaf” Primaire oöcyt beëindigt meiose I => secundaire oöcyt (1N) poollichaampje Start meiose II wanneer eisprong (ovulatie) optreedt blijf hangen in metafase
enkel vervolgd na bevruchting rijpe oöcyt 2e poollichaampje
1 De eileiders (= tuba uternina, oviduct) 13 cm Trechtervormig infundibulum tubae uterinae Opent in de bekkenholte
Binnenkomst eicel na ovulatie Fimbrae met trilharen Peristaltische contracties Eicel van infundibulum naar uterus (3-4d) Bevruchting moet tijdens eerste 12-24 uur plaatsvinden Klier- en slijmvormende cellen
3.2.3 De uterus (baarmoeder) Klein, peervormig Gespierd compartiment Beschermt / steunt / voedt het zich ontwikkelende embryo / foetus Opgehangen aan verschillende banden Delen: >Corpus uteri (grootste gedeelte van de baarmoeder) *Fundus (= afgeronde gedeelte, boven de aanhechting van eileiders ligt). *Isthmus (=opzij eindigt corpus uteri in een vernauwing) >Cervix (= onderste gedeelte van de baarmoeder) *Buisvormig *Loopt stukje in vagina, omgeef baarmoedermond *Produceert slijm dat spermacellen helpt >Baarmoederholte *Inwendige opening van cervicaal kanaal Wanden: Endometrium >Bekleedt de holte Myometrium >Laag gladde spieren Perimetrium >Slijmvlieslaag (viscerale peritoneum) 3.4 Uitwendige organen 3.4.1 De vagina Elastische, gespierde buis Tussen uterus en externe genitaliën
Cervix uteri schedegewelf of fornix Evenwijdig aan het rectum Wand bevat netwerk van bloedvaten en lagen glad spierweefsel Bevochtiging door vaginale transsudatie (‘transpiratie van het slijmvlies’) Gedeeltelijk afgesloten door het hymen Dunne plooi epitheel 2 kringspieren aan beide zijden van vaginaopening. Functies van de vagina: o Afvoer menstruatiebloed o Ontvangen van de penis tijdens gemeenschap o Vasthouden sperma na ejaculatie o Doorgang voor foetus tijdens geboorte Uitwendige organen: = vulva of pependum >Vestibulum vaginae (schedevoorhof) >Kleine schaamlippen (labia minora pudendi) >Clitoris >Grote schaamlippen (labia majora pudendi) >Venusheuvel (mons pubis) >Glandulae vestibulares *Minor *Major Klieren van Skene (periurethrale klieren) Ingang van urethra Vloeistof in urethra en bij opening tijdens orgasme ~ prostaat Glandulae vestibulares minores Klierproducten aan uitwendig oppervlak van vestibulum Klieren van Bartholin (voorhofklieren) (glandulae vestibulares majores) = 2 slijmklieren in vulva, langs opening van vagina secretie aan binnenzijde van kleine schaamlippen ~ klieren van Cowper
3.4.2 De melkklieren Gespecialiseerde organen van de huid Produceren melk om de zuigeling te voeden Lactatie: De processen van melkvorming en -afscheiding door cellen in de borstklieren Gestimuleerd door hormonen >Prolactine >Oxytocine
3.5 De menstruatiecyclus of baarmoedercyclus
Duurt meestal 28 dagen Begint met Het begin van de menstruatie Verlies van de functionele zone van het endometrium Duurt een tot zeven dagen >Menarche: Eerste menstruatie >Menopauze: Laatste menstruatie
Folliculaire fase FSH => follikels rijpen en produceren oestrogeen 7 – 21 dagen Luteale fase (na ovulatie) LH => follikelcellen worden geel lichaam (corpus luteum) en produceren progesteron (+ oestrogeen) Zonder zwangerschap sterf corpus luteum af => hormoonproductie stopt => baarmoederslijmvlies wordt afgestoten => menstruatie +/- 14 dagen Folliculaire fase Endometrium groeit oiv oestrogeen = proliferatiefase Luteale fase Corpus luteum produceert vnl progesteron
=> secretie in endometriumklieren = secretoire fase => na 5 dagen optimaal voor innesteling Bij zwangerschap productie van human chorionic gonadotropine (hCG) => behoudt van corpus luteum tot 7-8w -> placenta neemt hormoonproductie over Geen zwangerschap Corpus luteum gaat ten gronde => Productie van progesteron stopt => verval van endometrium => afstoting gevolgd door menstruele bloeding
Oestrogeen •
Ontwikkeling van vrouwelijke geslachtskenmerken
•
Reguleren menstruele cyclus
•
Zwangerschap
•
Afgescheiden door eierstokken
•
Soepel houden van vagina
•
Productie van cervixslijm
•
Ook bij mannen
•
Te veel kan seksueel verlangen remmen
Progesteron •
Verzorgt optimale omstandigheden voor bevruchting en innesteling
•
Proliferatiestadium naar secretiestadium
•
Beïnvloedt zaadcellen positief tijdens secretiefase
•
Verandert slijm in baarmoedermond zodat zaadcellen baarmoeder niet betreden
•
Remt ovulatie
•
Vermindert prikkeling van spieren rond baarmoeder => afstoting onderdrukken...