Practicum 5 mannelijk & vrouwelijk voortplantingsstelsel (automatisch hersteld) PDF

Preview

Summary

Download Practicum 5 mannelijk & vrouwelijk voortplantingsstelsel (automatisch hersteld) PDF

Description

Practicum 5: mannelijk en vrouwelijk voortplantingsstelsel 1: testis-AZAN (G1/17) Tunica albuginea verbreed tot mediastinum testes

Tubuli semi seminiferi contorti: Sertolicellen= peervormig  produceren inhibine, remt testosteron productie af (wazig) Stamcellen (diploïd) Spermatocyten: chromatine in de kern is sterk gecondenseerd (diploïd & haploïd) Spermatiden: klein (haploïd) Spermatozoa: kop en staartje in lumen Germinatief epitheel

exocrien

Interstitieel weelfsel: Cellen van Leydig:  polygonaal (veelhoekig)  produceren testosterone  cytoplasma: vol lipidendruppels  steroïdhormoon- producerende cellen myoïde cellen

endocrien

capillairen

2: prostaat-AZAN Glad spierweefsel m. urethralis Fibro elastisch kapsel

urethra

ductus ejaculatorius

gl. Prostatica (tubuloalveolair) prostaatklieren liggen in 3 concentrische lagen rondom de urethra

overgangsepitheel/ l. propria: mucosale klieren hoofdklieren

overgangszone: submucozale klieren hoofdzone:

meerlagig cilindrisch

corpora amylacea= verkalking vh secreet

urethra zelf tunica mucosa tela submucosa tunoca muscularis (gl sp)

Klierepitheel epitheel= pseudomeerlagig cilindrische cellen & basale vervangcellen

PATHOLOGIE

3:beninge prostaat hyperplasie-HES (GP6/1)

Normaal klierweefsel

Noduli opgebouwd uit klierbuizen met errond bindweefselstroma Het lumen is verwijd en bevat secreet Klierepitheel: pseudomeerlagig, soms afgeplat, soms meerlagig In en tussen de noduli: toename stroma bestaande uit gladde spiercellen en collagene vezels, infiltraten van lymfocyten, plasmacellen en polymorfnucleaire leukocyten SPIER= FELROZE, BW=LICHTROZE

4: penis-kat-AZAN

Corpus spongiosum

2 Corpora cavernosa

Huid: filiforme verhoornende papillen

Cavernen afgelijnd door endotheel

lichaampje van Vater Pacini

zenuwbundel

bv

vetvacuolen

5: ovarium Cortex met follikels Atretische follikel: geen oocyt en verlies follikelstr

Medulla met grote bv en zenuwstrengen

Verschillende follikels in de cortex

tunica albuginea = dense bw laag

mesotheelcellen = kiemepitheel Primordiale follikel   

primaire oöcyt duidelijke kern afgeplatte follikelcellen

primaire follikel   

primaire oöcyt 1 laag kubische follikelcellen Theca = bw laag

Secundaire follikel/ pre-anterale follikel   

Primaire oöcyt Rond oöcyt zona pellucida Follikelcellen: stratum granulosum

Tertiaire follikel     

Grote vacuolen tussen granulosacellen Vacuolen gevuld met follikelvocht Buiten stratum granulosum: theca = bw lag Vaatrijke theca interna Bw rijke theca externa

Rijpe/ Graafse follikel   

1 groot antrum Follikelcellen rond oöcyt= corona radiata Verbonen met cumulus oöphorus aan membrana granulosa (randlaag van follikelcellen)

PATHOLOGIE

6: teratoom vh ovarium-HE (HP1/1) · · · ·

Een teratoom= mengtumoren van weefsels die ontstaan zijn uit min 2 of alle 3 de kiemlagen Ze ontstaan uit totipotente kiemcellen Men kan in teratomas neoplasmen vinden die lijken op stukjes bot, spierweefsel, epitheel,… Dergelijke totipotente kiemcellen vinden we in het ovarium en de testis

Lumen van de cyste

Meerlagig verhoornend plaveisel epitheel hoornlamellen

Hersenblaasje gevuld met bloed (torsie vh ovarium)

Neurogliaal weefsel: uitlopers van neuronen en gliacellen

formolpigment

talg klieren

haarfollikel

7: uterus tijdens proliferatiefase-aap-AZAN Tussen menstruatie en volgende ovulatie

endometrium: slijmvlies myometrium: gladde spieren perimetrium of peritoneum: bw vergroeid met spierlaag

endometrium:

Stratum functionale L. epithelialis  1lagig hoogcilindrisch epitheel met trilhaarcellen en kliercellen Stratm functionale l. propria   

bevat uterusklieren minder gecillieerd spiraalarteriën

Stratum basale -

compacter weefsel

PATHOLOGIE

8: Leiomyoom van de uterus-HES (HP4/1) Leiomyomas= beninge tumoren ontstaan uit gladde spieren

Weinig klierbuizen Leiomyoom: bestaat uit gladde spiercellen, collagene vezels en plaatselijk kalk Kernen v gl spiercellen

9: borstklier afvoergang

Apocriene metaplasie

Inactief klierweefsel

intralobulair bw interlobulair bw

=  2lagig epitheel  Tubulair Actief: 1lagig: binnenste cellen  apocriene-melk-secreterende cellen Buitenste cellen  myoepitheelcellen Alveolair Ook afvoergangen

Stukjes brokkelen af

Apocriene cysten afgelijnd door metaplastische apocriene cellen

PATHOLOGIE

10: fibroadenoom van de borstklier-HES = borsttumoren samengesteld uit bindweefselstroma en klieren ‘Normaal’ borstklierweefsel Matige infiktratie van lymfocyten en plasmacellen

Afwijkend borstklierweefsel

Klierbuizen zijn spleetvormig vertakt

Goed afgelijnde noduli Toename epitheelstructuren en intralobulair bw Als de knobbels groter worden en met elkaar versmelten  fibroadenoma

11: borstkliercarcinoom- HE Invasief ductaal carcinoom

Cellen -

Kernen verschillen sterk van vorm en grootte Kernen bevatten veel euchromatine & een duidelijke nucleolus Veel mitosefiguren  Weefselmaligniteit Lumina  tubulair carcinoom Geen basaal membraan  invasief Centrum is necrotisch en bevat kalkfragmenten...