Practicum 5 Osmose - diffusie - plasmolyse 8 heel PDF

Title Practicum 5 Osmose - diffusie - plasmolyse 8 heel
Author Nisrine Taouil
Course Bio-ethiek
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 8
File Size 384.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 56
Total Views 130

Summary

Practicum osmo 2020/2021! Verbeterd en nagekeken ,):€;7;;€;&;&;7;&;’rkfiekebekeirirkrnrrnfnrnfnfnfnfnfnfnffnfnnffnrnrnrnrnrnfnrnfnrnfnfnfnfnfnfnfnfnfbfbfbfbfbfbfbfbfbfbfbfbfbfbfbfbgjjalalzlzbebebebrbrrjrjrrjrjrjbrbtbgbgbgbggbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbgbb rkfiekebekeirirkrnrrnfnrnfnfnfnfn...


Description

PRACTICUM: Osmose – diffusie – plasmolyse Naam:

Groepsleden:

Klas: Datum:

DOELSTELLINGEN AD2

Voor een onderzoeksvraag, op een systematische wijze informatie verzamelen en ordenen.

AD3

Met een geschikte methode een antwoord zoeken op de onderzoeksvraag.

AD5

Over een experiment/ waarnemingsopdracht en het resultaat rapporteren.

B10

Aan de hand van voorbeelden bij een- en meercellige organismen, de noodzaak van transport van stoffen tussen cellen en hun omgeving toelichten.

B11

Experimenteel het transport van stoffen doorheen membranen vaststellen, het transport beschrijven en verklaren.

B12

Aan de hand van voorbeelden, passief en actief transport van stoffen doorheen een biomembraan omschrijven en factoren die dit transport beïnvloeden toelichten.

W3

Uit dat, een tabel of een grafiek relaties en waarden afleiden om een besluit te formuleren.

W4 W5

Gebruiken wetenschappelijke terminologie, symbolen en SI-eenheden. Gaan veilig en verantwoord om met stoffen en elektrische toestellen.

SET13

De leerlingen kunnen op verschillende schaalniveaus uitleggen hoe systemen een toestand van evenwicht bereiken en behouden.

SET14

De leerlingen kunnen op verschillende schaalniveaus relaties tussen systemen beschrijven en onderzoeken.

SET29

De leerlingen kunnen zich oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken.

SET30

De leerlingen kunnen een onderzoeksopdracht met een wetenschappelijke component voorbereiden, uitvoeren en evalueren.

SET31

De leerlingen kunnen de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en ze confronteren met andere standpunten.

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

5

Evaluatie van de verschillende deelcompetenties

Punten

Ik kan, op vraag van de leerkracht, mijn ideeën uitleggen in een wetenschappelijke taal. (leerlijn 2)

/3

Ik zet meetgegevens in een tabel. (leerlijn 10)

/2

Ik maak een diagram. (leerlijn 11)

/3

Ik gebruik correct eenheden en grootheden in metingen en vraagstukken. (leerlijn 12)

/2

Leerlingen kunnen in groep, een opdracht uitvoeren en er verslag over uitbrengen.

/10

TOTAAL

/20

2. Ik kan, op vraag van de leerkracht, mijn ideeën uitleggen in een wetenschappelijke taal.

Ik weet niet wat wetenschapp elijke taal betekent.

Moeilijke woorden zijn mijn ding niet; ik begrijp wel dat in sommige lessen, zoals wetenschappen, men soms speciale woorden gebruikt.

10. Ik zet meetgegevens in een tabel

Ik heb gewoon geen tabel, geen titels, geen layout, alle waarden staan "ergens", tenzij een tabel gegeven werd.

Ik heb alles in kolommen gezet, maar die beantwoorden niet aan wetenschappelijk e criteria. In feite staan alleen de getallen onder elkaar.

Ik zet correct afhankelijke/onfhankelij ke veranderlijken in de kolommen uit, en de kolomtitels zijn aanvaardbaar aangegeven.

11. Ik maak een diagram.

Ik kan het gevraagde diagram niet maken.

Ik heb wel een lijn op een grafiek, maar ik geef geen legende, geen titels, geen of foute schaalverdeling.

Ik vermeld foute grootheden en/of eenheden, de titel is te vaag, de schaalverdeling is niet helemaal juist.

12. Ik gebruik correct eenheden en grootheden in metingen en vraagstukken.

Ik gebruik geen eenheden of grootheden,a lleen cijfers en hou geen rekening met meetnauwke urigheid.

Ik gebruik grootheden en eenheden soms verkeerd en ik meet niet niet nauwkeurig.

Ik gebruik grootheden en eenheden en zet ze om in hoofdeenheden waar nodig. Ik heb aandacht voor meetnauwkeurigheid of beduidende cijfers, maar maak regelmatig fouten.

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

Ik begrijp goed dat wetenschap een eigen woordenschat heeft en dat ik die zou moeten gebruiken. Ik werk daaraan.

Ik hanteer wetenschappelij ke taal vlot in alle gewone gevallen; sommige begrippen zijn echter nog niet in mijn taal opgenomen.

ik kan alle begrippen die ik nodig heb vlot integreren in mijn taal; ik hanteer ze bovendien correct.

vorige + de eenheden staan ook in de kolomhoofding; ik heb voldoende metingen en aparte tabellen voor elke (deel)proef.

vorige + aparte tabellen voor elke (deel)proef; de nauwkeurigheid van de metingen is aangegeven, lege kolommen staan aangegeven voor kolomberekeninge n; de aard van de berekeningen staat aangegeven.

Ik gaf juiste grootheden , maar ben de eenheden vergeten, de titel is goed en de schaalverdeling ook. Ik gebruik grootheden en eenheden en zet ze om in hoofdeenheden waar nodig; ik gebruik bovendien foutenmarges, meetnauwkeuri gheid en beduidende cijfers, maar zondig af en toe.

Legende is correct, de titel is goed en ik gebruikte de juiste schaalverdeling.

Ik gebruik grootheden en eenheden en zet ze om in hoofdeenheden waar nodig; ik gebruik bovendien foutenmarges en meetnauwkeurighe id consequent.

5

Maak het verslag op een apart blad. Schrijf een korte inleiding: vanuit de theorie kan je een hypothese vormen bij het onderzoek. Noteer bij elke proef: waarneming, verklaring en besluit 1. Inleiding (Oriënteren) Achtergrondinformatie: in een inleiding geef je eerst een stukje achtergrondinformatie; de theorie waarin dit practicum past. Zoek in de literatuur (in dit geval is je handboek voldoende) op hoe de cel werkt als osmotisch systeem. De begrippen diffusie, osmose, plasmolyse, iso-, hypo- en hypertoon zijn van belang.

2. Proeven 2.1. DIFFUSIE : 2.1.1. Materiaal.    

Petrischaal of horlogeglas Water Pincet Kaliumpermanganaat

   

Bekerglazen Pipet Thermometer Bunzenbrander + lucifers

2.1.2. Methode a) Zet een met water gevulde petrischaal of horlogeglas klaar op een plaats waar je ze gedurende 60 minuten kunt laten staan. Leg met een pincet één kaliumpermanganaatkristal in het midden. Observeer gedurende 60 minuten en noteer je waarneming.

b) Vul 2 bekerglazen met water van verschillende temperatuur. (kamertemperatuur-80°C) Breng met een pipet een kleine hoeveelheid kaliumpermanganaat-oplossing op de bodem van elke beker. Observeer allebei de opstellingen met regelmatige tussenpauzes, bijvoorbeeld om de 5 minuten. Noteer en verklaar je waarneming.

2.1.3. Waarneming - Noteer voor beide experimenten je waarneming. 2.1.4. Verklaring - Noteer voor beide experimenten je een mogelijke verklaring 2.1.5. Besluit. - Wat versta je onder diffusie?

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

5

2.2. OSMOSE :

2.2.1. Materiaal.      

Aardappels Mesje + plankje Petrischaal of horlogeglas Water Lepel Suiker

    

Bloemsuiker Bekerglas Weegschaal Proefbuizen + proefbuisrek Millimeterpapier

2.2.2. Methode 1 Neem twee aardappels (of één grote) en schil ze. Plat de onder- en de bovenkant af en maak er een komvormige uitholling in. Leg de aardappel in een met water gevulde petrischaal of horlogeglas en doe een lepel suiker in de holte. De tweede aardappel zet je in bloemsuiker. De holte vul je met zuiver water. Let vooral op wat er met het water gebeurt in beide opstellingen. Noteer je waarneming en verklaar wat je ziet. Tekening van de proefopstelling :

2.2.2.1.

Waarneming

Bij de aardappel waar suiker in zat, zit nu ook water in en je ziet de suiker niet meer in de holte. De aardappel die gevuld was met water en in bloemsuiker lag heeft geen water meer in de holte. Het water ligt nu in het petrischaaltje samen met de bloemsuiker die nu nat is. 2.2.2.2.

Verklaring

Dit kun je verklaren door osmose, het water verplaatste zich van een omgeving met een lage concentratie naar een hoge concentratie. Bij de eerste aardappel is het water dus van in het petrischaaltje naar de holte met suiker in gegaan. Bij de andere aardappel ging het water van in de holte naar de bloemsuiker in het schaaltje. 2.2.2.3.

Besluit.

- Wat versta je onder osmose?

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

5

2.2.3. Methode 2: Snijd een tiental even grote (en even dikke) reepjes uit enkele aardappelen. Let erop dat je de frietjes niet te dik maakt, want dan passen ze niet in een proefbuis! Bepaal hun massa. Maak een verdunningsreeks van suiker opgelost in water. (zie figuur verder) Dompel de frietjes zo lang mogelijk in de oplossingen (goed schudden! Zorg dat ze ondergedompeld zijn!), haal ze eruit en droog ze af. Bepaal de massa opnieuw. Vergelijk de buigzaamheid van de behandelde frietjes met die van verse exemplaren. Noteer de resultaten in een tabel en teken een grafiek zoals aangegeven in de figuur op de volgende blz. Opm.: c= concentratie uitgedrukt in molariteit = mol/liter Δm = de massaverandering, deze kan zowel positief als negatief zijn 2.2.3.1.

Berekening.

We gaan een 100ml suikeroplossing maken met een concentratie van 1M. Hoeveel g moeten we afwegen? (suiker: C12H22O11) Tekening van de proefopstelling :

2.2.3.2.

Verklaring

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

5

Wat merk je op in verband met de buigzaamheid van de frietjes en de concentratie van de oplossing waarin ze waren ondergedompeld? Verklaar je waarneming van uit de definitie van osmose. 2.2.3.3.

Waarneming

Concentratie van de suikeroplossing (M)

Oorspronkelijke massa m1 (g)

Massa na ... min. in de suikeroplossing m2 (g)

Massaverandering Δm (g)

We zetten het resultaat van de metingen uit op een grafiek (Excel of op mm-papier). 2.2.3.4.

Besluit

Vergelijk de laatste kolom met de eerste kolom. Wat kan je vaststellen bij lage concentraties en wat bij hogere concentraties? Verklaar je waarneming uitgaande van de definitie van osmose

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

5

2.3. PLASMOLYSE : 2.3.1. Materiaal.     

Mesje + plankje Filtreerpapier Uien Deklaasjes Pincet

   

Gedestilleerd water Lugol Geconcentreerde zoutoplossing Microscoop

2.3.2. Methode Maak twee preparaten klaar van een stukje van de holle kant van een rok van een ui. Onder het eerste dekglaasje komt als vloeistof gedestilleerd water en als kleurstof lugol. Onder het tweede komt een sterk geconcentreerde zoutoplossing en eveneens lugol. Bekijk beide preparaten onder de microscoop. 2.3.3. Waarneming Maak een schets van beide preparaten. Vergeet niet de vergroting en de grootte van één cel te vermelden (zie practicum 1). Schets preparaat 1

Gedestilleerd water

Diameter van één cel Vergroting

1,32 mm : 6 = 0.22mm 10x10

Schets preparaat 2

Zoutoplossing

Diameter van één cel Vergroting

1.32mm : 7 = 0.19 mm 10x10

2.3.4. Verklaring In het eerste preparaat is de omgeving van de plantaardige cel hypotoon, dit betekent dat water de cel in gaat. Hierdoor zwelt de cel en krijgt het turgor. Door deze druk van de vacuole op de

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

5

celwand is de cel stevig en zie je de rand van de vacuole eigenlijk niet zo goed omdat deze tegen celwand aandrukt. Het tweede preparaat bevond zich in een hypertone oplossing, namelijk een zoutoplossing. Omdat het zich in een hypertone omgeving bevindt, verlaat water de cel en krimpt de vacuole/ cytoplasma. Dit noemt plasmolyse. 2.3.5. Besluit Plasmolyse is het inkrimpen van de vacuole, dit is het gevolg van het feit dat de cel zich in een hypertone oplossing bevindt en het water dus de cel verlaat. Als je de cel dan weer in een hypotonisch milieu brengt dan vindt osmose opnieuw plaats maar in de omgekeerde richting en komt er terug water in de cel, dit is dan deplasmolyse. Bij deplasmolyse neemt de celinhoud weer zijn oorspronkelijke volume in door het opnemen van water. 3. Zelfevaluatie

Evalueer vervolgens je werkwijze: Heb je een duidelijk antwoord gevonden op de onderzoeksvragen? Is je experiment “gelukt”? Ben je bepaalde problemen tegengekomen? Hoe zou je het volgende keer beter kunnen aanpakken? Veel succes!

Practicum: Osmose – diffusie - plasmolyse

5...


Similar Free PDFs