What is an apparatus - Lecture notes 1 PDF

Preview

Summary

samenvatting les 1...

Description

Les 1 Filosofie

10 feb

What is an apparatus? 

Tekst Giorgio Agamben: giorgio agamben _ what is an apparatus mark.pdf



Tekst Bruno Latour: https://www.groene.nl/artikel/hetvirus-is-maar-een-schakel-in-hele-keten

(in dit boekje schrijft Giorgio Agamben over apparatus met bevindingen van Michel Foucault)

Giorgio Agamben 

Italiaans hedendaags politisch filosoof, antieke filosofie

Apparatus = apparaat = term die naar voor wordt gebracht door michel

In het nederlands = apparaat Voorbeelden: 

koffieapparaat



beleidsapparaat  die rol heeft om het beleid te sturen (werkt niet volledig zelfstandig!)



organisatie van het land: een hele overheid wordt gecreërd met de taak het land te organiseren

 het apparaat doet wat

Waarom niet zelfstandig: knopje induwen, mensen die nodig zijn, leveranciers, productie, … Proberen na te denken wat de betekenis is van het apparaat Michel Foucault 

Franse filosoof (1926-1984)



Jaren 60 en 70 actief



Disciplinemaatschappij: een maatschappij waar macht wordt uitgeoefend door middel van diverse disciplinaire 'apparaten' o

Bv: scholen, gevangenis, ziekenhuis, …

o

Deze instituten kneden het individu en vormen zo het subject. (zie later)



Biopolitiek: Het verwijst dus naar politieke praktijken die het biologische leven van mensen centraal stelt en probeert te beïnvloeden, te sturen of te beschermen.



Biomacht: vorm van machtsuitoefening door regulering van het biologische en sociale leven op grote schaal. Maakt gebruik van moderne wetenschap (vooral de medische wetenschap en statistiek) als machtsmiddel o



onderzoek giorgio: hij beschouwt biomacht vanaf de Griekse oudheid als een integraal onderdeel van soevereiniteit

Governmentality: samentrekking van twee termen, macht en kennis gaan samen Government (macht) en mentality (kennis)  je kan geen macht hebben zonder kennis  het machtsysteem heeft altijd een bepaalde kennis



Dispositif (eng) = een schikking, iets dat in stelling gebracht is om in een bepaalde stelling te genereren

 een apparatus is een netwerk dat tussen al die verschillende aparaten verbonden kan worden. Definitie en voorbeelden Apparaat is een netwerk tussen verschillende elementen

Bv: auditorium o

Wie staat er tegeonver wie?

o

Ruimte bepaalt wie wat kan zeggen en wanneer

o

Gemaakt om les te geven maar kan niet werken als er geen leerplicht is, studenten, docenten, beleid, familie verbanden, regelgeving, systeem onderwijs, vrijheid onderwijs

o

Strategische functie: wil mensen aanzetten tot iets

o

Onderwijs bestaat niet enkel door het bouwen van een aula

o

Een klassiek voorbeeld hoe architectuur een apparaat kan vormen

o

Moet een bepaalde krachtenverhouding gaan manipuleren, het moet voorkomen dat studenten op een of andere manier gaan ingrijpen

Ruimte = apparatus voor de architect, maar apparatus kan vanalles zijn (talig of niet talig bv liefde) Belangrijk voor Giorgio: nadruk leggen op feit dat apparaat niet enkel architectuur bevat meer een netwerk is die tussen verschillende zaken kan getrokken worden (verwijzing naar puntje 3 auditorium) Het apparaat is gelinkt aan de verbinding van de ruimte Het apparaat kan pas werken als het apparaat gelinkt is aan andere zaken, het moet een strategische functie hebben, het wil iets, het moet mensen aanzetten tot iets Het apparaat is een set, een aantal praktijken en mechanismen die een bepaalde urgentie en effect moeten urgeren, het is een strategische functie, bv: de functie om kennis over te dragen van docent naar student Gesitueerd in machtsverhouding

Macht = kennis

Bv: gevangenis auditorium o

Docent geeft les aan mensen uit te gevangenis over wat alcohol is

o

Docent heeft kennis over alcohol en daarmee ook macht tegenover de gevangenen

Bv: zoom/ collaborate o

Docent is in staat om tekenen van studenten uit te zetten

Invloed op mens Wat doet de mens, wie zijn we? = ontologie



Substanties, levende wezens



Apparaten, manier hoe we tegenover elkaar staan



Subject, wie is wie in een andere ruimte, wat is onze positie  het apparatus maakt voor een stukje wie je bent als subject

Je kan meerdere subjectposities tegelijk innemen naargelang het apparaat waarin je functioneert (je positie wijzigt)

Kritiek op het apparatus: het maakt van ons een subject en tegelijk vervreemd het onszelf, het dwingt ons in een bepaalde positie  bv: in een aula is het niet makkelijk om de stoelen te herschikken, we hebben er geen vat op, het staat gewoon zo  bij een praktijkruimte kan je de tafels gaan verzetten, op een andere manier gaan samenzitten met elkaar Bv: vrouw die borstvoeding geeft en naar tv kijkt terwijl ze ze een hotline inspreekt o

Moeder

o

Tv kijker

o

Spreekt iets in

Kritiek op apparatus Kritiek op het apparatus: het maakt van ons een subject en tegelijk vervreemd het onszelf, het dwingt ons in een bepaalde positie  bv: in een aula is het niet makkelijk om de stoelen te herschikken, we hebben er geen vat op, het staat gewoon zo  bij een praktijkruimte kan je de tafels gaan verzetten, op een andere manier gaan samenzitten met elkaar

Consacreren: maakt bijna iets heiligs, we hebben er geen vat op, het is gewoon zo, bovenmenselijk, goddelijk  je moet er zelf proberen grip op te krijgen als mens

Bv: auditorium

o

Docent geeft macht weg aan onderwijsinstitutie

Bv: facebook o

Wanneer we niet in de hand hebben wat er met onze geplaatste foto's gebeurt

Profaniseren: bewust ingrijpen, zelf grip op krijgen, liefst samen als mensen

Subjecteren en desubjecteren

Subjectposities: huisvader, docent, sporter,vriend,…

Bv: Berlijnse muur o

Westen: kapitalisme

o

Oosten: communisme

o

De plaats waar je woont zegt al genoeg over je positie

o

Duidelijke profielen

o

Na de val: moeilijker om positie duidelijk te maken want er is geen muur meer

o

Geschiedenis is gedaan

Bv: Youth for climate o

Bijdragen aan een verandering van de samenleving

o

Een subject positie

o

Streven om een duurzame ontwikkeling te creëren

Desubjecteren: minder duidelijke omschrijving van wie je bent, de rol blijkt zeer vaag te zijn

Bv: sociale media o

Je kan 30 verschillende identiteiten hebben

Bv: youth for climate o

Uitspraak Bart de wever: ga eerst nog wat studeren en kom over 10 jaar nog eens terug

Bv: economie o

Fordisme economie: fabriek, duidelijke positie, rechten, inkomen, uren,…je positie is werknemer = subject

o

Postfordisme economie: deliveroo, eigen werkgever, inkomen niet meer vast ,et zoals uren, minder sociale zekerheid, vage omschrijving =desubject

Bv: situatie werknemer o

In traditionele situatie van werknemer is het duidelijk voor wie je werkt, vast maandloon, aansluiten bij vakbond, inschrijven bij sociale zekerheid

o

Bv werken voor uber eats/ take away, werknemer van uber is zijn eigen werkgever, kan niet makkelijk aankloppen bij de vakbond  creërt niet altijd meer vrijheid (bang van niet)

 je krijgt verschillende subjectrollen die tegen elkaar botsen. Bv docent geeft les, maar kom je ook tegen tijdens uitgaan. Dan is die mede fuifganger maar ook nog steeds voor een stuk je docent  er komt een conflict van de subjectrollen/ posities

Bruno Latour 

Franse filosoof, socioloog



1947



Wetenschapssociologie



Waar kunnen we landen

Artikel de groene Amsterdammer:Het virus is maar 1 schakel in de hele keten 

Beschrijft deze crisis als een voorproefje voor de klimaatcrisis



Coronacrisis gaat



Coronacrisis: beheer van bevoorrading, overheid: we zullen je beschermen



Klimaatcrisis gaat niet alleen over samenleving tussen mensen (die nu uiteen wordt getrokken door corona), gaat nog veel meer over wij



Klimaatcrisis: beheer van alles, overheid: niet meer de wader, wij moeten de overheid iets duidelijk maken



Overheid beheerst door biopolitiek (statistieken, hoe gezond België is algemeen)



Huidige situatie is een karikatuur van biopolitiek



Belang van grenzen, elkk land keert terug naar zichzelf



Wij, de mensheid als virus brengen klimaat in gevaar o

Idk of deze tekst gekend moet zijn dus...