ALW Beste Lezer hfst5 lezer PDF

Title ALW Beste Lezer hfst5 lezer
Author Francis De Witte
Course Algemene literatuurwetenschap
Institution Universiteit Gent
Pages 10
File Size 147.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 19
Total Views 148

Summary

Samenvatting van het handboek 'Beste Lezer' van Jurgen Pieters, hoofdstuk 5: lezer...


Description

Hoofdstuk 5: de lezer Geschiedenis van de moderne literatuurwetenschap = vlnr as van het literaire communicatie: auteur → tekst → lezer Grof geschetst: - medio 19e eeuw: AUTEUR

-

-

-

alfa en omega van de literatuurstudie

-

alle focus op hem literatuurwetenschap = literatuurgeschiedenis + positivisme

1910-1960: TEKST -

autonomiebewegingen formalisme en structuralisme

-

auteursintentie deed er niet toe

1970-...: LEZER - nieuwe periode breekt aan = poststructuralisme -

tekst geen vaste betekenis

-

krijgt betekenis vanuit een leesact literatuurgeschiedenis wordt geschiedenis van de receptie van liter.

VOORLOPERS Niet op flessen trekken → ook voordien aandacht voor de lezer bij o.a. New Criticism (Richards) in de Practical Criticism (1929) -

Jan Mukarovsky (overleden 1975 - Praags Structuralisme) -

onderscheid tussen artefact en esthetisch object -

-

artefact = de tekst in zijn vaste, materiële vorm esthetisch object = de door de lezer geconcretiseerde tekst

vb. script van Hamlet = artefact/ elke opvoering van het stuk =

esthetisch object auteur - tekst en lezer kunnen niet los van elkaar gezien worden

Identificatie en vervreemding p 207

Waarom leest een mens? Veelheid aan antwoorden - ontsnappen aan saaiheid van het bestaan (Madame Bovary) -

zichzelf beter leren kennen (Proust)

-

geld verdienen (uitgevers, critici,...) zien hoe de concurrentie het doet (andere schrijvers)

-

zelf niet te moeten schrijven (de lezer) …

Algemeen: 2 grote lijnen 1. We herkennen onszelf in de ander bij het lezen = IDENTIFICATIE 2. We herkennen de ander in onszelf bij het lezen = VERVREEMDING

Identificatie Ik kan iets doen met deze tekst want ik herken mezelf in de tekst. Uitgewerkt voorbeeld: Nabokov, werk: Pale Fire (1962) hoofdrol = Charles Kinbote -

obsessieve lezer

-

tijdlang buur van de dichter John Shade vindt en redt een episch gedicht van 999 verzen van Shade

-

de roman van Nabokov IS dit gedicht aangevuld met uitgevoerde

-

commentaar de roman lijkt oorspronkelijk een biografie van de auteur maar verander in biografie van de lezer -

-

Kinbote identificeert zich op extreme manier met het gedicht hij voelt het aan alsof het gedicht over hem gaat

parodie en dus vermoedelijk een overdreven beeld

Vervreemding Andere lezers: -

al te herkenbaar? → niets wezenlijks bijgebracht! (enkel bevestiging)

-

aantrekkingskracht in het andere, het vreemde confrontatie met dat andere = meerwaarde van vervreemdende lezen

-

het besef dat je eigen waarden en ideeën maar 1 mogelijk perspectief op de werkelijkheid bieden

Uitgewerkt voorbeeld: Montaigne, Essais: -

16e eeuw pleidooi voor respect van de blik en de stem van de ander (p 209)

-

besproken: ppt: ‘Over Cato de Jongere’

Lezen is belangrijk voor opvoeding! → verbeelding, kennis (kinderlijke) leesplezier = thema bij Marcel Proust - werk: Recherche -

lezende geest - eenzaamheid - meegenomen in een wereld van verbeelding → leesdorst!

-

alles wat de lectuur onderbreekt = inbreuk op magische wereld van de lectuur

Deze mooie (lyrische) beschrijving van Proust is historisch NIET evident - lezen in stilte = niet meest evidente variant -

Klassieke Oudheid = not done!

-

pas vanaf 10e eeuw: hardop lezen en dan nog in gezelschap van anderen

→ ondenkbaar voor Proust! -

lezen is de zaak van de individuele lezer en alleen van de lezer

-

geen contact met de auteur! lezen = ‘dialoog met een afwezige schrijver’ en ‘communiceren in de schoot van de eenzaamheid’

cf. Alain de Botton: ‘How Proust can change your life’ -

boek als optisch instrument

-

stelt je in staat je eigen geest te verruimen

Traditionele vs. moderne hermeneutiek p 210 Aandacht voor de rol van de lezer: al sinds de klassieke Oudheid - cf. catharsis-begrip (Aristoteles): effect van de tekst op de lezer -

cf. Ars Poetica (Horatius): teksten moeten lezer nut en vermaak geven

Traditionele hermeneutiek Aandacht voor de lezer = ontstaan in Duitsland: begin 19e eeuw = opkomst van de traditionele hermeneutiek

→ hield verband met Bijbelkritiek en -exegese -

de juiste betekenis geven aan religieuze teksten woord van God = slechts 1 betekenis

-

taak van de onderzoeker = corrigeren van fouten van anderen op zoek

-

naar die ene, ware betekenis lezer: nog geen zelfstandige, creatieve rol

Traditionele hermeneutiek = beeld van een dood - taak van de lezer = door de auteur bedoelde betekenis uit de tekstdoos halen -

belang van interpretatie - gevolg van de ontwikkeling van het positivisme -

= verklaren van de werkelijkheid op basis van logische en causale

-

principes vergrootte de kloof tussen natuurwetenschappen en menswetenschappen (= ‘begrijpen’)

Belangrijk voor de traditionele hermeneutiek = Wilhelm Dilthey (19-20e eeuw) → hermeneutische praktijk als kennisfundament van alle menswetenschappen -

natuurwetenschapper wil verklaren (erklären) menswetenschapper wil begrijpen (verstehen)

Twee belangrijke principes in het werk van Dilthey 1. het paradoxale mechanisme van de ‘hermeneutische cirkel’ -

gehaald bij leermeester Schleiermacher lezer: betekenis aan tekst op basis van begrip van de onderdelen van de tekst

-

begrip van de onderdelen = intuïtie

2. de notie van Vorverständnis -

elke lezer bezit een bepaalde culturele en historische achtergrond (voorkennis) van de wereld

-

geest van de lezer is GEEN tabula rasa

-

onze kennis van de wereld bepaalt onze lectuur

Moderne hermeneutiek Ander beeld dan de traditionele hermeneutiek -

tekst is niet zomaar een doos (receptieve lezerstaakà begrijpen = meer en meer een échte manier van leven

-

in termen van ontmoeting met iets anders

-

confrontatie van de lezer met de tekst = begrip en betekenis - ontstaat hier en nu -

in het lezen zelf

Filosofische onderbouw van de moderne hermeneutiek = Martin Heidegger (20eE) - magnum opus = Sein und Zeit (1927) -

mens zijn = Dasein = permanent proces van interpreteren en betekenis

-

geven we zijn bepaald door de tijd (leven maar even) → mensenleven = project van zingeving

-

op een zelfbewuste manier betekenis geven aan het leven

-

leesarbeid: niet gericht op zoeken naar de betekenis die de auteur

-

bedoelde maar wel: begrijpen van de waarde die poëzie heeft voor het eigen leven!

Leerling van Heidegger = Hans-Georg Gadamer (1900-2002) -

vraag: hoe kunnen we een tekst van zoveel eeuwen geleden vandaag nog

-

begrijpen? Gadamer: typisch antwoord van de moderne hermeneutiek -

in termen van ontmoeting tussen het eigene en het vreemde

-

= ‘de verwachtingshorizon van de lezer’ een reeks ideeën, vooroordelen en verwachtingen die we hebben wanneer we beginnen aan een tekst

-

de tekst heeft ook zo’n verwachtingshorizon lezen = confrontatie tussen die twee horizonten -

die idealiter met elkaar versmelten

-

maar in werkelijkheid vaak botsen

Hermeneutiek en het Duitse receptie-onderzoek p 214 Heidegger en Gadamer → grote invloed op receptie-critici vanaf jaren 1970 op Duitse grondgebied

→ grosso modo: 3 richtingen 1. historische receptie-onderzoek (o.a. Hans-Robert Jauss) 2. hermeneutische onderzoek naar de Wirkung van teksten (Wolfgang Iser) 3. empirische receptie-onderzoek

Empirisch receptie-onderzoek -

we zijn relatief kort richt zich op concrete lezer

-

leesgedrag inschatten ahb statistieken en enquêtes Dui. Schmidt, Groeben

-

Nl. Andringa en Schram

Historische receptie-onderzoek -

begin jaren 1970

-

inzichten van Jauss en Iser

-

universiteit van Konstanz

Hans -Robert Jauss - 20e eeuw -

romanist met bijzondere interesse voor literatuur vd ME

-

gaf het officiële startschot voor receptie-onderzoek sterke kritiek op het onhistorische karakter van de structuralisten

-

terugkeer naar de geschiedenis van de literatuur -

-

maar niet enkel van auteurs en teksten → van belang: hoe werden teksten in het verleden gelezen?

teksten = niet op zz bestaande objecten -

geen monumenten

-

veeleer een partituur gericht op steeds hernieuwde weerklank

Jauss: CONCEPT 1: literaire tekst = dialogisch karakter -

lezer: gesprek met de tekst maar grote afstand tussen de twee gesprekspartners -

confrontatie tussen 2 verwachtingshorizonten (cf. Gadamer)

-

Provokation-essay de verwachtingshorizon van de lezer: 3 elementen die de verwachtingen van de lezer objectiever moeten maken 1. normen van het genre en de poëticale traditie vd tekst 2. verhoudingen tss tekst en andere teksten die de lezer kent uit hetzelfde tijdperk

3. tegenstelling fictie vs. werkelijkheid + praktische vs. poëtische taal → lezer kan vergelijken tussen werkelijkheid en de werkelijkheid uit de tekst

Jauss: CONCEPT 2: ‘esthetische distantie’ = de afstand tussen de verwachtingshorizon van de lezer en het werk → hoe groter de distantie, hoe groter de artistieke waarde van een werk -

distantie groot? → grote literatuur = normdoorbrekend (grote artistieke waarde)

-

distantie klein? → ‘pulp’ of trivialliteratuur: bevestigt het wereldbeeld vd lezer (weinig artistieke waarde)

Hermeneutisch onderzoek naar de Wirkung van literaire teksten Wolfgang Iser ((°1926) -

vergelijkbaar esthetisch model met dat van Jauss sterk beïnvloed door de Pool Roman Ingarden (cf. Jauss door Gadamer)

-

Iser hield zich niet bezig met de concrete, historische lezer

-

wél: de ‘impliciete lezer’ - niet een levend wezen -

wél: een verzameling van tekstelementen en -stratgegieën die ervoor zorgen dat een lezer tot bepaalde interpretatie komt

Beeld van lectuur van een tekst als ‘wandeling’? → impliciete lezer = verzameling richtingsaanwijzers → lezer: overziet niet tegelijkertijd het hele traject -

wandering viewpoint: op elk moment van de wandeling nieuwe verrassingen mogelijk

Lezen = dialectisch proces van anticipatie en terugkoppeling - verwachtingshorizon van de lezer = bij Iser: repertoire -

deze verwachtingen van de lezer worden door de tekst uitgedaagd of gefrustreerd

Iser: Appelstruktur: -

term betekent nagenoeg hetzelfde als impliciete lezer betere term, want tekstuele gegevens en géén fysieke persoon!

-

In concreto - allerlei formele en retorische elementen die contact met de lezer tot

stand brengen -

vb. aanspreking van de lezer bestaat vooral uit impliciete hints en indicaties die de lezer op weg helpen

De appelstructuur bepaalt de werking (Wirkung) van een tekst → hoe verloopt een leesproces volgens Iser? -

een literaire tekst is onbepaald/ unbestimmt - vertoont een dialectische verhouding tussen dingen die verteld worden en dingen die verzwegen (maar wel gesuggereerd) worden

-

Leerstelle (‘lege vlekken’) = plaatsen in de tekst waarin duidelijk informatie ontbreekt -

deze leerstelle brengen het interpretatieproces op gang

-

lezer wordt aangezet om het betekenispotentieel vd tekst te actualiseren

-

lees: de lezer werkt mee met de tekst door bepaalde lacunes in te

vullen Iser: latere werk → meer en meer focus op impact op de lezer -

lezen van literatuur → selfextension

-

= uitbreiden van onze kennis- en ervaringswereld

-

= ‘rijker’ mens worden cf. Proust

Franse taalgebied vanaf jaren 1960: opkomst poststructuralistische filosofie -

o.a. Deleuze, Derrida, Foucault en Lyotard

-

sceptische taalfilosofie ‘aanwezigheid ve betekenis’ is een illusie -

-

betekenis ligt nooit vast, wordt steeds opgeschort

ook Rolan Barthes in zijn latere jaren: poststructuralistisch o.a. onderscheid tussen: -

textes lisibles: teksten die een lezer aanzetten tot passief lezen

-

textes scriptibles: teksten die weerbarstiger zijn en een schriftelijke respons vragen in de vorm van een nieuwe tekst

Paul Ricoeur (20e eeuw) en Georges Poulet (Belg- 20e eeuw) -

filosoof en literatuurwetenschapper

-

effect van lezen op het bewustzijn van de lezer lezen = vorm van bewustzijnsverruiming

Angelsaksische landen Begin jaren 1970

-

reader-response criticism

-

geen homogene beweging, wel verzameling van diverse onderzoekers bekend: Stanley Fish (°1938) -

lezers maken deel uit van interpretive communities

-

Norman Holland - aandacht voor psychologie van de particuliere lezer

-

ligt in verlengde van het deconstructivisme -

betekenis van een tekst is onmogelijk vast te leggen

De grenzen van de interpretatie p 222 De vraag naar de mate waarin de lezer actief een rol speelt in het zoeken naar betekenis van een tekst? → Hoe groot is de vrijheid van de lezer? Wolfgang Iser -

sterke klemtoon op sturende en structurerende werking van de tekst

Stanley Fish -

Iser gaat niet ver genoeg! Iser’s ‘impliciete lezer’ is niet meer dan auteursintentie

-

een door de auteur vastgelegde rol die de lezer idealiter moet vervullen om de best mogelijke lezing te krijgen

Umberto Eco -

in principe kan een tekst op oneindig veel manieren gelezen worden (cf. deconstructionisten)

-

maar niet elke interpratie is aanvaardbaar!

-

grenzen aan die vrijheid! gevaarlijke ketteriij: interpretaties en overinterpretaties

-

ongecontroleerde impulsen = zeer gevaarlijk!è

-

nodige diepe respect voor intentio operis

Nut en noodzaak van de canon p 224 Grote democratiseringstendensen in Europa en Amerika vb. publiek universiteiten veel minder homogeen - vrouwen -

diversiteit op sociaal en ethnisch vlak

Literatuurwetenschapper en docenten -

vroeger: blanke mannen uit hogere middenklasse

-

nu: meer en meer nieuwe wetenschapper met andere sociale en ethnische achtergrond (o.a. door kolonies)

De gemiddele canonieke auteur : Dante, Shakespeare, Goethe, Proust, Nabokov,... -

voldeden aan de literatuurwetenschappers van vroeger

-

DWEM’s: dead, white, European males) steeds meer kritiek op deze visie → canon =: uitslutiing

Op zich terecht -

niet in canon = apocrief (cf. Bijbe) = volstaat niet aan de normen van een kleine groep mensen

Canons zijn -

dynamisch: auteurs toegevoegd en verlies van canonieke status

-

cultureel en geografisch bepaald: vb. in China: wel Mann, maar geen Proust of Joyce

Iam finis est! :)...


Similar Free PDFs