Arrest - Shell PDF

Title Arrest - Shell
Course Internationaal privaatrecht
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 3
File Size 86.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 113
Total Views 161

Summary

Shell...


Description

Shell (C/09/330891) Datum

30-1-13

Partijen

Fidelis Ayoro Oguru; Alali Efanga; Vereniging Milieudefensie tegen Royal Dutch Shell PLC; Shell Petrolium Development Company of Nigeria LTD

Kernwoorden/onder



Corporate social responsibility

werp



Brussel I-verordening

Feiten

 Rome II-verordening Het gaat om de betwiste aansprakelijkheid van de grote multinational Shell en haar dochteronderneming in Nigeria. Deze laatste wordt beschuldigd van grootschalige olievervuiling in de periode van 2004 tot 2006. De olievervuiling, die soms gepaard ging met regelmatige oliebranden, heeft zeer ernstige schade toegebracht aan de dorpen Goi, Ikot Ida en Oruma in de Niger Delta.

Rechtsvraag De rechtbank van Den Haag werd met een aantal aspecten geconfronteerd: 

De aansprakelijkheid van het moederbedrijf Shell voor de feiten van haar dochteronderneming



De mogelijkheid om de zaak voor een Nederlandse rechter te krijgen.



Toepasselijk recht



Brussel I: Eerst wordt ingegaan op de bevoegdheid van de

Argumentatie Hof Nederlandse rechter ten aanzien van RDS. Royal Dutch Shell PLC, de moedervennootschap van het Shell concern, heeft haar hoofdkantoor in Den Haag, Nederland. Het loutere feit dat een rechtspersoon domicilie heeft in een lidstaat is voldoende om de bevoegdheid van haar rechtbanken vast te stellen. Hierbij is het van geen belang waar de feiten waarvoor de rechtspersoon voor de rechtbank wordt gedaagd hebben plaatsgevonden.



Artikel 5, lid 1, 3 Brussel I: Een rechtspersoon die gedomicilieerd is in een lidstaat volgens artikel 60, lid 1 Brussel I Verordening kan voor vorderingen met betrekking tot een onrechtmatige daad, delict of quasi-delict ook voor de rechtbanken worden gedaagd van de staat waar de schadeverwekkende feiten hebben plaatsgevonden. Dit artikel doet geen afbreuk aan de jurisdictie van de rechtbank waar de persoon gedomicilieerd is overeenkomstig artikel 2, lid 1 Brussel I Verordening.



De bevoegdheid van de Nederlandse rechters ten aanzien van SPDC vloeide voort uit de aard van de vorderingen die gelijktijdig voor de Nederlandse rechters werden ingediend. De vordering tegen SPDC op zich (tegen een buitenlandse partij voor buitenlandse feiten van onrechtmatige daad) zou nooit ontvankelijk verklaard zijn, moest ze op haar eentje zijn ingediend. Door echter tegelijkertijd een vordering in te stellen tegen RDS in Nederland met dezelfde feiten als grondslag, konden de twee zaken samengevoegd worden door nationale procesregels met betrekking tot samenhang.



In casu bepaalde de toenmalige regels van Nederlands internationaal privaatrecht dat het recht van het land waarop de onrechtmatige daad zich heeft voorgedaan van toepassing is op de onderhavige zaak. In de huidige geldende Europese regels van internationaal privaatrecht gelden momenteel gelijkaardige regels. Voor milieuschade voorziet de Rome II Verordening in een bijzondere bepaling welke de slachtoffers toelaat te kiezen tussen het recht van het land waarin de onrechtmatige daad welke tot de milieuschade heeft geleden, heeft plaatsgevonden,

of het land waarin de schade zich heeft voorgedaan....


Similar Free PDFs