BTW Maatstaf-van-heffing-Tarief-Vrijstellingen-Aftrek-van-voorbelasting PDF

Title BTW Maatstaf-van-heffing-Tarief-Vrijstellingen-Aftrek-van-voorbelasting
Course Fiscaal recht
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 98
File Size 3.4 MB
File Type PDF
Total Downloads 99
Total Views 133

Summary

PDF: maatstaf van heffing - tarief -vrijstellingen -aftrek van voorbelasting...


Description

nr. 5449

Maatstaf van heffing

1515

Deel IV

Maatstaf van heffing Bibliografie

– NORRE, P., “De maatstaf van heffing inzake BTW”, in MAES, L., DE CNIJF, H. en CARLIER, P. (eds.), Fiscaal Praktijkboek Indirecte Belastingen 1997-1998, Diegem, Ced.Samsom, 1997, 375-423.

5449

– DELANGRE, J., “Vaststelling van de maatstaf van heffing. BTW op nieuwe gebouwen”,AFT 1985, 58-67. – NOTREDAME, B., “BTW en overheidssubsidies”, AFT 1995, 7-15 en AFT 2003, 407-419.

Hoofdstuk I

Levering van goederen en dienstverrichtingen in België De maatstaf van heffing bestaat uit alles wat wordt ontvangen dat in rechtstreeks verband staat met de verrichte levering of dienst en waarvan de tegenwaarde in geld kan worden uitgedrukt. De tegenprestatie is de subjectieve waarde, d.w.z. de in elk concreet geval werkelijk ontvangen waarde en niet een volgens objectieve maatstaven vastgestelde waarde512. Evenmin valt onder de maatstaf van heffing voor btw, bedragen die de belastingplichtige aan zijn medecontractant contractueel had kunnen aanrekenen, maar die niet zijn aangerekend513.

Afdeling I. § 1.

De tegenprestatie wordt uitsluitend in geld vergoed

DE PRIJS EN HAAR BESTANDDELEN – KOSTEN TOE TE VOEGEN AAN DE PRIJS – BIJHORIGHEDEN

Voor leveringen van goederen en diensten wordt de btw berekend over alles wat de leverancier van het goed of de dienstverrichter als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen van degene aan wie het goed wordt geleverd of de dienst wordt verstrekt of van een derde, met inbegrip van de subsidies die rechtstreeks met de prijs van die handelingen verband houden (art. 26 lid 1 WBTW). Voor de levering wordt de btw berekend over een maatstaf die in principe gevormd wordt door de prijs die tussen de partijen is vastgesteld op het tijdstip dat de btw opeisbaar wordt. Wanneer er periodieke betalingen van de prijs worden overeengekomen, bv. bij vestiging van een recht van opstal op een grond waarop een nieuw gebouw is opgericht, moet een contante waarde worden vastgesteld514. Het voorschot dat een klant aan een hotelexploitant heeft betaald, in het geval dat de klant gebruik maakt van zijn recht van annulering en de hotelexploitant het bedrag behoudt, moet worden beschouwd als een forfaitaire schadeloosstelling, zodat dit bedrag niet aan de btw is onderworpen 515.

512.

513. 514. 515.

5450

HvJ 23 november 1988, zaak 230/87, Naturally Yours Cosmetics Ltd., Jur.HvJ 1988, I-6365, FJF, No. 90/142, BTW Rev. 1995, afl. 116, 967; HvJ 24 oktober 1996, zaak C-288/94, Argos, Jur.HvJ 1996, I- 5311. Zie ook HvJ

15 juli 2004, zaken C-495/01, C-463/02, C-381/01 en C-144/02, Commissie tegen Finland, Zweden, Italië en Duitsland, NJB 2004, afl. 33, 1754. HvJ 9 december 2011, zaak C-69/11, Connoisseur Belgium bvba,Fisc.Koer. 2012, afl. 5, 297, FJF, No. 2012/215. Vr. nr. 710 DE CLIPPELE 22 september 1993, Vr. & Antw. Kamer 1994-1995, nr. 129, 13467, BTW Rev. 1994, afl. 11, 1207. HvJ 18 juli 2007, zaak C-277105, Société Thermale d’Eugénie-Les-Bains,FJF, No. 2008/152.

Wolters Kluwer – Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016

5451 art. 26 lid 1 WBTW

1516

Belasting over de toegevoegde waarde (btw)

nr. 5452

Hotel-, restaurant- en rondreiskosten, gemaakt door een in België gevestigd zelfstandig consultant en doorgefactureerd aan zijn Belgische klant, moeten, evenals de eigenlijke vergoeding, in België worden onderworpen aan de btw, gezien de door de consultant verstrekte diensten hier plaatsvinden516. Bij kansspelautomaten is de maatstaf van heffing van btw niet de volledige inzet van de spelers, maar alleen dat deel van de inzetten dat aan de eigenaar van de automaten toekomt en dus niet opnieuw aan de spelers als prijs wordt uitgekeerd517. Het volle bedrag van de door een organisator van een spel ontvangen deelnamekosten vormt de maatstaf van heffing voor dit spel, indien de organisator vrij over genoemd bedrag kan beschikken. Voor de berekening van de btw moeten de deelnamekosten dus niet worden verminderd met de waarde van de aan de winnaars van het spel toegekende prijzen518. Ook wanneer op frauduleuze wijze gebruik wordt gemaakt van een betaalkaart om goederen aan te kopen, is er sprake van een levering ten bezwarende titel indien de uitgever van de betaalkaart de leverancier betaald heeft voor de levering van een goed519.

5452

Een prijs kan in een enkele geldsom zijn uitgedrukt of in verschillende geldsommen die afzonderlijk in rekening worden gebracht. In laatstbedoeld geval moeten de geldsommen aan de btw worden onderworpen, wanneer ze een bestanddeel (element) van de prijs vormen. Wanneer ze een schadevergoeding uitmaken zijn ze niet belastbaar520. Bepaalde sommen voor bijkomstige leveringen of diensten (bijhorigheden) worden belast alsof ze bestanddelen van de prijs zouden zijn.

5453

De zgn. lasten, inzonderheid de sommen die de afnemer aan een derde moet betalen ter ontlasting van zijn leverancier, moeten voor de heffing van de btw bij de prijs worden gevoegd. Toepassingsgevallen 1. Maken deel uit van de maatstaf van heffing als bestanddeel van de prijs: – het verplichte drinkgeld521; – de gemeentebelasting die de exploitant van een schouwburg in de prijs van het toegangskaartje opneemt, is een van de bestanddelen van de prijs en behoort dus tot de maatstaf van heffing van de btw522; – de door de Staat aan een aannemer boven de aannemingsprijs betaalde sommen, welke deze ingevolge een cao als bijkomende vergoeding aan zijn arbeiders moest uitkeren523; – de forfaitair belaste telefoongesprekken524 . 2. Maken deel uit van de maatstaf van heffing als bijhorigheid van de prijs: – de kosten van aansluiting, goedkeuring, controle of verplaatsing van een installatie, van gebruik, onderhoud, herstelling of vervanging van meters, in rekening gebracht door bedrijven voor water, gas en elektriciteit 525; – wanneer in het kader van een verkooptransactie de prijs van de goederen door de koper wordt betaald met een kredietkaart en door de organisatie, die de kaart heeft uitgereikt aan de leverancier, wordt overgemaakt na inhouding van een percentage aan commissie, als beloning voor een dienst van die organisatie aan de

516. 517. 518. 519. 520. 521.

522. 523. 524. 525.

Vr. nr. 1286 WATHELET 10 mei 2006, Vr. & Antw. Kamer 2005-2006, nr. 123, 24117-24118. HvJ 5 mei 1994, zaak C-38/93, Glawe, FJF, No. 94/182; HvJ 19 juli 2012, zaak C-377/11, International Bingo Technology SA, Pb.C. 29 september 2012, afl. 295, 15. HvJ 17 september 2002, zaak C-498/99, Town & County Factors, FJF, No. 2003/33. HvJ 21 november 2013, zaak C-494/12, Dixons Retail PLC, Pb.C. 8 februari 2014, afl. 39, 7, TFR 2014, afl. 455, 158. Zie voor praktische casus, Vr. nr. 402 VAN CAMPENHOUT 27 mei 2005, Vr. & Antw. Kamer 2003-2004, 12 april 2004, nr. 40, 6129. Besliss. nr. T. 3002, 10 maart 1971, BTW Rev. 1971, afl. 2, 245, nr. 59; HvJ 29 maart 2001, zaak C-404/99, Commissie/Franse Republiek, Jur.HvJ 2001, I-02667; Rb. Charleroi 10 oktober 1986, FJF, No. 87/60; Gent 25 april 1986, FJF, No. 87/139; H. VANDEBERGH, BTW-vraagstukken,Antwerpen, Kluwer, 1987, 49-50. Besliss. nr. T. 1913, 1 december 1970, BTW Rev. 1972, afl. 5, 75. BTW Rev. 1974, afl. 15, 196. Vr. nr. 412 YLIEFF 9 september 1983, Vr. & Antw. Kamer 1982-1983, nr. 50, 4001, BTW Rev. 1984, afl. 61, 148; Vr. nr. 254 BAUDSON 22 maart 1985, Vr. & Antw. Kamer 1984-1985, nr. 21, 2361, BTW Rev. 1985, afl. 68, 313. Aanschr. nr. 65, 27 april 1971.

Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016 – Wolters Kluwer

nr. 5454

3.

Maatstaf van heffing

1517

leverancier van het goed, moet die inhouding worden opgenomen in de maatstaf van heffing van de belasting die de belastingplichtige leverancier moet afdragen526; – wanneer een handelaar een gratis krediet aanbiedt, verleend door een van de verkoper onafhankelijke financieringsmaatschappij die op de verkoopprijs een commissie inhoudt, is de maatstaf van heffing het totale door de koper verschuldigde bedrag, inclusief de ingehouden commissie 527. Maken geen deel uit van de maatstaf van heffing: – de sommen die een vervoerder aan zijn klanten als staan- of liggeld in rekening brengt, kunnen eerder als een schadeloosstelling dan als bestanddelen van de vervoerprijs worden aangemerkt 528; – de som die de eigenaar van een gebouw aan de vertrekkende huurder in rekening brengt, voor de door deze laatste aan het gehuurde goed toegebrachte schade: deze som maakt een schadevergoeding uit 529; – het bedrag dat een leasingmaatschappij van de leasingnemer terugvordert om één van zijn voertuigen te laten herstellen, wordt aangemerkt als een schadevergoeding die als zodanig buiten de werkingssfeer van de btw valt 530; – de buitenwettelijke kosten bij openbare verkoop op verzoek van de curator van een faillissement 531; – bij beslissing nr. ET 102.061 van 7 juli 2003 worden volgrechten voortaan uitgesloten van de maatstaf van heffing532.

Artikel 26, lid 2 WBTW bepaalt uitdrukkelijk dat tot de maatstaf van heffing behoren, de sommen die de leverancier of de dienstverrichter aan degene aan wie het goed wordt geleverd of de dienst wordt verstrekt, in rekening brengt als kosten van commissie, verzekering533 en vervoer, ongeacht of zulks al dan niet bij een afzonderlijk debetdocument wordt gedaan of ingevolge een afzonderlijke overeenkomst.

5454

Belastingen, rechten en heffingen moeten eveneens in de maatstaf van heffing worden opgenomen (art. 26 lid 3 WBTW).

5455

– – – –

526. 527. 528. 529. 530. 531. 532. 533. 534. 535.

536.

Logeerbelasting: Vr. nr. 923 DUQUESNE 21 februari 1994, Vr. & Antw. Kamer 1993-1994, nr. 100, 10109 en BTW Rev. 1994, afl. 109, 703. De recyclagebijdrage maakt deel uit van de maatstaf van heffing, zodat zij aan hetzelfde tarief is onderworpen als het tarief van de levering van het toestel534. De Elia-bijdrage die door de beheerders van netwerken ten laste van het cliënteel wordt gelegd, is geen uitgave en is begrepen in de maatstaf van heffing535. In het kader van een koopovereenkomst waarin is bepaald dat de dealer het voertuig overeenkomstig het door de koper beoogde gebruik ervan levert met een registratie en voor een prijs die de door hem vóór de levering betaalde belasting op de registratie van nieuwe motorvoertuigen omvat, valt deze belasting, waarvan het belastbaar feit niet die levering maar de eerste registratie van het voertuig op het nationale grondgebied is, niet onder het begrip belastingen, rechten en heffingen. Deze belasting komt overeen met een door de belastingplichtige van de koper van het voertuig als terugbetaling van in naam en voor rekening van laatstgenoemde gemaakte kosten ontvangen bedrag536.

HvJ 25 mei 1993, zaak C-18/92, Bally, Jur.HvJ 1993, I-2871, BTW Rev. 1994, afl. 108, 456. HvJ 15 mei 2001, zaak C-34/99, Primback Ltd., Fiscoloog 2001, afl. 803, 3, International VAT monitor, annex vol. 12/nr. 5, 31. Besliss. nr. T. 2.110, 4 mei 1971, BTW Rev. 1972, afl. 5, 75. Besliss. nr. ET 11.806, 3 juli 1972, BTW Rev. 1974, afl. 15, 197. Vr. nr. 3-2373 CHERON 24 maart 2005,Vr. & Antw. Senaat 2004-2005, nr. 3-44, 3535-3537. Besliss. nr. ET 28.397, 8 maart 1978, BTW Rev. 1978, afl. 35, 428. Besliss. nr. ET 102.061, 7 juli 2003; Antwerpen 18 januari 1994,FJF, No. 94/201. HvJ 16 juli 2015, zaak C-584/13, Mapfre asistencia en Mapfre Warranty,Pb.C. 21 september 2015, afl. 311, 3. Vr. nr. 745 PIETERS 5 juli 2001,Vr. & Antw. Kamer 2000-2001, nr. 92, 24 september 2001, 10544. Vr. nr. 3177 GOYVAERTS 22 juni 2004,Beknopt Verslag , Kamercommissie Financiën, COM 303, 2-3; Vr. nrs. 718 tot 720 GOYVAERTS 7 april 2005, Vr. & Antw. Kamer 2004-2005, nr. 082, 13988-13992; Vr. nr. 2868 VANDEURZEN 12 mei 2004, Beknopt verslag , kamercommissie Financiën, COM 256, 25-26. HvJ 1 juni 2006, zaak C-98/05, De Danske Bilimportører,TFR 2006, afl. 307, 729.

Wolters Kluwer – Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016

art. 26 lid 2 WBTW

art. 26 lid 3 WBTW

1518

Belasting over de toegevoegde waarde (btw)

§ 2. 5456 art. 28 1°

nr. 5456

BEDRAGEN DIE NIET TOT DE MAATSTAF VAN HEFFING BEHOREN

De sommen die als disconto van de prijs mogen worden afgetrokken, worden niet belast (art. 28 1° WBTW).

WBTW

5457 art. 28 2° WBTW

De prijsverminderingen die door de leverancier of de dienstverrichter aan de afnemer toegekend worden en die door laatstgenoemde zijn verkregen op het tijdstip waarop de btw verschuldigd wordt, worden evenmin belast (art. 28 2° WBTW).

5458

Het feit dat een prijsvermindering (afslag, premie, ristorno, korting enz.) pas na verloop van een bepaalde tijd wordt uitbetaald, belet volgens de huidige Belgische wetgeving niet dat zij onmiddellijk kan worden verwijderd uit de maatstaf van heffing, op voorwaarde dat de klant op het tijdstip van de belastbare handeling een verworven recht op de prijsvermindering heeft.

art. 77 § 1 2° WBTW

Het Hof van Justitie heeft ter zake evenwel beslist dat de korting ‘effectief ’ moet zijn verkregen op het ogenblik van de transactie. Dit impliceert dat de korting ‘onmiddellijk’ moet worden afgetrokken van het te betalen bedrag, opdat de prijsvermindering niet tot de maatstaf van heffing behoort537. Voor de prijsvermindering die pas definitief wordt verworven nadat de btw verschuldigd is geworden, is er aanleiding tot teruggaaf van de btw in de mate van de latere toekenning (art. 77 § 1 2° WBTW). Toepassingsgevallen: – De vergoeding die een caféhouder ontvangt van een brouwerij omdat hij zich bevoorraadde bij zijn leverancier die klant is van de brouwerij, is geen prijsvermindering omdat ze niet door de leverancier zelf aan de caféhouder wordt toegekend538. – De premie die op grond van een contract, onderscheiden van dat van de verkoop, door een fabrikant wordt toegekend aan zijn klanten om zijn producten, of de reclame die ervoor gemaakt wordt, goed zichtbaar in hun uitstalraam of winkel te plaatsen, is de vergoeding voor een dienst doch mag door de partijen worden aangemerkt als een prijsvermindering op vroeger geleverde producten. Teruggaaf van de btw is mogelijk539.

5459 art. 28 3° WBTW

De interesten wegens te late of uitgestelde betaling worden niet in de maatstaf van heffing opgenomen (art. 28 3° WBTW). Wanneer bij verkoop van een nieuw gebouw, de overeenkomst voorziet in een uitstel van betaling tot op het ogenblik van de levering, mits betaling door de koper van intercalaire interesten, moeten deze als element van de prijs worden opgenomen in de maatstaf van heffing van de btw die verschuldigd is ter zake van de overdracht van het gebouw540. Nochtans moeten bij de verkoop van een nieuw gebouw de intercalaire interesten slechts in aanmerking worden genomen, als de verkoopovereenkomst bepaalt dat ze aan de verkoper verschuldigd zijn. Aldus maken de naar aanleiding van de financiering van het bouwproject betaalde interesten die niet door de koper worden betaald, geen deel uit van de maatstaf van heffing541. Wanneer een leverancier van goederen of diensten zijn cliënt tegen vergoeding van rente slechts tot het tijdstip van levering uitstel van betaling verleent, is die rente geen vergoeding voor een kredietverlening, maar een element van de voor de levering van de goederen of de dienstverrichting verkregen tegenprestatie542.

537. 538. 539. 540. 541. 542.

HvJ 29 mei 2001, zaak C-86/99, Freemans Plc, Fiscoloog 2001, afl. 804, 6, International VAT monitor, annex vol. 12/5, 37. Besliss. nr. ET 12.201, 14 augustus 1973, BTW Rev. 1974, afl. 15, 196. Besliss. nr. ET 10.346, 6 juni 1972,BTW Rev. 1974, afl. 16, 276, 1. Cass. 19 januari 2012, FJF, No. 2013/172. Antwerpen 16 februari 2010, Fiscoloog 2010, afl. 1202, 11. HvJ 27 oktober 1993, zaak C-281/91, Muys’ en De Winters Bouw en Aannemingsbedrijf BV, Jur.HvJ 1993, I-5405, FJF, No. 94/30, BTW Rev. 1994, afl. 109, 762.

Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016 – Wolters Kluwer

nr. 5460

Maatstaf van heffing

1519

De maatstaf van heffing omvat geen interesten die bij rechterlijke beslissing aan een ondernemer zijn toegekend, indien de toekenning van de interesten is geschied omdat het saldo van de tegenwaarde van de verrichte dienst niet tijdig werd voldaan543. Bij verkoop op afbetaling of bij huurkoop wordt de btw in principe berekend op het gecumuleerde totaal van de voorschotten en de periodieke afbetalingen. Voor zover op de factuur een duidelijke opsplitsing wordt gemaakt tussen de contantprijs en de meerprijs voor niet-contante betaling, behoren de interesten wegens te late betaling evenwel niet tot de maatstaf van heffing544.

De kosten voor gewone en gebruikelijke verpakkingsmiddelen behoren niet tot de maatstaf van heffing, indien de leverancier instemt met de terugbetaling ervan in geval van terugzending van die verpakkingsmiddelen (art. 28 4° WBTW).

5460 art. 28 4° WBTW

Opdat de kosten van gewone en gebruikelijke verpakkingsmiddelen niet tot de maatstaf van heffing zouden behoren, moet er overeengekomen zijn dat die verpakkingsmiddelen moeten of mogen worden teruggezonden en dat de klant recht heeft op een terugbetaling indien hij ze terugzendt. Ten aanzien van de opstelling van de factuur neemt de administratie aan dat de melding ‘statiegeld’ of een gelijkaardige melding, aangebracht tegenover het bedrag dat voor verpakkingsmiddelen wordt aangerekend, op voldoende wijze het niet-heffen van de btw over deze kosten rechtvaardigt voor zover deze melding werkelijk met het inzicht van de partijen overeenstemt 545.

De sommen, voorgeschoten door de leverancier of de dienstverrichter voor uitgaven die hij in naam en voor rekening van zijn medecontractant heeft gedaan, moeten niet in de maatstaf van heffing worden opgenomen (art. 28 5° WBTW). De hier bedoelde ‘voorschotten’ moeten van rechtswege verschuldigd zijn door de klant en hem afzonderlijk en voor hun juist bedrag worden aangerekend of, indien er een factuur is voor het voorschot, moet deze op naam van de klant opgemaakt zijn. Bijgevolg zijn de door een leverancier zelf gemaakte kosten die hij afzonderlijk doorfactureert (telefoonkosten, portkosten, reiskosten, vervoerkosten enz.) geen voorschotten maar bestanddelen van de prijs die in principe aan de btw onderworpen zijn (zie randnr. 5454). Belastingen, rechten en heffingen zijn geen voorschotten546. Toepassingsgevallen: – Voor kosten van verzekeringspremies en belastingen, voorgeschoten door de verhuurder bij verhuur van autovoertuigen, moet onderzocht worden wie de premies, resp. belastingen is verschuldigd547. – De sommen die de banken aan hun klanten in rekening brengen voor protestkosten, registratierechten en zegelrechten, mogen als voorschotten worden aangemerkt548. – De som die een maatschappij voor kabeldistributie afzonderlijk als auteursrechten aan de abonnees in rekening brengt, is geen voorschot omdat de auteursrechten door de maatschappij en niet door de abonnees aan de auteurs verschuldigd zijn549. – Verzendingskosten die worden gemaakt om de goederen te leveren bij de klant die ze bestelde, zijn inherent aan de werking van een postorderbedrijf en behoren bijgevolg tot de maatstaf van heffing550. Het hof van beroep te Gent oordeelde daarentegen dat de verzendingskosten die door een postorderbedrijf aan de klant worden doorgerekend, voorschotten zijn die geen deel uitmaken van de maatstaf van heffing551. – De vuilniszakken die door een schoonmaakbedrijf afzonderlijk op de factuur worden vermeld, voor de prijs zoals vastgesteld door de gemeente, mogen buiten de maatstaf van heffing blijven552.

543. 544. 545. 546. 547.

548. 549. 550. 551. 552.

HvJ 1 juli 1982, zaak C-222/81, B.A.Z. Bausystem, Jur.HvJ 1982, I-2527,BTW Rev. 1995, afl. 116, 948. BTW Rev. 1998, afl. 130, 965. Besliss. nr. ET 12.114, 30 april 1974,BTW...


Similar Free PDFs