Praktijkopdracht 2 - Julie Spooren PDF

Title Praktijkopdracht 2 - Julie Spooren
Course Kwantitatieve Onderzoeksmethoden
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 8
File Size 159.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 46
Total Views 129

Summary

operationalisering van een zelfgekozen onderzoeksvraag voor het vak KOM. Punten nog niet gekregen...


Description

Spooren Julie 2020-2021

Praktijkopdracht 2: Operationalisering

Julie Spooren S0203913 Schakelprogramma communicatiewetenschappen

Kwantitatieve onderzoeksmethode Academiejaar 2020-2021 0

Spooren Julie 2020-2021

Inhoudsopgave Deel A: Samenvatten van literatuur........................................................................................................2 Samenvatting artikel 1.......................................................................................................................2 Samenvatting artikel 2.......................................................................................................................2 Samenvatting artikel 3.......................................................................................................................3 Deel B: Naar een probleemstelling.........................................................................................................3 Eigen onderzoeksvraag......................................................................................................................3 Functie in probleemstelling artikel 1.................................................................................................3 Functie in probleemstelling artikel 2.................................................................................................4 Functie in probleemstelling artikel 3.................................................................................................4 Deel C: Reflectie tijdsbesteding + adviezen naar de toekomst................................................................4 Referenties.............................................................................................................................................5

1

Spooren Julie 2020-2021

Hoofdstuk 1: De onderzoeksvraag + korte uitwerking In dit onderzoek beantwoorden de volgende onderzoeksvraag: in hoeverre beïnvloedt het zien van Instagramfoto’s van modellen het lichaamsbeeld van Vlaamse vrouwelijke middelbare scholieren per leeftijd? Om de bovenstaande onderzoeksvraag zo goed mogelijk te beantwoorden, worden verschillende hoofdconcepten onderscheden. Het sociaal netwerk Instagram vormt de basis en is dan ook het eerste hoofdconcept van het komend onderzoek. Sociale mediaplatformen, voornamelijk Instagram en TikTok, zijn de laatste jaren enorm gestegen in populariteit bij jongeren (Van der Veer & Hoekstra, 2020). Deze sociale media concentreren zich voornamelijk op het delen van visuele inhoud, bestaande uit zowel foto’s als video’s, die de gebruikers uploaden (Marengo et al., 2018). Het tweede kwantificeerbaar hoofdconcept is het lichaamsbeeld, wat ook het complex concept van dit onderzoek is. Het derde hoofdconcept is etniciteit, het vierde geslacht en het laatste hoofdconcept is leeftijd. Meisjes en jonge vrouwen streven door het sociaal-culturele model van esthetische perfectie naar een slank en strak lichaam, wat van kracht is in onze westerse cultuur (Marengo et al., 2018). Leeftijd en gender spelen hierbij een belangrijke rol: vooral het jonge vrouwelijke geslacht hebben op meerdere sociale mediaplatformen een profiel (Van den Bighelaar & Akkermans, 2013). Hun generatie is dan ook opgegroeid met de technologie en sociale media (Bolton et al., 2013).

2

Spooren Julie 2020-2021

Hoofdstuk 2: van Universum naar Steekproef 2.1 Universum Het universum om de gekozen onderzoeksvraag te beantwoorden bestaat uit Vlaamse vrouwelijke middelbare scholieren tussen 12 en 18 jaar oud. De invloed die Instagram op het zelfbeeld van de Vlaamse vrouwelijke middelbare scholieren uitoefent, geldt dan ook enkel voor die gekozen steekproef.

2.2 Omvang en verdeling De gegevensbrowser Eurostat (2021) geeft de onderstaande cijfers weer voor de vrouwelijke bevolkingsverdeling met de leeftijden van 12 tot 18 jaar per Vlaamse provincie in het jaar 2020. GEO Vlaams Gewest Prov. Antwerpen Prov. Limburg (BE) Prov. Oost-Vlaanderen Prov. Vlaams-Brabant Prov. West-Vlaanderen

12 jaar 36.694 10.580 4.709 8.432 6.913 6.057

13 jaar 36.221 10.310 4.614 8.471 6.793 6.033

14 jaar 35.001 10.003 4.382 8.056 6.604 5.956

LEEFTIJD 15 jaar 34.577 9.706 4.398 8.166 6.478 5.829

16 jaar 33.609 9.640 4.128 7.692 6.444 5.705

17 jaar 33.290 9.324 4.297 7.642 6.271 5.757

18 jaar 33.750 9.484 4.329 7.690 6.375 5.872

Tabel 1: Bevolking op 1 januari naar leeftijd, geslacht en NUTS 2-regio (Eurostat, 2021).

De gegevens uit tabel 1 representeren het universum van dit onderzoek. De verdeling van de leeftijden zijn niet exact evenredig verdeeld. Er zijn in alle Vlaamse provincies meer 12- en 13-jarige Vlaamse vrouwen dan 17- en 18-jarige Vlaamse vrouwen aanwezig. Ook de verdelingen per provincie zijn onevenredig. Zo zijn er meer Vlaamse vrouwen met de leeftijd tussen 12 en 18 jaar in de provincie Antwerpen dan in de provincie Limburg.

2.3 Praktische beschrijving van de uitvoering 2.3.1 Soort steekproef Doordat het universum zo breedvoerig is, is een onderzoek van het complete universum nagenoeg onmogelijk (Mortelmans & Neels, 2021). Door die reden is een steekproef de beste werkwijze. Om daarvan de ideale omvang te bepalen, werd de volgende uitgeschreven formule met een foutenmarge van 5 procentpunt, een 96%-betrouwbaarheidsinterval en een 50/50-verdeling gebruikt. De optimale steekproefomvang is hierbij 384.

' x ± 1,96

σ √N

waarbij

' x=0,05 en σ =√ 0,50∗0,50=0,50

Omdat het universum onevenredig verdeeld is over de verschillende leeftijden, is een proportioneel gestratificeerde steekproef voor dit onderzoek gewenst. Daardoor zullen alle gekozen leeftijden een even groot aandeel in het onderzoek hebben, wat van belang is om de onderzoeksvraag juist te beantwoorden. De trekking zal zich afspelen op verschillende Vlaamse middelbare scholen, met diverse afstudeerrichtingen, waarvan de gekozen doelgroep deel uitmaakt. Die scholen zullen worden gemaild met de vraag om te participeren aan het onderzoek. De vrouwelijke middelbare scholieren met een leeftijd tussen 12 en 18 jaar zullen vervolgens de opgestelde enquête individueel via de laptop, smartphone of computer beantwoorden. Dit wordt bewust niet in groepsverband afgenomen om de privacy van de deelnemers te beschermen en externe beïnvloedingen te vermeiden. 3

Spooren Julie 2020-2021

2.3.2 Externe validiteit en mogelijke selectiebias Eerder in de paper wordt er vermeld dat het universum ongelijk is verdeeld over de verschillende Vlaamse provincies. Zo zijn er meer Vlaamse vrouwen met de leeftijd tussen 12 en 18 jaar in de provincie Antwerpen dan in de provincie Limburg. Aangezien een omgeving en een regio invloed kan hebben op het zelfbeeld (Alleva et al.), is het van belang om met deze factor rekening te houden. Om ook die onevenredigheid recht te trekken, zal er voor een proportioneel gestratificeerde steekproef gekozen worden. Dat zal ertoe leiden dat de verschillende leeftijden in gelijke verhouding met elkaar vergeleken worden.

2.3.3. Externe validiteit en mogelijke selectiebias in het onderzoek Doordat het aantal Vlaamse vrouwen per leeftijd over de verschillende provincies verschillen, wegen sommige leeftijden meer door dan andere. Om dat onderscheid te effenen, wordt er een wegingscoëfficiënt gebruikt. Door gegevens uit Tabel 1 (Eurostat, 2021) te corrigeren aan de hand van de wegingscoëfficiënt, worden de volgende resultaten verkregen: Leeftijd

Universum

Wegingscoëfficiënt

Steekproefomvang

12 jaar

36.694

36.694/243.142 = 0,1509

0,1509*384 = 58

13 jaar

36.221

36.221/243.142 = 0,1490

0,1490*384 = 57

14 jaar

35.001

35.001/243.142 = 0,1440

0,1440*384 = 55

15 jaar

34.577

34.577/243.142 = 0,1422

0,1422*384 = 55

16 jaar

33.609

33.609/243.142 = 0,1382

0,1382*384 = 53

17 jaar

33.390

33.390/243.142 = 0,1373

0,1373*384 = 53

18 jaar

33.750

33.750/243.142 = 0,1388

0,1388*384 = 53

Tabel 2: Leeftijden met wegingscoëfficiënt en aandeel in de steekproefomvang

De gegevens uit de laatste kolom representeren de perfecte steekproefomvang per leeftijd. Door de gegevens uit Tabel 1 (Eurostat, 2021) te corrigeren aan de hand van de wegingscoëfficiënt, heeft nu elke leeftijd een gelijk aandeel binnen het onderzoek.

4

Spooren Julie 2020-2021

Hoofdstuk

3:

Conceptualisering

van

één

complex

concept 3.1 Attributen van het concept Het lichaamsbeeld is in dit onderzoek het complex concept. In de letterkunde wordt dat begrip omschreven als het door de mens gevormde plaatje van de omvang, de grootte en de vorm van hun eigen lichaam, maar ook de gevoelens die betrekking hebben tot deze eigenschappen en vormbepalende lichaamsdelen (Slade, 1988). Die omschrijving verklaart dat het lichaamsbeeld voorkomt uit twee factoren: een houdings-en gedragsfactor en een perceptuele factor. Busch (2021) definieert het lichaamsbeeld als een denkbeeldige, affectief geladen voorstelling van het eigen lichaam in relatie tot anderen. (Busch, 2021) Omdat de focus in dit onderzoek ligt op de voorstelling van het eigen lichaam in relatie tot anderen, wordt de tweede definitie (Busch, 2021) gekozen om verder te gaan.

3.2 Fenomeen van het concept In dit onderzoek verwijst het concept lichaamsbeeld naar de mogelijk gecreëerde positieve of negatieve opvattingen over het eigen lichaam. Het is bijgevolg een sterk uiteenlopend concept waarbij er meerdere indicatoren nodig zijn om het nauwkeurig te meten. Dat maakt het een complex concept. Zoals Busch (2021) vermeldt, is de term lichaamsbeeld een denkbeeldige voorstelling en dus niet zintuigelijk waarneembaar. Ondanks dat, kunnen er wel zintuigelijke aspecten waarneembaar zijn vanwege mentale componenten. Daardoor staat dit complex concept rechts onderaan in het schema van Waeghe (Mortelmans & Neels, 2021).

5

Spooren Julie 2020-2021

Hoofdstuk 4: De indicatoren uitwerken en de validering beoordelen 4.1 Gekozen schaal, index of vignette-techniek De schaal Body Areas Satisfaction Scale (BASS) is het meest geschikt voor dit onderzoek. De BASS is een subschaal van de Multidimensional Body-Self Relations Questionnaire (MBSRQ). Het meet de (on)tevredenheid over het uiterlijk van de bevraagden met acht expliciete aspecten: lengte, gewicht, spieren, haar, gezicht, hoge torso, midden torso en lage torso. De beoordelingsschaal van de BASS loopt van -2 (ontevredenheid) tot +2 (tevredenheid). De volgende negen vragen komen aan bod die de bevraagden beantwoorden met een schaal van -2 (laagste score) tot +2 (hoogste score): 

Hoe tevreden bent u met uw algemeen uiterlijk?



Hoe tevreden bent u met uw gezicht?



Hoe tevreden bent u met uw haar?



Hoe tevreden bent u met uw lage torso?



Hoe tevreden bent u met uw midden torso?



Hoe tevreden bent u met uw hoge torso?



Hoe tevreden bent u met uw spieren?



Hoe tevreden bent u met uw lengte?



Hoe tevreden bent u met uw gewicht?

Het verband tussen de bovenstaande vragen en de in dit onderzoek gebruikte definitie van lichaamsbeeld is duidelijk zichtbaar. Door bevragingen over de verschillende onderdelen van het lichaam, kan er een geheel beeld gevormd worden van het complete lichaamsbeeld van de bevraagden.

4.2 Validering van het meetinstrument Uit eerder onderzoek (Giovannelli et al., 2008) kunnen we vaststellen dat de BASS een betrouwbare schaal is. Ze onderzochten of de BASS niet beter vervangen zou worden door een complexere gewogen schaal. Ze vergeleken de BASS met zeven andere schalen die het topic van lichaamsbeeld bevatten. Dit deden ze door de correlatie met het BASS samenstelling ten op zichtte van belang, evaluatie en lineariteit. Ze concludeerden dat de andere schalen geen hogere correlatie hadden dan deze met een BASS samenstelling. Het onderzoek stelt vast dat “de originele BASS een acceptabele, betrouwbare en valide schaal is die niet vervangen moet worden door een complexere gewogen versie (Giovannelli et al., 2008).”

6

Spooren Julie 2020-2021

Referenties Alleva, J., Schyns, G., & Martijn, C. Positief lichaamsbeeld. Bolton, R. N., Parasuraman, A., Hoefnagels, A., Migchels, N., Kabadayi, S., Gruber, T., Loureiro, Y. K., & Solnet, D. (2013). Understanding Generation Y and their use of social media: a review and research agenda. Journal of service management. Busch, B. (2021). The body image: taking an evaluative stance towards semiotic resources. International Journal of Multilingualism, 1-16. Marengo, D., Longobardi, C., Fabris, M., & Settanni, M. (2018). Highly-visual social media and internalizing symptoms in adolescence: The mediating role of body image concerns. Computers in Human Behavior, 82, 63-69. Mortelmans, D., & Neels, K. (Eds.). (2021). Kwantitatieve Onderzoeksmethodes KOM. Acco Slade, P. D. (1988). Body image in anorexia nervosa. The British Journal of Psychiatry, 153(S2), 20-22. Van den Bighelaar, S., & Akkermans, M. (2013). Gebruik en gebruikers van sociale media. The Hague: Centraal Bureau voor de Statistiek.

7...


Similar Free PDFs