Staats- en bestuursrecht Werkgroep uitwerkingen - 1 PDF

Title Staats- en bestuursrecht Werkgroep uitwerkingen - 1
Author Kristien Kempeneers
Course Staats- en bestuursrecht
Institution Universiteit Hasselt
Pages 6
File Size 193.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 53
Total Views 133

Summary

Persoonlijke uitwerking, met extra achtergrondinformatie....


Description

OG1 Algemeen: indeling in arrest RvS Malisse      

Partijen Voorwerp (rechtsvraag) Verloop van de rechtspleging = historiek Reglementair kader Feiten Bevoegdheid van RvS o Middelen  Tussenkomst WADA o Ontvankelijkheid onderzocht voor de gegrondheid  Beoordeling  Uitspraak

Administratieve overheid 1 Kenmerken RvS Malisse benadrukt: imperiumbevoegdheid gezagsuitoefening Arrest Cassatie in de zaak Malisse en RvS school Westerlo  Instellingen opgericht of erkend door de overheid (positief, organiek)  Belast met openbare dienst (positief, functioneel  Niet behorend tot de wetgevende en de uitvoerende macht (negatieve criteria)  En (positief, functioneel) o Voor zover hun werking door de overheid wordt bepaald en gecontroleerd o En ze beslissingen nemen die derden kunnen binden  Eigen verplichtingen tegenover anderen eenzijdig bepalen  Verplichtingen van anderen eenzijdig bepalen

2 Bevoegdheid RvS Annulatierechter tegenover de overheid, cassatierechter tegenover een administratief rechtscollege  Voor zover het een EAR van de overheid betreft NB: Bevoegdheid RvS inzake het Europacollege, arrest van 2015  Je vindt het Europacollege terug op de website van BUZA, het is dus geen Vlaamse instelling, vandaar dat je naar RvS kan! Valt onder de federale overheid.  Geen verwijzing naar de raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, dat is een Vlaams administratief rechtscollege, opgericht vanuit de impliciete bevoegdheid van onderwijs die aan Vlaanderen toekomt.  Ook hier verwijzing naar de normale procedure van de interne beroepsmogelijkheden binnen de onderwijsinstelling.

Vraag die RvS formuleert: is de VZW Vlaams Dopingtribunaal een louter privaatrechtelijk orgaan of een orgaan dat een plaats heeft in de imperiumbevoegdheid van de Vlaamse overheid en deelneemt aan de gezagsuitoefening?

 Imperiumbevoegdheid ja? o Rechtscollege of orgaan van het actief bestuur o Cassatierechter of annulatierechter  RvS vindt zichzelf annulatierechter, daar de overheid een overheidstaak heeft uitbesteed aan een privaatrechtelijke rechtspersoon die haar imperiumbevoegdheid uitoefent  VZW: kan ook door een privaatrechtelijke rechtspersoon  Achtergrond: Motivatie regering bij deze regeling: beroep mag volgens de WADA enkel aangetekend worden bij het internationaal sporttribunaal, als de uitspraak zou geschieden door een orgaan van de UM is er beroep mogelijk bij RvS  RvS beschouwt de VZW niet als een rechtscollege, hoewel er wel waarborgen waren, maar niet voldoende om dit orgaan als een rechtscollege te kwalificeren  NB: tuchtrecht is in principe intern organisatierecht van een maatschappelijke groep, geen recht van een statelijke rechtsorde aangesloten is, maar in dit geval is er discussie omdat het gaat over de bescherming van de openbare orde (gezondheid) en de decreetgever dit ingesteld heeft omdat ze een beroep bij RvS wou omzeilen, omdat het WADA stelde dat er een beroep moest zijn bij het Internationaal Dopingtribunaal  NB kritische bemerking RvS of je het rechtspreken kan overlaten aan een private vereniging (als je dit onder rechtspraak kwalificeert en niet onder tuchtrecht)

3 Oordeel Cassatie over dit arrest De overheid had niet de bedoeling om een administratief rechtscollege op te richten. De overheid wilde dit binnen de sfeer van de privaatrechtelijke betrekkingen tussen de sporter en de sportbond brengen, zoals het tuchtrecht  Is een interne aangelegenheid, geen beslissing die derdenbindend is Na het eerste arrest van RvS gaat de VZW Vlaams Doping Tribunaal in cassatieberoep. RvS behoort niet tot de piramide van de gewone hoven en rechtbanken en toch gaat men naar HvC: dit kan op basis van art. 33 RvS-wet: kunnen bij het Hof van Cassatie aanhangig worden gemaakt, de arresten (en de beschikkingen bedoeld in artikel 20, § 3) waarbij de (afdeling bestuursrechtspraak) beslist van de eis geen kennis te kunnen nemen op grond dat die kennisneming binnen de bevoegdheid der rechterlijke overheden valt, alsmede de arresten (en de beschikkingen bedoeld in artikel 20, § 3) waarbij de afdeling afwijzend beschikt op een declaratoire exceptie gesteund op de grond dat de eis tot de bevoegdheid van die overheden behoort (Lees ook artikel 34 RvS-wet) Het gaat over een bevoegdheidsvraag. Als iemand aanhaalt dat de RvS niet bevoegd is, dan gaat het naar het HvC die dan gaat bepalen of de RvS bevoegd is of niet. Dit staat ook in de GW, nl. artikel 158: Het Hof van Cassatie doet uitspraak over conflicten van attributie, op de wijze bij de wet geregeld. Nadat het vorige arrest van de RvS vernietigd werd door HvC heeft het Hof de zaak verwezen naar de RvS, afdeling bestuursrechtspraak, anders samengesteld, om alleen uitspraak te doen over de kosten van de rechtspleging voor de RvS. Er wordt hierbij rekening gehouden met de foutieve inschatting die door de commissie zelf werd veroorzaakt door zich te presenteren als een administratief rechtscollege. Het geschil zelf werd door Cassatie gekwalificeerd als een privaatrechtelijk geschil.

4 Verband hoorcollege= definitie van overheid op basis van criteria ontwikkeld door de RS en niet vanuit wettelijke bepalingen => er kan discussie zijn, zeker als het over privaatrechtelijke instanties gaat.

Administratieve rechtshandeling 1 Kenmerken  Eenzijdig, buiten de wil van degene op wie deze van toepassing is en die erdoor gehouden is

o Arrest School: beslissing om een vestigingsplaats te sluiten is geen beslissing die derdenbindend is. De school verplicht je niet om naar de andere plaats te gaan, je inschrijven in een school is een overeenkomst.  Door een overheid o vanuit haar imperiumbevoegdheid = toch vaak doorslaggevend criterium om te bepalen of in geval van twijfel een instelling een overheid is.  Om van een EAR te spreken, moet het in het geval van het constitutieve element van de rechtshandeling sprake zijn van een effectieve toekenning of weigering, er moeten rechtsgevolgen worden beoogd. o De beslissing om iets uit te stellen is ook geen rechtshandeling, want je legt hiermee niemand rechten en plichten op = voorbereidende handeling. (De grond waarop het uitstel gestoeld is moet natuurlijk wel wettig zijn) o Een technische aanpassing die over de grond van de eerdere beslissing niets wijzigt, is ook geen nieuwe EAR (zie arrest Europacollege)

2 Onderscheid inlichtingen vs bestuurshandelingen Een loutere niet-bindende beleidsintentie, die beoogt noch vermag rechtsgevolgen teweeg te brengen of te beletten is geen EAR Standpuntbepaling in verband met mogelijke toekomstige vergunningsaanvragen is geen EAR = inlichting, inzicht van het college

Oefening hierbij: oefening 1 1. Het is een rechtshandeling, ze wil beletten dat rechtsgevolgen teweeg worden gebracht. Ze is eenzijdig genomen, nl. door de gouverneur. De gouverneur is een administratieve overheid o Individueel: slechts in één concreet geval toepasbaa r 2 Het is een rechtshandeling, ze wil rechtsgevolgen teweegbrengen. Ze is eenzijdig genomen door de deputatie. De deputatie van de provincie Limburg is een administratieve overheid, ze kan beslissingen nemen die derden binden. o Individueel: slechts van toepassing voor dat ene veebedrijf 3. Het is geen rechtshandeling, een agendapunt uitstellen brengt op zich geen rechtsgevolgen teweeg. (De UHasselt is wel een adm. OH, zij kan eenzijdig bindende beslissingen nemen t.a.v. derden) 4.

Het is een rechtshandeling, het brengt rechtsgevolgen teweeg. Is eenzijdig genomen, door de koning. Is het een administratieve overheid die beslissingen neemt die derden bindt? Ja, federale regering o o Individueel 5. Het is een RH, wilt rechtsgevolgen teweeg brengen. Is eenzijdig genomen door administratieve overheid, de federale regering o Reglementair: toepasbaar in onbepaald aantal gevallen 6. Is geen RH, ze beoogt geen rechtsgevolgen. 7. Het is een RH, ze beoogt rechtsgevolgen, het is een gunning. Is eenzijdig genomen door de stad Hasselt, dit is een adm. OH die derden kan binden o Individueel: enkel voor BVBA Zit Zeker (het is een overheidsaanbesteding)

8. Neen, het is geen adm. RH. Hier vormt de wilsovereenstemming tussen de OH en de BVBA de basis voor de nieuwe rechtsverhouding tss de partijen. 9. Het is een RH, ze beoogt rechtsgevolgen. Ze is genomen op eenzijdige wijze door de gemeenteraad van Herk-de-Stad. Ze bindt derden omdat het een bindend advies is. Ze is genomen door de gemeenteraad: de gemeenteraad is geen wetgevende macht!!! o o Individueel: geldt enkel voor die veldwachter o o Let op: bij niet-bindend advies is het geen RH omdat een niet-bindend advies geen rechtsgevolgen creëert. 10. Neen, is slechts een voorbereidende handeling zonder rechtsgevolgen.

Casus: complexe administratieve rechtshandeling Dit is een EAR die bestaat uit een reeks elkaar opeenvolgende administratieve (rechts)handelingen waarvan de laatste bindend is. De eerdere handelingen / beslissingen hebben slechts een voorbereidend karakter. Wie zich door de eindbeslissing benadeeld acht mag er de vernietiging van vragen op grond van elke onwettigheid die in de loop van de complexe administratieve rechtshandeling werd begaan. Voorwaarde is wel dat die onwettigheid een determinerende invloed heeft gehad op de eindbeslissing. NB Indien een voorbereidende handeling voor jou een eindbeslissing inhoudt, kan je deze ook aanvechten Je kan een beslissing enkel aanvechten als je getuigt van een belang: twee aspecten o je moet een nadeel aantonen o en door het opheffen van de beslissing ontstaat er een voordeel

Jan:

voorbereidende handeling, maar eindbeslissing ten opzichte van Jan. Voldoet aan de kenmerken van een EAR Jan heeft een belang, een nadeel door deze beslissing Schorsingsprocedure: Ja Maar zal op zoek moeten gaan naar een ernstig middel UDN: twee aspecten: de hoogdringendheid, maar ook je eigen optreden. Hiervoor heeft hij toch wel erg lang gewacht. Hij weet het immers al van 6 december. Een gewone schorsing wordt niet binnen die termijn uitgesproken, maar als je een UDN wil inroepen, wordt van jou verwacht dat je zelf diligent handelt en daar is men erg streng op.

Piet

voorbereidende handeling: resultaat examen dat hem werd meegedeeld = EAR (en ten gevolge daarvan: de voordracht van Korneel) voor Piet eindigt de eindbeslissing met zijn examenresultaat. Deze beslissing op zich kan hij aanvechten, daar hij een belang heeft Maar de ten opzichte van het benoemingsbesluit is de voordracht van Korneel een voorbereidende EAR Hij zal het eindbesluit moeten aanvechten door aan te tonen dat de voordracht van Korneel onterecht was op basis van de examenuitslag die hij heeft aangevochten.

Korneel kan geen belang aantonen.

Belang inzake vergunningen: standpunt RvS: Het weze benadrukt dat overeenkomstig de vaste rechtspraak van Uw Raad de loutere beschikking van zakelijke rechten op percelen aanpalend of in de onmiddellijke omgeving van de aanvraag niet volstaat om blijk te geven van een voldoende belang.

3 Opheffing en intrekking Besluit Vlaamse regering 23 september 2016 GRUP = reglementair besluit, daterend van 2008 Kan worden opgeheven, maar indien er rechten werden toegekend, kunnen deze niet meer worden afgenomen (tenzij de beslissing onregelmatig werd genomen). Als je deze rechten wil afnemen, zal je moeten nagaan of je de beslissing kan intrekken. Kan worden ingetrokken indien er nog geen rechten werden toegekend, maar: Arrest RvS van 2014 Arrest Raad voor vergunningsbetwistingen van 2015 En andere waar we geen weet van hebben…  Een GRUP doet rechten ontstaan: ja? Rechtmatige verwachtingen: ja.  Dit is een interpretatie-oefening  Argumentatie: o Indien er geen rechten waren toegekend, kon je evengoed spreken van een opheffing, die je probleemloos kan doen met een reglementair besluit o Uit een GRUP kan je ‘rechten’ putten, dit zie je aan de arresten die zijn uitgesproken  Een GRUP beoogt plichten voor een gebied, maar als je kan er ook rechten uit halen, bijvoorbeeld als je groen naar industrie omzet, moet je planbaten betalen, maar je kan er dan wel op bouwen.  Dus in geval van het GRUP wordt dit in de oefening toch eerder gezien als rechtszekerheid dan als het toekennen van subjectieve rechten.  Cfr. Gunningsbeslissingen: dit is nog geen subjectief recht, dit komt pas tot stand zodra een contract wordt gesloten = rechtspraak RvS  In het geval van dit GRUP o Arrest RvS Het betreft een gemeentelijk RUP dat werd geschorst o Arrest Raad voor vergunningenbetwistingen: een verkavelingsaanvraag werd geschorst Motivatie om het in te trekken: Het is een definitief plan, dat slechts onder strikte voorwaarden nog kan worden ingetrokken (bedrog, onwettigheid, wettelijke bepaling): Het GRUP is behept met een manifeste onwettigheid, namelijk er werd geen plan-MER opgesteld

De “klassieke intrekkingsleer” die door de Raad van State sinds lang wordt toegepast, stelt dat een administratieve rechtshandeling die geen rechten heeft doen ontstaan, steeds, en ongeacht het al of niet regelmatige karakter ervan, mag worden ingetrokken indien de overheid van oordeel is dat het algemeen belang zulks vereist. Een regelmatige administratieve rechtshandeling die rechten heeft verleend, kan daarentegen niet worden ingetrokken. Zulks wordt geacht strijdig te zijn met de rechtszekerheid. In het kader van het overheidsopdrachtencontentieux rijst dan ook daarbij de vraag wanneer een gunningsbeslissing meer precies “rechten heeft doen ontstaan”. Stel bijvoorbeeld dat de aanbestedende overheid reeds formeel besloot tot gunning van een opdrach t aan een bepaalde inschrijver. Doch, nadien komt zij tot de vaststelling dat de producten van de betreffende inschrijver toch niet beantwoorden aan de gestelde vereisten. Kan die beslissing dan nog worden ingetrokken? In het arrest ARALCO (R.v.St. 2 december 1999, nr. 83.788) werd de Raad van State reeds uitgenodigd om zich over deze vraag uit te spreken. De Raad benaderde deze problematiek vanuit het principiële recht van de aanbestedende overheid om af te zien van de gunning van de opdracht op grond van artikel 18 Overheidsopdrachtenwet 1193 en oordeelde als volgt: “[...] dat uiteraard slechts kan worden afgezien van de gunning zolang deze niet is geschied; dat volgens artikel 117, eerste lid, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, de opdracht is gegund wanneer aan de betrokken inschrijver kennis is gegeven van [de goedkeuring van] zijn off erte; dat derhalve de overheid tot op dat ogenblik van het gunnen van de opdracht kan afzien en dus

ook haar reeds genomen beslissing om toe te wijzen kan intrekken zonder de rechten van de betrokken inschrijver te miskennen, aangezien deze pas ontstaan bij de kennisgeving; dat weliswaar haar beslissing om de procedure te beëindigen op in rechte en in feite aanvaardbare motieven gesteund zal moeten zijn, wat in het tweede middel ter sprake komt; dat in dat geval dan echter geen sprake is van schending van het principieel verbod een handeling die rechten heef t doen ontstaan, in te trekken; dat in deze zaak de intrekking plaats heeft gehad vooraleer de toewijzingsbeslissing aan verzoekster ter kennis werd gebracht; dat het middel niet ernstig is;[...].” Rekening houdend met de nieuwe terminologie (cfr. artikel 3, 17° Overheidsopdrachtenwet 2006), mocht op grond van voorgaand arrest worden aangenomen dat, zolang de opdracht nog niet is gesloten, de gunningsbeslissing nog 'intrekbaar' is, althans voor zover daartoe deugdelijke motieven voorhanden zijn. Pas van zodra er een contractuele band tot stand is gekomen tussen de aanbestedende overheid en de opdrachtnemer doet de gunningsbeslissing, als administratieve rechtshandeling, rechten ontstaan in hoofde van de begunstigde inschrijver. Zeer recent heeft de Raad van State zulks bevestigd, m.n. in de zaak BV CVBA ARCHITECTEN GROEP III van 7 april 2014 (nr. 227.058). De casus betrof het volgende: De aanbestedende overheid besloot een opdracht te gunnen aan voornoemd architectenbureau. Gelet op de daarop ingestelde procedure tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid (UDN), die volgens de aanbestedende overheid wellicht tot de effectieve schorsing van de beslissing zou leiden, werd besloten de betreden gunningsbeslissing in te trekken. Vervolgens werd een nieuwe gunningsbeslissing getroffen, waarbij een andere begunstigde werd aangeduid. Voornoemd architectenbureau werd ditmaal (ingevolge de correcte argumenten aangedragen in het verzoekschrift tot schorsing) niet geselecteerd. Het architectenbureau besloot daarom op zijn beurt een vordering tot schorsing bij UDN in te stellen bij de Raad, daarbij o.m. aanvoerend dat de eerste gunningsbeslissing niet kon worden ingetrokken. Met verwijzing naar voornoemd arrest ARALCO, verwierp de Raad deze redenering: “Wat de gunning van overheidsopdrachten betreft lijkt er , zoals de Raad reeds overwoog in het arrest Aralco, nr. 83.788 van 2 december 1999, slechts sprake te zijn van een administratieve rechtshandeling die rechten toekent, nadat de overeenkomst tussen de aanbestedende overheid en de gekozen inschrijver is gesloten . De verzoekende partij beweert niet en er blijkt ook niet uit het dossier dat de eerste, ingetrokken beslissing tot gunning aan haar heeft geleid tot de sluiting van de overeenkomst tussen haar en de verwerende partij. De verzoekende partij toont op het eerste zicht dan ook niet aan om welke reden de eerste gunningsbeslissing van 23 december 2013, die haar nog geen rechten verschafte, niet zou mogen worden ingetrokken, gesteld dat de intrekkingsbeslissing aan de motiveringsverplichtingen voldoet, wat voorts in het middel ter sprake komt. In zoverre is dan ook niet aangetoond dat het rechtszekerheidsbeginsel zou zijn miskend.” Een reden te meer om - zelfs vrijwillig - een wachttermijn te respecteren, zo lijkt. Immers, eens de opdracht wordt gesloten, is een intrekking van de gunningsbeslissing in functie van een desgevallend terechte kritiek van een niet-begunstigde inschrijver die mogelijks ook een procedure instelt bij de Raad van State, principieel uitgesloten....


Similar Free PDFs