Stanford Prison Experiment PDF

Title Stanford Prison Experiment
Course Sociale psychologie
Institution Hogeschool Vives
Pages 8
File Size 189.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 6
Total Views 179

Summary

Stanford Prison Experiment hoofdstuk 1 te kennen. Uitleg van het experiment in stappen en uitgebreid...


Description

I l l ust r at i e:hetSt anf or dgevangeni sexper i ment1 Eén van de beruchtste experimenten die ooit door psychologen zijn uitgevoerd – zowel om de manier waarop het was opgezet als om hetgeen het over het menselijk gedrag bleek te onthullen – was een poging om te ontdekken, waarom precies en in welk opzicht een verblijf in de gevangenis zo’n ontwrichtende ervaring is. Er is duidelijk veel verkeerd in het gevangenissysteem. Het groeiende aantal ongeregeldheden in gevangenissen is een teken dat er iets niet in de haak is.

1

Onder zoekshypot hesen

Hoewel iedereen het erover eens is dat de een of andere hervorming van het gevangenissysteem noodzakelijk is, bestaat er geen overeenstemming over de aard van de veranderingen die nodig en gewenst zijn. Dit komt hoofdzakelijk omdat mensen verschillende opvattingen hebben over de oorzaken van het huidige probleem. Voordat men zich hierover een mening kan vormen moet men eerst precies weten waaruit het probleem bestaat. Ten minste drie belangrijke componenten van het gevangenissysteem moet men in zijn oordeel betrekken: de bewakers of cipiers, de gevangenen zelf en de structuur en sfeer in de gevangenis. Een eerste mogelijkheid is dat de bewakers de schuldigen zijn, misschien omdat het hoofdzakelijk mensen zouden zijn met een ietwat agressieve of sadistische natuur die cipier worden. Een tweede mogelijkheid is dat gevangenen van nature asociaal zijn en zodoende in ongeacht welke omgeving een ongezonde sfeer zullen creëren. De derde mogelijkheid is dat de gevangenis zelf, met de koele en strenge sfeer die er heerst en met haar onwrikbare machtsstructuur, verantwoordelijk is voor de problemen. Men kan voor ieder van deze factoren wel een aantal aannemelijke argumenten bedenken om aan te tonen dat daar de verantwoordelijkheid ligt voor de moeilijkheden in de gevangenissen; maar het is bijzonder moeilijk om met bewijzen te komen. Wat kunnen psychologen bijdragen om tot een beter begrip te komen van het disfunctioneren van het gevangenissysteem? Philip Zimbardo van de Amerikaanse Stanford Universiteit kwam met een vernuftig antwoord op deze vraag. Zijn experiment is sindsdien beroemd geworden, volgens sommigen berucht, in de geschiedenis van de psychologie. Veel critici waren van mening dat Zimbardo bepaalde grenzen heeft overschreden in zijn streven naar wetenschappelijke kennis, doordat hij zijn ppn vernederde en kleineerde.

1

In grote lijnen overgenomen uit: H. Eysenck & M. Eysenck, De naakte ziel. Amsterdam-Brussel, Elsevier, 1981, pp. 45-52. - Nederlandse vertaling door F. Musch van: Mindwatching, London, Michael Joseph, 1981.

2

Bes chr i j vi ngvanhetexper i ment

Philip Zimbardo en zijn medewerkers wilden dus de oorzaken bestuderen van de problemen in de gevangenissen. Stel dat gewone burgers werden overgehaald om de rol te spelen van bewaker en gevangene in een namaakgevangenis die de omgeving en de dagelijkse beslommeringen van een echte gevangenis nabootste. Als de namaakgevangenis niet de vijandigheid en vervreemding van een echte gevangenis teweegbracht, dan zou dit erop wijzen dat het de persoonskenmerken zijn van de bewakers of van de gevangenen, of van beide, die de belangrijkste factoren zijn voor de onprettige sfeer in een echte gevangenis. Aan de andere kant, als het gedrag in de namaakgevangenis erg veel op dat van een echte gevangenis zou gaan lijken, dan zou dit erop kunnen wijzen dat de structuur van de gevangenis op zich de belangrijkste oorzaak is.

2.1

Algemeen verloop

He texpe r i mentbegonop14august us1971i nPal oAl t o,Cal i f or ni ë.Der ust vaneenz ondagmor genwer dwr eedv er st oor ddoordel oei endesi r enevan pol i t i ewagensdi eme tgr ot esnel hei ddoordest adr edenopwe gnaarde dee l nemendes t udent enom z e‘ bi jver r assi ng’t hui st ear r es t er en.Al l e ‘ ver dacht e n’we r denbe sc hul di gdvaneenz war emi sdaad,opdehoogt e gest e l dvanhunr ec ht en,me tdear menenbenenwi j dt egendepol i t i ewagen geduwd,gef oui l l eer d,dehandboei enomgedaanenopdeacht er bankvande pol i t i eaut omeegenomennaarhetpol i t i ebur eau. Nadatdear r est ant enophe tpol i t i ebur eauwar enaangekomen,wer den vi nger af dr ukkengemaaktenwer denhunper soonl i j kegegevensopgenomen “ voorhundossi er ” .Menl i e thendanal l eeni neence lacht er .Lat eropdedag wer di eder ever dac ht egebl i nddoektennaarde‘ Pr ovi nci al eGevangeni svan St anf or d’gebr acht ,waarhi jwe r dui t gekl eed,onder z ochtopl ui z enen v oor zi envangevangeni skl edi j ,beddengoedenander enoodz ake l i j kedi ngen. Deci pi erver z ame l dedegevangenenenl ashende16basi sgedr agsr egel s ( bi j voor beel ddatdegevangenendebewaker smoe t enaanspr e kenme t meneer . . . ) .Del aat s t er egell ui ddeal svol gt :“ He tni etopvol genvanéénvan bovenst aander egel skanl ei dent otst r af ” . Me nhaddebewaker svant evor engez egddathunt aakbes t ondi n“ he ti n s t andhoudenvandenoodzakel i j keor dei ndegevangeni som al l esnaarwens t el at enver l open” .Mengafhenmi ni mal eaanwi j z i ngenoverdemani er waar opz ezi chmoest engedr agen,be hal vedathunui t dr ukke l i j kwer d v er bodenom l i chamel i j kgewe l dt ege br ui ken. 2.2

De proefpersonen

Debewaker sendegevangenenwar engesel ect eer dui teent ot aalvan75 r eact i esopeenadv er t ent i ei ndekr antwaar i nmannel i j kevr i j wi l l i ger s gevr aagdwer denom deelt enemenaaneenpsychol ogi sc honder z oek“ over he tl ev eni ndegevangeni s” ,t egeneenver goedi ngvan15dol l arperdag gedur endet weewe ken.De10gevangenenen11bewaker sdi eui t e i ndel i j k aanhe texper i mentdee l namenwar endegenenonderdesol l i ci t ant e ndi eal s

he tmeests t abi e l( l i chamel i j kengeest e l i j k) ,mees tvol wassenenmi ns t asoci aalwar enbeoor dee l d.Demeest e nvanhenwar enst ude nt enui tde mi ddenkl asse. Degevangenenendebe waker smoes t enl evenbi nnendemur envande ‘ Pr ovi nci al eGevangeni svanSt anf or d’ ,di ei ndekel dervanhe tpsychol ogi egebouw wasonder gebr acht .Dez enamaakgevangeni swasopz e t t e l i j kz oongez e l l i gmoge l i j kgemaakt .Erwar endr i ekl ei nece l l en( 2, 7bi j1, 8m) ,metdr i e gevangeneni ni eder ece l .Der amenwar enal seenecht egevangeni svan t r al i esvoor z i en.Behal vedebewaker swaserooknogeenaf de l i ngshoof d ( Zi mbar doz e l f ) ,eengevangeni sdi r ect e ur ,eencommi ssi evant oezi chteneen commi ssi evanber oep. Al l edee l nemer shaddenhunt oest e mmi ngv er l eend,ondankshetf ei tdathen v er t e l dwasdatdegenendi eder olvangevangenemoest enspel en,be waakt z oudenwor den,st r engz oudenwor denbe handel denenkel evanhunr ec ht en z oudenver l i ez en. 2.3

De resultaten

He tgi ngeri ndenamaakgevangeni sz oonvr i ende l i j kengevaar l i j kaant oe dathe thel eexpe r i mentna6dageni npl aat svannadegepl ande14dagen t oteenvr oegt i j di gei ndemoes tkomen. I nmi nderdant weedagennahetbe gi nvanhetexper i mentbr akergewe l den r ebel l i eui t .Degevangenenscheur denhunkl er enenhun i dent i ficat i enummer svanhe tl i j fensl ot e nzi c hz el fi nhuncelopt e r wi j lz e t egendeci pi er svl oe kt enenschr eeuwden.Deci pi er sonder dr ukt ende opst andopeengewe l ddadi gemani erdoorge br ui kt emakenvan br andbl usappar at en;z emaakt envander ec ht envandegevangenen ‘ pr i vi l eges’ ;z espee l dendegevangenent egene l kaarui tenz eonder dr ukt en henst eedsmeer .Eenvandegevangenenver t oonder eedsnadeeer st edag er nst i get e kenenvanemot i one l eui t put t i ngenonsamenhangenddenkenen hui l deengi l dez ondereni geaanl ei di ngzodathi jmoes twor denvr i j gel at en. Opdede r dedagv er spr ei ddezi chhe tger uchtdatereenont snappi ng ber aamdwer d.Di tl ei ddet othe tnemenvanver schei dener epr essi ev een pr event i evemaat r egel en.Opdevi er dedagver t oondent weegevangenen t ekenenvaner nst i geemot i one l eov er spannenhei denz ewer de nvr i j gel at en, t e r wi j leender degevangeneeenps yc hosomat i sc hehui dui t sl agoverzi j n gehel el i c haam ont wi kkel deeneveneenswer dvr i j gel at en.Naar mat edet i j d v er st r eeksc henenenke l ebewaker sereengr ootgenoegenaant ebe l even mac htui tt eoef enenenz i chsadi s t i sc ht egedr agen. Eeni nt er essant eobser vat i ewasvoor aldathetge br ui kvankr acht ,gewel den agr essi edoordebewaker sgest adi gvandagt otdagt oenam,ondankshe tf ei t datdeweer s t andvandegevangenenaf nam enver dween.Debewaker s v er t oondenooknaar mat edet i j dv er st r eekmeeri ndi r ect et e kenenvan mac ht ,z oal smethunknuppel st e gendebi nnenkantvanhunhandofop meube l ssl aan,opeenbr ani eacht i gemani erl openenbepaal dehoudi ngen aannemen.Degevangenendaar ent e genbegonnenmetgebogenhoof dt e l open.

Mi sschi enkomenwenoghe tmeest et ewe t enov erdez evoordedeel nemer s mensont er endeer var i ngwanneerwededagboekaant e keni ngenl ez envan degenendi eerdi r ectbi jbe t r okkenwar en.Eenvandebewaker sbi j v oor be el d schr eefvoor dathe texpe r i mentwasbegonneni nz i j ndagboekdathi jpaci fis t wasenz o’ nhekelhadaangewe l ddathi jhe tz i chni etkonvoor st el l endathi j i emandander ssl echtzoube hande l en.Opdede r dedagbl eekhi j har t sgr ondi gt egeni et envandemachtom mensent emani pul er en.Ti j dens det oe ber ei dse l env oorhetbez oekuurwaar schuwdehi jdegevangenenni ett e kl agent enz i jz ewi l dendathe tbez oe kabr uptbeëi ndi gdz ouwor denenhi jgaf t ekennendathi jerbi j z onderv ee lbe hageni nschi epbi j naonbeper kt emacht ui tt eoe f enenoverhe t geenergez egdengedaanwer d. Opdevi j f dedagr ez enerpr obl emenomdateenni euwegev angenezi j n sauci j sj esni e twi l deope t en.Debewakerschr i j f thi er ov erhetvol gende:“ We gooi denhem i nz i j ncelenbe vol enhem eensauci j si ni eder ehandt ehouden ( . . . )Webesl ot enophetsol i dar i t ei t sgev oe lvandeni euwegevangenei nt e s pe l enenz ei denhem datal l eander engeenbezoekmocht enont vangenal s hi jz i j net enni e topat( . . . )I kl i epvoor bi jzi j ncel deurensl oegerkei har dop ( . . . )I kbenwoede ndopdez egevangeneom he t geenhi jdeander enaandoeten om del astdi ehi jhenbez or gt .I kbesl oothem t edwi ngenom t ee t en.I k dr ukt ehetvoedseli nz i j ngezi cht( . . . )I khaat t emez e l fomdati khem dwongt e e t eneni khaat t ehem nogmeeromdathi jni etat . ” Zoal swer eedshebbenopgemer ktwer dendebewaker si ndel oopvanhet exper i mentst eedsagr essi ev erenbr ut al erennegeer denz edewaar schuwi ng om geenf ysi e kgewel dt ege br ui ken.Zi mbar doenzi j ncol l ega’ sr appor t eer den echt er ,dathetgedr agvandebewaker snogalui t eenl i epenz ewar envan meni ngdatsl echt songev eereender devandebewaker svoor t dur endz o vi j andi genv er neder endwasdatz esadi s t i schkondenwor dengenoemd.Van deander ekantwe r dendegevangenennaar mat ededagenver s t r ekenst eeds passi everengl edeni neent oest andvandepr essi eenhul pe l ooshei d.Di t kwam waar schi j nl i j kdoor datz ez i chbegonnent er eal i ser endatz ebi t t er wei ni gkondendoenom degangvanz akent ever ande r enofvatt ekr i j genop deomgevi ng.Om me tdewoor denvaneenoudgez egdet espr e ken:he twas v ec ht ent egendebi er kaai . . .

2.4

Besluit

Zimbardo had aangetoond dat de verschrikkingen van een gevangenis konden optreden zelfs wanneer rechtschapen burgers werden gebruikt om de rol van gevangene en bewaker te spelen. De zedelijke achteruitgang die in het Stanfordexperiment was opgetreden kon nauwelijks worden toegeschreven aan de afwijkende persoonlijkheden van de deelnemers; en de meest voor de hand liggende verklaring was dat voornamelijk de situatie zelf verantwoordelijk was voor het gedrag van de deelnemers. In Zimbardo’s eigen woorden toonde zijn studie “de macht aan van sociale, institutionele krachten om rechtschapen mensen aan duivelse daden te laten meedoen”.

Maar hoeveel leek de namaakgevangenis op een echte gevangenis? De meningen van echte gevangenen lopen hierover nogal uiteen. Gevangenen in de meest beveiligde vleugel van het Rhode-Island-tuchthuis in Amerika zeiden dat de reacties van de namaakgevangenis vrij goed overeenkwamen met de verwarde en over-geëmotioneerde reacties van gevangenen die voor de eerste keer werden opgesloten. Een opmerking van een ex-gedetineerde verschaft enig inzicht in de passiviteit van de namaakgevangenen: “De enige manier om het bij de bazen (in gevangenissen in Texas) uit te houden is door je zowel mentaal als fysiek in jezelf terug te trekken, je bij wijze van spreken zo klein mogelijk te maken. Doe je dat niet, dan nemen ze je te pakken. Ze willen dat je geen moeilijkheden in de gevangenis maakt...”.

3

Watdecr i t i cizegden

De onderdirecteur van de San Quentin-gevangenis liet zich tijdens een interview sceptisch uit over Zimbardo’s experiment, hetgeen ook te verwachten was. Op de vraag of het onderzoek representatief was voor het gevangenissysteem, antwoordde hij dat het waardeloos, bevooroordeeld en methodologisch niet in orde was; maar hij baseerde zijn oordeel op een kort artikel dat hij gelezen had. Vervolgens werd Zimbardo het recht om welke gevangenis dan ook in Californië te bezoeken door de directeur van het Departement van Justitie ontzegd. Dit zou er dus kunnen op wijzen dat de officiële instanties er bang voor waren dat Zimbardo het bij het rechte eind had.

3.1

Rolgedrag

De scherpste kritiek kwam van enkele psychologen die beweerden dat de deelnemers aan het Stanford-gevangenisexperiment in een sociale situatie waren geplaatst die niet helemaal in overeenstemming was met een echte gevangenis. Het enige wat ze hoefden te doen was de rol te spelen van gevangene of bewaker. Daar de deelnemers sterk vooropgezette ideeën hadden over hoe cipiers en gevangenen zich in een echte gevangenis gedragen, speelden ze gewoonweg de rol die ze in hun hoofd hadden. Men kon daarom wel verwachten dat uit de resultaten zou blijken hoe juist de stereotypen zijn! In dit verband is het interessant om op te merken dat de meeste bewakers, wanneer na het experiment gevraagd werd naar hun agressief en wreed gedrag, antwoordden dat ze ‘slechts’ de rol hadden gespeeld van een hardvochtige bewaker. Deze gegevens zouden er dus kunnen op wijzen dat de bewakers louter deden ‘alsof’ om aan het cultureel bepaalde beeld van agressieve en lastige cipier tegemoet te komen en dat ze niet ‘werkelijk’ persoonlijk betrokken waren bij de rol die ze speelden. Uit een nauwkeurig onderzoek van de gegevens die Zimbardo verzameld heeft blijkt dat er wel degelijk sprake was van enige mate van rollenspel tijdens de eerste perioden van het experiment, waarbij de deelnemers gebruik maakten van stereotype verwachtingen om hun gedrag te bepalen. Men moet echter in aanmerking nemen dat echte gevangenbewaarders als beginneling gewoonlijk ook een rol spelen. Naarmate het experiment vorderde bleken de deelnemers zich echter steeds verder in hun rol te engageren, en daarmee werd de mate van gewetensvol handelen steeds geringer.

Wat het sterkste pleit tegen de mening dat de deelnemers louter cultureel bepaalde rollen speelden, is dat ver doorgedreven versies van die rollen hoofdzakelijk tegen het einde van het experiment werden waargenomen. Als het er hen louter om te doen was een bepaalde rol te spelen, waarom was dit gedrag dan niet vanaf het begin aanwezig ? Bovendien bleken het fysiek geweld en de vernederingen vanwege de bewakers de grenzen van wat men van een rollenspel zou kunnen verwachten verre te hebben overschreden. Hoewel men zou kunnen verwachten dat men zich in de nabijheid van de pl. meer conform de rolverwachtingen zou gaan gedragen, vond Zimbardo juist dat strenger tegen de gevangenen werd opgetreden wanneer de individuele bewakers alleen waren met een gevangene, of wanneer ze dachten zich buiten het bereik van de opnameapparatuur te bevinden. Het is ook niet zo duidelijk hoe het gedrag van de gevangenen op dezelfde manier verklaard zou kunnen worden, aangezien er niet zo’n cultureel bepaald verwachtingspatroon bestaat over het gedrag van gevangenen. Overigens kan men zich ook afvragen of de passiviteit, depressie, hulpeloosheid, en zelfs het psychologisch niet goed functioneren van de gevangenen alleen maar een opmerkelijke opvoering waren van een rollenspel. Zelfs als ernstige emotionele verwardheid gesimuleerd kan worden, is het duidelijk dat dit bij een psychosomatische huiduitslag niet mogelijk is.

3.2

Deontologische bezwaren

Het aspect dat door veel mensen uit het Stanford-gevangenisexperiment naar voren is gehaald, is of het wel moreel verantwoord is om mensen aan een dergelijke vernedering en vijandigheid bloot te stellen. Hoe kan men een studie ethisch verantwoorden waarin vier deelnemers moesten worden vrijgelaten vanwege “buitengewone zwaarmoedigheid, wanordelijk denken, ongecontroleerde huilbuien en aanvallen van woede...” Hoe kon Zimbardo het laten gebeuren dat bewakers de gevangenen dwongen de toiletten met de blote hand schoon te maken, hen met brandblussers besproeiden en hen herhaaldelijk oefeningen lieten doen als ‘pompen’, soms met de voet van een bewaker bovenop een gevangene ? In zijn antwoord beweerde Zimbardo dat psychologisch onderzoek moreel gerechtvaardigd is indien de baten - bij voorbeeld nieuwe kennis - tegen de kosten opwegen. Hij was van mening dat de kosten die de deelnemers hadden geleden van voorbijgaande aard waren. Hij kreeg daar zekerheid over via vragenlijsten die enkele weken na het onderzoek aan de deelnemers werden gestuurd, enkele maanden later nog eens, en verder met tussenpauzen van een jaar. Men trachtte de negatieve effecten van de studie ook tot een minimum te beperken door dagenlang durende gespreksgroepen te houden, waarin de morele conflicten die door het experiment konden veroorzaakt zijn onder woorden werden gebracht. Zimbardo gaf toe dat zijn ppn veel leed hadden moeten doorstaan gedurende het experiment, maar wees erop dat alle deelnemers vooraf een formulier hadden ondertekend dat ze “er volledig mee instemden” dat er inbreuk zou worden gemaakt op hun privéleven, dat ze tijdelijk enkele rechten zouden verliezen en dat ze streng zouden worden behandeld.

Hij wees er verder op dat iedere psycholoog die het niet met het experiment eens was een klacht had kunnen indienen bij de Commissie van Toezicht van de Amerikaanse Vereniging van Psychologen, en dat er in feite maar één vraag aan de commissie gesteld was tijdens de twee jaar dat het onderzoek duurde en dan nog wel van Zimbardo zelf... Wat de positieve kanten betreft gaven de meeste deelnemers te kennen dat ze waardevolle dingen over zichzelf hadden geleerd. Sommige deelnemers gaven naderhand vrijwillig een deel van hun zomervakantie op om in een plaatselijke gevangenis te gaan werken, en de meesten van hen werden voorstanders van strafhervorming. Een ander mogelijk pluspunt van de studie was dat het invloed had op het grote publiek. De resultaten van het onderzoek werden bijvoorbeeld door een actiegroep gebruikt in een petitie tegen de bouw van een grote nieuwe, onpersoonlijke gevangenis en vóór kleinere, meer gemeenschapsgerichte instellingen. De stellingname van Zimbardo komt dus hierop neer dat het doel de middelen heiligt, en dat onderzoek geëvalueerd moet worden aan de hand van de resultaten die het oplevert. Dit stemt overeen met de mening van de meeste psychologen die als volgt onder woorden werd gebracht door de Commissie van Toezicht van de Amerikaanse Vereniging van Psychologen: “De ethische vraag waar het altijd om gaat is, globaal gesteld, of er een negatief effect op de waardigheid en het welzijn van de deelnemers bestaat dat de belangrijkheid van het onderzoek overstijgt”. Er zijn verschillende moeilijkheden aan dit morele standpunt verbonden. In de eerste plaats zou onderzoek geëvalueerd moeten worden in het licht van zijn consequenties (bij voorbeeld kosten en baten), maar we kunnen dikwijls niet voorzien wat de gevolgen zullen zijn totdat het experiment is uitgevoerd, en dan kan het al te laat zijn om in te grijpen. En in de tweede plaats hoeft wat de één onder kosten en baten verstaat niet per sé overeen te komen met wat een ander daaronder verstaat. Veel mensen zouden het niet met Zimbardo eens zijn en zouden zeggen dat het lijd...


Similar Free PDFs