Subjunctivo en condicional PDF

Preview

Summary

Subjunctivo Presente en Condicional ...

Description

Aanvoegende wijs (subjuntivo presente)  

concepten die hypothetisch in plaats van feitelijk zijn. gevoelens die de spreker heeft ten opzichte van de situatie of gebeurtenis.



ser + adjetivo (zijn + bijvoegelijk naamwoord) waar het gaat om de mening van de spreker ten opzichte van de (hypothetische) situatie of gebeurtenis.

Bijvoorbeeld: Es posible que mañana llueva. Het is mogelijk dat het morgen regent. Es bueno que trabajes mucho. Het is goed dat je veel werkt. Niet bij zekerheden: hier gebruik je de aantonende wijs (presente indicativo) Es seguro que mañana llueve. Het is zeker dat het morgen regent. Es verdad que trabajas mucho. Het is waar dat je veel werkt. Maar wel bij ontkennende (menings)uitdrukkingen: No es seguro que mañana llueva. Het is niet zeker dat het morgen regent. No es verdad que trabajes mucho. Het is niet waar dat je veel werkt. De subjuntivo wordt gebruikt na uitdrukkingen van: verlangen bevel verzoek advies verhindering suggestie uitnodiging aandringen eis Mogelijkheid

Quiero que... , me gusta que... El manda que... Te pido que... Te aconsejo que... El guardia impide que... Ella sugiere que... Te invito que... Insisto que... Exijo que... Quizá; Tal vez

Verouderde uitdrukkingen: Leve de koningin: Viva la reina. (dat ze moge leven)

Vorming neem het hele werkwoord: vb: comer



neem de ik vorm (eerste persoon): como



verwijder de laatste letter: com

 

voeg de juiste uitgang toe:

persoonsvorm yo tú

hablar hable hables

poner ponga pongas

vivir viva vivas

el/ella/usted nosotros vosotros

hable hablemos habléis

ponga pongamos pongáis

viva vivamos viváis

pongan

vivan

ellos/ellas/ustedes hablen

De 5 onregelmatig werkwoorden dar/geven dé des dé demos deis den

estar/zijn esté estés esté estemos estés estén

ser/zijn sea seas sea seamos seáis sean

saber/weten sepa sepas sepa sepamos sepáis sepan

ir/gaan vaya vayas vaya vayamos vayáis vayan

Klankveranderingen zijn dezelfde als in de presente indicativo:

-zar: z -> c

empezar

empiece

-ger of -gir: g -> j

escoger

escoja

-guir: gu -> g

seguir

siga

-car: c -> qu

buscar

busque

-gar: g -> gu

pagar

pague

-uir: extra y

huir

huya

pensar (e:ie) piense pienses

perder (e:ie) pierda pierdas

dormir (o:ue|u) duerma duermas

sentir (e:ie|i) sienta sientas

piense

pierda

duerma

sienta

pensemos

perdamos

durmamos

sintamos

penséis piensen

perdáis pierdan

durmáis duerman

sintáis sientan

Condicional Ik zou willen… Gebruikt voor:   

Wens of bescheiden opmerking: Ik zou op reis willen zijn. Zou u kunnen binnen gaan? Hypothese / voorwaardelijke wijs: Als ik kon, dan zou ik 20 km lopen. Wensen die moeilijk realiseerbaar zijn: vb: Ik zou wel een koe kunnen opeten.

Vorming Infinitief + uitgang van de condicional voor ar/er/ir Hablar+ Ía ías ía íamos íais ían Uitzonderingen zijn dezelfde als in de futuro:

        

Poder > PodrSaber > SabrHacer > HarHaber > HabrQuerer>QuerrPoner > PondrTener > TendrSalir > SaldrVenir > Vendr-...