Adductoren bovenbeen - Samenvatting van de spieren van de onderste lidmaat.. Foto`s en verwijzingen van sesam met de nodige inhoud van de cursus van anatomie 2 van prof. dr. Mistiaens. PDF

Title Adductoren bovenbeen - Samenvatting van de spieren van de onderste lidmaat.. Foto`s en verwijzingen van sesam met de nodige inhoud van de cursus van anatomie 2 van prof. dr. Mistiaens.
Course Anatomie 1
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 3
File Size 275.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 67
Total Views 161

Summary

Samenvatting van de spieren van de onderste lidmaat.. Foto`s en verwijzingen van sesam met de nodige inhoud van de cursus van anatomie 2 van prof. dr. Mistiaens. ...


Description

Adductoren bovenbeen m. gracilis (1) o

O

ramus inferior ossis pubis, tot aan symphysis

o

I

pes anserius (middenste teen), aan mediale zijde tibia

 Gestrekte knie: abductor bovenbeen en flexor heup  Flexie knie  Verloop: mediale voorrand mm. Adductor longus et magnus  achter de condylus medialis als een lint

m. pectineus (5) o

O

pecten en ramus superior ossis pubis

o

I

linea pectinea

 Flexie heup , adductie bovenbeen (zwakke exorot)  Parallelvlezig  omgeven door een fascia  verderzetting van fascia van m. Iliopsoas  Fossa iliopectinea = verlenging van canalis femoralis  spier vormt de bodem van deze fossa (verlenging canalis femoralis), dorsaal liggende mm. Abturator ext. En adductor brev.)  laterale zijde: gevormd door m. Iliopsoas  voorzijde: door dijfascia (fascia cribrosa) afgedenkt.

m. adductor brevis (10) o

O remus inferior ossis pubis (ventraal van O vam m. Obturator ext.)

o

I linea aspera (mediale lip, tot onder trochanter minor, bovenste 1/3 )  Adductie en exorotatie en zwakke flexor heup  Platte parallelvlezig, licht divergerende buik  Deze ligt meer ventraal op de m. Adductor magnus

-

-

m. Adductor longus (12) m. Adductor magnus (13) m. Adductor minimus (14) m. Obturatorius externus (15) m. Quadratus fempris (16) m. Semitendineus (17) m. Sartorius (18) m. Iliopsoas (19)

m. adductor longus (1) o

O

tuberculum pubicum

o

I

linea aspera (middenste 1/3 , mediale lip)

 Adductie en exorotatie, lichte flexie heup..

 O = zeer krachtig, smal en pezig  spierbundels divergeren licht  Proximaal  driehoekige spleet gescheiden v/d m. Pectineus, daar ligt m. Adductor brevis  Spier bedekt dorsaal  onderste deel vam m. Add. Brev. en meer distaal de m. Add. Magnus  meer ventraal

m. adductor magnus (4) o

O ramus ossis ischii (en vooral op tuber ossis ischii, onderzijde)

o

I linea aspera (middenste lip, vanaf het niv. van trochanter major, distaal 1/3 )  krachtige pees inseert ook op de epicondylus medialis (tuberculum adducorium)  Krachtige adductor  Exorotator (dat inseert op linea aspera)

 Deel dat loopt op epicondyus med.  bij gebogen been  endorotator  Ook extensor heup

 Spierbuik  gekruiste bundels  spiebuik = boogvormig  voor BV`

 Tussen distale vezels en pees op epicondylus medialis  HIATUS TENDINEUS ADDUCTORIUS

m. adductor minimus (14) = afsplitsing van de m. Adductor magnus o

O voorste deel m. Add. Magn. – aan de ramus inferior ossis pubis

o

I

labium mediale van linea aspera

 Adductie en exorotatie

-

-

Retroversi Anteversie Abductie Adductie Endorotatie Exorotatie

lig. Iliofemorale (pars med) 15o spieren, bij gestrekte knie;...


Similar Free PDFs