Bronnen van het internationaal recht PDF

Title Bronnen van het internationaal recht
Course Internationaal recht
Institution Universiteit Gent
Pages 6
File Size 83.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 48
Total Views 132

Summary

Notities van de lessen internationaal recht ivm bronnen....


Description

Europees en internationaal recht De bronnen van het internationaal recht A. Algemeen Er zijn een beperkt aantal rechtsbronnen. De belangrijkste bronnen van het internationaal recht zijn: Geschreven bronnen(rechtsleer) en rechtsspraak, internationaal gewoonterecht. Het internationaal gewoonterecht is een bron die niet zo vaak wordt teruggevonden in het nationaal recht en als laatste algemene rechtsbeginselen. Deze lijst is niet exhaustief wat wil zeggen dat een aantal zaken hier niet in zijn opgenomen.

B. Verdragen Verdragen zijn zoals eerder vermeld ook zeer belangrijke bronnen van het internationaal recht. Ze zijn het consensueel instrument bij uitstek hierbij geldt de basis regel ‘pacta sunt servanda’ dit betekend overeenkomsten moeten worden nageleefd (dit komt ook voor bij contractueel recht). Ook spreekt men van pacta tertiis nocent nec prosunt: Overeenkomsten kunnen derden geen schade toekennen of hen geen plichten opleggen. Men moet ook steeds nagaan welk land partij is bij welk verdrag men kan hier niet zomaar vanuit gaan. Wat is een verdrag? Zie art.2(1)(a) Deze defenitie omvat alleen verdragen gesloten tussen staten. Maar ook internationale organisaties kunnen binnen bevoegdheid verdragen afsluiten. Er moet steeds een wilsovereenstemming zijn met bedoeling bindende gevolgen te creëren. Er is een onderscheid tussen een politiek akkoord (bv MOU) en een juridisch bindend verdrag. Hoe leidt je af of iets een politiek akkoord is of een juridisch bindend verdrag? Je kan het afleiden aan de taal, ook de titel is van belang, de mate waarin een instument wordt opgenomen en geregistreerd bij de vn, de mate waarin er rechten en dergerlijke beschreven staan. MOU: Memorandom of understanding,vaak heel technische praktische overeenkomsten en praktische afspraken tussen staten vb ministerie van landbouw. Dit zijn louter politieke overeenkomsten met de bedoeling ze te gaan uitvoeren maar zonder de bedoeling iets juridisch bindend te maken. Soms misbruikt men een beetje de titel van MOU, als je de tekst van een MOU bekijkt zal je zien dat hier soms wel duidelijk rechten en plichten in worden opgenomen. Men doet dit om te vermijden dat men langst de wetgevende macht moet gaan. Het is een binnenweg om het parlement aan de kant te houden en de langzame en moeilijke weg van de parlementaire goedkeuring te vermijden. Verdragen worden afgesloten tussen 2 of meer subjecten van internationaal recht? Wat met deelstaten, kan de Vlaamse overheid verdragen afsluiten? Ja, vb verdrag tussen Vlaanderen en Nederland over een kanaal.

Wat je intern (binnenlands nationaal) mag je ook op buitenlands vlak gaan uitoefenen. Waar Vlaanderen op binnenlands vlak voor bevoegd is, hiervoor kan men ook verdragen afsluiten met derden. (Niet overal, hangt af van eigen grondwet staten van VS mogen dit bv niet) Wat met federaal en deelstatelijke bevoegdheden: De verschillende federale regeringen moeten telkens ratifisceren. In foro interno, in foro externo: Waar je op binnenlands vlak voor bevoegd bent, mag je op buitenlands vlak ook uitvoeren. De vorm van een verdrag is irrelevant het kan vb. ook gaan over een uitwisseling van brieven.

C. Internationaal gewoonterecht Algemeen Ongeschreven regels die niet juridisch bindend zijn. Vele deeldomeinen van het internationaal recht waren aanvankelijk ongeschreven. Twee elementen: Statenpraktijk: Het materiele element, wat staten doen en niet doen. Vb. Oorlogsrecht de manier waarop staten krijgsgevangen behandelen, wapens gebruiken,… Densiteit vereiste: -Uniformiteit of consistentie: Staten moeten zich consistent op dezlefde manier gedragen. Er is geen sprake van een absolute consistentie, dit betekend dat staten af en toe wel eens kunnen afwijken. Vb. het folterverbod is evident een norm van internationaal gewoonterecht, staten moeten die regel respecteren dit staat niet in een verdrag maar is wel een gewoonteregel dit wil niet zeggen dat er nooit folterpraktijken plaats vinden. Wanneer er inbreuken zijn moeten de praktijken worden bestraft. -Algemeenheid: Er moet een voldoende groep staten zijn die deelneemt aan deze praktijk. Staten die hier een bijzonder belang bij hebben. -Duur: Staten moeten de tijd krijgen om zich te kunnen verzetten tegen andere landen. Het kan een tijdje duren voor een gewoonterechtelijke regel tot stand komt. Hoe algemener de regel hoe sneller dit proces kan verlopen. -Communicerende vaten:

Wiens praktijk is dit? Elke minister, elke administratie (niet alleen wetgevende maar ook de rechterlijke macht) kan bijdragen aan statenpraktijk. Yeroda zaak: Congo en Belgie -> op een gegeven moment wordt in Be op basis van de oude genocide wet een strafzaak opgestart tegen Yerodia. Yerodia(minister van buitenlandse zaken van Congo) Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij foltering, schendig van de mensenrechten. In de oude genocide wet stond er dat de strafrechter zich kon uitspreken als het slachtoffer zich burgerlijke partij stelde. Congo is hier niet meegediend en begint een procedure in het hof te den haag. Congo verwijdt Belgie ervan de immuniteit van hun minister geschonden te hebben.Er staat niets in het gewoonterecht over de omvang van imuniteit. Wat kan men dan doen? Kijken naar de nationale rechtsregels. Hoe is dit afgelopen? België is veroordeeld geweest en heeft zijn strafwet aangepast.

Imuniteit van overheidsfunctioneren: In welke mate kunnen we bv. een Syrische militair gaan veroordelen voor de belgische rechtbank. Hier bestaat geen verdrag over dit wordt momenteel geschreven door ongeschreven gewoonterechterlijke regels.

Opinio Juris: De overtuiging of het geloof van staten dat hun optreden beantwoord aan of is ingetreden door een juridisch bindende norm. Het verwijst naar de overtuiging dat men een bepaald wapen niet zal gebruiken omdat men ervan uitgaat dat dit niet toegelaten is. Wanneer we het hebben gaan we ervan uit dat we spreken over regels die van toepassing zijn ten aanzien van alle staten. Het is niet vereist dat alle staten deelnemen aan de statenpraktijk, als men voldoende consistentie, duur en algemeenheid heeft dan komt er een gewoonterechterlijke regel tot stand die bindend is. Er is geen consensualisme van de staten nodig. Vb. Stel catalonie wordt onafhankelijk men is nooit betrokken geweest bij het tot standkomen van de reeds bestaande gewoonterechtelijke regels maar toch zal men verplicht zijn deze te volgen. (Anders dan bij verdragen-> consensualisme) Hoe kan een staat dan toch ontsnappen aan een gewoonterechtelijke norm: Door zich van in het begin al af te zetten tegen de praktijken van andere staten. (=persistent objecter) Hij zal op het einde van de rit niet gebonden zijn aan deze regel. We hebben ook regionaal en lokaal gewoonterecht (niet zo belangrijk). Identificatie van het internationaal gewoonterecht: Er is geen lijst waarin alle gewoonterechterlijke regels staan. Er is zoiets als een recht op zelfverdediging , staten kunnen zich verdedigen als ze het slachtoffer worden van een gewapende aanval. De vraag is is er ook recht op pre-actieve zelfverdediging (als een staat bedreigd wordt met een gewapende aanval). ICRC: International comitee red cross Niet gouvernementele instelling, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij het tot standkomen van het oorlogsrecht. Deze instelling heeft een paar jaar geleden geprobeerd om op een omvattende manier alle regels van het gewoonterecht (enkel die over gewapende conflicten) op papier te gaan stellen. Men is uitgekomen bij een publicatie met daarin 161 regel. Het is interessant om te kijken op welke manier men te werk is gegaan. Welk materiaal heeft men hiervoor gebruikt? Sommige staten maken handleidingen waarin staat hoe militairen zich moeten gedragen. Verklaringen,nationale rechtsspraak, nationale wetgeving…

Verhouding tussen verdragsrecht en gewoonterecht (zelfde normatieve waarde)

Als er een conflict zou optreden tussen een verdragsregel en een gewoonterechterlijke regel, dan moet je toepassing maken van de gekende voorrangsregels (nationaal recht). Lex posterior derogat priori; lex specialis derogat generali. De latere wet gaat voor op de eerdere, en de meer specifieke gaat voor op de meer algemene. In de praktijk gaan hoven en rechtbanken eerst onderzoeken of er toepasselijk verdragsrecht is. Gewoonterecht is normaal ongeschreven en daarom is het in het nadeel, het is namelijk moeilijker om deze te gaan vaststellen.Bij een verdrag weet men wie er partij is, wanneer het van kracht gegaan is maar dit is niet het geval bij gewoonterecht. ILC: international law commision -> Een orgaan opgericht door en afhankelijk van de AVVN. Houdt zich bezig met het codificeren van internationaal recht. Het weens verdragen verdrag is opgesteld door onze experten en dan voorgelegd voor de staten. Het gewoonterecht is zeer belangrijk. Niet alles is gecodificeerd. Zolang we geen codificatie hebben of een verdrag moeten we gebruik gaan maken van het gewoonterecht. De gewoonterechterlijke regels zijn ook bindend voor iedereen, er is geen ratificatie nodig. Je kan een regel hebben die louter gewoonterechterlijk is. Maar men kan ook loutere verdragsrechterlijk zijn. Maar ook beide. Vb. verbod op foltering-> norm van gewoonterecht. Maar men heeft ook het VN folterverdrag (multilateraal) dit legt ook het verbod op foltering vast. Hierbij worden er ook mechanismen ingezet om te controleren. Stel nu België trekt zich terug uit dit verdrag, dit wil niet zeggen dat men vanaf nu mensen mag gaan folteren, want er is nog altijd een gewoonterechterlijke regel die zegt dat dit niet mag.

Voorbeelden: US supreme court -gewoonterechtelijke regel ivm aanhouding visserijschepen in oorlog -Claim op natuurlijke rijkdommen Belang Truman-verklaring van 1945-> sneeuwbaleffect-> andere landen volgen en nemen gelijkaardige standpunten in.

D. Algemene rechtsbeginselen (primair) Wat is het belang van algemene rechtsbeginselen? In de praktijk gaan we deze enkel gebruiken in geval van onduidelijkheden bij gewoonterechterlijke of verdragrechterlijke regels.

E. Internationale rechtspraak en rechtsleer Zij creeren geen recht maar zijn meer hulpmiddelen om het recht te gaan interpreteren.

F. Andere bronnen Deze zijn niet opgenomen in art. 38. Kunnen internationale organisaties bindende beslissingen nemen? Meestal niet. Supranationale bevoegdheid:Staten moeten aanvaarden dat internationale organisaties beslissingen kunnen nemen. -Eenzijdige handelingen en verklaringen: Verklaringen afgelegd door staten waarin men een soort toezeging of afstand doet van een bepaalde uitspraak. Vb. teritoriale claim afstaan. Zijn deze juridisch bindend? Vb. Nuclear test case Zaak uit de jaren 70, tussen Australië en Frankrijk. Frankrijk deed atmosferische kernproeven in de stille oceaan. Dit is niet naar de zin van Australië en Nieuw-zeeland. Men begint een procedure bij het internationaal gerechtshof en beroept zich hiervoor op de verklaring afgelegd door Frankrijk. Waarin men zegt dat men niet langer atmosferische kernproeven zal voeren. Het hof heeft die verklaring beschouwt als bindend. Frankrijk moet zijn eenzijde angagement naleven. Dit kan dus juridisch bindende gevolgen creëren. -Soft law: informeel recht: geheel aan regels die staten opnemen maar die niet juridisch bindend zijn. Vaak zijn dit politieke engagementen. Kan deel uitmaken bij het vormen van gewoonterechterlijke regels of kan een stap zijn naar het later aflsuiten van een verdrag. Het is niet omdat iets juridisch bindend is dat ook steeds zal worden nageleefd op een correcte manier. Het non proliferatie verdrag: Verdrag gaat over het aanmaken van kernwapens. Voor landen die geen kernwapens hebben-> Je mag geen kernwapens aanmaken. Voor landen die wel kernwapens hebben-> Ter goeder trouw onderhandelen met het oog op het bereiken van een kerwapen vrije wereld.

De 2 grote mensrechten verdragen uit 1966 -Het bupo verdrag: inzake burgerlijke en politiekie rechten vb. recht op privacy -Eco-soc verdrag: vb. recht op arbeid

G. Hiërarchie Rechtspraak en rechtsleer is een secundaire bron, creërt geen nieuw recht. Verdragen, gewoonterecht,.. zijn primaire bronnen. Bijzondere gevallen in de hiërarchie: -Art 103 VN handvest -> De plichten van landen onder het vn handvast boven hun plichten onder andere verdragen. Deze regel geldt ook voor bindende resoluties van de VN veiligheidsraad. -Jus Cogens (dwingend recht) -> Kleine groep van gewoonterechterlijke regels die van fundamenteel belang worden geacht. Zij gaan voor op alle andere normen. Vooral verbodsregels vb. verbod op foltering. Men heeft nog een tweede concept nameijk erga omnes (ten aanzien van allen) regels.

Wat is het verschil? Het gaat vaak over dezelfde inhoudelijke regels. Erga omnes heeft niets te maken met de hiërarchie van de bronnen. Het heeft te maken met vragen rond het inroepen van staatsaansprakelijkheid. Normaal wanneer een procedure begint heb je een bepaald belang nodig. In het internationaal recht geldt dit ook. Je kan maar een procedure gaan starten als je slachtoffer bent en een vorm van schande ondervindt. Het bijzondere aan de erga omnes regels zijn: Dit zijn normen die bestaan voor het algemeen belang en wanneer daar een inbreuk op plaats vindt dan mogen alle staten de overtreder ter verantwoording roepen zonder dat hij zelf schade heeft ondervonden. Vb.België, Senegal (2012) Ene Hisijn Habré hij is een oud-dictator van Chaad. Hij was in de jaren 80 aan de macht in Chaad. Hij word op een gegeven moment van de macht verdreven en gaat op pensioen in Senegal. Een aantal mensen die onder het weinig verlichte beleidt van Habré slachtoffer werden van schending van mensenrechten, beginnen opnieuw een procedure bij de strafrechter in België tegen Habré. België stelt vast dat Habré in Senegal woont en merkt op dat zowel België als Senegal partij zijn bij het foltereverdrag (*wanneer iemand die van foltering wordt verdacht zich op jouw grondgebied bevindt moet jij deze zelf gaan vervolgen of gaan uitleveren naar een derde staat die zelf wil overgaan tot vervolging). Senegal maakt hier niet onmiddellijk werk van , maar men wilt ook niet uitleveren aan Belgë. Op een gegeven moment is België dit beu en men maakt er een zaak van voor het IGH, en beschuldigen senegal van zijn *plicht. Het hof wijst erop dat dit folterverbod een erga omnes regel is met als gevolg dat iedereen hier belang en baat bij heeft. Hoe loopt de zaak af? Belgë krijgt gelijk en Senegal moet stappen ondermen om de man te gaan vervolgen, anderhalf jaar geleden is Hambré effectief veroordeeld....


Similar Free PDFs