Chemie xpert 3 - 3 ASO PDF

Title Chemie xpert 3 - 3 ASO
Course Chemie
Institution Sint-Jozefinstituut
Pages 17
File Size 1 MB
File Type PDF
Total Downloads 87
Total Views 154

Summary

3 ASO...


Description

Chemie 1. chemie is overal Het vak wetenschappen splitst zich op in drie delen: biologie, fysica en chemie Biologie  alles omtrent ‘levende’ dingen (natuur, dieren, mens, ) Fysica wetten van de natuur Chemie  samenstelling van alle stoffen. Materie is de verzamelnaam voor alle stoffen. Het omvat alles wat massa heeft. In chemie behandel je: a) de samenstelling en de bouw van de materie b) de verandering in samenstelling en de bouw van de materie c) de energie-uitwisseling die met veranderingen gepaard gaat

2. de kijk van de chemicus A. Voorwerpen van stoffen onderscheiden Als chemicus maak je het onderscheid tussen voorwerpen en stoffen aan de hand van voorwerpeigenschappen en stofeigenschappen. * voorwerpeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op het voorwerp zoals vorm, grootte, massa, volume * stofeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op de stoffen waaruit het voorwerp opgebouwd is zoals kleur, oplosbaarheid, brandbaarheid, … voorwerpeigenschappen: kikker, stoel, cirkelvormig

stofeigenschappen: hout, groen, metaal, wit

B. Direct waarneembare stofeigenschappen Heel wat stofeigenschappen kan je zintuiglijk waarnemen.  direct waarneembare stofeigenschappen Vb: uitzicht, aggregatiestoestand, smaak en geur … PROEF

1

2

aggregatietoetsand Vast vast Besluit:  1. Zout en  2. Suiker

Smaak en geur Zout, geurloos Zoet, geurloos

Uitzicht:  kristallijn: opgebouwd uit kristallen  amorf: niet opgebouwd uit kristallen  visceus: stroperig

C. Meetbare stofeigenschappen Niet alles stofeigenschappen kan je zintuigelijk waarnemen. Sommige stofeigenshcappen bepaal je met meettoestellen  meetbare stofeigenschappen Vb: kooktemperatuur, smelttemperatuur, oplosbaarheid in water

PROEF: oplossen van zout en zand in water  100 ml water + 1 koffielepel zout + roeren  zout lost goed op  100 ml water + 1 koffielepel zand + roeren  zand lost slecht op Stoffen die slecht oplossen in water: zand, grond Stoffen die goed oplossen in water : zout, suiker

Naargelang de hoeveelheid opgeloste stof kan je de oplossingen in drie groepen indelen  onverzadigde oplossing krijg je wanneer je minder dan de maximale hoeveelheid van de op te lossen stof in het oplosmiddel doet (het is nog net verzadigd, er kan nog meer op te lossen stof bij)  verzadigde oplossing: krijg je wanneer in een bepaald oplosmiddel de maximale hoeveelheid van de opgeloste stof is opgelost (alles is opgelost, je kan er niets meer bijdoen want dan lost het niet meer op)  onverzadigbare oplossing zit in het oplosmiddel meer dan de maximale hoeveelheid op te lossen stog (er kan nog bij) Een zuivere stof bestaat uit 1 stof Een mengsel bestaat uit verschillende stoffen.

voorwerp

Is opgebouwd uit een of meerdere

Voorwerpeigenschappen

aggregatietoestand

stoffen

stofeigenschappen

Vaste stof

vloeistof

gas

Volume Vorm Onderlinge afstand tussen de deeltjes

Vast volume Vaste vorm Zeer klein

Vast volume Geen vaste vorm Groter dan in de vaste fase

Cohesiekrachten Beweeglijkheid van de deeltjes

groot weinig

matig weinig

desublimeren

Geen vast volume Geen vaste vorm Veel groter dan in de vaste of vloeibare fase Bijna geen Groot

3. onderzoek: soorten mengsels Een mengsel bestaat uit twee of meer zuivere stoffen, die bestanddelen of componenten worden genoemd. 3 soorten:

 heterogeen mengsel is een mengsel waarbij minstens één component nog visueel te onderscheiden is het van andere. De deeltjesgrootte > 10¯ m

aggregatietoestand Vast in vast Vast in vloeistof Vloeistof in vloeistof

Vloeistof in gas

Vast in gas Gas in vloeistof

Gas in gas

Naam van het mengsel Grof mengsel suspensie Emulsie (fijne vloeistofdeeltjes verspreid in een andere vloeistof (zweven tijdelijk) Nevel (aërosol) Fijne vloeistofdeeltjes verdeeld in en gas rook Schuim (gas verdeeld in een vloeistof) zeldzaam

voorbeeld Zand met schelpen Smoothie, chocolademelk, ongefilterde koffie Vinaigrette, water en detergent, olie en water

Spuitbussen, deodorant, haarlak, mist

Aswolk, zandstorm Zeepschuim, slagroom, eischuim

Bruine gassen bij het verlaten van fabriekschoorstenen

 homogeen mengsel is een mengsel waarbij de verschillende componenten niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. De deeltjesgroote...


Similar Free PDFs