Examen de muestra/práctica Enero 2020 PDF

Preview

Summary

practice exam statistics(dutch)...

Description

Tentamen Statistiek 2: 2019/2020(4012STAT2Y) Naam: Studenten nummer: 1.

Academisch jaar opdracht:

Algemene vragen

A. Noem, in de juiste volgorde, de stappen van de statistische werkvolgorde (workflow)?

B. Noem de aannames die we maken bij een ANOVA model?

C. Wanneer zijn de metingen onafhankelijk?

D. Benoem de drie elementen waaruit een GLM is opgebouwd.

2.

Toegepaste vragen.

Een experiment onderzoekt het effect van verschillende concentraties van het antibiotica Trabar op drie pathogenen. Hiervoor worden drie verschillende pathogene uitgestreken op petri-platen met verschillende concentraties Trabar. Na incubatie worden het aantal koloniën geteld. De variabele zijn, • • •

Counts: Het aantal koloniën op een petri-plaat. Path: Drie pathogene, Path1 , Path2 en Path3. Conc: Concentratie Trabar in μ mol/liter.

Hieronder vind je een deel van de output van het statistische model. Coefficients: Estimate Std. Error z value Pr(>|z|) (Intercept) 3.84661 0.06263 ?1 < 2e-16 *** PathPath2 0.20766 0.08389 2.475 0.01331 * PathPath3 -0.19846 ?2 -2.151 0.03146 * Conc -0.28943 0.10847 -2.668 0.00763 ** PathPath2:Conc ?3 0.14388 0.926 0.35439 PathPath3:Conc 0.23856 0.15648 1.525 0.12738 Null deviance: 117.729 Residual deviance: 50.905

on 53 on 48

degrees of freedom degrees of freedom

A. Is deze output van een linear model (LM) of een generalized linear model (GLM)? Leg uit.

B. Bereken de missende waarden (?x) uit de tabel hierboven en laat de berekeningen zien.

C. We vinden een waarden voor de richtingscoëfficiënt van -0.28943 voor Pathogene 1. Hoe moeten we deze richtingscoëfficiënt interpreteren in de context van dit model?

z.o.z

D. Ik vind voor het model met interactie (Model1) een AIC van 365.15 en voor een model zonder interactie (Model2) een AIC van 363.50. Wat is het beste model en op welk principe berust die keuze?

E. Geeft dit model een goede fit? Leg uit.

F. Hoeveel procent van de data is verklaard door het model?

3 Theoretische vragen. A. We willen uitrekenen hoeveel replicaties we nodig hebben voor een power van 0.8. We weten de kritische waarden α , en we hebben een schatting van de te verwachte variantie. Hoe kunnen we een schatting maken van de effect grootte?

B. Als een GLM model overdispersie vertoond, neemt de kans op een type 1 fout dan toe of af. Leg uit.

C. andere vragen kunnen gaan over de interpretatie van model diagnostische plots.

Dit is het einde van dit proeftentamen...