Groepscohesie les 6-7 (handboek 121-156) PDF

Title Groepscohesie les 6-7 (handboek 121-156)
Author Valéria Bodnar
Course Groepsdynamica
Institution Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Pages 7
File Size 165.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 104
Total Views 140

Summary

Samenvatting...


Description

Groepscohesie Wat is groepscohesie? Cohesie = samenbindende kenmerken, dus de lijm, de cement in de groep Zonder cohesie is er geen groep, maar slechts een los stel mensen. Een relationeel (dus verbindend) verschijnsel Het gehechtheidsnetwerk van een groep, en de positieve beleving daarvan door de deelnemers Niet alleen een individu, maar ook een groep kan optreden als een hechtingsfiguur waar een deelnemer een relatie mee aangaat. Als een groep voldoende cohesief is, fungeert die als een veilige plek: een plaats waar deelnemers zich aanvaard voelen en het gevoel hebben erbij te horen. Groepscohesie is niet los te zien van ons fundamenteel existentieel verlangen naar verbondenheid, naar aanvaarding; groepscohesie wijst ook op onze diepe angst om buitengesloten te worden.

Bespreek de voorwaardelijke functie van groepscohesie Zonder cohesie kan een groep niet functioneren. “Het is een universeel gegeven dat mensen pas goed met elkaar kunnen samenwerken nadat er voldoende vertrouwen en onderlinge aanvaarding in de relatie is ontstaan.” “Zakelijke samenwerkingsrelaties krijgen na verloop van tijd altijd affectieve kenmerken. Als mensen langer met elkaar samenwerken, kunnen zij niet anders dan zich persoonlijk aan hen binden De hechting van de groepscohesie zorgt voor het noodzakelijke vertrouwen   

Waardoor groepsleden het aandurven zich te laten zien Hun wensen naar voren te brengen Initiatief te nemen en hun nek uit te steken.

Kortom: ze durven met elkaar samen te werken.

Hoe ontstaat groepscohesie?    

In een beginnende groep is geen cohesie aanwezig = onwennig en spannend voor iedere deelnemer Iedere deelnemer heeft wensen en verwachtingen Snuffelfase: op onderzoek gaan. Is de ander betrouwbaar genoeg om mee samen te werken?

Snuffelen op twee manieren: Op zoek naar overeenkomsten bij elkaar. Brede herkenning tss meerdere groepsleden biedt basis voor groepsband Voorbeeld: A en D hebben zelfde probleem als jij. Dat geeft een vertrouwd gevoel en schept een band. De persoonlijke betrouwbaarheid van de anderen testen: interpersoonlijk vertrouwen Voorbeeld: “Is die man te vertrouwen?” “Die vrouw ziet er wel tof uit.” “Hij heeft dezelfde hobby als ik, dat vind ik fijn.” De zoektocht naar:

   

Bekendheid Voorspelbaarheid “Bewezen” aanvaarding Veiligheid

 Noodzakelijk om in het bad te durven springen: zich aan elkaar en aan de groep toevertrouwen Ontstaat er voldoende interpersoonlijk vertrouwen? Alleen dan kan er toenadering komen:   

De ander mag dichterbij komen Deelnemers stellen zich opener op Mogelijkheid voor wederzijdse aanvaarding

= Spannende transformatie voor individu! ! Belang van persoonlijkheidskenmerken hierbij: hechtingsstijl!

Geleidelijke verschuiving van de aandacht:    

Groepsleden gaan geleidelijk hun energie minder in zichzelf en meer in de andere groepsleden, in de groep en in de groepstaak stoppen. Elkaar leren zien als samenwerkingspartners Loyaliteit naar de groep ontstaat Onderlinge selectieve sympathie

Deze transformatie is absoluut nodig om een werkzame groep te worden. Na verloop van tijd krijgt die hechting een vaster en minder vrijblijvend karakter. = Gehechtheidsnetwerk  De cohesie is er nu

Hoe werkt cohesie? Cohesie begint altijd met iets belangrijks wat we met onze medegroepsleden gemeen hebben en wat ons onderscheidt van andere mensen. Voorbeeld:  Een gemeenschappelijk belang,  Een gezamenlijk doel,  Een gedeelde overtuiging,  Een gezamenlijk kenmerk Deze gelijkheid biedt de veiligheid die deelnemers nodig hebben om elkaar te durven vertrouwen en zich te gaan hechten. Bronnen voor cohesie:  Gelijkheid  Herkenning  Specifieke kenmerken zoals het doel van de groep (assertiever worden, budget leren beheren, …) Cohesie is een multidimensionaal verschijnsel: meerdere factoren bepalen cohesie. De twee hoofdfactoren zijn: 1. Eenheid 2. Aantrekkingskracht voor het individu 1. Eenheid:  Komt voort uit gevoelens als ‘erbij horen’, ‘zich aanvaard voelen’, ‘samenhorigheid’ of ‘herkenning’  De basiscohesie, de voorwaarde voor de werkzaamheid én de veiligheid van de groep  Kenmerkend: groepskarakter en de beleving op groepsniveau (“de groep voelt veilig” zeggen groepsleden bijvoorbeeld) 2.   

Aantrekkingskracht Individueler en specifieker dan eenheid Komt voort uit de aantrekkelijkheid van de groep voor het individu. Aanwezig als de groep in staat is specifieke individuele belangen of verlangens in te vullen. Dat kan heel divers zijn.

Opgelet: de complexiteit van groepscohesie strekt zich ook uit tot de relaties waarin ze ontstaat. Hechtingstheorie beschrijft verbondenheid binnen een enkelvoudige relatie. Bij groepscohesie gaat het om meervoudige relatievorming: De verbondenheid ontstaat altijd in meerdere relaties tegelijkertijd. Er zijn drie relaties te onderscheiden waarbinnen men hechtingskrachten beleeft: Groepslid – Hele groep Groepslid – Groepslid Groepslid - Groepsleider Cohesie is het gehechtheidsnetwerk in een groep en de positieve beleving daarvan door de deelnemers Groepscohesie is een multidimensionaal verschijnsel: verschillende afzonderlijke factoren en soorten hechtingsrelaties bepalen cohesie Er zijn zes soorten cohesie

Benoem de zes soorten groepscohesie. Aanvaardingscohesie Taakcohesie Holdingscohesie Sociale cohesie Interpersoonlijke cohesie Verticale cohesie

Leg elk van de zes soorten groepscohesie uit. Geef een voorbeeld van elk van de zes soorten groepscohesie. Aanvaardingscohesie De mate waarin het individuele groepslid:  Het gevoel heeft bij de groep te horen  Zichzelf ziet als groepslid  Zich loyaal opstelt aan de groep Je aanvaard voelen door de andere individuele deelnemers draagt ook bij tot de aanvaardingscohesie Kiemen van deze cohesie: herkenning van de belangrijkste kenmerken van de groep + duidelijke overeenkomsten met andere groepsleden “Ik voel echt dat ik erbij hoor.” = de basiscohesie   

Aanvaarding en veiligheid zijn fundamentele voorwaarden voor hechting Beginnende groep: groepsleden zoeken zeer actief naar herkenning en overeenkomsten; behoefte aan aanvaarding is er zeer groot Heeft een therapeutische waarde op zich: een groep met een flinke dosis veiligheid en aanvaarding werkt als tegengif tegen een gekwetst en gekrenkt zelf

Taakcohesie = de mate van aantrekkelijkheid van taak en doel van de groep voor het individu      

De motivatie van de deelnemer om mee te doen met een groep Ontstaat als het groepslid de taak en het resultaat ervan boeiend en belangrijk vindt. De groep wordt dan aantrekkelijk voor hem/haar. Het groepslid wil zich daarom met de groep verbinden. Als de deelnemer ziet dat andere groepsleden dezelfde vragen hebben en ook gekomen zijn om die op te lossen, dan is dat helemaal prettig. Een groep met een heldere taak en zorgvuldig gekozen groepsleden zal snel (taak)cohesie ontwikkelen. Taakgerichte gemotiveerdheid en taakgerichte verwachtingen leiden tot taakcohesie De hulpvrager in sociaal werk verwacht doorgaans een concreet resultaat van de groep; daarom heeft taakcohesie in alle groepen in sociaal werk een belangrijk aandeel in de totale cohesie.

“Fijn dat ik hier zo goed voor mezelf leer opkomen.”

Holdingscohesie Holding = veiligheid door een beschermende omgeving (Winnicott)

  

De groep als veilige omgeving door een duidelijke interne en externe structuur; Voorbeeld: stevige spelregels en grenzen Concreetheid helpt bij de uitvoering van de taak + biedt een kader voor procesontwikkeling: doelgericht werken, richting hebben Helder georganiseerde taak geeft ook bescherming en houvast, of nog: holding

“Dit Sociaal Huis is goed georganiseerd en dat voelt prettig.”

Sociale cohesie = Groepstrots  

De gehechtheid die samenhangt met de aantrekkelijkheid van de identiteit van de groep De favoriete groep waar een individu zich graag mee identificeert omdat de waarden en de typische kenmerken ervan hem/haar zo aanspreken

“Ik ben trots op onze groep.”

Interpersoonlijke cohesie     

De mate waarin de groepsleden elkaar individueel gunstig gezind zijn, graag hebben dus Normaal fenomeen: als een groep een tijd bestaat ontstaan er positieve gevoelens tussen de deelnemers Vertrouwen groeit in de groep door deze cohesie Solidariteit, trouw =>meer samenwerking Risico: doorgeschoten IC negatief effect mogelijk: groepsrelaties worden belangrijker dan groepstaak; of nog: de vertrouwdheid en veiligheid van de cohesie worden dan het doel, i.p.v. het middel om een groepstaak uit te voeren.

“Ik vind jou echt heel aardig.”

Verticale cohesie     

De gemeenschappelijk ervaren hechting aan de groepsleider Vooral belangrijk bij begin van de groep: nog geen hechting bij groepsleden onderling; groepsleider is dan nog de belangrijkste bron van veiligheid De hechting aan de groepsleider hangt niet alleen samen met veiligheid Maar ook met positieve gevoelens voor de groepsleider Indien groepsleider zich positief en aanvaardend gedraagt tegenover de groepsleden => krachtige VC, zelfs mogelijk bewondering voor groepsleider; doorheen normale groepsontwikkeling neemt bewondering af tot normale proportie; horizontale cohesie (tss de groepsleden) vervangt dan VC.

“Wij hebben geluk met zo een fantastische groepsleider.”

Hoe ontwikkelt cohesie zich? De ontwikkeling van groepscohesie Cohesie ontwikkelt zich in deze volgorde:

1. Verticale cohesie: bij een beginnende groep gaat men steun zoeken, aansluiting zoeken bij de groepsleider 2. Aanvaardingscohesie: door elkaar te leren kennen, door overeenkomsten te zien, ontstaat nabijheid en aanvaarding 3. Taakcohesie: groepsleden willen vervolgens de groep als zinvol ervaren, willen weten wat de groep hen te bieden heeft 4. Holdingscohesie: vanuit de taak ontstaan er regels en grenzen, er ontstaat een duidelijke en afgebakende structuur 5. Interpersoonlijke cohesie: tenslotte ontstaan er onderlinge banden tussen de groepsleden

 

In behandelingsgroepen neemt cohesie in het begin snel en daarna langzaam toe Elke groep kent een eigen optimum aan cohesie: de cohesie zorgt dan voor voldoende veiligheid, waardoor de groepsleden zich voornamelijk kunnen bezighouden met werken aan de groepstaak. We spreken dan over “een werkgroep”

Je kan als groepsleider helpen de cohesie te optimaliseren: zet in op de taakorganisatie, een duidelijke taak. Deelnemers die niet bij elkaar en/of bij de groepstaak passen, zijn een belangrijke oorzaak van het uitblijven van cohesie. Belangrijke factoren bij de ontwikkeling van cohesie: tijdsduur en wisseling van groepsleden; maak tijd voor ontmoeting en hechting. 

 

Soms is cohesie te weinig aanwezig (bijvoorbeeld door rivaliteit), maar cohesie kan ook te veel aanwezig zijn en escaleren tot bijvoorbeeld intolerant conformisme: strakke gelijkheid in denken en doen wordt dan de norm; individuele afwijkingen worden dan ‘fout’. Het contact kan echter ook te vriendschappelijk en te intens worden. Vriendschap wordt dan een doel op zich en ondergraaft het werkelijke doel. Maatgevend voor de gepaste cohesie zijn: 1. de groepstaak; 2. de oorspronkelijke doelgroep. Wat de groepstaak is en hoeveel cohesie nodig heeft. Hoeveel samenhang de doelgroep nodig.

Cohesie versterkt de bestaande groepsnormen. 

Versterken van positieve groepsnormen: groepstaak heeft er baat bij = cohesie o.b.v. positieve normen Vb.: “We zijn hier om te ontwennen van een verslaving en daar gaan we voor”



Versterken van negatieve groepsnormen: groepstaak lijdt er onder = cohesie o.b.v. negatieve normen Vb.: “Te laat komen op de sessies mag”; “Vertrouw niemand”

Groepscohesie is een noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van een behandelingsgroep, deze samenhorigheid is zelfs een helende factor. Het is mogelijk het collectieve van groepscohesie te combineren met effectieve behandeling van het individu in de groepssetting.

Hoe kan je cohesie waarnemen? Non-verbale kenmerken Wat is het verband tussen cohesie en taakprestatie?

Groepscohesie en taakprestatie Stelling: Het succes van een groep of team bevordert de cohesie. Antwoord: JUIST Het cohesie-resultaateffect hangt vooral samen met de taakcohesie en niet met interpersoonlijke cohesie. Wanneer een groep resultaten boekt dan plugt de groep ook de vruchten van, de groep wordt hecter daardoor, ze hebben een succes ervaring, dat maakt da ze meer gaan geloven in de groep. => Formuleer en organiseer de taak bij groepsgericht werken zo duidelijk en aantrekkelijk mogelijk: BE SMART en maak zo groepssucceservaringen mogelijk.

Leg uit wat je als begeleider kan doen bij deze casus. (Op het examen krijg je een casus over groepscohesie)...


Similar Free PDFs