Oefening Visies Stevens Amber PDF

Title Oefening Visies Stevens Amber
Course Orthopedagogische interventies
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 2
File Size 93.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 83
Total Views 148

Summary

Download Oefening Visies Stevens Amber PDF


Description

OEFENING VISIES

AMBER STEVENS R0384762

DE VRAAGGESTUURDE VISIE: Deze visie wordt ondersteund door de theorie van Kok (1997) over ‘Specifiek Opvoeden’. In deze theorie is het begrip ‘orthopedagogische vraagstelling’ belangrijk. Dit wil zeggen dat het orthopedagogisch handelen moet beantwoorden aan de specifieke opvoedingsbehoeften van het kind; aan zijn/haar vraagstelling. Dit orthopedagogisch handelen kan indirect worden ondersteund of direct worden gerealiseerd vanuit allerlei hulpverleningsvormen en hulpverlenende instanties. De keuze van de hulpverleningsvormen is afhankelijk van de aard van de vraagstelling (Van Heteren, Smits, & van Veen, 2000). Wat nauw aansluit bij vraaggestuurd werken en quasi hetzelfde is, is vraaggericht werken. Uit onderzoek (Veerle Audenaert, 2008) blijkt dat de hulpvragen van de cliënten bij beide als leidraad voor het aanbod worden genomen. Zo verwoordt Boon (1997) vraaggestuurd werken als “het besef dat vragen en wensen van ‘klanten’ van de gezondheidszorg uitgangspunt van handelen moeten zijn bij hulpverleners, zorginstellingen en beleidsmakers”. Volgens Tonkens (2001) betekent vraaggericht werken letterlijk “dat het aanbod van de hulpverlening zich richt op de vraag van de cliënt”. Inhoudelijk komen deze twee definities dus overeen.

SPOREN VZW: In hun pedagogisch profiel omschrijft Sporen vzw zichzelf als een organisatie die ervoor kiest om op een vraaggerichte manier hulp te verlenen aan kinderen, jongeren en hun omgeving. Ze vertrekken vanuit de hulpvraag van de cliënt en maken gebruik van zijn/haar krachten. Ze kiezen er bewust voor om via verschillende modules of hulpverleningsvormen (dagbegeleiding, verblijf, crisisbegeleiding, …) een zo gepast mogelijk aanbod op maat van het kind, de jongere of het gezin te bieden. Bij het typemodule ‘verblijf’ bijvoorbeeld kijkt men heel specifiek naar hoeveel nood het kind of de jongere heeft aan overnachting in de organisatie. Zo kan het zijn dat de ene slechts 1 tot 3 nachten per week zal blijven en de andere wel 4 tot 7 nachten. Personen die ‘ondersteunende begeleiding’ nodig hebben, worden gemiddeld 10 dagen begeleid. Ook hier is er bewust tijdsdifferentiatie mogelijk gemaakt, zodat de ene persoon een kort project van 2 dagen kan doorlopen en de andere een project van meerdere weken. Indien het gepaste aanbod voor de cliënt ‘contextbegeleiding’ is, gaat Sporen vzw doelgericht kijken waar (in welke context) er begeleidingscontacten nodig zijn opdat men de cliënt zo goed mogelijk kan helpen. Dit kunnen contacten zijn met de school, CLB, trainer van een sportclub, … Volgens de wensen en noden van de cliënt kan de begeleiding in de context (mobiel) of in de organisatie (ambulant) gebeuren. Tot slot biedt deze module ook een tijdsdifferentiatie aan.

REFERENTIELIJST: Audenaert, V. (2008). Vraaggericht werken in de bijzondere jeugdbijstand: een belevingsonderzoek bij jongeren en begeleiders (Unpublished doctoral dissertation). Universiteit Gent, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Belgium. Van Heteren, M., Smits, P., & van Veen, M. (2000). Orthopedagogiek. Antwoorden op vraagstellingen (pp. 1356). Amsterdam: SWP.

Vzw Sporen. (2016). Vzw sporen. Centrum voor integrale jeugdhulp. Retrieved from www.sporen.be...


Similar Free PDFs