oefeningen teelten TLO PDF

Title oefeningen teelten TLO
Course Teelten
Institution Thomas More
Pages 36
File Size 2.3 MB
File Type PDF
Total Downloads 23
Total Views 132

Summary

cursus TLO Teelten 1ste jaar Landbouw...


Description

Akkerbouwgewassen op de THOMAS MORE

De granen

Tarwe: Meestal wintertarwe uitgezaaid: - Wintertarwe - Wisseltarwe - Zomertarwe Baktarwe  Voedertarwe: De opsplitsing a.d.h.v. kwaliteitsparameters: Baktarwe Voedertarwe 15 15 Vocht 76 70 Hl Eiwit 12 – 13 Zeleny 50 – 70 Valgetal van Hagberg 200 - 250 Sedimentatiewaarde: Een goede baktarwe moet een bepaalde sedimentatie waarde hebben. Dat getal is de maatstaf voor de kwaliteit en de kwantiteit van de in de tarwe aanwezige eiwitten, ook wel gluten genoemd. De goede sedimentatiewaarde is van essentieel belang voor de verwerkbaarheid van het meel en voor het volume en de smaak van het brood. De sedimentatiewaarde wordt gemeten volgens de Zeleny-methode. Een kleine hoeveelheid (3,2 gram) bloem wordt in een gekalibreerde maatcilinder gevoegd bij 50 ml water en enige tijd gemengd. Na nog wat toevoegingen en handelingen kan dan het volume van het ontstane sediment (de sedimentatiewaarde) worden afgelezen en men heeft een inzicht in de kwaliteit en de kwantiteit van de eiwitten, en daarmee in de bakkwaliteit van het onderzochte monster.

De meest ideale sedimentatiewaarde voor broodtarwe ligt tussen de 50 en 70. Dergelijke tarwe heeft een zeer hoog eiwitgehalte en een zeer goede bakkwaliteit. Slecht gesteld is het met tarwe waarvan de sedimentatiewaarde beneden de 20 ligt (laag eiwitgehalte, slechte bakkwaliteit). Ook tussen de 20 en 30 is verre van ideaal (matig eiwitgehalte, matige bakkwaliteit). Bij een waarde van 30 tot 40 spreken we van tarwe met een redelijk eiwitgehalte en een redelijke bakkwaliteit. Valgetal : Het valgetal van een tarwemonster wordt berekend volgens de Hagberg-methode en is een maatstaf voor de activiteit van het enzym alpha-amylase. Het verkregen valgetal heeft betrekking op de hoeveelheid niet-ontsloten suikers in het zetmeel. Bij deze analyse methode wordt circa 7 gram meel in een buisje gedaan alsmede 25 ml water. Na flink schudden wordt een roerder in de buis gebracht en het geheel wordt in een kokend waterbad geplaatst. Daarna moet er even secuur geteld worden, want de roerder moet 55 maal op en neer bewogen worden en daarna op de hoogste stand worden losgelaten. Door het eigen gewicht zakt de roerder door het verstijfde mengsel naar beneden en de duur daarvan, gemeten aan de hand van een secondeteller, bepaalt het valgetal, dat kan variëren van 61 tot 600 seconden.

Hier ligt het optimale getal tussen de 200 en 250, waarbij we spreken van gezonde tarwe. Ligt het valgetal beneden de 120 dan hebben we te maken met tarwe waar veel "schot" in zit. Met een dergelijk meel kan de bakker beslist niet uit de voeten: Het wordt een klef broodje met gaten onder de korst. Meel met een dergelijk valgetal is dus niet geschikt voor verwerking tot brood. Meel met een te laag valgetal (lager dan 200 maar wel hoger dan 120) kan toch nog wel verwerkt worden als er een tarwe aan toegevoegd wordt met een hoog valgetal. Is het valgetal echter te hoog, dat wil zeggen boven de 300, dan kan dat valgetal tot de gewenste hoogte worden teruggebracht door er diastatische mout of iets schottige tarwe aan toe te voegen. Eiwitgehalte en -kwaliteit, zetmeelwaarde en korrelhardheid zijn dus belangrijke bepalende factoren voor een goede bakkwaliteit. Zaai: -

Periode Cultivar (vroeg – laat) Dichtheid

Herbiciden: - VO - NO Bemesting: - De fracties - Stimuleren van de verschillende groeifases Verkorten: - Anti legering Fungiciden: - Wanneer nodig - Aren half uit - De mycotoxines Oogst: -

Periode Opbrengst stro Opbrengst tarwe

Gerst: Meestal wintergerst uitgezaaid: - Wintergerst - Zomergerst Het aantal rijen : - 2 rijig = Hordeum distichum - 6 rijig = Hordeum polystichum Voedergerst  Brouwgerst: De opsplitsing a.d.h.v. kwaliteitsparameters: Brouwgerst Voedergerst Vocht 14 15 Hl 60 Ras Aangepast Kiemkracht > 95 % Eiwitgehalte 9,5 – 11,5 % Sortering > 90 % volgerst Duizendkorrelgewicht 35 - 45 Kiemkracht: De kiemkracht moet groot zijn, en het kiemingsproces moet snel en regelmatig verlopen (minstens 95% van de zaden gekiemd na drie dagen). Door de maaidorser goed af te stellen, en de gerst op de juiste wijze te drogen en te bewaren, kan verlies aan kiemkracht voorkomen worden. Eiwitgehalte: Het eiwitgehalte van de korrel moet liggen tussen 9,5 % en 11,5 %. De optimale waarde bedraagt 10-11 %. Een te hoog eiwitgehalte gaat ten koste van het zetmeelgehalte en drukt het rendement. Bovendien kan een te veel aan eiwit problemen geven bij de filtratie. Ook een te laag eiwitgehalte geeft problemen bij de vermouting en kan een negatieve invloed hebben op de schuimstabiliteit van het bier. Het eiwitgehalte wordt sterk beïnvloed door het groeiseizoen en door de teeltomstandigheden, maar er zijn ook duidelijke rasverschillen. In een gunstig jaar, met een gemiddeld eiwitgehalte van 10,5 %, zijn deze verschillen niet zo belangrijk; maar in een ongunstig jaar, met een gemiddeld eiwitgehalte van 11,5 %, kan dit wel van belang zijn. Deze rasverschillen zijn ook belangrijker in het noordoosten van het land (waar gemiddeld over verscheidene jaren het eiwitgehalte hoger is) dan in het zuidwesten. Bij de rassenkeuze kan met deze factoren rekening gehouden worden. Sortering: Om een gelijkmatige kieming tijdens het eesten te krijgen, stelt de mouterij hoge eisen aan de homogeniteit, en daarmee aan de sortering van een partij brouwgerst. Het aandeel volgerst (korrels groter dan 2,5 mm) moet minimaal 90 % zijn, en het aandeel doorval (korrels kleiner dan 2,2 mm) mag niet groter zijn dan 2 %. De hoogte van het volgerstaandeel is medebepalend voor de premie die er voor brouwgerst wordt betaald. De korrelgrootte wordt

beïnvloed door groeiseizoen en teeltomstandigheden, maar is voor een belangrijk deel een raseigenschap. Dit betekent dat bij de rassenkeuze niet alleen rekening moet worden gehouden met de korrelopbrengst, maar ook met het volgerstaandeel. Gewicht: Het duizendkorrel-gewicht moet liggen tussen 35 en 45 gram, het vochtgehalte liefst niet hoger dan 14 %, en maximaal 16 % (daarboven wordt de ademhaling van de gerst te sterk, wat een temperatuurstijging en vervolgens dus een kettingreactie veroorzaakt. Dan mag de gerst niet meer in silo's worden opgeslagen). Het drogen van gerst kan door het doorblazen van lucht die kouder of warmer, maar in ieder geval relatief droger is. Belangrijk is de condities zó in te stellen, dat nooit condensatie op de gerst kan plaatsvinden.

Zaai: -

Periode (de aanwezigheid van een jeugdfase) Cultivar Dichtheid

Herbiciden: - VO - NO Bemesting: - De fracties - Stimuleren van de verschillende groeifases Verkorten: - Anti legering Fungiciden: - Wanneer nodig - Laatste blad Oogst: -

Periode Opbrengst stro Opbrengst gerst

Rogge: (en Triticale) Meestal winterrogge uitgezaaid: - Winterrogge - Zomerrogge Bestuiving: Voederrogge  bakrogge: Roggemeel is grijs van kleur en wordt onder meer gebruikt voor het bakken van roggebrood, knäckebröd, pepernoten, voor de bereiding van ontbijtkoek en voor bloedworst. Roggemeel bevat minder gluten dan tarwemeel, waardoor het minder goed rijst. Dankzij de pentosanen in de rogge kan er toch brood van gemaakt worden. Ook als groenbemester gebruikt Zaai: -

Periode Cultivar Dichtheid

Herbiciden: - VO - NO Bemesting: - De fracties - Stimuleren van de verschillende groeifases Verkorten: - Anti legering Fungiciden: - Wanneer nodig Oogst: -

Periode Opbrengst stro Opbrengst rogge

Spelt: Spelt (Triticum spelta) is de voorloper van de huidige tarwesoorten.

Zaai: -

Periode Cultivar Dichtheid

Herbiciden: - VO - NO Bemesting: - De fracties - Stimuleren van de verschillende groeifases Verkorten: - Anti legering Fungiciden: - Wanneer nodig - Aren half uit - De mycotoxines Oogst: -

Periode Opbrengst stro Opbrengst spelt

Haver:

LM

Meestal zomerhaver uitgezaaid: - Winterhaver - Zomerhaver Opsplitsing volgens kleur: - Witte haver - Gele haver - Zwarte haver Ook als groenbemester: - Gewone haver - Japanse haver Zaai: -

Periode Cultivar Dichtheid

Herbiciden: - VO - NO Bemesting: - De fracties - Stimuleren van de verschillende groeifases Verkorten: - Anti legering Fungiciden: - Wanneer nodig Oogst: -

Periode Opbrengst stro Opbrengst haver

Maïs: De teeltmogelijkheden van maïs: Mais kan voor verschillende doelen geteeld worden, ofwel gaan we enkel de graankorrels oogsten, ofwel wordt de gehele plant geoogst -

-

-

Korrelmaïs o Droge korrel  Hier wordt enkel het maisgraan geoogst  De rest van de plant blijft op het veld achter  Bij de oogst is het vochtgehalte van deze korrels te hoog om gestockeerd te worden. De mais zal dus gedroogd moeten worden.  Een droog product wordt hier gestockeerd o CCM Corn Cob Mix  Hier wordt een mengsel van korrel en spil geoogst  Na de oogst wordt dit mengsel onmiddellijk gemalen  Dit product wordt in een sleufsilo opgeslagen en het geheel wordt afgedekt met een plasticfolie  Dit is de wijze waarop een vochtig maisproduct kan opgeslagen worden  Dit wordt gebruikt in de varkenshouderij Silomaïs o De gehele plant wordt geoogst en opgeslagen in een sleufsilo o Wordt als ruwvoeder gebruikt in de rundveehouderij o Het is belangrijk dat deze mais voldoende is afgerijpt  Deze mais moet daarom een DS-gehalte hebben van 30 à 35 %  De zetmeelinhoud is dan voldoende hoog Energiemaïs o De gehele plant wordt geoogst en opgeslagen in een sleufsilo o Wordt gebruikt in de biogas installatie o Deze mais moet minder afgerijpt zijn dan silomais  Het DS-gehalte moet tussen de 27 à 30 % zitten  De suikerinhoud mag hier hoger zijn dan bij silomais  Deze mais wordt dus in een fysiologisch jonger stadium geoogst

Maïs is een korte dag plant -

Opdat mais een goede generatieve ontwikkeling zou kennen moet de jeugdgroei door gaan bij korte dagen o Daarom zaaien van half april tot de eerste dagen van mei o Vroeger zaaien zou beter zijn, maar  De kans op (te) lage temperaturen wordt dan te groot  Mais kan niet tegen vorst (en temperaturen lager dan 6 °C) o Een goede generatieve groei betekent:  Relatief dikke en korte maisstengels  Een kolfinplant zo laag mogelijk op de stengel  Een goed gevulde kolf

Zaai: Mais wordt op rijen gezaaid: de rijafstand bedraag 75 cm - Periode o Van half april tot de eerste dagen van mei o Later zaaien kan, maar gaat ten koste van de generatieve groei

-

Cultivar probeer de criteria voor de 3 teeltdoelen te vinden o Kies het ras dat het beste past bij het teeltdoel  Korrelmais: …criteria…………………………………………  Silomais: …… criteria……………………………………………  Energiemais: … criteria ………………………………………… - Dichtheid o Korrelmais  De kolf moet zich goed kunnen ontwikkelen  Daarom iets minder planten nodig  Ongeveer 80.000 planten per ha  Daarvoor gebruiken we 85 à 90.000 zaden per ha  Wat is de afstand tussen de zaadjes wanneer we zaaien tegen 85.000 zaden per ha? - Silo- en energiemais o Hier ligt de nadruk meer op de totale plant  Daarom zaaien we iets dichter  Ongeveer 85.000 planten per ha  Daarvoor gebruiken we 90 à 95.000 zaden per ha  Wat is de afstand tussen de zaadjes wanneer we zaaien tegen 95.000 zaden per ha? Herbiciden: Bij mais gaan we zowel in VO als in NO een behandeling uitvoeren. Door op deze wijze te werken zullen we nooit (te) grote onkruiden moeten bestrijden. Het gevolg is dat de totale dosis herbicide, ondanks de dubbele behandeling, langer zal zijn. Bestrijding van grote onkruiden vraagt hoge dosissen herbicide. - VO o Met bodemherbicide - NO o Een combinatie van bodemherbicide (BH) met contactherbicide (CH)  Het CH ruimt op  Het BH zorgt voor nawerking en belet de kieming van nieuwe onkruiden Bemesting: - De behoefte aan NPK + Mg (N, P2O5, K2O, MgO): 150/80/200 à 250 + 50 - Mengmest o Voor het zaaien van de mais passen we een organische bemesting toe o Dit kan gebeuren met 1 van de volgende mestvormen  Varkensmengmest  Rundermengmest  …… - Toepassen van starter bij de zaai o Gelijktijdig met de zaai worden er meststoffen toegepast langs de maisrij  Meestal een combinatie van N, MgO en Boor

Tabel: bemesting van mais

Behoefte Organische mest Te kort Kunstmest

N 150

P 2O 5 80

K 2O 250

MgO 50

Humus

Fungiciden: (bladvlekkenziekte) - In mais moeten er geen fungiciden toegepast worden o Tot nu toe zijn er nog geen schimmelziekten opgetreden die bestreden kunnen worden Oogst: - Periode - Silomaïs - Korrelmaïs (berekening vochtverlies bij drogen)

Korrelmais Silomais Energiemais

Periode Okt – nov Sept – okt Sept – okt

Opbrengst 12 ton/ha 15 ton/ha 16 ton/ha

Vers gewicht graankorrels aan 30 % vocht Droge Stof opbrengst/ha met 35 % DS-gehalte Droge Stof opbrengst/ha met 29 % DS-gehalte

Er wordt 12 ton/ha korrelmais geoogst met een vochtgehalte van 30%. - Deze mais kan zo niet gestockeerd worden, hij zal beschimmelen - Daarom moet er gedroogd worden: o Tot een vochtgehalte van 15 % - Wanneer we 12 ton drogen van 30% vocht naar 15% vocht o Hoeveel massa (gewicht) houden we dan over na het droogproces? o Hou rekening met het volgende:  De 12 ton is samengesteld uit 70 % DS en 30 % water  De hoeveelheid DS zal niet veranderen tijdens het droogproces  De kilogrammen DS voor en na drogen zijn gelijk  De hoeveelheid water gaat wel veranderen - Wat is het gewicht dat er overblijft na drogen: ……………………? Silomais: 15 ton DS/ha aan 35 % DS - Hoeveel verse stof is dit: …………………………….?

Graszaad Voor ieder doel bestaan er grassen: -

-

Gazon Parken Sportvelden Golfbaan o Greens o Tees o Fairways Wegbermen Weides voederproductie Grasgroenbemesters

Grassen reeds verbouwd door de Thomas More Engels raaigras, Italiaans raaigras, Roodzwenk, Rietzwenk De zaaiperiode van het gras hangt af van de grassoort: - De groeisnelheid - De aan- of afwezigheid van een jeugdfase - Zaai in open land - Zaai onder dekvrucht o In het voorjaar o In het najaar In tegenstelling tot de granen kunnen de grassen meerdere zaadoogsten geven: - Het aantal oogsten dat genomen wordt hangt af van: o De nog te verwachten opbrengst o De veronkruiding o De generatievermenging  Kwekerszaad  Pre – basiszaad  Basis zaad  Gecertificeerd zaad

Zaai: -

Periode Cultivar Dichtheid

Herbiciden: - VO - NO Bemesting: - Stikstof in voorjaar b ij groeiherneming in 1 x o Vb KAS 100 à 130 kg N Halmverkorting: (meestal niet nodig) - Gras moet legeren Fungiciden: - Tegen zwarte roest Oogst: -

Methode Periode Opbrengst o Zaad o Hooi

Suikerbieten De suikerbiet is een tweejarige plant: - 1e jaar loof + wortel - 2e jaar zaadstengel (na koude) - Op zoek naar winterbiet De productie van suikerbiet zaad: - Meerkiemig - Mechanisch éénkiemig - Genetisch éénkiemig - Betere verzaaibaarheid door omhulling Er zijn nog 5 veredelaars actief voor 4.5 milj ha bieten wereldwijd (KWS, Syngenta, Strube, SES, Lion Seeds). Eén ha vermeerdering levert tussen de 400 en 450 dosissen. Gemiddeld wordt er 6500 € per ha vermeerdering betaald (aan de boer vermeerderaar) Voorwaarde om suikerbieten te telen: quotum - Evolutie van het quotum verhaal o Vrije teelt o Quotum met vaste prijs per ton o Quotum met  Prijs per ton  Ha toeslag o Terug naar vrije teelt vanaf 2017 Suikerbieten worden geleverd aan de suikerfabriek en onmiddellijk verwerkt tot: - Het hoofdproduct: suiker - De bijproducten o Bietenstaartjes o Pulp o Schuimaarde o Melasse - Dit gebeurt tijdens de bietcampagne - Men houdt rekening met kwaliteitsparameters o Suiker % o Tarra % Zaai: -

Periode Cultivar o Resistenties en toleranties worden steeds belangrijker  Rhizomanie virus  Er bestaan verschillende types Rhizomanie virus  Het virus evolueert dus voortdurend  De tolerantie is gebaseerd op meerdere genen  Dus voortdurend opvolgen en de tolerantie testen  Rhizoctonia tolerantie (+ Rhizomanie)  Aaltjes (bietencysten aaltjes) (+ Rhizomanie)  Tolerante rassen

-

 Resistente rassen Dichtheid Insectenbestrijding o Volle veld o Rijenbehandeling met granulaat o Punctuele behandeling met granulaat o Zaadomhulling (Neonicotinoides)

Herbiciden: - VO o Na zaai met een bodemherbicide

-

NO o Er wordt gewerkt met een LDS  De FARa behandelingen  3 – 4 maal  Afwerken met een bodemherbicide

Bemesting: - De suikerbiet is een veeleisende teelt o pH is zeer belangrijk o De behoefte aan NPK + Mg + Na: 150/80/200 à 250 + 50 + 50 o Ook B is zeer belangrijk Fungiciden: - Wanneer nodig witziekte, roest, ramularia, cercospora Oogst: -

Periode Wortelopbrengst Loofopbrengst

Cichorei/witloof Cichorei is een tweejarige plant: - 1e jaar loof + wortel - 2e jaar zaadstengel (na koude) De productie van witloofzaad - Grondteelt: eigen cultivars - Hydro-teelt: hybriden De productie van cichoreizaad Voorwaarde om cichorei te telen: quotum - Evolutie van het quotum verhaal o Quotum met vaste prijs per ton o Quotum halvering met  Prijs per ton  Ha toeslag Cichorei wordt geleverd aan de suikerfabriek en onmiddellijk verwerkt tot: - Het hoofdproduct: inuline - De bijproducten o Pulp o Schuimaarde - Dit gebeurt tijdens de cichoreicampagne - Men houdt rekening met kwaliteitsparameters o Tarra

Zaai: -

Periode Cultivar Dichtheid Insectenbestrijding

Herbiciden: - VZ o Voor zaai met een bodemherbicide

-

VO o Na zaai met een bodemherbicide

-

NO o Er wordt gewerkt met een LDS  Behandelingen met een lage dosis aan herbiciden.  3 – 4 maal  Afwerken met een bodemherbicide

Bemesting: - Ook voor cichorei moet de bodem in orde zijn o pH is zeer belangrijk o de behoefte aan NPK + Mg (N, P2O5, K2O, MgO): 120/80/200 à 250 + 50

Fungiciden: - Wanneer nodig Oogst cichorei: - De cichorei teelt stopt met de wortelproductie en de onttrekking van inuline o Periode o Wortelopbrengst o Loofopbrengst Witloof: -

De witloofteelt kent 2 fases o De wortelproductie tijdens de veldperiode o De kropproductie tijdens de forcerie

Aardappelen De teeltmogelijkheden van aardappelen: - De pootgoedteelt - De consumptieteelt - De fabrieksteelt De vermeerdering van aardappelen gebeurt vegetatief via knollen (geen zaad) De aardappel is een vrij gewas, geen prijsondersteuning De teelt van consumptieaardappelen - Primeur o Verse markt - Vroeg o Verse markt o Verwerking - Bewaar o Verse markt o Verwerking -

-

Aardappelteelt verse markt o Vastkokende rassen o Bloemige rassen Aardappelteelt voor de verwerking o Puree o Vlokken o Friet o Chips o Blik

Poten en aanaarden: - Periode - Cultivar - Dichtheid en potermaat Herbiciden: - VO o Na poten met een bodemherbicide

Bemesting: - Bewaar aardappelen vragen een behoorlijke bemesting o De behoefte aan NPK + Mg : 200/80/300 + 50

Insecten: - Bladluizen - Coloradokever

Fungiciden: - Rhizoctonia - Phytophthora o Het probleem bij aardappelen Loofdoding: - Enkel een afgerijpt gewas is bewaarbaar Oogst: -

-

Periode o Aardappel moet loskomen van loof o Aardappel moet schilvast zijn Opbrengst

Uien: De teeltmogelijkheden van uien: - Stengelui of bosui - Zaaiui - Plantui - Voorjaarszaai  zaai nazomer Opsplitsing volgens kleur: - Witte ui - Gele ui - Rode ui Uien en bollen Zaaien/poten: - periode - cultivar - dichtheid (en maat voor plantuien) Herbiciden: - VO - NO o LDS meerdere NO-behandelingen

Bemesting: - Uien vragen een behoorlijke bemesting o De behoefte aan NPK + Mg: 130/80/300 + 50 Insecten: - Uienvlieg - tripsen Fungiciden: - Valse meeldauw o Het probleem bij uien Kiemremming: - maleinehydrazide o Langer nawerking van abscisinezuur o Remt de gibberellinen af Oogst: -

-

Zwad rooien o Veld drogen o Oprapen Periode Opbrengst

Organische meststoffen 1. Werking -...


Similar Free PDFs