PRA comfortzorg, PDL, haptonomie PDF

Title PRA comfortzorg, PDL, haptonomie
Course Sociologie
Institution Arteveldehogeschool
Pages 16
File Size 313.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 71
Total Views 134

Summary

PRA comfortzorg, PDL, haptonomie...


Description

8.1 PRA GERONTOLOGIE

1. Comfortzorg – ActinPas – PDL 1.1 Passiviteiten van het dagelijkse leven (PDL) PDL = complex van handelingen, maatregelen en voorzieningen. Dat bijdraagt tot een optimale begeleiding, verpleging en verzorging. Bij mensen waarbij zelfzorgtekorten niet meer op te heffen zijn. PDL factoren: liggen, zitten, gewassen worden, gekleed worden, verschoond worden, verplaatst worden en gevoed worden.

1.1.1 Doelgroep van de passieve zorgvrager Niet kunnen meewerken, wel (ongewild) kunnen tegenwerken. INPUT GEVOLG  Pijn  Onrust/angst/onwil  Koude/geluid/licht  Plots felle prikkels  Communicatiemiddel  Psychische afweer  Paratonie, rigiditeit, spasticiteit

  Afweerspanningen  Voorkeurshoudingen

REACTIE



 Decubitus  Contracturen

1.1.2 Doelstellingen PDL 1. Comfort van de passieve zorgvrager zo hoog mogelijk houden  Behoud van conditie en restactiviteit  Ontspanning bieden  Preventie decubitus en contracturen  Streven voor een optimale leefbaarheid 2. Werkbaarheid van de zorgverlener optimaliseren

1.1.3 Voorwaarden om te starten/werken volgens PDL-benadering 1. Attitude  Cliënt staat centraal  aandacht voor privacy  Warm zorgconcept  Zorg voor een functionele opstelling van materiaal en omgevingselementen  Haptonomische benadering: geruststellende benadering die zich richt op het menselijke affectieve gevoelsleven zintuigelijk waarnemen, elkaars nabijheid doorvoelen met aandacht voor adequate handzettingen. 2. Acceptatie van de passiviteit 3. Interdisciplinaire samenwerking 4. Uitvoering van de zorg door 1 hulpverlener

1.1.4 Aandachtig zijn voor zintuiglijke prikkels    

Horen: rustgevende muziek, lievelingsmuziek zorgvrager Zien: sfeerverlichting ipv TL-lamp, sfeervolle kamerinrichting, herkenbaar Ruiken: aromatherapie voorafgaand aan wasgebeuren, lekker geurtje achteraf Voelen: voldoende warme kamer, warm water, hand of nekmassage achteraf 1

8.1 PRA GERONTOLOGIE 

Proeven: niet echt van toepassing, soms kan bvb chocolaatje oplossing bieden

2. Key-points en handzettingen 2.1 Openen van arm- en handbewegingen bij spastische aandoeningen 1. Mobiliseer de pols in palmair flexie met je gelijknamige hand dan die van de zorgvrager. 2. Probeer met je andere hand de duim zo ver mogelijk uit de vuist in extensie te brengen. 3. Tracht de vingers voorzichtig te strekken. Vorm een enveloppe. Geef een zo vol en warm mogelijke hand. 4. Combineer voorgaand beschreven key-point met lichte schommel- en draaibewegingen van het lichaam af om ontspanning te bekomen.

2.2 Buien van benen die strekspasmen vertonen 1. 2. 3. 4.

Duw met je duim voorzichtig de grote teen in plantair flexie. Zet 4 vingers onder de holte van de voet. Zet een holle hand in de kniekuil van hetzelfde been. Buig het been en plaats de voet zo plat mogelijk op de onderlaag. Herhaal dit met het andere been. 5. Schommel de benen rustig van links naar rechts heen en weer. Breng je onderarm tussen de knieën van de zorgvrager om de abductie te behouden en vlot zorg te kunnen toepassen.

2.3 Benen strekken bij buigspanningen 1. Neem de hiel van de voet met de dichtstbijzijnde hand vast of er net iets boven indien er doorligwonden zijn. 2. Druk met de andere hand lichtjes boven de knie in de richting van de draaibeweging.

3. Liggen De passieve zorgvrager ligt vaak 16u of meer. Zonder het te merken draaien we ons tijdens het liggen om. We zoeken een comfortabele positie om onaangename effecten als druk of een ongemakkelijke houding te corrigeren. Iemand die om lichamelijke of psychische redenen niet zelf kan draaien of van houding kan veranderen komt hierdoor in de problemen. Binnen dit domein is het belangrijk om rekening te houden met een aantal items bij onze doelgroep ouderen: dwanghoudingen en decubitus. Vaak hebben we bij mensen met een hoge zorgbehoefte te maken met spasticiteit, contracturen en soms zie je de typische foetushouding. Hierdoor krijgt men vaak onrechtstreeks een onstabiele houding. Deze doelgroep is vaak niet in staat om actief een andere houding aan te nemen. Hierdoor ondervinden ze op termijn ongemak of

8.1 PRA GERONTOLOGIE pijn waardoor ze opnieuw gedwongen worden in een bepaalde houding. Op die manier komt men in een bepaalde cyclus van dwanghoudingen terecht. Net hierop kunnen we proberen inwerken door voldoende te gaan ondersteunen en op zoek te gaan naar een comfortabele, pijnvrije houding die ontspanning biedt voor de betrokken persoon. Decubitus vraagt bij deze doelgroep een blijvende alertheid. De PDL benadering en decubituspreventie gaan dan ook hand in hand. Wanneer wij aan houdingsondersteuning in lig basisprincipes aan de orde:  Ligondersteuning moet decubituspreventief zijn

werken

zijn

volgende



Ligondersteuning geeft voldoende ondersteuning over het ganse lichaam



Goede ligondersteuning is een stabiele ligondersteuning  gevoel van veiligheid ervaart Ligondersteuning geeft voldoende sensorische input, dit brengt rust en zorgt voor ontspanning

 

Ligondersteuning is niet enkel comfortabel maar is ook aangenaam voor het toepassen van de wisselhouding en toedienen van zorg voor de zorggever.

Voorbeelden technieken/materialen waar gebruik van gemaakt wordt binnen de houdingsondersteuning:  Wisselhouding volgens bepaald schema met mogelijkheid tot uitvoeren van wisselhouding door één persoon. 

Traagschuimmatrassen: hey past zich aan aan het lichaam waardoor de druk van het lichaam verdeeld wordt over een groter oppervlak en er dus minder druk komt op specifieke plaatsen (oorschelp, schouder, stuit, bekken, hielen,...).



Alternating matras met luchtkamers



Positioneringskussens waaronder (vb. korrelkussens): er is een ruim gamma aan materialen. Wees altijd kritisch en ga op zoek naar evidence voor materialen die commercieel aangeboden worden. De thuiszorgwinkel biedt een ruim gamma aan dat ook toegankelijk is voor thuiswonende ouderen met hoge zorggraad.



Dynamische ligorthese

4. Zitten Zitten is een actief proces dat energie vraagt. Het wordt pas helemaal lastig als je gedwongen in een oncomfortabele houding moet zitten en geen kracht, energie of bewustzijn hebt om je actief te gaan verplaatsen. Vb. specifiek naar ouderen, waarbij rekening gehouden wordt met sensorische input (foto’s zie canvas domein zitten).

3

8.1 PRA GERONTOLOGIE

5. Verplaatst worden 5.1 Basisprincipes en startpositie Vooraleer je een transfer kan uitvoeren is het belangrijk om je een aantal zaken in orde te brengen:  Begroet de cliënt en leg uit wat je zal doen.  Vraag medewerking waar mogelijk en benoem elke stap die je zal uitvoeren.  Maak je werkruimte vrij. Zorg dat je makkelijk kan passeren rondom het bed.  Leg alle nodige materiaal binnen handbereik  Zet de remmen van het bed, rolstoel of tillift vast  Plaats het bed op je juiste werkhoogte. Hiervoor heb je twee hoogtes die wij hanteren  aanrechthoogte of handpalmhoogte. Niet alleen de omgeving krijgt aandacht. Om ergonomisch transfers uit te voeren, is het belangrijk om aandacht te hebben voor je eigen houding en beweging.  Buiging van lichaam tijdens een transfer gebeurt vanuit je heupgewricht, nadien vanuit je knieën.  Breng bekken in anteversie  Bewaar fysiologische krommingen in rug. Zorg dat knieën niet over tenen gaan tijdens het buigen.  Sta met gespreide benen. Er zijn verschillende standen, die afgewisseld worden tijdens verschillende transfers. Je dient alle standen te kennen en te kunnen uitvoeren op een correcte manier.

5.1.1 Basisprincipes vanuit praktijkrichtlijn verplaatsen van personen Vijf mobiliteitsklassen: 1. Volledig actief, doet alle verplaatsingen zelfstandig. 2. Actief, kan met een hulpmiddel of na instructie zichzelf verplaatsen. 3. Beperkt matig actief, hulp nodig bij verplaatsen, heeft zitbalans en een stafunctie. 4. Half passief, hulp nodig bij verplaatsen, heeft zitbalans, maar geen stafunctie meer. Een restkracht in armen en/of benen is aanwezig. 5. Volledig passief. Geen kracht meer in armen en benen, ontbreken van zitbalans, hoogstens nog hoofdcontrole.

5.2 Gebruik van glijzeil en glijlaken Een glijzeil wordt gebruikt wanneer een zorgvrager, die in de passieve mobiliteitsklasse bevindt en niet zelfstandig in bed kan draaien en dient te worden verplaatst. De zorgvrager komt dankzij de glijcapaciteit van het zeil in beweging. Op deze manier wordt de transferhandeling op de juiste wijze uitgevoerd. De cliënt ervaart minder schuifkrachten en ondervindt meer comfort. Daarnaast zorgt het ervoor dat de zorgverlener de grenzen van fysieke overbelasting niet overschrijdt. Andere terminologieën zijn voor een glijzeil zijn hyperglide, multiglide, etc… De kostprijs van een glijzeil ligt, afhankelijk van het type, grootte en merk, rond de 40 euro.

4

8.1 PRA GERONTOLOGIE Een glijlaken is een transferhulpmiddel dat ondersteuning biedt bij het verplaatsen van een zorgvrager, die in de passieve mobiliteitsklasse bevindt, in bed. Dankzij het laken wordt de weerstand met de onderlaag sterk gereduceerd. Tevens wordt voorkomen dat de zorgverlener de grenzen van fysieke belasting zo weinig mogelijk overschrijdt. Het glijlaken blijft na de transfer op het bed liggen. Voor zorgverleners die zorgvragers met zware zorg verzorgen, is dit erg handig. Het is minder praktisch om een glijzeil bij iedere transfer onder een zorgvrager te plaatsen of eronder vandaan te moeten halen. Wanneer een zorgvrager graag op de linker- of rechterzij wil liggen, kan de zorgverlener op het glijlaken een steeklaken leggen. De zorgverlener kan de zorgvrager middels het steeklaken en door het uitvoeren van de juiste handeling verplaatsen.

5.3 Wentelen in bed Je kan een bedlegerig persoon op verschillende manieren wentelen in bed. Wentelen is belangrijk om bv. de rug te wassen, aan te kleden of iemand meer comfortabel te leggen in bed. Vaak wordt de vraag gesteld welke techniek de voorkeur geniet. Werk volgens de peilers van EBP om dit te bepalen. Waar dan de mening van de cliënt centraal staat. "wat vindt de cliënt het meest aangenaam? Is het iemand die het niet aangenaam vindt dat je in zijn persoonlijke ruimte komt, die eerder afstandelijk is? Dit kan meespelen in mijn keuze om van me weg te draaien of naar me toe te draaien." " waarbij voelt de cliënt zich het meest veilig?" Ook de ervaring van jou als therapeut zal hier een rol spelen om in een bepaalde situatie te kiezen voor een bepaalde techniek. "bij iemand met dementie zal ik meer inspelen op het gevoel van veiligheid dat iemand krijgt als je iemand naar je toe draait. Ik kan dan beter contact houden met de cliënt en dat geeft vertrouwen aan hen"

5.3.1 Wentelen naar je toe met behulp van een steeklaken, 1 begeleider 

Zorg dat alle basisprincipes en voorbereidingen in orde zijn alvorens te starten met de transfer. Je mag er van uit gaan dat het steeklaken reeds onder de persoon aanwezig is.

 

Plaats het bed op goede werkhoogte (aanrechthoogte), zet remmen vast en leg hoofdeinde plat. Ga aan de zijde van de persoon staan waarover wordt gedraaid.



Controleer of de persoon met stuit en schouderbladen op het steeklaken ligt.



Verschuif hoofdkussen naar de kant waartoe zal worden gedraaid opdat het hoofd van de persoon niet van het kussen kan rollen.



Leg arm van de persoon waarover wordt gedraaid van het lichaam weg zodat die niet op zijn arm kan liggen. Dit is voor jou de dichtste arm. Gekruiste armen is ook een optie (zie tekening).



Leg de andere (verste) arm op de buik van de persoon (of vraag het de persoon of die dat zelf kan). 5

8.1 PRA GERONTOLOGIE 

Kruis de benen van de persoon over elkaar ter hoogte van de enkels; verste been over dichtste been.



Neem het steeklaken aan de verste zijde van de persoon vast in supinatie, dicht tegen de persoon, en dit ter hoogte van stuit en schouderblad (de 2 zwaarste punten van het lichaam).



Buig door de heup en mogelijks ook je benen en recht je rug (de fysiologische krommingen blijven behouden en de knieën komen niet over de tenen),



Verplaats je gewicht naar achter en breng de persoon dusdanig in zijlig. Controleer of de persoon comfortabel en stabiel ligt.

5.3.2 Wentelen van je weg met behulp van een glijzeil en steeklaken, 1 begeleider Deze tweede techniek is de minst comfortabele techniek voor de persoon en wordt eerder afgeraden. Het voordeel bij de zorgverlener om personen van zich weg te draaien is voor de wondzorg op rug en stuit.  

Glijzeil ligt onder het steeklaken, onder onderrug en stuit van de persoon, met de openingen aan hoofd – en voeteinde. Plaats bed op goede werkhoogte (aanrechthoogte), zet remmen vast en leg het hoofdeinde plat.



Ga aan de zijde van de persoon staan waarover niet wordt gedraaid



Verschuif het hoofdkussen naar de kant waartoe zal worden gedraaid opdat het hoofd van de persoon niet van het kussen kan rollen Leg de arm van de persoon waarover wordt gedraaid van het lichaam weg zodat die niet op zijn arm kan liggen. Dit is voor u de verste arm

 

Leg de andere (dichtste) arm op de buik van de persoon (of vraag het de persoon of die dat zelf kan)



Kruis de benen van de persoon over elkaar ter hoogte van de enkels; dichtste been over verste been



Neem het steeklaken aan de dichtste zijde van de persoon vast in supinatie, dicht tegen de persoon, en dit ter hoogte van stuit en schouderblad (de 2 zwaarste punten van het lichaam). Buig je benen en recht je rug



Voer transfer uit door het steeklaken, dicht bij je lichaam, in korte trekbewegingen naar je toe te trekken. Controleer of de persoon comfortabel en stabiel ligt.

5.4 Hogerop brengen in bed Een bedlegerig cliënt kan onderuit gezakt raken in bed. Een belangrijk weetje vooraleer je start met de transfer. Je moet het bed op de juiste werkhoogte plaatsen. Maar als je de transfer met 2 hulpverleners uitvoert, kan het zijn dat de juiste werkhoogte tussen jullie beide verschilt (de één kan namelijk groter zijn dan de ander). Kijk altijd naar de kleine zorgverlener, de grote zorgverlener kan het hoogteverschil aanpassen door door de knieën te gaan. Probeer echter te voorkomen dat de grootste hulpverlener met de knieën voorbij de tenen moet buigen. Dit in het kader van een stabiele werkhouding. Is dit niet het geval, dan is het beter om een collega te vragen om de transfer uit te voeren. 6

8.1 PRA GERONTOLOGIE

5.4.1 Hogerop brengen met 2 begeleiders, strek-buigbeweging steeklakentechniek 

Zorg dat alle basisprincipes en voorbereidingen in orde zijn alvorens te starten met de transfer. Je mag er van uit gaan dat het steeklaken reeds onder de persoon aanwezig is.



Plaats bed op goede werkhoogte (handpalmhoogte), zet remmen vast en leg het hoofdeinde plat.



Sta links of rechts van het bed, uw collega aan de andere zijde.



Vraag medewerking van de persoon en maak duidelijke afspraken qua tijdstip van transfer, vraag eventueel het hoofd op te richten, de armen te kruisen en de benen te buigen. Verwijder indien nodig het hoofdkussen.

 

Neem beiden het steeklaken aan de dichtste zijde van de persoon vast in supinatie, dicht tegen de persoon, en dit ter hoogte van stuit en schouderblad (de 2 zwaarste punten van het lichaam).



Je been aan het hoofdeinde van het bed is gestrekt, je been aan het voeteneinde van het bed is geplooid (strek-buigbeweging). De transfers wordt met rechte rug uitgevoerd door het gestrekte been het plooien en het geplooide been te strekken. Hierdoor verplaats je uw eigen lichaam naar het hoofdeinde.



Uw beide armen blijven dicht tegen uw lichaam. De transfer komt vanuit je benen en niet vanuit je armen. Voer de transfer gelijktijdig uit met uw collega.

5.4.2 Hogerop brengen met 2 begeleiders, schredestand met steeklakentechniek1 

Zorg dat alle basisprincipes en voorbereidingen in orde zijn alvorens te starten met de transfer. Je mag er van uit gaan dat het steeklaken reeds onder de persoon aanwezig is.



Plaats bed op goede werkhoogte (handpalmhoogte), zet remmen vast en leg het hoofdeinde plat.



Sta met je collega aan het hoofdeinde van het bed, elk aan een zijde van het bed.



Vraag de medewerking van de persoon en maak duidelijke afspraken qua tijdstip van transfer, vraag eventueel het hoofd op te richten, de armen te kruisen en de benen te buigen.

 

Verwijder indien nodig het hoofdkussen. Neem beiden het steeklaken aan de schouders van de persoon vast in supinatie, dicht tegen de persoon.



Je been verst van het bed staat voor het ander en is geplooid. Je been dichtst tegen het bed is gestrekt (schredestand). De transfer wordt met rechte rug uitgevoerd door het gestrekte been het plooien en het geplooide been te strekken, hierdoor verplaats je het eigen lichaam naar achter.



Je beide armen blijven dicht tegen je lichaam. De transfer komt vanuit je benen en niet vanuit je armen. Voer de transfer gelijktijdig uit.

1

Je kan deze techniek ook uitvoeren in spreidstand

7

8.1 PRA GERONTOLOGIE

5.5 Zijwaarts verplaatsen in bed 5.5.1 Zijwaarts verplaatsen in bed met steeklakentechniek (trekken) 

Zorg dat alle basisprincipes en voorbereidingen in orde zijn alvorens te starten met de transfer. Je mag er van uit gaan dat het steeklaken reeds onder de persoon aanwezig is.



Plaats bed op goede werkhoogte, zet remmen vast en leg het hoofdeinde plat.



Indien mogelijk vraag je om medewerking van de persoon door eventueel het hoofd te laten oprichten de benen te buigen. Indien niet mogelijk, verschuif je het hoofd van de persoon met het hoofdkussen naar de kant waartoe zal worden verplaatst.

 

Leg beide armen van de persoon op de buik



Verschuif de benen van de persoon naar de kant waartoe zal worden verplaatst. Maak duidelijke afspraken qua tijdstip van transfer.

 

Neem het steeklaken aan de dichtste zijde van de persoon vast in supinatie, dicht tegen de persoon, en dit ter hoogte van stuit en schouderblad (de 2 zwaarste punten van het lichaam). Buig uw benen en recht uw rug.



Voer de transfer uit door je lichaam naar achter te laten hellen en het steeklaken, dicht bij je lichaam, naar je toe te trekken. Let er vooral op dat de transfers vanuit de benen komt, en niet vanuit de armen. Controleer of de persoon comfortabel en stabiel ligt.

5.5.2 Zijwaarts verplaatsen in bed met behulp van glijzeil en steeklaken (trekken) 

Zorg dat alle basisprincipes en voorbereidingen in orde zijn alvorens te starten met de transfer. Je mag er van uit gaan dat het steeklaken reeds onder de persoon aanwezig is.



Het glijzeil ligt onder het steeklaken, onder onderrug en stuit van de persoon, met de openingen aan hoofd – en voeteinde.



Plaats bed op goede werkhoogte (aanrechthoogte), zet remmen vast en leg het hoofdeinde plat.



Indien mogelijk vraag je om medewerking van de persoon door eventueel het hoofd te laten oprichten en de benen te buigen. Indien niet mogelijk, verschuif je het hoofdkussen naar de kant waartoe zal worden verpla...


Similar Free PDFs