Practicum Vrijheidsbeperkende maatregelen PDF

Title Practicum Vrijheidsbeperkende maatregelen
Course Gerontologie
Institution Hogeschool Gent
Pages 9
File Size 193.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 8
Total Views 151

Summary

Download Practicum Vrijheidsbeperkende maatregelen PDF


Description

Vrijheidsbeperken de maatregelen bij ouderen Practicum

Auteur Annouk De Neels Opleiding Ergotherapie HoGent

Doelgroep:

Dit lessenpakket is bedoeld voor de studenten Ergotherapie

Leerdoelen:

Aan dit lessenpakket corresponderen enkele leerdoelen:

1. Je kunt benoemen wat het betekent om vrijheidsbeperkingen te ondergaan 2. Je kunt benoemen wat vrijheidsbeperking inhoudt 3. Je kunt benoemen welke vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen er zijn 4. Je kunt benoemen hoe je vrijheidsbeperkende maatregelen kan voorkomen 5. Je kunt beschrijven hoe vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast en welke vervangende maatregelen worden ingezet om vrijheidsbeperkende maatregelen te voorkomen

Valt een maatregel wel of niet onder vrijheidsbeperking? Mevrouw De Backer heeft een CVA gehad en is daardoor halfzijdig verlamd. Zij heeft een tafelblad op haar rolwagen omdat dit haar comfort biedt. Ze heeft hier steun aan en geeft aan hier zelfstandiger door te zijn. Geen vrijheidsbeperkende maatregel, ze is wilsbekwaam en ze geeft zelf aan dat het voor haar comfort biedt. Meneer Pieters heeft ook een voorzetblad op de rolwagen. Hij kan nog stappen, maar wel moeizaam. Er is een risico dat hij valt en de verzorging kan hem niet steeds in de gaten houden. Daarom zit hij vaak in de rolwagen met het voorzetblad om te voorkomen dat hij gaat stappen en valt. De persoon is wilsbekwaam, de verpleegkundigen beslissen voor hem. Je brengt als ergotherapeut een dame van therapie naar de eetzaal en zet haar daar aan haar vaste plaats aan tafel. Je zet de rem van de rolwagen aan en gaat ondertussen een andere bewoner helpen. Vrijheidsbeperking, je handelt voor de persoon. Meneer De Decker is gewend aan het slapen in een tweepersoonsbed, maar slaapt nu in een eenpersoonsbed. Hij is wat bang om uit dit bed te vallen en vraagt aan jou om het onrusthekken naar omhoog te doen. Geen vrijheidsbeperking, persoon is wilsbekwaam en maakt zelf de beslissing.

Je werkt als ergotherapeut binnen een WZC en bent aangesteld als aanspreekpunt om vrijheidsbeperkende elementen af te bouwen. Hieronder vinden jullie de casus van Dhr. Steyaert. Wat valt je op in het gedrag van Dhr. Steyaert? Hoe ga je dit als ergotherapeut concreet aanpakken, welke disciplines ga je betrekken. Aan welke alternatieven denken jullie? De heer Steyaert (postpode op rust. Had altijd de vroegdienst in de gemeente Vurste om 4uur in de ochtend) is 82jaar oud en heeft de ziekte van Alzheimer. Hij is er onrustig. Om valgevaar, onrust en loopdrang tegen te gaan, laat men hem slapen in een Zweedse band. De band wordt ook gebruikt omdat hij anders niet voldoende rust heeft. Hij draait namelijk het dag- en nachtritme om. De band helpt wel: hij krijgt meer nachtrust en valt niet. Hij is alleen wel erg onrustig in de band en dat zou je kunnen zien als een vorm van verzet. Is onrustig en toont verzet op moment dat hij gefixeerd wordt door de Zweedse band. Ziekte van Alzheimer (dementie), valrisico, dacht en nachtritme. Zijn verleden  Op pensioen als postbode (om 4u begon zijn dag). 1ste stap van fixatie: Is er sprake van een urgentie? (is hij een gevaar voor zichzelf of anderen?)  Hier is er geen sprake van urgentie Indien sprake van urgentie gaan we over naar de tweede stap Onderzoek naar de noodzaak en nood van fixatie: bevragen hulpverleners, verzorgers, huisarts, familie. Overleg plegen bij de verschillende disciplines en zoeken naar concrete voorbeeld dat een aanleiding kunnen zijn voor fixatie. Loopdrang met alzheimer  De man is op zoek naar prikkels, hij krijgt door de dag dus te weinig prikkels en gaat hier zelf naar op zoek. Als ergo zien we dat de man veel meer activatie nodig heeft, meer lichamelijke beweging aanbieden. Je zou hem kunnen inschakelen als postbode binnen het WZC! Familie erbij betrekken. Alternatief: Verlichting die de biologische klok stimuleert (blauwe kleur brengt rust en gaat het natuurlijke dagritme duidelijk maken). Ballendeken (biedt geborgenheid). Meer bewegen: dagelijkse wandeling, bewegingsactiviteiten, huishoudelijke taken (met looprek). Uit bed melding (gebruik sensoren). Hij staat op om 4u, laat hem zich klaarmaken en zorg dat hij al kan eten (individuele maatregel). De volgende casus is deze van Dhr. Van Den Bussche. Wat valt je op in het gedrag van Dhr. Van Den Bussche? Hoe ga je dit als ergotherapeut concreet aanpakken, welke disciplines ga je betrekken. Aan welke alternatieven denken jullie? De heer Van Den Bussche is 72jaar oud en heeft Lewy Body dementie. Hij is soms plotseling agressief. Meneer kan niet goed duidelijk maken wat hij bedoelt en de zorgverleners begrijpen hem niet altijd. Meneer kan goed stappen, maar heeft last van loopdrang die hem erg uitput. Ook zakt hij soms plotseling door zijn knieën. Meneer wordt gefixeerd door middel van een autogordel en een houdinvestje in de nacht. Redenen voor de fixatie waren de uitputtende loopdrang met valgevaar door het door de benen zakken, maar ook de agressie die een bedreiging vormde voor het personeel. Door de band en het vestje in de nacht putte hij zichzelf niet meer uit, kon hij niet vallen en voelden de professionelen zich veiliger. Maar

negatief was wel dat meneer geïrriteerd was, omdat hij zijn gang niet kon gaan. Hij reed de verzorgers vaak met opzet aan en werd ineens agressief en greep je naar de keel. Lewy Body dementie, fysiek agressief, loopdrang, valrisico, meneer kan zich niet goed duidelijk maken. Is er sprake van urgentie? Ja, is agressief richting de verpleegkundigen. 2: Onderzoek en observatie (in team) Wanneer stelt de man zich agressief op? Op welke momenten, naar welke personen,.. Reden van agressie  kan zich niet verwoorden en niemand doet moeite om met hem te communiceren. We gaan op zoek moeten gaan naar communicatietools (rekening houden met dementie) Sterk visueel gaan werken (picto’s) zeer basic. Alternatieven: Loophulpmiddel aanbieden, rollator aanbieden, heupbeschermers (moeilijk om naar het toilet te gaan, je moet het ook bij elke verplaatsing aan doen). ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………... Vrijheidsbeperking signaleren. (www.zorgvoorbeter.nl) Cliënten in de zorg kunnen helaas niet altijd zelf keuzes maken. Als je persoonsgericht werkt, doe je wel zoveel mogelijk je best om te achterhalen wat een cliënt zou willen. Toch zijn cliënten op veel vlakken min of meer beperkt in hun keuzevrijheid. Het zelf bepalen en het zelf kunnen kiezen door cliënten worden regelmatig ingeperkt om de veiligheid voor cliënten te waarborgen. Wees je ervan bewust dat je regelmatig cliënten beperkt in hun vrijheid. Bijvoorbeeld door een rolstoel op de rem te zetten of zonder het te vragen een boterham met kaas te smeren, omdat de cliënt toch meestal kaas wil. Of deze handelingen als onvrijwillige zorg gezien moeten worden hangt af van de cliënt(vertegenwoordiger): is er overeenstemming over of verzet tegen de handeling. Voorbeeld 1. Tafelblad op de rolstoel Mevrouw Badhoe heeft een CVA gehad en is daardoor halfzijdig verlamd. Zij wil een tafelblad op haar rolstoel omdat dit haar comfort biedt. Ze heeft hier steun aan en is zelfstandiger. Er is dus geen sprake van beperking van de vrijheid. Meneer Kaufman heeft ook een blad op zijn rolstoel, maar met een hele andere reden. Hij kan nog lopen, maar wel moeizaam. Er is een risico dat meneer valt en de verzorging kan hem niet constant in de gaten houden. Daarom zit meneer regelmatig in zijn rolstoel met het blad ervoor om te voorkomen dat hij gaat lopen en valt. Voorbeeld 2. Bedhekken Bedhekken beperken in principe de bewegingsvrijheid van de cliënt, want deze kan niet zomaar uit bed stappen. Echter, sommige cliënten vinden het fijn als de bedhekken omhoog zijn, want dat voelt veiliger. Ze zijn gewend om in een groot tweepersoonsbed te slapen en zijn bang dat ze uit bed vallen. Of ze vinden het prettig om zich op te trekken aan het bedhek. Wanneer zouden we in deze casussen spreken van vrijwillige en onvrijwillige zorg van een professioneel? Welke signalen van verzet kan iemand uiten? Van waaruit kan verzet of moeilijk hanteerbaar gedrag van een oudere komen? Met andere woorden, wat beïnvloedt moeilijk hanteerbaar gedrag bij ouderen? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………

Voorkomen van onvrijwillige zorg. (www.zorgvoorbeter.nl) Ieder mens wil zo zelfstandig mogelijk leven en eigen keuzes maken. In de zorg voor mensen moet vrijheid dus steeds het uitgangspunt zijn. Als zorgmedewerker zoek je steeds naar mogelijkheden om iemand tot zijn recht te laten komen. De uitdaging hierbij is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de cliënt. Onvrijwillige zorg moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Onrust bij de ouderen kan heel veel verschillende oorzaken hebben. Bij mensen met dementie kan het onderdeel zijn van de ziekte, maar vaak is er ook een concrete oorzaak of aanleiding voor de onrust. Om onrust te voorkomen zijn een aantal dingen belangrijk. Welke zijn de drie meest essentiële elementen om als professionele rekening mee te houden, om op die manier onrust bij ouderen te voorkomen. Hoe zouden deze verschillen qua invulling binnen residentiële of niet-residentiële zorg? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………

CASUS 1: Is er nood aan urgentie (gevaar voor zz of anderen) 2: Noodzaak fixatie (observeren en rapporteren) Belangrijke kernwoorden (aandoeningen, bijkomende aandoeningen bv koorts, in team overleggen, in welke omstandigheden gaat de persoon zijn gedrag vertonen, is er een moeilijkheid om zich uit te drukken?) Indien er fixatie gebeurt is dit nooit langer dan 24u. Belangrijk om de parameters in de gaten te houden. Bij fixatie is wilsbekwaamheid heel belangrijk. Bij dementie gaan ze dat duidelijk maken door te kreunen, spierspanning, verkramping(non-verbaal)  uitingen van moeilijkheden tijdens de fixatie....


Similar Free PDFs