Opgave...
Telwoorden We onthouden: Telwoorden geven een hoeveelheid (de hoofdtelwoorden) of een volgorde aan (de rangtelwoorden).
Er zijn bepaalde en onbepaalde telwoorden. Bij de bepaalde weet je de hoeveelheid of de volgorde precies, bij de onbepaalde niet.
telwoorden
hoofdtelwoorden (hoeveelheid )
rangtelwoorden (volgorde)
één, beide, vijf
eerste, tiende, vijfentachtigste, enz
bepaald achtste, enz.
veel meer meest onbepaald
weinig minder minst zoveel hoeveel
laatste, hoeveelste, zoveelste, enz
1. Wat is het? Een hoofdtelwoord of een rangtelwoord? Twee De tweeëntwintigste Een beetje 1e tweeëntwintighonderd De twee miljoenste Voldoende Laatste Achttien 3e Veel Verschillende 2. Wat is het? Een onbepaald telwoord of een bepaald telwoord? Twee De tweeëntwintigste Een beetje 1e tweeëntwintighonderd De twee miljoenste Voldoende Laatste Achttien 3e Veel Verschillende
3. Wat is het? Kies uit: bepaald hoofdtelwoord, onbepaald hoofdtelwoord, bepaald rangtelwoord, onbepaald rangtelwoord. Enkele 15e Vijftienduizend Genoeg Hoeveelste Sommige 33 Voorlaatste Derde Hoeveelste Zoveel Dertiende 4. Wat betekenen volgende telwoorden in de zinnen? Vertel het aan de juf. Mijn broer is een paar sokken kwijt. Amper negen kinderen van de school zijn geselecteerd voor de wedstrijd. Ik zie nauwelijks 5 meter ver. Ik koop een dozijn eieren.
5. Lees de tekst. Duid de rangtelwoorden aan in het rood en de hoofdtelwoorden in het groen. Zet ze daarna in de juiste kolom....