4. Elasticiteit PDF

Preview

Summary

Hoofdstuk 4: Elasticiteit...

Description

Economie Hoofdstuk 4: Elasticiteit => Prijswijzigingen hebben dus invloed op vraag en aanbod, maar hoe groot is deze invloed precies? => Meten a.d.h.v. elasticiteit = Mate waarin kopers en verkopers op prijswijzigingen reageren

Nauw verwant

Elasticiteit van de vraag •

Hoeveel varieert de gevraagde hoeveelheid bij een veranderingen van (één van de) determinanten? - Elastische vraag = Een verandering in de prijs (determinant) leidt tot een significante verandering in de gevraagde hoeveelheid - Inelastische vraag = Een prijsverandering heeft nauwelijks invloed op de gevraagde hoeveelheid

•

Hoewel de elasticiteit van een goed sterk afhankelijk is van de voorkeur van de consument, spelen er ook enkele factoren mee die deze voorkeur beïnvloeden - Het verschil tussen noodzaak en luxe => Goederen die noodzakelijk zijn in het dagelijks leven = inelastisch vb. toiletpapier, peper en zout, etc. => Luxegoederen = elastisch vb. vakanties, een wagen, etc. - Beschikbaarheid van substituten => Wanneer een goed makkelijk door een substituut vervangen kan worden = elastisch vb. Wanneer de prijs van boter stijgt schakelt men over naar margarine - Definiëring van de markt => Eng gedefinieerde markten = elastisch Ruim gedefinieerde markten = inelastisch => Door specifieke definiëring kan men makkelijker aan het perfect substitutiegoed komen vb. Voedingsmarkt is heel ruim, waardoor we niet elke voeding voor iets anders kunnen inruilen => Als het om specifieke voeding gaat, zoals brood, kan men sneller op een aantal substituten komen (ontbijtkoeken, beschuiten, etc.) - Aandeel van het inkomen => Wanneer een goed een groot deel van het budget vertegenwoordigd = elastisch => Door grote impact op het budget weegt een prijsverandering veel zwaarder door dan wanneer het goed slechts een klein deel van het inkomen zou vertegenwoordigen - Tijdshorizon => Lange termijn = elastisch Korte termijn = inelastisch => Als zich een aanhoudende prijsstijging voordoet zal de consument toch

geneigd zijn om naar een ander goed over te schakelen •

Algemene formule van elasticiteit => Procentuele verandering van vraag / procentuele verandering van prijs => Aangezien prijs en vraag een negatief verband kennen, moet het teken van de ene procentuele verandering steeds het omgekeerde zijn als dat van de ander => Omzetten naar procentuele verandering = (N – O) / O Een betere formule is de Midpoint methode => Elasticiteit via de algemene formule wordt beïnvloed door de richting waarin gewerkt wordt (van A naar B), waardoor men niet langs beide richtingen dezelfde elasticiteit bekomt => Met de Midpoint methode berekent men het veranderingspercentage vanuit het midden tussen twee punten en kan men dus ook omgekeerd te werk gaan, waardoor de elasticiteit niet langer door richting wordt beïnvloed => [((Q2 – Q1) / ((Q2 + Q1) / 2)) / (P2 – P1) / ((P2 + P1) / 2))] => Elasticiteit > 1 = Elastische vraag => hoeveelheid verandert meer dan prijs Elasticiteit = 1 = Eenheidselasticiteit Elasticiteit < 1 = Inelastische vraag => hoeveelheid verandert minder dan prijs Elasticiteit = 0 = Perfect inelastisch (verticaal) Elasticiteit = oneindig = Perfect elastisch (horizontaal) => Eénmaal de curve horizontaal ligt zullen consumenten het goed aan eender welke hoeveelheid op de curve kopen

Totale opbrengsten •

Totale opbrengsten = Wat de kopers voor het goed betalen en wat de verkopers voor het verschaffen van hun goed ontvangen => P x Q

•

Een inelastische vraag => Bij prijsstijging, stijgen de totale opbrengsten ook => Door inelasticiteit stijgt de prijs maar daalt de hoeveelheid niet => Leidt tot hoger totaal van opbrengsten => Bij prijsdaling, dalen de opbrengsten ook => Door inelasticiteit daalt de prijs maar stijgt de hoeveelheid niet => Leidt tot lager totaal van opbrengsten Een elastische vraag => Het omgekeerde vindt plaats => Geen positief maar negatief verband Bij eenheidselasticiteit heeft een prijsverandering geen invloed op de totale opbrengst

Vormen van elasticiteit Naast prijselasticiteit van de vraag wordt binnen de economie ook nog gebruik gemaakt van

•

Inkomenselasticiteit van de vraag => Procentuele verandering van vraag / procentuele verandering van inkomen => Gebruikt om goederen te klasseren => Wanneer een inkomensverandering effect heeft op de vraag naar een bepaald goed/hoeveelheden er worden aangekocht van een bepaald goed, kunnen we gaan klasseren hoe noodzakelijk deze goederen zijn voor de consument => Goederen met weinig effect/elasticiteit zijn het noodzakelijkst => Normale goederen => Inkomenselasticiteit is positief => Men zal minder van deze goederen aankopen als men een kleiner inkomen bezit => Inferieure goederen => Inkomenselasticiteit is negatief => Men zal meer van deze goederen aankopen als men een kleiner inkomen bezit, omdat deze goederen goedkopere alternatieven zijn voor de normale goederen => Luxe goederen => Inkomenselasticiteit is positief en sterk => Men zal veel minder van deze goederen aankopen als men een kleiner inkomen bezit, omdat deze goederen niet noodzakelijk zijn => Als we dan een groter inkomen bezitten gaan we er veel meer van kopen, omdat we ons dit niet altijd kunnen veroorloven maar het wel willen

•

Kruisprijselasticiteit van de vraag => Procentuele verandering van vraag bij goed één / procentuele verandering prijs bij goed twee => Gebruikt om de relatie tussen goederen te bepalen => Zijn goederen substituten of complementen van elkaar? => Substituten => Kruisprijselasticiteit is positief => Omdat deze goederen elkaar vervangen zal bij een prijsstijging van het ene goed de vraag naar het andere goed stijgen, want het ene goed wordt voor het ander ingeruild => Complementen => Kruisprijselasticiteit is negatief => Deze goederen vullen elkaar aan dus als de prijs van het ene goed stijgt, zal de vraag naar het andere goed dalen

Elasticiteit van het aanbod •

Hoeveel varieert de aangeboden hoeveelheid bij prijsveranderingen/veranderingen van de determinanten?

•

Elasticiteit van het aanbod is afhankelijk van - Flexibiliteit van producenten => Als het productieproces makkelijk aangepast kan worden = elastisch

Nauw verwant

Niet makkelijk aan te passen = inelastisch - Tijdshorizon => Op korte termijn is het doorvoeren van veranderingen vaak onmogelijk, wat het aanbod automatisch inelastisch maakt Omgekeerd geldt hetzelfde •

Algemene formule => Procentuele verandering aanbod / procentuele verandering prijs => Ook hier kan Midpoint methode worden toegepast, op dezelfde manier als bij elasticiteit van de vraag

=> Elasticiteit van vraag en aanbod volgen dezelfde werking...