A9 Interview Instructional disobedience Jan Elen PDF

Title A9 Interview Instructional disobedience Jan Elen
Course Instructiepsychologie en -technologie
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 2
File Size 82.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 2
Total Views 135

Summary

Bijkomende literatuur...


Description

Interview Jan Elen ‘Instructional disobedience: a largely neglected phenomenon deserving more systematic research attention’. 1. Is er een term die u in het Nederlands zou gebruiken om ‘instructional disobedience’ te omschrijven? Disobedience vertalen als onderwijskundige ongehoorzaamheid, maar misschien juister om te zeggen dat het gaat over onderwijskundige eigengereidheid. Niet hetzelfde als eigenzinnigheid, want eigenzinnigheid brengt een soort van bewustzijn met zich mee. Het gaat over het beklemtonen van de actieve rol van de lerende. Eigenzinnigheid zou willen zeggen dat mensen zelf een idee hebben waarmee ze aan de slag gaan, eigengereidheid = mensen gedragen zich op basis van hun ervaringen/kennis 2. Wat houdt het fenomeen van Instructional disobedience in? Kadert binnen ontwerpen van leeromgevingen  ontwerper gaat vanuit aantal bedoelingen zaken in de leeromgeving steken en die leeromgeving structureren op bepaalde manier vanuit idee dat de lerende adh daarvan de doelen zal bereiken (illusie? Lerende neemt zelf beslissingen en volgt ontwerper niet altijd) 3. Onderwijsoptimisme: niet alles leidt tot de gewenste gevolgen Ontwerper gaat uit van zeker optimisme dat wat hij doet zeker goed is en dat ervan gebruik gemaakt zal worden 4. Veel ervaring m.b.t. onderwijs  onderzoeks- & onderwijservaring Voorbeelden: teksten bestuderen door leerlingen  onderzoekster heeft omgeving gecreëerd waarbij studenten een beetje verplicht worden om vragen over de teksten te stellen, ze kunnen niet verder als ze geen vragen stellen (studenten vullen nonsens in om toch verder te kunnen; verplichten om iets te doen zorgt voor tegenovergestelde effect) & ander voorbeeld uit artikel: veel studenten komen naar hoorcolleges (die zijn gebaseerd op belangrijke veronderstellingen bv. adhv voorkennis begrijpen wat er wordt gezegd, onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken, notities nemen, …) Niet alle studenten doen dit (bv. facebook checken, nieuws bekijken, …) ze zijn aanwezig, maar doen niet wat van hen verwacht wordt. 5. Verklaring waarom fenomeen zich voordoet? Twee categorieën van redenen: a. Voor lerende is het moeilijk wat de bedoeling is van de leeromgeving (wat ze belangrijk moeten achten) het is moeilijk om aan studenten te zeggen wat ze moeten leren. Moeilijk om doel te begrijpen (om het doel te begrijpen moet je het doel bereikt hebben). Je moet samen met studenten de doelen formuleren. = studenten mede-eigenaar vd doelen maken b. Studenten worden in een omgeving geplaatst afhankelijk van hun ervaring, als leerlingen jarenlang invulboeken gekregen hebben met de boodschap ‘altijd 1 juist antwoord’ en die komen plots in een universitaire setting waar alle veronderstellingen anders zijn is dat moeilijk ‘meerdere antwoorden, maar niet elk antwoord is even juist’, ze weten niet hoe ze adequaat moeten omgaan met zaken zoals bv. hoorcollege. Onderwijskundige geletterdheid: hoorcollege heeft structureringsfunctie en is ook sociaal voor studenten belangrijk.

6. Fenomeen voorkomen door bijv. studenten mede-eigenaar te maken van de doelen (doelen formuleren met hen) én … volledig voorkomen kan niet want studenten zijn actieve denkers en nemen zelf beslissingen, je kan de gedachten niet volledig manipuleren en dat is ook de bedoeling niet. Er zijn 2 fundamenten belangrijk bij het creëren van een functionele leeromgeving: a. Studenten moeten beter begrijpen wat het doel is en moeten zich kunnen identificeren met het doel: ik ben het ermee eens dat dit een belangrijk doel is b. Aan de lerende uitleggen waarom we bepaalde dingen doen (dit doen we te weinig), wat er van hen verwacht wordt en hoe omgevingselementen daarbij kunnen helpen. Een van de voorbeelden: wiskundeopgave wordt standaard gelezen en je voegt figuur toe om visueel wat duidelijk te maken  maar kijken leerlingen wel naar het figuur? Leren ze van die omgeving gebruik te maken? Het inzetten op onderwijskundige geletterdheid kan zeker positief zijn 7. Wat zouden studenten kunnen doen om ervoor te zorgen dat hun leeractiviteiten in lijn zijn met de essentiële doelen van de leeromgeving? Vragen stellen; waarom moeten we dit kennen? Waarover gaat dit? Wat is de bedoeling? Waarom doen we dit? Wat is de functie hiervan? = vragen stellen bij onderwijskundige van een bepaalde leeromgeving om doel te vatten 8. Is dit gerelateerd aan de notie van zelfregulatie? Wel aan de notie van megacognitie. Zelfregulatie is een moeilijke term  heel veel studenten doen aan zelfregulatie, maar ze doen dit vanuit de doelen die ze zelf belangrijk achten  waar loopt het mis? Ze nemen de verkeerde doelen voor ogen…...


Similar Free PDFs