Aanwijzingen voor het schrijven van een Thesis PDF

Preview

Summary

richtlijnen voor het maken van een thesis...

Description

Aanwijzingen voor het schrijven van een thesis / onderzoeksrapport voor studenten / docenten Carlo R. Badal Docent M&T en Statistiek, Fmijw. Universiteit van Suriname Paramaribo 3maart 2008

Titel pagina Logo AdeKUS, volledige naam instelling, faculteit, studierichting, titel (eventueel ook ondertitel), naam student, fase, vak, docent / begeleider , plaats en datum De titel moet betrekking hebben op het onderzoek en een duidelijke indicatie zijn over wat er wordt onderzocht. In de subtitel worden begrippen niet herhaald , maar wordt een concreter aspect van het begrip/van het te onderzoeken verschijnsel aangeduid . Meestal is dit een subonderdeel van een groter geheel. Bijvoorbeeld motivatie-----studiemotivatie/ arbeidsmotivatie of HRM ---jobrotatie/ verzuim/ of gedragsproblemen--- ADHD of vrijetijdsbesteding---- sport als vrijetijdsbestedeing enz. De hoofd titel geeft het onderwerp/thema/studiegebied/discipline/ vakgebied aan terwijl de subtitel vermeld welk aspect daarvan zal worden onderzocht en bij wie (het domein). Minimaal staat in de titel/subtitel het te onderzoeken kenmerk/gedrag/verschijnsel en het domein (de doelgroep/onderzoekseenheden). Bij gebruik van subtitel : titel houdt in een specifieke studieonderdeel uit de studie (denk hierbij aan verzorgde onderdelen binnen de major) subtitel houdt in de studie van een bepaald verschijnsel binnen het onderdeel

Voorwoord 1e alinea Kader van dit verslag / werkstuk (studie onderdeel/afronding: geef het een plaats in je studieprogramma) Doel van het onderdeel(vak/thesis,scriptie,werkstuk enz) in termen van kennis, inzicht en vaardigheden (ook een scriptie/thesis heeft een doel) Wat is de inhoud van de opdracht /wat wordt precies gedaan of hoe luidt de verkregen opdracht (ook omdat er verschillende typen scripties/thesis zijn) Doel van deze exercitie; zeker niet om het geconstateerde probleem op te lossen maar blijk te geven van de opgedane kennis inzichten,vaardigheden tijdens de studie of bij een vakonderdeel en deze op de juiste wijze toe te passen.

-

2e alinea het onderwerp: keuze motiveren (persoonlijk) onderzoek: waar gaat het over verwachtingen en beperkingen tav de resultaten van het onderzoek

-

3e alinea (optioneel) uiteindelijk doel, waartoe dit onderzoek kan bijdragen

-

4e alinea Dankwoord

Inhoudsopgave omvat een juiste weergave van de hoofdstukken, paragrafen en sub-paragrafen, de pagina nummers, refenrenties, bijlagen genummerd en getiteld. Voor het opmaken van een literatuurlijst wordt verwezen naar aanwijzingen tijdens studievaardigheden of raadpleeg een boek of tijdschrift als voorbeeld Inleiding omvat een eerste kennismaking met het onderwerp van studie. Achtereenvolgens komen aan de orde in alinea vorm (geen paragrafen): Het probleem : de directe aanleiding voor het onderzoek: iets dat is waargenomen / geobserveerd / geconstateerd / heeft verwonderd / ergens gelezen / een opdracht enz. Zoveel als nodig met feiten onderbouwen: data, uitspraken in rapporten aanhalen, een kwalitatief gesprek het probleem rakende met een aantal personen enz. (1/2 A4) Het theoretisch kader (kort) : met welk wetenschappelijk / theoretische verschijnsel heeft het voorgaande probleem te maken. Binnen welk theoretisch verschijnsel ga je een verklaring zoeken voor het hier boven aan gehaald probleem. Verschijnsel kort omschrijven , wie zijn de theoretici die zich bezig gehouden met dit verschijnsel. Uit welke (deel) aspecten dit verschijnsel samengesteld De probleemstelling(alg): formuleer op basis van het probleem en het theoretisch kader nu een algemene probleemstelling. Zorg dat hierin het te onderzoeken verschijnsel en het domein (populatie) dyuidelijk te herkennen zijn. Indien het duidelijk is welke deelvragen uit de probleemstelling nader onderzocht zullen worden, hier ook vermelden. Dit wordt vaak pas duidelijk wanneer de probleemstelling onderbouwd is (hoofdstuk 1) De relevantie: maatschappelijk en theoretisch Maatschappelijk: nut van, bijdrage aan, inzichten in het verschijnsel voor de samenleving Theoretisch: de wetenschappelijk bijdrage dat jou onderzoek kan leveren: toetsen van een theorie een idee, toepassen van een theorie, een model De methodische aanpak: een experiment of een survey. Let op, literatuur studie hoort hier niet bij en is geen methode van onderzoek maar dient om je probleem te onderbouwen. De methodische aanpak heeft alleen betrekking op het empirisch gedeelte: welke methode wordt toegepast om dat te verkrijgen Indeling van het werkstuk : per hoofdstuk de inhoud aangeven De Theorie (bij een scriptie/thesis kan het meer dan 1 hoofdstuk omvatten) omvat de onderbouwing van de / een toelichting op de vraagstelling of een theoretische analyse van de werkelijkheid die in het empirisch gedeelte getoetst zal worden Hoofdstuk I

Theorie (geef een eigen titel aan dit hoofdstuk)

De te behandelen eigenschappen, begrippen, thema’s hebben duidelijk betrekking op het probleem. Let op de te onderzoeken verschijnsel(en) in de probleemstelleng en de onderzoeksvragen. Als die niet duidelijk zijn dan de probleemstelling en onderzoeksvragen herformuleren. In dit gedeelte moet er een duidelijk afbakening zijn van het algemene ( het onderwerp) naar het bijzonder (het te onderzoeken verschijnsel). Voorbeelden: Straffen-----lijstraffen-------inventarisatie lijstraffen op school Criminaliteit-----jeugdcriminaliteit------diefstallen------soc.-economische situatie als oorzaak van diefstallen door jeugdigen De theorie omvat:

-

Omschrijvingen en definities van het centrale onderwerp (eigenschapbegrip) vanuit de literatuur. Hoe samengesteld is dit begrip De verschillende dimensies / aspecten /subkenmerken waaruit het de eigenschapbegrip is opgebouwd hier bespreken Per dimensie worden indicatoren aangegeven: dit zijn waarneembare/ observeerbare/ meetbare gedragingen / handelingen / kenmerken. Zaken waaraan men kan waarnemen /constateren dat de eigenschap in meer of mindere mate (variabel) aanwezig is. De verdere concretisering (in bijvoorbeeld een vragenlijst)vindt plaats onder de paragraaf ‘meetinstrument’

Hoofdstuk II Opzet en uitvoering van het onderzoek Eventueel inleiden met een samenvatting van hoofdstuk I. De belangrijke bevindingen vanuit de theorie en de definitieve vraagstelling plus onderzoeksvragen. Verder omvat het hoofdstuk de paragrafen: 2.1

Inleiding: een samenvatting van de theorie en de uiteindelijke onderzoeksvragen

2.2

Methodische karakterisering van het onderzoek: hieronder wordt beschreven type onderzoek(beschrijvend/exploratief/toetsend) en waarom : wat wordt gemeten, de te meten eigenschapbegrip(pen)/kenmerken/variabelen met dimensies of aspecten daarvan wijze van meten, onderzoeksontwerp: experiment (met design)/bestaande gegevens/ interview/ observatie/interview/vragenlijst op wie of wat heeft de meting betrekking,onderzoekseenheid: wie of wat wordt onderzocht Kenmerken en onderzoekseenheden komen ook in de onderzoeksvragen voor. Indien niet te achterhalen , onderzoeksvragen herformuleren -

2.3 Populatie (en steekproef) Let op: 1. Bij een populatie onderzoek wordt alleen gebruik gemaakt van de beschrijvende statistiek. Bij een steekproef onderzoek is beschrijvende- en inductieve statistiek noodzakelijk. Het laatste i.v.m generalisatie naar de populatie toe. 2. Maak een onderscheid tussen de te onderzoeken eenheid en degene die je gaat bevragen. Indien beide dezlefde zijn heb je respondenten anders informanten 3. Soms is het ook nodig uit een populatie van onderzoekseenheden een steekproef te kiezen. Als de respondenten niet hetzelfde zijn als de eenheden dan is het ook mogelijk dat je uit deze respondenten(=informanten) een steekproef moet trekken Geef in je verslag een omschrijving van het domein / universum/ theoretische populatie: alle………… Een segment uit het domein is de operationele populatie (omschrijven) waar het onderzoek zal plaats vinden. De grootte van de groep wordt aangegeven. Indien te groot en er niet voldoende tijd en geld is wordt een steekproef getrokken steekproef : welke soort / wat voor een steekproef/ wijze van trekken/ en grootte aangeven. De response groep en de data producerende response. Dit kan aangegevn worden nadat de data verzameling reeds heeft plaatsgevonden. 2.4 Meetinstrument/ Data-verzamelingsmethode/ Dataverzamelings-strategie Hieronder wordt het te gebruiken meetinstrument ontwikkeld of van een bestaande meetinstrument aangegeven waarom het gebruikt kan worden. Een korte beschrijving van de lay-out van het instrument: vragen of stellingen/ de te gebruiken schaalindeling, scoringsmethode, schriftelijk, mondeling enz een samenvatting de te meten eigenschap(pen) en de dimensies

-

-

per indicator wordt op indicatie van de waarneembare gedragingen/ handelingen die aanwijzingen zijn voor de mate van het bezitten van een kenmerk een of meerdere vragen/stellingen geformuleerd tbv de vragenlijst . Het resultaat hiervan is een vragenlijst/ enquête. een paar voorbeelden van vragen ; b.v. per indicator 1 de totale vragenlijst wordt als bijlage gepresenteerd

2.5 Dataverzameling Een beschrijving van hoe het veldwerk zal plaastvinden of heeft plaatsgevonden, een draaiboek inhoudende: de benadering van de respondenten: individueel/ als groep / thuis bezoek/ op de galerij/ met toestemming van de leiding enz wijze van afname/ electronisch /telefonisch /het invullen van de questionnaire: direct of meenemen response duur/ hoeveel tijd/ na hoeveel dagen inleveren rappelleren/ hoeveel tijd totale duur verzameling gegevens 2.6 Dataverwerking Het resultaat van de verwerking moet een datamatrix opleveren controle van ingevulde lijsten op bruikbaarheid codeboek samenstellen en coderen eventueel hercoderen van vragen die tegengesteld geformuleerd zijn keuze van software voor de computer verwerking of handmatig invoerschema maken en invoeren controle op fouten een volledige samenvatting van de data wordt als bijlage gepresenteerd. Geen datamatrix maar bijvoorbeeld de verdeling van de scores per vraag: aantal reacties op de vraag(n), minimum score, maximumscore, centrummaten, gemiddelde, spreidingsmaten. het resultaat van de homogeniteitonderzoek (kan alleen als het onderzoek ook wordt uitgevoerd

2.7 Data-analyse Bedoeld wordt hier de keuze van de statistische analyse. Welke statistische analyse wordt toegepast om een antwoord te krijgen op de vraagstelling. Hiervoor wordt wederom gekeken naar de vraagstelling frequentievragen(wat is…./ wat zijn/ in welke mate vragen): de data over eigenschappen/variabelen/kenmerken/dimensies wordt vanuit de datamatrix samengevat middels frequentietabellen / grafieken/ diagrammen/ ,rekening houdende met het meetniveau van de variabele. De te bereken statistische grootheden die gebruikt zullen worden om de tabellen/grafieken te analyseren, rekening houdend met het meet niveau. Werken met totaal/gemiddelde scores bij de kenmerk. Bij de dimensies met de gemiddelde scores per respondent voor de desbetreffende dimensie (alleen die vragen die daarop betrekking hebben. Criteria voor beslissingen Verschilvragen: verschil tussen twee of meer groepen op een zelfde eigenschap per groep frequenties presenteren en analyseren Verklaringsvragen: het verband tussen twee variabelen. Presentatie door middel van kruistabellen / spreidingsdiagrammen afhankelijk van meetniveau. Statistische grootheid: phi coëfficiënt (nominaal), rangcorrelatie/ Spearman (ordinaal data) of lineaire correlatie / Pearson (inteval schaal). Significantie van correlatie waarden bepalen Toetsen; oplossingsgerichte vragen/ meten van effecten/ evaluatie vragen: dit zijn hypothese toetsend gerichte vragen. Immers er wordt voor een bepaalde oplossing gekozen of er is gekozen omdat men van te voren bepaalde positieve verwachtingen heeft. Of de verwachting ook uitkomt moet getoetst worden.

Raadpleeg ook je boek B&G en eventueel andere literatuur over M&T DE VOLGENDE INDELING VOOR OPZET EN UITVOER IS OOK IN GEBRUIK (APA richtlijnen) 2. Methode Het doel is om gedetailleerd aan te geven hoe je dit onderzoek hebt uitgevoerd. Iemand anders moet in staat zijn jouw onderzoek op basis van de hier verstrekte informatie te repliceren. Schrijf op een professionele wijze. Het moet niet lijken op een school/klas project. Vermijd onnodige detailles zoals hoe je de invoer schema in SPSS hebt gemaakt , wat in de kolommen en rijen staat enz. 2.1 Subjecten/participanten Geef de deelnemers aan dit onderzoek aan, hoeveel, en op welke wijze zij werden geselecteerd. Voeg relevante informatie toe zoals gender, leeftijd, ethniciteit enz. Eventueel ook de beloning die werd verstrekt voor participatie 2.2 Materiaal/ meetinstrument/apparaat Beschrijf de materialen die werden gebruikt en hoe ze functioneerden in het onderzoek. Geef de dimensies/ variabelen/kenmerken aan die werden gemeten door de items. Wat is het doel van dit instrument. Geef hier geen beschrijving van de procedure 2.3 Design/ ontwerp (alleen wanneer er sprake is van een experiment, anders niet) Beschrijf het ontwerp en geef duidelijke de onafhankelijke en afhankelijke variabelen aan. Geef de niveaus van de onafhankelijke variabele aan. Beschrijf hoe deelnemers in groepen werden ingedeeld en de controle procedures. 2.4 Procedure Een samenvatting van elke fase in de uitvoering van het onderzoek, pilot fase, instructies. Gebruik descriptieve labels om groepen aan te geven dus bv de HIV groep i.p.v. groep 1 of de experimentele groep. Hoofdstuk III

Resultaten van een onderzoek

In dit hoofdstuk gaat het om de presentatie van de resultaten van het onderzoek dat bestaat uit drie onderdelen:  een samenvatting van de data betrekking hebbende op de gemeten kenmerk(en) of onderzoeksvragen: tabellen of grafieken  een analyse van de gepresenteerde data mbv de berekende statistische grootheden. Let wel geen letterlijke beschrijving van hetgeen de lezer zelf ook uit de tabel kan lezen.  een afsluitend gedeelte met betrekking tot de behandelde onderzoeksvraag Uiteraard zijn de te presenteren paragrafen hier weer gekoppeld aan de onderzoeksvragen. Tevens wordt bij elke presentatie vermeld hoe de data is samengevat bv bij totalen aangeven wat getotaliseerd is, hoe gemiddelde is berekend en wat gepresenteerd wordt in de tabel( gemiddelde scores of totalen), vooral bij klassificaties LET OP! Presentatie van de tabellen/grafieken Tabel / grafiek inleiden tabel/grafiek voorzien van een nummer tabel/grafiek voorzien van een duidelijk titel (‘geslacht’ alleen is onvoldoende, geslacht van wat, wie? )

-

de tabel mag niet te druk zijn, meegekopieerde rommels uit SPSS verwijderen, overzichtelijk maken kolommen benoemen en netjes presenteren, let op breedte, tekst /cijfer in het midden, niet terzake doende kolommen verwijderen, ‘valid’ verwijderen en toelichten in de tekst (heeft te maken met de antwoorden die gegeven zijn, wat niet voorkomt is niet gekozen door de respondent)

Analayse van de tabellen/grafieken/diagrammen de analyse/interpretatie houdt NIET in een letterlijke beschrijving van de tabel. Alles wat uit de tabel te lezen valt hoeft niet nog een keer beschreven te worden. Alleen opvallende zaken en zaken die achter de cijfers steken of een statistische samenvatting zoals, modus mediaan, rekenkundig gemiddelde, standaard deviatie enz. De betekenis van deze maten moeten aangegeven worden. Dus b.v. ‘modus =7’ is fout ; goed is ‘de meeste respondenten hebben aan faciliteiten ruim gegeven(modus=7)’ de significantie toetsen worden niet in een tabelvorm gepresenteerd maar de bevindingen worden in de tekst over de analyse verwerkt en aangegeven (zie B&G & v Dijkum). Deze tabellen mogen in de bijlage. Conclusies tav de tabellen/grafieken/diagrammen deze hebben alleen betrekking op het gepresenteerde Het resultaat hoeft niet noodzakerlijkwijs veel tabellen/ grafieken/diagrammen te bevatten of een tabel en een grafiek over hetzelfde. Er wordt een keus gemaakt voor een van de mogelijkheden op basis van wat het meest overzichtelijk is. Hier wordt gewerkt met een samenvatting van de data die betrekking hebben op de vraagstellingen cq onderzoeksvragen. Gedetailleerde data wordt in bijlagen gepresenteerd. Conclusie / dicussie / aanbevelingen Conclusie de conlusies hebben betrekking op de probleemstelling die wordt ondersteunt door de conclusies op de onderzoeksvragen. Hier wordt op basis van de bevindingen een antwoord geformuleerd op de gestelde vragen de conclusie bestaat niet uit een herhaling van de conclusies uit het vorig hoofdstuk Discussie voor de onderbouwing van de conclusie worden niet nog een keer de bevindgen van het vorig hoofdstuk herhaald, maar wordt nu ondersteuning gezocht bij soort gelijke onderzoeken, literatuur, theorie enz. het antwoord hoeft niet noodzakelijkerwijs positief te zijn het gaat hier om de betrouwbaarheid van de bevindingen. De conclusies worden kritisch besproken. Is het in overeenstemming met de literatuur/ andere onderzoeksresultaten / theorie/ ervaring/ hetgeen geconstateerd was/ in lijn van je verwachting enz. hoe betrouwbaar zijn jouw conclusies: waarom wel/niet. Denk aan je opzet en uitvoer, operationalisatie van begrippen, wijze van datverzameling enz. Aanbevelingen uit de kritieken op je eigen onderzoek haal je de aanbevelingen voor verder /nieuw onderzoek of op welke wijze het te onderzoeken probleem in het vervolg aangepakt zal moeten worden. T.a.v. het leeronderzoek of Toegepaste Methodenleer & Statistiek een evaluatie van de gekozen methoden en technieken Referenties: Alfabetisch. Website verwijzing en kranten artikelen apart opnemen

Bijlagen: met nummers en titels...