Axioma\'s pdf - axioma\'s PDF

Title Axioma\'s pdf - axioma\'s
Course Onderhandelen en bemiddelen
Institution Universiteit Gent
Pages 3
File Size 197.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 39
Total Views 129

Summary

axioma's...


Description

Axioma 1: je kan niet niet communiceren

- invloed is oneindig: gedrag is -

-

Axioma 2: elke communicatie heeft een inhouds-en relatieniveau

- relationele positie en zelfbeelden circulair-causaliteit • hoe iemand gezien wil worden - Wanneer mensen met elkaar Invloed werkt ook intrapsychisch We communiceren via de boodschappen uitwisselen (inhoud) zegt dat ook iets over hoe we naar elkaar buitenkant (zichtbaar), de kijken (relatie). binnenkant (onzichtbaar) wordt door de overkant geïnterpreteerd = • inhoudsaspect: effect (er is altijd invloed) ‣ De feitelijke informatie die wordt uitgewisseld • verschillend effect voor • betrekkingsaspect of interpersoonlijke verschillende overkanten percepties: • effect ≠ bedoeling ‣ Tussen personen = ‣ Bv. “wow, wat zie jij er goed interpersoonlijke perceptie uit vandaag!” “jij ook al, je bent al de 5e die me ‣ Tussen de regels lezen vandaag die opmerking ‣ Zienswijzen = interpersoonlijke percepties (Laing, Kenny) : belang geeft. Ik moet er anders wel voor de constructie van onze b heel slecht uitzien.” “lap, dan geeft een mens al eens • Rechtstreeks • Onrechtstreeks een compliment.” → er is een verschil tussen • GEEN percepties, maar bedoeling en effect. waarheden - In communicaties krijgt de inhoud van ➡ positieve bedoeling met een negatief effect boodschappen zijn betekenis door de interpersoonlijke percepties OF ➡ Het gaat ALTIJD over effect en nooit over interpersoonlijke percepties geven betekenissen aan de inhoud van bedoelingen boodschappen • de buitenkant hangt samen met de binnenkant (de Digitale taal = overeengekomen binnen bedoelingen) een bepaalde cultuur Iedereen is altijd aandeelhouder in MAAR feitelijke informatie wordt niet door het verloop iedereen op dezelfde manier begrepen. • uitzondering: Een zin krijgt een specifieke betekenis normoverschrijdend gedrag: er door intonatie (analoge taal) zijn morele grenzen bv. teken een boom: digitale taal: overeengekomen binnen een cultuur wat een boom is maar feitelijke situatie wordt niet door iedereen op dezelfde manier begrepen hoewel het wel hetzelfde concept is. Sommige tekenen een dennenboom anderen een treurwilg.

Axioma 3: elke interpunctie is arbitrair

- in een eindeloze stroom van

-

-

beïnvloeding is elk beginpunt (interpunctie) een “willekeurige” keuze WAARHEIDSAXIOMA: ‘de’ waarheid bestaat niet, wie gelijk heeft is irrelevant. • Wanneer mensen emotioneel zijn gaan ze nog meer overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Mensen zien vanuit hun standpunt oorzaak-gevolg relaties • Een verschillende interpunctie of ordening leidt tot verschillende opvattingen over de werkelijkheid.

Axioma 4: communicatie heeft een digitale en een analoge modaliteit - er is een taal voor die inhoud (digitale taal) en een taal voor de relatie (analoge taal) Je kan niet enkel digitaal - Digitale taal • Taal die overeengekomen is en door conventie is vastgelegd in codes (bv. non-verbaal is een rood licht, verbaal zijn woorden zoals boom, stoel) • Er is inhoud • Eenduidige betekenis • → digitaal: staat voor het geven van woorden aan objecten; - Analoge taal • Taal die niet overeengekomen is en niet door conventie is vastgelegd • Meerduidige betekenis • Voornamelijk nonverbaal • Brengt die relationele betekenis over (rijk aan betekenissen) • → analoog refereert aan non-verbale communicatie zoals lichaamstaal, gezichtsuitdrukking, gebaren, intonatie, …

Axioma 5: communicatie kan complementair en symmetrisch zijn

- communicatie is ofwel symmetrisch ofwel complementair • Symmetrische interactie: beide one up of one down - Zo weinig mogelijk verschil • Complementair: one up en one down - Zo veel mogelijk verschil - Nadruk op begrijpend karakter - Aanvullende posities

Fout

Axioma 1: je kan niet niet communiceren

Axioma 2: elke communicatie heeft een inhouds-en relatieniveau

Axioma 3: elke interpunctie is arbitrair

Axioma 4: communicatie heeft een digitale en een analoge modaliteit

Axioma 5: communicatie kan complementair en symmetrisch zijn

- proberen ontkomen door negatie - Proberen ontkomen door

- Inconsitentie - Betrekkingsblindheid

- niet zien dat beginpunt

- incongruentie: digitaal en

- starre complementariteit:

-

(zelf)diskwalificatie

Bemiddelaar

Bemiddelaar: bewust maken van invloed én van verschil binnen- en buitenkant - meningen worden naast elkaar gezet • De “schuld” is irrelevant - ongewenste effecten (antipathiek gedrag) kan samengaan met positieve bedoelingen. • Men kijkt altijd naar effect - ook de bemiddelaar heeft invloed: • De meervoudige partijdigheid • Bemiddelaar herkent invloed tussen cliënten (balkonpositie 1) ÉN eigen invloed (balkonpositie 2) ‣ Balkonpositie 1: je ziet welk effect partijen hebben op elkaar en welk effect jij als bemiddelaar op de partijen. ‣ Balkonpositie 2: bemiddeling is tussenkomen op metaniveau (actie)

- De bemiddelaar maakt onderscheid -

-

tussen inhoudelijke en relationele conflicten De bemiddelaar herkent signalen hoe iemand gezien wil worden door de bemiddelaar en andere cliënten en geeft gepast erkenning Bemiddelaar dient soms “strijd” te voeren met cliënten waardoor zelfbeeld als deskundige onder vuur komt te staan

arbitrair/willekeurig is. Je ziet uw eigen gedrag enkel als reactie op de ander → escalerende symmetrie

- De bemiddelaar heeft zelf -

eigen waarden en normen maar deze overheersen niet De bemiddelaar formuleert hypothesen en geen waarheden.

analoog komen niet overeen • Dit geeft verwarring “nee, ik heb het echt niet gedaan.”→ verwarring

- De bemiddelaar luistert én kijkt om storingen op te merken en er iets mee te doen

kans op onevenwicht

- escalerende symmetrie: kans op escalerend effect • Escalatie gebeurt als men zijn eigen invloed niet meer ziet. Je ziet niet meer dat je invloed hebt dus blijft maar herhalen wat je al deed. Dan is er geen sprake van interpunctie.

- bemiddelaar stelt zich -

wisselend leidend en volgend op Bemiddelaar werkt ook metacomplementair

- OPLOSSING: metacomplementariteit • = communicatie over communicatie • = bespreken hoe de communicatie verloopt

Bemiddeling

Axioma 1: je kan niet niet communiceren

Axioma 2: elke communicatie heeft een inhouds-en relatieniveau

- Met kleine w-vragen peilen men

- de onderhandelaars zeggen iets (inhoud) - een waarheid is slechts één

naar effecten (beschrijvend) en met grote W-vragen peilt men naar bedoelingen (verklarend)

-

op een bepaalde manier (relatie) in een bepaalde context elke onderhandelaar wil zich erkend voelen in zijn fundamentele zelfbeelden en in de relatie

Axioma 3: elke interpunctie is arbitrair

-

mogelijke ordening Oneindig veel ordeningen van één realiteit Gelijk is irrelevant Bij hevige emotie is het zien van andermans waarheid moeilijk

Axioma 4: communicatie heeft een digitale en een analoge modaliteit

- onderhandelaars wisselen

-

continu boodschappen zonder woordeen - vaak rond het betrekkingsniveau Reactie van een onderhandelaar wordt mee bepaald door hoe analoge taal van de ander begrepen werd

Axioma 5: communicatie kan complementair en symmetrisch zijn...


Similar Free PDFs