BEENDEREN vanaf p 80 PDF

Title BEENDEREN vanaf p 80
Course Anatomie 2
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 6
File Size 350.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 30
Total Views 152

Summary

beenderen vanaf p80...


Description

De beenderen: Talus, sprongbeen Kop distaal; plantair 3 articulaire vlakjes; lateraal proc lateralis tali Beschrijving: - Bovenzijde: trochlea tali. Koepel dorsoventraal convex, laterolateraal concaaf, hoogst fibulair, breedst vooraan. Verderzetting gewrichtsvlak nr lateraal en mediaal. - Laterale zijde: sulcus tali verdwijnt a onderzijde bot. Nr boven gerichte punt =proc lateralis tali. Eronder = gewrichtsbanden. - Mediale zijde: caput, collum + corpus tali. Onderaan gewrichtsbanden. - Achterkant: proc posterior tali - Onderkant: verderzetting sulcus tali. Verloopt lateraal dr in sulcus tendinis musculi flexoris hallucis longi. 3 gewrichtsvlakjes: posterior, anterior en media. - Voorzijde: caput tali, mt facies art navicularis + facies art pro ligamento calcaneonaviculare.

caput tali

collum tali

Calcaneus, hielbeen Distaal art korte zijde; craniaal suclus tss art vlakken; mediaal uitspringend platvorm Beschrijving: Facies art talaris anterior = meest anterieure, mediale en craniale punt. Dr dunne sulcus gescheiden v facies art talaris media. Groter, hoger en meer nr voor gericht. Facies art talaris posterior achter en lateraal v vorige. Tuber calcanei vormt beenderige ondergrond hiel = achter en onderaan. - Mediale zijde: sustentaculum tali mt sulcus tendinis musculi flexoris hallucis longi. - Laterale zijde: proc trochlearis mt sulcus tendinis musculi peronei longi eronder. - Onderkant: proc laterale en mediale v tuber calcanei. - Voorkant: facies art cuboidea

Os naviculare (pedis) - Proximaal: concave art zijde: facies art talaris. - Distaal: art zijde mt 3 deelopp. Facies articuleren mt os cuneiforme. 3-hoekig + gemeenschappelijk raakpunt op distale onderrand. - Mediaal: tuberositas ossis navicularis - Lateraal: kleine opp vr os cuboideum

Os cuneïforme 3 wiggebeentjes, medium, intermedium en laterale. Grootste art zijde = distaal, kleinere art mt os naviculare, prox. Doorsnede 3-hoekig mt kam dorsaal vr mediale, plantair vr intermedium en laterale beentje. Samen = boog Beschrijving: - Mediale: grootste, dorsale kam + lateraal gewrichtsvlak vr intermedium. Distaal gewrichtsvlak mt

metatarsaal I en II - Intermedium: kleinste bot, plantaire kam. Art mediaal mt mediale os cuneïforme, lateraal mt laterale os cuneïforme en distaal mt metatarsaal II. - Laterale: middelgrootste botje, plantaire kam. Art mediaal mt intermediare os cuneïforme en distaal mt metatarsaal III

Os cuboideum - Bovenzijde: ruw - Lateraal: sulcus tendinis musculi peronei longi. Geeft idee verhouding bot mt os calcaneum en idee over verloop v pees die er in ligt. - Onderzijde: tuberositas ossis cuboidei, prox v sulcus - Mediaal: gewrichtsvlakken vr os cuneïforme laterale en os naviculare. Geeft idee over verhouding v bot mt aangrenzende beenderen. - Achterzijde: zadelvormig dak vr calcaneus - Voorzijde: 2 verdeeld gewrichtsvlak vr metatarsaalbeentjes IV en V

Ossa metatarsi Algemene vorm: prox basis, art mt beenderen voetwortel, corpus en distale caput dat plantair doorloopt. Te onderscheiden v metacarpalia dr: * langer en slanker * duidelijk 3hoekig facies art op basis * getorseerd, caput parasagittaal, mediale zijde nr prox sterk nr plantair gewend Beschrijving: Metatarsale I: breder, korter, nt getordeerd. Laterale en plantaire zijde tuberositas ossis metatarsalis I, art mt os cuneïforme mediale. Metatarsale II: mediale zijde art opp vr os cuneïforme mediale. Prox art opp mt os cuneïforme intermedium. Basis articuleert mt basis metatarsaal III Metatarsale III: art aan prox zijde mt os cuneïforme laterale, mediaal mt basis metatarsaal II en lateraal metatarsaal IV Metatarsale IV: art prox mt os cubiodeum. Basis art mediaal mt metatarsaal III en lateraal mt basis metatarsaal V. Metatarsaal V: art prox mt os cuboideum. Basis art mt basis metatarsaal IV. Lateraal enkel tuberositas Phalangen: korter en breder dan hand. Voor de rest volledig homoloog. Sesamoidbeentjes: zeer talrijk. - plantaire zijde caput metatarsale I = 2 sesamoidbeentjes. - andere = variabel.  spelen belangrijke rol vr spierfunctie en als aanhechtingspunten.

De beenverbindingen: 1° Articulatio talocruralis Gevormd dr 3 beenderen: onderzijde tibia en fibula vormen furca malleorum. Bestaat uit art, mt kraakbeen beklede facies art malleolaris en facies art inferior tibiae, en facies art malleoli fibulae. Bijeengehouden dr syndesmosis tibiofibularis. Trochlea talus gevormd dr 3 vlakken: facies proximalis, -malleolaris medialis, - malleolaris lateralis. Trochlea langer dan furca malleorum.

Statum fibrosum v capsula art hecht op talus en voorzijde tibia. Hecht verder op kraakbeenrand. Malleoli = extra-articulair! Ligamenten aanwezig aan binnen en buitenzijde gewricht. Voor en achterzijde kapsel zeer dun, dr pezen overdekt. Vooraan de lange strekkerspezen; achteraan dr lange buigers en meer opp Achillespees. Zijdelingse banden hecht op 1 punt op malleolus nr talus. 3 laterale versterkingen: - Ligamentum talofibulare anterius: horizontaal nr voor, nr talus - Ligamentum calcaneofibulare: verticaal + licht nr achter nr calcaneus georiënteerd. Mediale versterkingen = samen Lig deltoideum, 3hoekige band vastgehehct op malleolus: - pars tibionavicularis: voorste rand, uitstrekt tot os naviculare - pars tibiotalaris anterior: horizontaal nr voorste uiteinde talus - pars tibiocalcanearis: brede band verticaal afdalend nr sustentaculum talare - pars tibiotalaris posterior: ± horizontaal nr dorsaal, nr achteruiteinde talus WERKING: mediaal lig dempt abductie; lateraal lig dempt adductie BEWEEGLIJKHEID: as laterolateraal - plantaire flexie: smallere deel trochlea tss vork. Art opp trochlea smaller. Syndesmosis tibio-fibularis ontspannen en gewrichtsbanden verzekeren stevigheid v gewricht. /p/ ab en add v voet bij plantaire flexie mogelijk. - dorsale flexie: voorste deel trochlea in furca gekneld. Voorste deel breder dan achterste. Syndesmosis tibiofibularis aangespannen dr neiging om tibia en fibula uit elkaar duwen. /p/ abd en add voet onmogelijk. Wnnr toch mogelijk = breuk malleoli afgebroken fragment kantelt onder druk v hand, of scheur syndesmosis. Dorsale flexie voet abd en add geforceerd kan syndesmosis beschadigd w.

2° Articulatio talotarsalis of subtalaris Onder talus soort kogellager. 2 delen: art talocalcanea EN art talocalcaneonavicularis Bovenste gewrichtvlakken tot 1 been, talus  onderste gewrichtsvlakken tot 1zelfde systeem behoren. Theoretisch meest beweeglijke gewricht, MAAR herleiden tot minst beweeglijke gewricht! Vlakken per gewricht: - Art talocalcanea: 1-assig draaigewricht. Calcaneus = convexe facies art talaris posterior. Talus = concave facies art calcanea posterior - Art talocalcaneonavicularis: kogelgewricht. Gewrichtspan = complex, volgende elementen: * facies art talaris v os naviculare * facies art talaris media en anterior v calcaneus * fibro-cartilago calcaneonavicularis gespannen tss calcaneus en tuber ossis navicularis Gewrichtskop: meedere delen: * facies art navicularis v caput tali * facies art calcanea media en anterior tali * facies art pro ligamento calcaneonaviculare tali Pan en kop bekleed mt kraakbeen. Beide gewrichten EIGEN kapsel!

Ligamenten: 3 lig vast op talus en meer distaal: - Ligamentum talocalcaneum interosseum: krachtigste en in sinus tarsi tss tali en calcaneus gespannen tot tegen pars tibiocalcanea v lig deltoideum, achter sustentaculum tali. Deelt art talotarsalis in 2. - Ligamentum talocalcaneum anterius, posterius, mediale en laterale: gespannen tss talus en calcaneus. - Ligamentum talonaviculare: minder krachtig 2 ligamenten tss calcaneus en meer distale tarsusbeentjes. - ligamentum calcaneonavicluare plantare: tss tuberculum ossis naviculare en voorrand sustentaculum talare. Boven bedekt dr fibrocartilago calcaneo-navicularis. Groot belang vr ophouden voetgewelf! - ligamentum bifurcatum: op voetrug. Van dorsale zijde calcaneus, lateraal uit sinus tarsi tevoorschijn. Splitst in 2 takken: ene dorsale zijde v os naviculare; andere dorsale zijde os cuboideum

BEWEEGGLIJKHEID: eenassig draaigewricht. Meest beweeglijke gewricht, herleid nr minst beweeglijke gewricht. inversie-eversie: 20° Beweeglijkheid beide art talocruralis en talotarsalis combi v scharnier- en draaigewricht. Bovenste gewricht = scharnier; onderste = beperkte in- en eversie toe. excursielijn v mediaal nr lateraal. Plantairflexie + inversie = iets gemakkelijker. Eversie = breder dan inversie

Amphi-artrosen: overgangsvorm tss beweeglijk en onbeweeglijke beenverbindingen. ±vlakke articulatievlakken. 4 gewrichten: 1. Tss calcaneus en cuboideum 2. Tss ossa cuneïforme onderling en metatarsalen II en III 3. Tss ossa cuneïforme mediale en metatarsale I 4. Tss os cuboideum en metatarsalen IV en V Ook art tss metatarsus II en II en tss III en IV

3 Groepen ligamenten: -

-

-

Ligamenta interossea: 2 lig scheiden articulationes tarsometatarseae I van II-III en v IV-V.  lig intercuneïforme (II-III) interosseum  lig cuneocubiodeum interosseum  lig naviculocuboideum interosseum Ligamenta dorsalia:  lig tarsi dorsalia  lig tarsometatarseae dorsalia  lig metatarsa dorsalia Ligamenta planatria : hechten op calcaneus. Korte = krachtig, liggen dicht bij skelet.  lig calcaneocuboideum plantare lange  lig plantare longum: v tuber calcanei gespannen nr plantaire zijde basis laatste 4 metatarsalia. Overdekt peesschede M fibularis longus

BEWEEGLIJKEHID: gering, soms sommaties. Rotatie: max 15° +20° in articulatio talotarsalis. Eversie kleiner dan inversie Meer distaal = metatarsophalangeaal- en interphalangeaalgewrichten. Zelfde bouw als in hand. Metatarsophalangeaalgewrichten beetje anders. Van II-V overstrekken gemakkelijker dan hand. Bij I = sesamoidbeentjes belang vr functie onderste voetspieren die erop hechten. Lig metatarsum transversum profundum vebindt capita metatarsaalbeentjes langs plantaire kant.

Het voetgewelf Stevigheid en elasticiteit verzoend. Veroorzaakt voetafdruk. Alleen capita v metatarsalia, laterale voetrand en hiel raken grond bij gaan. Opgehouden dr /p/ en /a/ elementen: /p/: skelet voet, ligamenten (!calcaneonaviculare!) /a/ (tonisch): lange voetspieren (flexoren en extensoren); korte voetspieren (tonisch kussen tss skelet en onderhuids vetweefsel. !Steunzolen vr platvoeten enkel /p systeem gecorrigeerd! /a/ oefenen distale middenvoet zeker zinvol...


Similar Free PDFs