Examen Sportmanagement PDF

Title Examen Sportmanagement
Author Senne Smeyers
Course Spelers op de markt van de sport 1
Institution Hogeschool PXL
Pages 24
File Size 604.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 64
Total Views 135

Summary

powerpoint samenvatting...


Description

Examen Sportmanagement Deel 1: Sportmanagement Hoofdstuk 1: Wat is Sportmanagement? Wat is sport?: -

vrijetijdsbesteding voor merendeel wereldbevolking actief of passief sportindustrie

Volgens het strategisch plan voor Sport Vlaanderen (1997)? Een reeks van vergelijkbare activiteiten, waarin het bereiken van het doel ter wille van de activiteit zelf een belangrijke plaats inneemt en die elk met een zekere regelmaat en veelal in een specifiek organisatorisch verband, door één of meer personen worden verricht. Het gaat om een voldoende regelmatige en intense fysieke inspanning die van buiten uit waarneembaar is. Het gaat tevens om een gezondheisbevorderende activiteit, waarbij de supporter de bedoeling heeft zijn lichamelijke ontwikkeling te stimuleren of zijn lichamelijke conditie op peil te houden of te verbeteren, zonder dat zijn mentale of sociale weerbaarheid aangetast wordt Groei en professionalisering van de sport is de motor van verandering in? -

de productie de consumptie het management van de sport, sportevents en sportorganisaties

Definitie management? Management is het richting geven aan inspanning (van mensen) en middelen, zodat de vastgestelde doelen van een onderneming kunnen worden bereikt overeenkomstig het aanvaarde beleid. Wat is SPORTmanagement? -

het toepassen van technieken en strategieën uit het algemene management in de sportwereld focus op efficiënt aanbieden van sport en bewegen

Dit vereist kennis over: -

de kenmerken van sport en de sportwereld/sportindustrie de omgeving waarin sportorganisaties werken de verschillende types van organisaties in de publieke sector (overheid), de non-profit sector(middenveld) en de professionele sector van de sportwereld

Door welke factoren is de sportindustrie omringd?

Wat zijn de unieke eigenschappen van sport (Stewart & Smith, 1989)?: -

-

-

-

-

Ontwikkelen van irrationele passies  passie op basis van gevoelens, niet op basis van feiten vb: voetbalsupporter die logo van zijn favoriete ploeg laat tattoëren Verschil in het beoordelen van de prestaties vb: een ploeg kan goed presteren, maar niet winnen. Dat is iets wat veel supporters vergeten Competitief evenwicht vb: In JPL worden play-offs georganiseerd voor extra spanning, in NBA wordt dit ook gedaan Wisselende kwaliteit van sport( geen kwaliteitsgarantie mogelijk) vb: de ene dag kan een ploeg schitterende presentaties neerzetten, andere dag kan het zo slecht zijn Hoge graad van productgetrouwheid (supporters) vb: de meeste supporters blijven levenslang loyaal aan hun club, verkoop van fanitems, abbonementen, tickets Plaatsvervangende identificatie vb: (‘wij’  de rode duivels) Wij moeten deze match winnen om te kwalificeren voor volgende ronde Sportliefhebbers zijn buitengewoon optimistisch Sportorganisaties zijn relatief traag in het inzetten van moderne technologie (eerder conservatief, vasthouden aan tradities) vb: VAR, doellijn technologie pas tot over 2 seizoenen ingevoerd Beperkte beschikbaarheid (beperkt door seizoen) vb: Champions leaugue kan alleen gespeeld worden door ploegen die doorheen het hele seizoen prestaties hebben geleverd, niet elke ploeg kan er aan deelnemen

Wat zijn de unieke eigenschappen van sport?: -

dynamische sector cruciale rol van vrijwilligers gelijktijdige productie en consumptie (cocreatie) concurreren & samenwerken (spannende competitie) commercialisering & instrumentalisering

-

combinatie non-profit, markt en overheid in de sportsecto

Hoe ontwikkeld sport zich in de Lage Landen? Sport is een maatschappelijk randverschijnsel, het staat in het centrum van de samenleving sport is alledaags geworden port en maatschappij zijn onlosmakkelijk verbonden Er is een grote verscheidenheid aan vormen van sportbeoefening: -

topsport vrijetijdssport mediasport breedtesport prestatiesport participatiesport

Maatschappelijke veranderingen op volgende gebieden hebben ook effect in de sport: Demografisch: -

vergrijzing ontgroening verkleuring of multi-culturaliteit emancipatie in andere landen

Maatschappelijk of socio-cultureel: -

individualisering (informele sport) medicalisering commercialisering

In welke omgevingen kunnen sportorganisaties handelen? Globalisering: -

belangrijke factor in veranderingsproces van sportproductie en- consumptie zorgt voor betere communicatie tussen producenten en consumenten (live, tv, radio, krant, internet, smartphone,…)

Regeringen: -

Sport als middel tot nationalisme, sociale ontwikkeling, economische groei beleid en wetgeving (subsidies, wet op gokken, vergunningen, veiligheid) ondersteuning, controle en regulering van de sport(organisaties)

Professionalisering van sportmanagement: -

opleidingen combinatie business skills & specifieke kennis sportsector

Technologie en onderzoek: -

potentieel van technologische ontwikkelingen (prestatieverhogend, media, sportaccommodaties, …) impact op de toekomst

Wat zijn de 3 sectoren in de sportindustrie? 1. 2. 3. -

Overheid of publieke sector nationale, regionale en lokale overheden specialistische instanties, vb. Sport Vlaanderen  sportbeleid, subsidies Non-profit of vrijwillige sector lokale sportverenigingen overheidsinstellingen (inter-)nationale sportorganisaties, vb. Koninklijke Belgische Voetbal Bond (KBVB) Professionele en commerciële sector Topsportorganisaties (vb. IOC) sportgerelateerde organisaties (vb. Nike) organisaties van evenementen (vb. Golazo)

Er is sprake van overlapping tussen deze drie sectoren: -

subsidies door overheid aan non-profit opleiden van coaches, officials, bestuurders Overheid financiert bouw stadions  interessante omgeving ter investering en werkgelegenheid Non-profit levert talenten aan de sportbonden  sportbonden brengt sport op de markt voor toeschouwers

Op welk opzicht verschilt sportmanagement van andere gebieden van managementonderzoek? Bepaalde unieke aspecten uit het algemeen management: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. -

Strategic Management juiste keuzes maken voor goede prestaties op en naast veld inzicht in de principes van strategisch management toepassing in sportwereld Organisatiestructuur de juiste structuur voor een organisatie vinden communicatie en samenwerking mix medewerkers en vrijwilligers HRM (Human Resource Management- Personeelsmanagement) Zorg dragen over personeelsbestand (op en naast het veld) plaats van vrijwillegers Leiderschap anderen je visie laten volgen een team vormen, op en naast het veld Organisatiecultuur ongeschreven regels, waarden en normen overal aanwezig kan drijvende of remmende factor zijn Sportbestuur besluitvormende macht binnen de sportclub juiste beslissingen in functie van de toekomst Prestatiemanagement vaststellen van de resultaten analyseren en rapporteren

Hoofdstuk 2: Overheid

Definitie overheid: -

atructuur die samenleving regeert en reguleert aanbieder van sport

Verleden: -

Oudheid: Olympische spelen gefinancierd door Griekse stadstaten Middeleeuwen: Tornooien en gevechten georganiseerd door monarchie Industrialisatie/modernisatie: staat zorgde voor ruimer aanbod

Heden: -

Sportaccommodaties en-diensten trainingscentra topsporters (bouw & dagelijks functioneren) loon van duizenden coaches, wetenschappers en managers

Rol van de overheid en redenen voor overheidstussenkomst: Doel van de overheidstussenkomst in sport: 1. Het welzijn/ de welvaart van de samenleving bevorderen - wegen en verkeer (gunstig voor industrie- en dienstsector) - onderwijs (hogere opleidingen + hoger cultureel/commercieel niveau) - gezondheid (fitte en gezonde bevolking) 2. Het gedrag van de inwoners controleren d.m.v. wetten die zaken verbieden - anti-competitief gedrag van bedrijven - discriminatie en antisociaal gedrag van individuen: -De veiligheid van de sporters garanderen (vb. boksen) -Decreet op medisch verantwoorde sportbeoefening Sport biedt vele voordelen voor een maatschappij: -

aanzien gezondere bevolking economie sociale doelen (integratie, socialisatie, re-socialisatie,…)

+ zonder tussenkomst van de overheid zouden er te weinig middelen zijn voldoende redenen om in sport te investeren, maar vaak ook voldoende staatssteun door het beperkte budget.

Marktfalen en het aanbod van sportdiensten:

-

-

-

vrije markt: wet van vraag en aanbod marktfalen: wanneer de markten niet handelen in het voordeel van de gemeenschap of het land Hoe?:  volledige winst wordt niet gerealiseerd voor de bevolking  onvoldoende aanbod maatschappelijke wenselijke producten  teveel aanbod maatschappelijke niet-wenselijke producten Afweging tussen?: -Sociale voordelen (maatschappij) particulier voordelen (klant)  positief extern effect (sociaal > particulier) vb: GZH, sociale cohesie  negatief extern effect (sociaal < particulier) vb. milieuvervuiling, buurtoverlast, -Tekort aan sociale voordelen (integratie, sociale binding,…) zal niet worden rechtgezet door particuliere investeerders Oplossing?: overheid komt met subsidies Waarom subsidies?: markt enkel aandacht voor winstgevende activiteiten, ten nadele van de sportparticipatie van de bevolking

Publieke goederen?: -

zijn goederen die niet-uitsluitbaar en niet-rivaliserend zijn mensen kunnen niet uitgesloten of belet worden om het te gebruiken de consumptie van een publiek goed beperkt evenmin het vermogen van iemand anders om het te gebruiken (in tegenstelling tot een privaat goed) er zijn maar weinig echte publieke goederen

Voorbeelden: -

defensie vuurwerk supporteren voor de rode duivels

Sport als publiek goed: -

-

Publieke goederen/diensten kunnen na consumptie door één iemand ook nog door anderen worden geconsumeerd vb: beslissing om naar strand te gaan/ team supporteren zal andere mensen niet tegenhouden om dit ook te doen De beleving wordt intenser als er andere mensen in de buurt zijn substantieel voordeel voor de hele samenleving (niet uitsluitend) niet beperkt door hoge prijzen Maar: niet interessant voor investeerders ( geen garantie op winst) Oplossing: overheidstussenkomst met subsidies

Sport voor iedereen:

-

-

Gelijkheidsprincipe Maatschappelijke welvaart kan enkel bereikt worden als iedereen toegang heeft tot sport en recreatie:  om zijn gezondheid en fitheid te verbeteren  on zijn zelfbeeld te versterken  om aan het algemene sociale kapitaal bij te dragen Oplossing: overheidstussenkomst met subsidies  sportaccommodaties (betaalbaar)  subsidiëring van sportactiviteiten  doelgerichte programma’s voor achtergestelde groepen (G-sport, senioren, mensen in armoede,…)

Directe Indirecte overheidsfinanciering: Directe overheidsfinanciering: -

-

Subsidiëren en onderhouden van:  de in het algemenen niet-kostendekkende sportaccomodaties  diverse breedtesportinitiatieven Stimulans tot sporten gedeeltelijk afgewend op de overheid Reden: te hoge prijs in vrije markt

Indirecte overheidsfinanciering; -

Gesubsidieerde contractuelen (topsporters) topsportscholen Het steunpunt Sport, beweging en gezondheid Veiligheid bij sportwedstrijden gelden van de nationale loterij lage sociale zekerheidsbijdrage voor professionele sportbeoefenaars …

Regelgeving en controle: Controle en regulering op de levering van sportactiviteiten en subsidiëring van activiteiten Voorwaarden opstellen subsidiëringsreglement op gemeentelijk niveau (decreet 5/04/1995): 1. aanstellen van één of meerdere sportfunctionarissen 2. installeren van een gemeentelijke sportdienst met tewerkgesteld personeel 3. beheren van sportinfrastructuur Voorbeelden: -

bouw sportaccomommodaties (veiligheidsvoorschriften) gedrag van toeschouwers (alcohol en geweld) beoefening van sport in goede banen leiden (vb. boksen of paardensport)

Overheidsfalen ook mogelijk: -

Ingreep overheid leidt niet steeds tot resultaat

-

Kan ook leiden tot minder efficiënte allocatie van middelen en diensten Diverse oorzaken mogelijk:  Electoraal voordeel in ruil voor bepaalde beslissingen door een persoon met een publieke mandaat (vb. aanbesteding investering sportaccomodatie)  Korte termijn visie (bouw infrastructuur OS)  Gebrek aan flexibiliteit en innovatie van een overheid  …

Hoofdstuk 3: Non-Profitsector Wat is de non-profitsector: -

informeel en vrijwillig institutioneel gescheiden van de staat keren geen winst uit aan de eigenaren (aandeelhouders fitness) zelfbesturend grote bijdrage door vrijwilligers erkenning als rechtspersoon vb. sportclubs, federaties

Wat is een rechtspersoon?: -

Een rechtspersoon is een volwaardig en handelingsbekwaam persoon die leningen, verzekeringen, investeringen kan aangaan zonder persoonlijk risico. VZW: vereniging zonder winstoogmerk (non-profit) VOF: vennootschap onder firma (profit) BVBA: besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (profit) NV: naamloze vennootschap (profit) FV: feitelijke vereniging

 73% van de sportclubs die aangesloten zijn bij een unisportfederatie zijn een v.z.w  het verkrijgen van een v.z.w.-statuut is in bepaalde steden en gemeenten belangrijk om subsidies te verwerven Non-profitsector in de samenleving: Functie: -

maatschappij ontwikkelen tegemoet komen aan de behoeften van de aanwezige groepen voortbrengen van publieke goederen

Hoe ontstaan?: -

diensten aanbieden die niet door overheid of markt worden aangeboden

Geleid door vrijwilligers  soms/zelden ondersteuning door een betaald bestuur

Hoofddoel?:

-

aanbieden van een dienst voor een specifieke bevolkingsgroepen of in een specifieke geografische regio  zeer verscheiden activiteiten (sport tot ondersteuning medische sector) Grote verschillen in: -

inkomstenbronnen kosten aantal betaalde en vrijwillige medewerkers de verfijning van het managementsysteem

Problemen: -

-

-

Financiering:  subsidies van de overheid  niet genoeg geld: sponsering, toeschouwers,… niet in staat hun missie in te vullen door een tekort aan:  vrijwilligers  bestuursleden  duurzame financiering Besparingen vanuit de overheden

Unieke aspecten non-profit organisaties (Statistics Canada, 2004): Effect: -

-

betrokkenheid burgers  mogelijkheid om hun talent, energie en tijd in te steken in groepsactiviteiten en doelen die niet worden aangeboden door de publieke of particuliere sector. Versterken van lokale, regionale, nationale en mondiale gemeenschappen

Middelen: -

geleid door vrijwilligers met tijd en geld v/d vrijwilligers

De Non-profitsector en sport:

-

-

-

Koepelorganisaties –Vb. VSF (de Vlaamse Sportfederatie)  onafhankelijke overkoepelende organisatie  behartigen van de belangen van de sportsector Organisatoren van sportevenementen  IOC (Internationaal Olympisch Comité)  Commonwealth Games Federation Specifieke doelgroepen  IPC (International Paralympic Committee) Sportfederaties & sportclubs: verantwoordelijk voor  het management  de administratie  de ontwikkeling van een sport op…     

Globaal vlak Nationaal vlak Regionaal vlak Provinciaal vlak Gemeentelijk vlak

Bestuursorganisaties in de sport Functie: -

voorzien sportcompetities voorzien mogelijkheden om deel te nemen aan sportevenementen

Voor wie?: -

voor hun leden voor leden van het publiek

Gemeenschappelijk kenmerk: -

Non-profitfocus: sportkansen voor hun leden faciliteren

De omgeving van de sportvereniging -

-

-

Enorme diversiteit in sportclubs:  Verschillende functies, structuren, middelen, waardes en ideologieën  Enorme reeks mogelijkheden om betrekken te zijn met sport Meestal UNIsport = 1sporttak Recreatiesport > wedstrijdsport functioneren met minimum aan personeel, structuur, inkomsten en uitgaven Hangen van kleine groep mensen af voor dagelijks bestuur (=vrijwilligers) Inkomsten enkel uit lidgelden (clubs), soms ook subsidies (federatiess)   DUS: Autonome organisaties

De meeste sportclubs zijn aangesloten bij een erkende sportfederatie

-

-

-

-

-

Om leden aan competitiesport te laten deelnemen, moet de sportclub aangesloten zijn bij een sportfederatie Multisportclubs moeten bij meerdere federaties aangesloten zijn Kleine sportclub  200 De grote sportclubs zijn eerder aangesloten bij een unisportfederatie, de minderheid bij een recreatieve sportfederatie Afhankelijk van vrijwilligers voor:  beheer van de club of federatie  coaching  taken van officials  assistentie bij trainingen  werkzaamheden rond wedstrijden  fondsenwerving Beheerders/ bestuurders:  Verantwoordelijk voor de leiding, richting en supervisie van de organisatie  Functies:  voorzitter (werkwijze bestuur, strategie, coördinatie bestuur,…)  secretaris (administratieve schakel tussen leden en bestuur)  penningsmeester (beheer budget)  coördinator van de vrijwilligers (planningen, recruteren) Coaches:  betaald of onbetaald  de vaardigheden en kennis van de atleten uitbreiden  rolmodellen  sportkaderopleiding Officials:  scheidsrechters, juryleden, timekeepers  meestal onbetaald  kritieke positie in sportclubs  moeilijk te vinden: vragen veel tijd en geven weinig erkenning  opleiding en training voorzien Algemene vrijwilligers:  fondsenwerving  helpen op matchdagen (parking, stewards,…)  de clubmarketing (website, flyers,…)  een bestaande link met de club: ouder, vriend, familielid, collega,…  vooral in jeugdsport  Actua: daling in het aantal vrijwilligers

Vrijwilligers in Vlaanderen (VSF, 2013)

-

-

geen daling van het aantal vrijwilligers wel rekruteringsproblemen bij  bestuurders  officials nood aan:  Flexibiliteit  Verbeterd sportmanagement: stappenplan naar een vrijwilligersvriendelijke club

Overheidsinmenging: -

Aanzienlijke subsidies gaan naar de non-profit sport organisaties ter ondersteuning van zowel top-als breedtesport Achterliggende reden: de manier waarop de non-profit sportsector werkt beïnvloeden Toenemende onderlinge afhankelijkheid van de overheid en de sportorganisaties om samen sportprogramma’s te ontwikkelen  VB: Australie  Volunteer Management Program  VB : Sport Engeland : ontwikkeling van compleet sportconcept  actief en succesvol sportland als doel

Problemen voor de non-profitsector: 1. 2. 3. 4. 5.

Afhankelijkheid van vrijwilligers voor coaching, bestuur en officials De juridisering van de samenleving en de bijhorende kosten van verzekeringen trend naar sportdeelname in lichte gemeenschappen Capaciteitsproblemen: beperkingen voor clubs (accommodatie) De complexiteit van het beheer en management van deze organisaties

Wat is professionele sport?: -

-

-

-

-

= betaalde sport Wereldwijd:  duurste, meeste zichtbare en bekeken sportactiviteit  merendeel van de media-aandacht  merendeel sponsorgelden en bedrijfssteun Profsporters= culturele beroemdheden gevoed door lokale, regionale, nationale en overheidafhankelijke sportorganisaties  trainen van sporttalenten  stadia, TV-rechten in functie van de toeschouwers Onderdeel van nationale identiteit  ons dagelijks leven is doorweven van topsport  sportproductie en-consumptie  voor vele mensen een uitlaatklep (identificatie) Onderdeel van culturele en commerciële consumptie  Olympische sp...


Similar Free PDFs