her begrijpend lezen PDF

Title her begrijpend lezen
Course Taak van de leerkracht
Institution UC Leuven-Limburg
Pages 17
File Size 1.3 MB
File Type PDF
Total Downloads 46
Total Views 148

Summary

herexamen van taal. boeken uit de bib en school....


Description

UC Leuven Limburg Lerarenopleiding Lager onderwijs

Voorbereiding les begrijpend lezen Naam student: Titel gekozen informatieve kinderboek en auteur: Het vliegtuigenboek van Jan Van Der Veken Thema van het boek/de les: Van ontwerp tot vlucht Lesvoorbereiding + tekstfragment(en) + werkblad

Doelen: 

Situering in de eindtermen:

Nederlands - Lezen 3.5: de leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie ordenen die voorkomt in: voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedieën. Nederlands – Strategieën: de leerlingen kunnen bij de eindtermen luisteren, lezen, spreken en schrijven de volgende strategieën inzetten: o 5.1 zich oriënteren op aspecten van de luister-, lees-, spreek- en schrijftaak: doel, teksttype en eigen kennis, en voor spreken en schrijven ook op de luisteraar of lezer o 5.2 hun manier van luisteren, lezen, spreken en schrijven afstemmen op het luister-, lees-, spreeken schrijfdoel, en voor spreken en schrijven ook op de luisteraar of lezer o 5.3 tijdens het luisteren, lezen, spreken en schrijven hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel o 5.4 het resultaat beoordelen in het licht van het luister-, lees-, spreek- en schrijfdoel Nederlands: attitudes 4.8: De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: o luister-, spreek-, lees- en schrijfbereidheid 

o plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven Situering in het leerplan: TOmn3 Actief deelnemen aan een gesprek • Gesprek in kleine kring of groep • 9-12j Gesprekken voeren en discussiëren met leeftijdsgenoten en bekende volwassenen over onderwerpen uit de leefwereld, over abstractere schoolse onderwerpen, over bekende of behandelde onderwerpen uit de ruimere omgeving:  eigen mening vergelijken met die van anderen, onderscheid maken tussen mening en feit, een eigen mening naar voor brengen, kritisch reageren, passende argumenten naar voor brengen …  zelf gespreksbeurten verdelen, een gesprek inleiden en afronden, oplossingen zoeken als een gesprek vastloopt, de inbreng van alle gesprekspartners respecteren …  het gesprek samenvatten in eigen woorden TOsn1

Een schriftelijke boodschap verwerken • Informatie ordenen, verbinden of samenvatten (uit verhalen en informatieve teksten uit kinderliteratuur, schoolboeken en andere media) • 9-12j Met hulp van de leraar leesstrategieën steeds strategischer inzetten  verbinden met voorkennis over teksten en tekststructuren, over woordsoorten en

    

woordbetekenissen … belangrijke woorden, zinnen, beelden, relaties … markeren in de boodschap relaties in de boodschap ontdekken (oorzaak-gevolg, middel-doel, deel-geheel, verwijsrelaties) overleggen met anderen over de conclusie van de boodschap reflecteren over de gebruikte leesstrategieën …

TOsn2

Voldoende vlot kunnen lezen om leeftijdsadequate teksten te begrijpen • 7-10j Afhankelijk van de leesvaardigheid en van de context een voor hen bestemde tekst hardop, fluisterend of stil lezen

TOsn3

Een schriftelijke boodschap overbrengen • Een verslag schrijven (over gebeurtenissen, (voor)gelezen verhalen of teksten • 9-12j Steeds complexere boodschappen voor een gevarieerd lezerspubliek (zichzelf, leeftijdsgenoten en vooral bekende volwassenen) schrijven:  onderwerpen uit de leefwereld  abstracte schoolse en zakelijke onderwerpen  bekende of behandelde onderwerpen uit de ruimere omgeving

Beeldvorming: -

4e leerjaar: 22 jongens en meisjes Ze houden van actie, maar niet zo van lezen

-

Doorgaans zijn ze weinig gemotiveerd voor de lesjes begrijpend lezen zoals die in de handleiding staan. De meesten kunnen goed vragen op beschrijvend niveau oplossen, maar hebben moeite met het begrijpen van een tekst op een ‘hoger’ niveau (structureren en beoordelen).

Uitwerking aanbod:

Inhouden 1. AANKNOPING 1.1. Het grootste vliegtuig ter wereld:

Aanpak 1.1. Klasgesprek: a)

Introductie:

-

Leerkracht toont een foto van het grootste vliegtuig ter wereld.

-

Hebben jullie al eens in een vliegtuig gezeten? Was dit ook zo een groot

-

https://schooltv.nl/video/het-grootstevliegtuig-ter-wereld-twee-verdiepingen/ Airbus A380: -> 80m spanwijdte vleugels -> 73m lang -> 24m hoog -> 500 ton gewicht = 165 olifanten -> 525 passagiers -> 2 verdiepingen -> 24 personen crew

1.2. Het boek: - Titel: Het vliegtuigenboek

vliegtuig? -

Ik vertel hun dat dit het grootste vliegtuig ter wereld is en zet het filmpje op.

b) Gesprek:

-

Informatief boek van ontwerp tot vlucht Cover: vliegtuigen

-

Ik heb jullie gisteren een voorleesverhaal verteld. Waar ging het over?

-

Ik laat hun het boek zien en zeg erbij dat de jongen dit boek zeker en vast ook gelezen

-

Zijn jullie ook nieuwsgierig hoe zo een groot

zou hebben. vliegtuig kan bewegen in de lucht? Of wie weet hier al iets van? 

Inbreng van de leerlingen

1.3. Leesdoel: - Aan de hand van de tekst te achterhalen hoe een vliegtuig beweegt in de lucht mede dankzij de 3 roeren: rolroer-richtingsroer en hoogteroer. 2. KERN 2.1. Tekst (zie bijlage) Mogelijke moeilijke woorden: -

Acrobaten

-

Luchtweerstand

c)

Afronding:

-

Jullie krijgen van mij een stukje tekst uit het boek. Na het lezen van deze tekst zal dat jullie allemaal duidelijk worden.

2.1. Parallel groepswerk: a) De instructie: -

We vormen drie groepjes van vier leerlingen

-

We vormen groepjes zodat jullie mekaar

en twee groepjes van vijf leerlingen.

-

Gestroomlijnd

-

Vliegbevorderende krachten

kunnen helpen bij het oplossen van de

-

Niet-vliegbevorderende krachten

vragen en het bouwen van een vliegtuig.

Werkblad 1: zie bijlage

-

Jullie krijgen van mij het eerste deel van de tekst. Deel jullie tekst op aan het aantal leerlingen van jullie groep en lees ieder een stukje voor aan mekaar.

-

Na het lezen van de tekst lossen jullie de vragen op. Zoek eerst zelf het antwoord en overlig dan in groep.

-

Ieder groep krijgt een woordenboek en ook een iPad, die laatste heb je nodig voor het bouwen van een vliegtuig.

-

Jullie mogen ook je schaar nemen want die zal je nodig hebben om bepaalde delen aan te brengen op je vliegtuig.

b) De uitvoering: -

De leerlingen lezen in groep de tekst.

-

Ze overlopen vraag en vraag en zoeken het antwoord in de tekst en overleggen met mekaar het gevonden antwoord.

Richtingsroer: aan de staart zit een verticaal

-

richtingsroer, hierdoor kan het vliegtuig gieren.

woordenboek als ze ze niet vinden in de

Hoogteroer: horizontaal deel van de staart waardoor het vliegtuig kan stampen.

Moeilijke woorden zoeken ze op in het tekst.

-

Leerlingen ondersteunen elkaar door elkaar

Rolroeren: zitten aan het uiteinde van de vleugels en

te helpen bij het oplossen van de vragen en

die zorgen dat het vliegtuig kan rollen.

het vouwen van het vliegtuig a.d.h.v. een stappenplan. -

Ikzelf wandel rond in de klas ik ondersteun

-

De leerlingen brengen de onderdelen aan

en stuur de leerlingen bij waar het nodig is. op het vliegtuig dat ze gevouwd hebben. -

Ze gebruiken de schaar om vorm te brengen in het vliegtuig en de toeren op het vliegtuig te voorzien.

-

Enkele voorbeelden van denk stimulerende vragen die de leerkracht kan gebruiken zijn:

-> Hoe heet het roer op het verticale deel van de staart? Waar vind je dat in de tekst? -> Waar maak je dat aan jouw vliegtuig? -> Lees dit stukje even opnieuw. -> zijn er aan de vleugels ook roeren? Waar vind je dat terug in de tekst? ……. c) De rapportering: -

Ieder groepje vertelt waar ze het moeilijk mee hadden.

-

Één leerling mag het resultaat tonen en duidt de drie roeren aan op zijn/ haar vliegtuig.

-

Nadat de leerling het antwoord heeft gegeven plak ik de afbeelding op het bord waarop de drie roeren staan.

2.2. Tekst: Zie bijlage

2.2. Individuele opdracht: a) Instructie:

Leesdoel: Een roer van een conventioneel vliegtuig dient om

-

de werking van de rolroeren die het

het toestel van positie te laten veranderen. Een vliegtuig heeft verschillende soorten roeren.

Jullie krijgen van mij opnieuw een tekst over vliegtuig doen draaien.

-

Lees de tekst individueel en pas wat je leest toe op je vliegtuig.

-

Het gevonden antwoord noteren jullie toe op werkblad 2.

b) uitvoering: -

De leerlingen lezen de tekst, hetgeen ze lezen en op het werkblad gevraagd wordt passen ze toe op hun vliegtuig;

-

Ik loop rond en vraag ondertussen om

hetgeen ze lezen voor te doen met hun vliegtuig. -

Bij moeilijkheden laat ik hun korte stukjes opnieuw lezen.

-

Ik kijk dat iedereen al handelend de tekst uitvoert.

-

De leerlingen noteren op werkblad 2 de oplossing die ze gevonden hebben.

Rolroeren: gebruikt de piloot om een bocht te maken. -> ze bewegen zich tegengesteld van elkaar. -> naar rechts, linkerrolroer naar beneden. Richtingsroer: bedienen met een voetenstuur. -> het dwingt de neus van het toestel in de juiste richting.

c) Correctie: -

Één leerling komt naar voor en vertelt al handelend hoe een piloot een bocht naar links of naar rechts maakt en wat hij dan doet met de rolroeren en richtingsroer.

AFRONDING 3.1. Zelf vouwen van vliegtuigen:

3.1. Partnerwerk: a) De instructie: -

Jullie mogen duo’s vormen.

-

Vooraan in de klas liggen verschillende stappenplannen van vliegtuigen.

-

Jullie mogen een keuze maken of indien jullie een vliegtuig zonder plan kunnen bouwen, mag dit ook.

-

Vergeet zeker niet op de vliegtuigen de roeren te tekenen en te voorzien. Dit hebben we nodig om de richting van het vliegtuig te bepalen.

-

Straks kijken we welk duo zijn vliegtuig het verst geraakt en in de juiste richting. Goed

vouwen is dus belangrijk. b) De uitvoering: -

De duo’s maken aan de hand van hun stappenplan een papierenvliegtuig.

-

De roeren worden ook aangebracht.

-

Ik wandel rond en kijk dat er samenwerking is bij het maken van het vliegtuigje.

c) De rapportering: -

Als elk duo klaar is gaan we naar de sporthal en ieder duo pakt zijn papierenvliegtuigje mee.

-

We doen samen een wedstrijdje om te

-

Moeilijkheidsgraad : om het vliegtuig naar

kijken welk vliegtuigje het verste gaat. - overleggen in duo en keuze maken van een

links of rechts te laten vliegen en de roeren

model

dus ook gevouwd moeten worden.

- stappenplan kunnen aflezen - samenwerken - afstand meten met de grote meetlat en uitdrukken in meters en centimeters

Benodigdheden voor dit aanbod (materiaal, visualisaties bordstructuur e.d.) Woordenboek Tekst 1 en 2 iPad opdrachtenblad 1 en 2 blad papier schaar meetlat Verantwoording vanuit het kader voor de krachtige taalleeromgeving (3 cirkels) -

Betekenisvolle taken: Functioneel: o

Deze les wordt functioneel gemaakt doordat de leerlingen worden gestimuleerd om hun zelfgebouwd vliegtuig te voorzien van de roeren en hun werking. Dit is dan ook het doel waar de leerlingen zich op focussen. De leerlingen zullen opzoek gaan naar de nodige informatie in de tekst door de leesstrategie zoekend lezen te gebruiken.

Motiverend: o

Het vouwen van hun eigen vliegtuigje aan de hand van het filmpje motiveert de leerlingen om in de tekst op zoek te gaan waar de roeren zich bevinden en deze op hun eigen vliegtuig aan te brengen. Ze lezen de tekst e behouden daarbij hun aandacht. Daarna controleren we of het doel bereikt werd. Het filmpje in het begin van de les motiveert de

leerlingen ook om de werking van een vliegtuig te leren. Uitdagend: o

Door het lezen van de tekst en de handelingen toe te passen op het driedimensionale vliegtuig daagt hun uit de werking te vinden van de roeren.

Relevant: o

Leerlingen worden warm gemaakt om eerst zelf een vliegtuig te vouwen en doelgericht de tekst te lezen om zo de roeren en hun werking te achterhalen. Het motiveert hun om hiervoor hun eigen vliegtuig te gebruiken.

-

Positief, veilig en rijk leerklimaat: Kansen om te spreken luisteren, schrijven en lezen. Grondhouding dat je van fouten leert. Open houding tegenover diversiteit: o

De leerlingen werken samen in een groepje. Ze lezen om de beurt een stukje tekst voor. Op die manier krijgt elke leerling de kans om te werken aan zijn leesvaardigheid en dit gebeurt met respect voor elkaar. De leerkracht ondersteunt die de oplossing niet vinden door denk stimulerende vragen te stellen als ‘herneem het begin van de zin eens?’ De fouten worden dus aangepakt en als leerkansen beschouwd.

-

Ondersteuning door interactie: Betekenis onderhandeling, echte vragen stellen en feedback geven. o

De leerlingen noteren de woorden die ze moeilijk vinden. Het is de bedoeling dat ze eerst zelfstandig in de tekst op zoek gaan naar de betekenis. Ze kunnen deze ok bespreken in hun groepje. Als de betekenis niet gevonden wordt is er een mogelijkheid om de woordenboeken te gebruiken. De leerkracht ondersteunt door denk stimulerende vragen te stellen om de leerlingen een aanzet te geven tot het vinden van een antwoord.

Tekstfragment deel 1:

Tekstfragment deel 2:

Werkblad 1:

Werkblad 2:...


Similar Free PDFs