Heupbeen anatomie PDF

Title Heupbeen anatomie
Author ygael nys
Course Anatomie 2
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 4
File Size 125.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 38
Total Views 135

Summary

samenvatting van het heupbeen...


Description

Het heupbeen 2. De oppervlakkige zijde - Os ilium - Os ischium - Os pubis Os ilium: Op het ala Ossis ilium lopen 3 lijnen, -> linea glutaea posterior (dorsalis) -> linea glutaea anterior (cranialis) -> linea glutaea inferior (supra-acetabularis) Os ischium: het corpus vormt een groot deel van het acetabulum, dorsaal en caudaal strekt het tuber ischiadum zich boogvormig uit en zet zich gekromd naar ventraal verder als ramus ossis ischii, dit loopt verder door in de pars inferior ramus ossis pubis. Os pubis: • Corpus ossis pubis ligt tegen het acetabulum aan de ventrale zijde • De ramus ossis pubis bestaat uit een bovenste en onderste deel: -> pars superior (acetabularis) ligt in het vlak van de apertura pelvis superior -> pars inferior (syphysica) is georiënteerd naar onder en achter - ze komen ventraal samen ter hoogte van de symphyse - de bekkenring word aan de anterieure zijde gesloten • Foramen obturatorium is een opening, gevormd door takken os ischium en os pubis, afgesloten door membrana obturatoria • Sulcus obturatorium verloopt schuin van dorsaal-boven naar ventraal-onder, onder ramus superior, oppervlakkig begrensd door de Crista obturatoria • Tuberculum obturatorium anterius (op os pubis) en posterius (op os ischium) begrenzen membrana obturatoria • Acetabulum is de pan van het heupgewricht, gevormd op samengroei van corpora van de 3 bekkenbeenderen. Gekenmerkt door: -> limbus acetabuli vormt de rand -> incisura acetabuli ziet normale stand van bekken bijna helemaal naar onder -> facies lunata is halvemaanvormig deel van het hol sfeeroppervlak waarop de vrijwel bolvormige kop articuleert -> fossa acetabuli is dieper dan de facies lunata

2. De diepe zijde • Linea terminales of arcuata is de grenslijn tussen pelvis minor en major • Pecten ossis pubis is een vlak met scherpe rand naar de diepte toe boven op pubis, daarop het eminentia iliopectinea • Tuberculum pubicum is een cm lateraal van symphyse op de ramus superius • Fossa iliaca is het bovendeel van de bekken (grootste deel van het dragend beenderig vlak) • Facies auricales ligt verder naar dorsaal en articuleert met facies auricularis van os sacrum -> Hiervoor loopt de sulcus juxta-glenoidalis -> Hierachter ligt de tuberositas iliaca en heeft ruwheden voor ligamenten • De diepe zijde van het foramen obturatorium bevindt zich in het onderste deel • Sulcus obturatorius loopt +/- verticaal, achter linea arcuata naar voorrand van foramen obturatorium 3. De rand • Facies symphysialis bevindt zich op ventrale middenlijn naar mediaal • Tuber ischiadicum is een hoge, dikke en palpabele knobbel, draagt het lichaam bij het zitten • Incisura ischiada minor ligt hoger en dorsaal • Spina ischiada, een deel van os ischium, is een sterk en uitspringend beenderig punt en vormt een engte in bekkenkam • Incisura ischiadica maior is een grote inham en reikt to voor-onder facies auricularis • Spina iliaca posterior inferior ligt dorsaal van en vormt onder-achtergrens van facies auricularis • Spina iliaca posterior superior is het meest dorsale punt van os coxae, vormt dorsale uiteinde van Crista iliaca De bekkenkam is palpabel en hierop liggen 3 lijnen: - labium externum - labium internum - labium intermedia Het meest ventrale punt -> spina iliaca anterior superior, ligt in hetzelfde frontale vlak als het tuberculum pubicum • Eronder is een inham, onderbroken door de spina iliaca anterior inferior • Meer ventraal en mediaal: Pecten ossis pubis en eminentia iliopectinea • Ventrale bovenrand van symphysis -> tuberculum pubicum

4. Pelvis major en pelvis minor Pelvis major: • Boven linea terminalis, lijn van promontorium tot aan de symphysis. • Promontorium = scherpe hoek gevormd door bovengrens van facies pelvina van het sacrum en de onderrand van de 5de lumbaalwervel Pelvis minor: • Onder vlak van de 2 lineae terminales -> apertura pelvis superior Inclinatio pelvis = hoek van 60° van de aperatura pelvis superior met de horizontale, onderaan begrensd door de apertura pelvis inferior -> = 2 driehoeken met een gemeenschappelijke basis die loopt tussen beide tubera ischiadica: - De top van de voorste driehoek ligt onder de symphysis - De top van de achterste driehoek komt tot de punt van het os coccygis Kleine bekken: -> volledig begrensd door beenderen -> vervolledigd door ligamenten (sluiten incisurae ischiadicae af) 5. Geslachtsverschillen in de bouw van het bekken Het vrouwelijke bekken vertoont een verbreding -> geboorte Het mannelijke bekken vertoont dit in geringe mate Pelvis major: 1. Bij de vrouw is de ala meer horizontaal en meer concaaf (bekken is breder) Pelvis minor: 1. Bij de man is de apertura pelvis superior groter en breder (ovaal) 2. Bij de vrouw zijn de diagonalen van de pelvis minor groter en breder, het promontorium springt minder in (hartvormig) Apertura pelvis inferior: 1. Bij de vrouw wijder door een minder hoge symphysis en door een stompere angulus subpubicus

Diameters hebben een klinisch belang bij vrouwen

Sagittaal vlak: I. Conjugata anatomica ligt tussen achter- en bovenrand van de symphyse en het promontorium. II. Conjugata vera -> kleinste conjugata en kleinste maat van alle bekken Bij een vernauwing is een keizersnede nodig III.Conjugata diagonalis -> klinisch gemeten (van onderrand symphysis naar promontorium bedraagt 12,5 cm) het promontorium is niet voelbaar -> radiologische meting Frontaal vlak: Diameter transversa (= 13,5 cm) Schuine vlak: Diameter obliqua (= 12 cm) Bekkenlengte: Vlak waarin de beide spinae en de apex van het sacrum Bekkenas: (axis pelvis) Opgebouwd door verbinding van alle middelpunten van alle conjugatae Licht uitgesproken asymmetrie van het bekken is normaal -> promontorium is vaak naar recht afgeweken -> symphysis is vaak naar links afgeweken...


Similar Free PDFs